Your cart is currently empty!
Behalve actieplan heeft arbeidersbeweging ook eigen alternatief nodig!
“Geen Thatcher in België” lanceerde LSP toen de regeringsvorming nog volop aan de gang was. We waarschuwden voor het soort regering dat ons te wachten stond. Intussen is die er. Als ze haar zin krijgt, wordt de arbeidersbeweging gebroken en ligt de weg open voor 19de eeuwse lonen, uitkeringen en arbeidscondities. De vakbonden reageren met een indrukwekkend actieplan. Om enkele toegevingen af te dwingen? Om Di Rupo terug te halen? Dat zou pas een afknapper zijn. Michel en heel het besparingsbeleid moeten weg. Maar dat vereist wel een eigen alternatief van de arbeidersbeweging.
Artikel door Eric Byl uit maandblad ‘De Linkse Socialist’
De patronale media en de politici hebben dat ook door. “Waarom horen we van al wie luidkeels protesteert geen realistisch alternatief voor de besparingen en de andere regeringsmaatregelen dat geen jobs vernietigt?”, vraagt De Tijd zich af. Er is geen alternatief repeteert De Wever. Zo belanden we terug bij Thatcher en haar letterwoord ‘TINA’: ‘there is no alternative’.
Uiteraard is dat hypocriet. Zelfs de OESO en het IMF waarschuwen dat een te strak begrotingsbeleid de economie kan wurgen. Volgens De Wever hangt jobcreatie af van de economische groei en dus zeker niet van hem en het beleid dat hij voorstaat. Ook Beke en Dewael willen geen jobcreatie garanderen. “We leven in een markteconomie, niet in een planeconomie”, benadrukken ze. Daarmee geven ze impliciet aan dat een planeconomie wel jobcreatie kan garanderen. LSP is het daarmee eens, op voorwaarde dat die planeconomie democratisch functioneert.
Dan zouden we de maatschappelijke rijkdom kunnen uitbreiden door te investeren in onderwijs in plaats van erop te besparen. We zouden de wetenschappelijke en technische kennis vrij ter beschikking kunnen stellen in plaats van ze af te schermen voor concurrenten op de markt. We zouden de beschikbare arbeid kunnen verdelen door een algemene arbeidsduurverkorting en de lonen en uitkeringen kunnen optrekken door de winst niet af te romen en te versassen naar belastingparadijzen. Dat is toch vanzelfsprekend? Maar het vereist een regering die even hard de belangen van de werknemers verdedigt als de huidige regeringen die van de werkgevers. Enkel een arbeidersregering kan dat.
Intussen produceren we voor de markt, en daar geldt een andere logica: de winst van de individuele kapitalist, ongeacht of dat nu onder de vorm van dividenden, rente of meerwaarde is. En dan hebben de De Wevers van deze wereld een punt: als we gratis werkten en als gemeenschap de nodige fiscale geschenken aanboden, dan zouden de patroons niet dreigen met delocalisatie. Veel arbeiders weten dat ook wel en aangezien de sociaaldemocratie en de groenen de markt niet in vraag stellen, maar integendeel napraten dat de loonkost “overdreven” is, komt hun alternatief ongeloofwaardig over. Dat Di Rupo beweert dat 70% van de maatregelen van Michel al onder zijn regering in de steigers gezet werden, bevestigt dat.
Het cactusplan van de PVDA is veel ambitieuzer inzake investeringen in publieke woningen, openbaar vervoer, onderwijs, pensioenen en gezondheidszorg. Het pleit niet voor lagere loonkosten, maar wel degelijk voor het optrekken van lonen en uitkeringen. De PVDA wil dat betalen met rijkentaksen, efficiëntiewinsten, aanbestedingen in de farmaceutische sector en de medische apparatuur, de jacht op de fiscale fraude etc. In de financiële sector pleit het voor een bankentaks en een publieke bank naast een private sector. De belangrijkste investering van het cactusplan is de versnelde terugbetaling van de openbare schuld, wellicht in de hoop budgettaire ruimte te creëeren.
De PVDA maakt een rekening die op papier klopt. Twintig jaar geleden vond ze dat niet nodig. Ze scandeerde toen “doe de rijken de crisis betalen” en “haal het geld waar het zit, bij de banken, bij de holdings”. Goede slogans, maar ook toen luidde de vraag: wat als de kapitalisten gaan lopen? Waarom niet de nationalisatie onder controle van werknemers en gemeenschap van de sleutelsectoren van de economie en van alle bedrijven die dreigen met delocalisatie? Een arbeidersregering die echt een geloofwaardig alternatief wil bieden, zal die vraag niet uit de weg kunnen gaan. Ze zal minstens even doortastend moeten zijn in het belang van de arbeiders als de huidige regering is in het belang van de kapitaalgroepen.