Your cart is currently empty!
Wereldhandelsorganisatie. Top mislukt. 800 betogers opgepakt.
"Hong Kong zal de geschiedenis niet ingaan als de stad waar de Doha-ronde eindigde”, zo stelde het dagblad South China Morning Post opgelucht. Misschien is dat wel waar, maar Hong Kong was ook niet de plaats waar de liberaliseringsplannen van de Doha-ronde uit hun coma zijn ontwaakt.
Laurence Coates vanuit Hong Kong
Deze week kwam een einde aan de intense week van protestacties tegen de top van de Wereldhandelsorganisatie (WHO). Daarbij werden 800 betogers, voornamelijk Zuid-Koreaanse arbeiders en boeren, opgepakt na een harde politieaanval op betogers vorige zaterdag. De kapitalistische leiders op de WHO-top probeerden zich intussen sterk te houden ondanks hun falen om een nieuwe ronde van “liberaliseringen” tegen de arbeiders en arme boeren in te stellen.
Bij de opening van de WHO-top stelde de directeur-generaal Pascal Lamy (een lid van de Franse PS…) dat er op mirakels moest worden gehoopt, maar dat “de magie enkel werkt als iedereen erin gelooft.” Dat was een uitdrukking van de groeiende wanhoop (en zelfs een vlucht uit de realiteit) van de WHO-leiders bij het aanhoudend falen van hun onderhandelingen.
Magie werkt niet
“Zodra het duidelijk was dat Lamy geen wit konijn uit zijn hoed kon toveren, werd de magie van Harry Potter onderworpen aan een verdwijntruc van Houdini”, stelde het dagblad SCMP. Zoals we eerder reeds stelden, was een zwak akkoord om het gezicht te redden de enige uitweg om een volledige ineenstorting van de Doha-ronde (genoemd naar de bijeenkomst van de WHO in Quatar in 2001) te vermijden.
Dit is ook wat er gebeurde tijdens de ministriële vergadering. Toen het mislukken voor iedereen duidelijk was, werd een minimale verklaring opgemaakt om ten minste de schijn van vooruitgang hoog te houden. De belangrijkste imperialistische machten die de WHO domineren vrezen een “VN-isering” van de WHO, een ontwikkeling tot een machteloze praatbarak. Dit zou volgens hen leiden tot een “Balkanisering” van de “wereldwijde handel” met de mogelijkheid van lokaal protectionisme en regionale handelsblokken.
Het uiteindelijke “akkoord” omvatte de verbintenis om de landbouwsubsidies af te bouwen tegen 2013 en om de taksen in 97% van de exportgevallen van de zowat 40 “minst ontwikkelde landen” af te bouwen. Om de beperktheid van het akkoord aan te tonen, volstaat het om te wijzen op het “aanbod” van de VS om de exportsubsidies op kattoen te verminderen. Dat voorstel van de VS was echter al vastgelegd in eerdere WHO-regels… 90% van de VS-uitgaven voor de landbouwsector blijven onaangeroerd.
Na dit akkoord wordt alle aandacht gericht op een “Hong Kong II”-bijeenkomst in Genève op 30 april volgend jaar.
Alan Johnson, de Britse minister van handel en industrie, had een realistische inschatting van de top in Hong Kong. Hij stelde dat de bijeenkomst “op geen enkel vlak een succes was”. Voor socialisten en de betogers tegen de WHO-top zou het echter te vroeg zijn om te stellen dat alle gevaren voorbij zijn. Ondanks het falen om de arme landen een strakker neoliberaal beleid op te dringen, zullen de belangrijkste imperialistische landen ongetwijfeld verdere aanvallen inzetten. Ze beschikken daartoe niet enkel over de WHO, maar ook over het IMF, de Wereldbank,…
Olifantengevecht
De kleurrijke dagelijkse betogingen in Hong Kong hebben een belangrijke rol gespeeld in het ontmaskeren van de imperialistische agenda van de WHO die grotere delen van de markt in de neokoloniale landen onder haar controle wil plaatsen. De belangrijkste machten in de WHO, zoals de VS en de EU, wilden een akkoord om het voor de grote bedrijven gemakkelijker te maken om bedrijven over te nemen en potentieel winstgevende sectoren in de neokoloniale wereld te controleren. Daarbij zijn diensten zoals water, onderwijs en gezondheidszorg in gevaar. Anderzijds proberen grote, maar iets armere economieën, zoals China, India, Brazilië en Zuid-Afrika dit te vermijden om hun eigen macht niet ingeperkt te zien. Choguel Kokalla Maiga, de minister van industrie in Mali, vatte het als volgt samen: de VS en de EU “stellen zich op als vechtende olifanten. Wij zijn het gras onder hun voeten.”
Zaterdagavond was er een grote betoging tegen de WHO, waarbij de betogers onder invloed van de militante en gedisciplineerde Zuid-Koreaanse delegatie (met 2.000 boeren en vakbondsmilitanten van de KCTU vakbond) afweken van het officiële parkoers van de betoging. Het officiële parkoers was opgelegd om ervoor te zorgen dat de betogers op geen enkel ogenblik in het zichtveld van de deelnemers aan de top zouden komen.
De politie van Hong Kong had zich voorbereid, onder meer door het bestuderen van videomateriaal over confrontaties tussen de Zuid-Koreaanse politie en betogende arbeiders en boeren. Er was wekenlang een media-campagne tegen de Zuid-Koreaanse bezoekers waarbij die werden voorgesteld als gewelddadig. Dit maakte weinig indruk op de lokale bevolking die massaal deelnam aan de acties en kwam kijken naar de gedisciplineerde delegatie van zingende Koreaanse boeren die werden begeleid door drummers.
Het Chinese regime en haar marionet in Hong Kong waren vooral bang dat de militante opstelling van de Zuid-Koreanen (een gevolg van twee decennia strijd voor vakbondsrechten en tegen de militaire dictatuur) zou overwaaien naar de lokale bevolking. Op dit ogenblik probeert de Chinese regering bijvoorbeeld om komaf te maken met de eis voor algemeen stemrecht in Hong Kong.
Volgens peilingen is er een belangrijke ontwikkeling sinds de betoging voor meer democratie op 4 december. 250.000 mensen namen deel aan die betoging. De steun voor de lokale regering van Donald Tsang is enorm gedaald sindsdien. Een peiling van de Universiteit van Hong Kong stelt dat de steun voor de hervormingen van het kiesstelsel gedaald is van 56% begin december tot 37% vandaag.
Wang Xiangwei, een columnist van het dagblad SCMP, stelde: “De betoging van 4 december heeft de angst van Peking voor de impact van een democratisering in Hong Kong op het binnenland versterkt. Sinds de reeks ‘fluwelen revoluties’ in naburige Centraal-Aziatische landen zoals Kirgizistan, is Peking paranoide voor de mogelijkheid van de verspreiding van zo’n revolutie naar China. Er is dan ook begonnen met het doorvoeren van strakkere maatregelen tegen dissidenten.”
Traangas en massale arrestaties
Op zaterdag 17 december bespraken de WHO-ministers de kwestie van landbouw. De Koreaanse boeren hadden zich opgesplitst in kleinere mobiele groepen die erin slaagden de politie te vlug af te zijn. Ze braken doorheen het opgelegde betogingsparkoers. Duizenden betogers sloten zich aan bij de Koreanen. Veel jonge betogers waren onder de indruk van de vastberadenheid van de Koreanen. De politie greep echter in en viel de betogers aan. Er waren wat kleinere confrontaties waarbij pepperspray werd gebruikt tegen de betogers. Daarna werd het waterkannon ingezet en kondigde de lokale minister van veiligheid de noodtoestand uit. Hierop werd traangas gebruikt tegen de betogers.
“Ik werd eerst nat gespoten en kreeg dan pepperspray in het gezicht. Hierop stelde de politie dat ik moest kalmeren. Maar hoe kon ik kalmeren?”, stelde een journalist. Er vielen 70 gewonden, waaronder 33 Koreanen en 21 Chinezen. Later hielden 900 betogers een zitstaking uit protest tegen de repressie. Hierop kwam de politie tussen om iedereen op te pakken. 800 betogers zitten nog steeds vast, waaronder het lokale onafhankelijke parlementslid Leung Kwok-hung, die zichzelf omschrijf als een trotskist. Er waren al betogingen tegen de arrestaties om de vrijlating van alle opgepakten te eisen. De Aziatische Mensenrechtencommissie eiste de vrijlating van iedereen die werd gearresteerd en noemt het politieoptreden “excessief”.
Zelfs een katholieke bisschop bezocht de Koreaanse betogers die niet werden opgepakt en zei hen: “Als inwoner van Hong Kong ben ik beschaamd en wil ik me verontschuldigen bij de Koreaanse boeren.” Ondanks de regeringspropaganda was het alleszins duidelijk dat de boodschap van verzet van de Koreaanse delegatie heel wat steun kreeg onder de bevolking vna Hong Kong.
Jonge arbeiders
Voor het CWI was de actieweek tegen de WHO een enorm belangrijke ervaring en het betekent een grote stap vooruit voor ons werk in Azië. In het algemeen werd het doorheen de protestacties, debatten en meetings duidelijk dat een nieuwe sterke jonge arbeidersklasse opstaat en bereid is om de strijd aan te gaan waarbij nieuwe tradities worden gevestigd. Deze jonge arbeidersklasse heeft nog niet alle lessen van verraad en nederlagen van arbeidersorganisaties in andere landen getrokken, maar er was een grote openheid om daarover te discussiëren.
Met de CWI-leden in Hong Kong verkochten we al het politiek materiaal dat we bijhadden. Dat waren boeken over Che Guevara, de geschiedenis van het CWI, de Vietnam-oorlog, China, exemplaren van Socialism Today,… Hiermee haalden we 600 euro op. De week zat boordevol discussies met arbeiders en jongeren die meer wilden weten over het marxisme en de werking van het CWI.