Irak: 700 aanvallen per week. Bush vindt geen uitweg.

De voorbije weken lag George W Bush opnieuw sterk onder vuur. “Iedereen spreekt over het terugtrekken van de troepen uit Irak.” “Heel wat ervaren generaals zijn erg gefrustreerd, maar zeggen er niets publiekelijk over.” Dat schreven commentatoren in respectievelijk de Financial Times en de New Yorker.

Per-Åke Westerlund

Washington heeft het aantal Amerikaanse militairen in Irak opgedreven tot 160.000 omwille van het referendum in oktober en de verkiezingen van 15 december. Bush hoopt de Soennitische leiders te overtuigen om deel te nemen aan die verkiezingen waarvan Bush hoopt dat het leidt tot een vorm van coalitieregering. Maar de komende verkiezingen zullen geen keerpunt betekenen voor Irak. Het zal evenzeer een propagandamoment zijn, net zoals de verklaring dat de oorlog voorbij was in mei 2003, de gevangenneming van Saddam Hoessein of de verkiezingen van januari.

Democratie?

In de loop van 2005 moesten Bush en het Pentagon een aantal van hun pogingen om de “democratie” te promoten in Irak achterwege laten. De gebeurtenissen evolueren in de andere richting. De VS steunt de huidige regering onder leiding van sjietische moslims die nauwe banden hebben met Iran. Ze controleren een groot deel van het nieuwe Irakese leger en de politie, maar ook voormalige officiers die trouw waren aan Saddam konden terugkeren. De nieuwe grondwet stelt dat de islam de belangrijkste wetgevende bron is, op een ogenblik dat een reactionaire visie op de islam dominant is onder zowel soennieten als sjieten. De grondwet laat ook de deur open voor regionale tegenstellingen en conflicten.

Terugtrekken van de troepen?

De crisis van Bush komt er vooral door de militaire nederlagen van de Amerikaanse troepen. Meer dan 2.100 soldaten kwamen om in Irak en zowat 16.000 werden er gewond. Seymor Hersh beschreef de frustratie onder de Amerikaanse generals: “Eén persoon met wie topvertegenwoordigers van het Pentagon hun persoonlijke visie voor het eerst in decennia deelden, was parlementslid John Murtha.”

Diezelfde Murtha – een Democraat en veteraan van de oorlog in Vietnam – stelde in november dat de Amerikaanse troepen binnen de zes maanden moeten worden teruggetrokken. In het parlement stelde Murtha dat het aantal gewapende aanvallen in Irak is toegenomen van 150 per week een jaar geleden tot 700 per week vandaag. Hij stelde dat 50.000 Amerikaanse soldaten lijden onder “oorlogsmoeheid”. Zelfs de Senaat stemde een resolutie waarin wordt gesteld dat 2006 een beslissend jaar moet worden om een “Iraaks regime” te vestigen.

Ook op de recente Conferentie van de Arabisch Liga in Cairo werd gediscussieerd over een kalender voor de terugtrekking van de troepen. Zo’n 100 Sjietische, Soennietische en Koerdische leiders stelden er: “Het Irakese volk ziet uit naar de dag dat de buitenlandse troepen Irak zullen verlaten.” De bijeenkomst gaf haar goedkeuring aan verzet tegen een buitenlandse bezetting, maar veroordeelde terrorisme.

De conferentie moest de publieke opinie voorbereiden op de verkiezingen in Irak.

Zelfs het Pentagon stelt dat de VS het aantal militairen in Irak zal verlagen na de verkiezingen. Maar noch de Irakese leiders, noch Bush willen een massale terugtrekking van troepen op dit ogenblik, aangezien ze geen vertrouwen hebben in het nieuwe Irakese leger.

Dit werd bevestigd in een toespraak van Bush op 30 november. Er is nood aan Irakese troepen om de Amerikaanse soldaten af te lossen, stelde Bush. Hij ging in tegen ieder voorstel van een kalender inzake de terugtrekking. Bush bestempelde niet alle opstandelingen als terroristen, maar als een “combinatie van weigeraars, aanhangers van Saddam en terroristen.”

Als de VS zal van start zal gaan met het terugtrekken van grondtroepen, zal dit gecompenseerd worden met een grotere aanwezigheid van de luchtvloot. Die is nu al op grote schaal aanwezig voor de oorlog in het westen van Irak. Volgens Seymour Hersh was de derde Marine Aircraft Wing alleen al verantwoordelijk voor het gooien van 500.000 ton ten tijde van de belegering van Fallujah een jaar geleden. De luchtaanvallen hebben geleid tot heel veel burgerslachtoffers en VS-officiers waarschuwen dat er meer burgerslachtoffers zullen vallen als Irakese grondtroepen de aanvallen begeleiden.

Religieuze zuiveringen

Naast de aanvallen van opstandelingen tegen de bezettingstroepen, is er ook een toename van het religieus geweld. Er is in de praktijk een religieuze zuivering in tal van steden. Soennitische groepen hebben Sjietische moskeeën en wijken aangevallen. De sectaire verdeeldheid kwam scherp tot uiting toen 97% van de Soennieten tegen de nieuwe grondwet stemde in de provincie Anbar. Dat is ook de provincie waar de meest brutale ‘anti-terreur’ operaties van de VS plaatsvinden.

De voorbije maanden was er een nieuwe opleving van Sjietische aanvallen tegen Soennieten. Het dagblad New York Times schreef op 29 november dat er honderden berichten waren van moordpartijen in de voorbije weken. Onlangs werd het bekend dat er een geheime martelkamer is in de kelder van een gebouw van het ministerie van binnenlandse zaken, waar Soennitische gevangenen worden ondervraagd. De beschuldigingen zijn vooral gericht tegen de Badr Brigade, de gewapende vleugel van de SCIRI (Hoge Raad van de Islamitische Revolutie in Irak) dat nauwe banden heeft met Iran. De minister van binnenlandse zaken, Bayan Jabr, is een topleider van SCIRI.

Zwakke regering

De regering wordt gedomineerd door SCIRI en de Dawa partij. Die regering kwam tot stand na drie maanden onderhandelen. De regering bevat heel wat VS-‘adviseurs’, maar faalt op alle gebieden: op het vlak van veiligheid, werkgelegenheid, elektriciteitsvoorzieningen, water,… Het ongenoegen van de bevolking kwam tot uiting toen Ayatollah Ali al-Sistani zijn steun aan de regering opzegde. Anderzijds sloot de beweging van Muqtada al-Sadr zich aan bij de regering. Dat is een dominante kracht in grote delen van het Sjietische deel van Irak. De regering hoopt op een verdeling van de zetels tussen SCIRI, Dawa en al-Sadr. Plotse verschuivingen in allianties en coalities kunnen echter leiden tot een grote onstabiliteit in Irak.

82% van de Irakezen willen een einde van de bezetting. Volgens een peiling van het Britse ministerie van defensie, in augustus, zijn er 30.000 tot 70.000 Irakezen omgekomen sinds het officiële einde van de oorlog zo’n 2,5 jaar geleden. Diegenen die de oorlog verdedigen, beweren dat de situatie nog erger zou worden indien de VS Irak zou verlaten.

“Een overwinning in Irak is van cruciaal belang voor de VS”, stelde een veiligheidsrapport van het Witte Huis. Tegelijkertijd zijn steeds meer mensen ervan overtuigd dat de VS niet kan winnen en dat ze al verloren hebben. “De meeste experten zijn het eens dat de VS-bezetting op zich een belangrijke reden is voor de Irakese opstand”, stelde het magazine Newsweek vorige week.

Wij komen op voor een terugtrekking van de bezettingstroepen. Om een verdere ontwikkeling naar burgeroorlog tegen te houden, is er nood aan een beweging van arbeiders, jongeren, boeren en armen die in staat is om de verschillende religieuze en etnische groeperingen te verenigen. Daartoe is er nood aan een socialistisch programma voor veiligheid, jobs en een beter leven, samen met garanties voor alle minderheden. De olie in Irak maakt dat het land potentieel erg rijk is. Oliebedrijven en andere bedrijven die op de winst uit zijn, moeten genationaliseerd worden zodat de middelen kunnen ingezet worden voor de belangen van de bevolking.

Irak heeft de beperkingen van het VS-imperialisme aangetoond. Een nieuwe fase in de crisis in Irak komt samen met nieuwe economische en politieke problemen voor Bush in de VS. Het kapitalisme en imperialisme leiden onvermijdelijk tot crisis. Arbeidersstrijd en socialisme vormen het enige echte alternatief.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop