Griekenland. Hoe verder na het congres van Syriza?

De interne strijd binnen de linkse alliantie Syriza – in de peilingen nog steeds afwisselend de grootste of de tweede partij van Griekenland – belooft even hard te zijn als de klassenstrijd in het land. De leiding van Syriza haalde op het partijcongres van juli haar slag thuis om een ‘eengemaakte’ partij te vormen.

Artikel door Andros Payiatsos uit Socialism Today

De organisaties die van Syriza deel uitmaken, zullen zich “binnen een redelijke termijn” ontbinden. De partijvoorzitter werd door het congres verkozen en zal daarom geen rekenschap aan andere partij-organen (zoals het nationaal comité) verschuldigd zijn. Enkel op de driejaarlijkse congressen moet de voorzitter zich verantwoorden.

De leiding slaagde er echter niet in om de linkerzijde van Syriza te verzwakken. Integendeel, door het offensief tegen de linkerzijde is die versterkt en zijn er meer mogelijkheden tot samenwerking. Het conflict binnen de partij is verre van voorbij, er komt een nieuwe periode van spanningen en polarisering.

Het congres was bijeengeroepen om over het organisatorische karakter van Syriza te beslissen, niet om in te gaan op de politieke situatie in het land, het programma van de partij,… En dat op een ogenblik dat Syriza zich voorstelt als een alternatief om een nieuwe regering te vormen. In werkelijkheid zitten er politieke belangen achter de organisatorische verschuivingen. De partijleiding onder Alexis Tsipras is vastbesloten om van Syriza een meer ‘gematigde’ politieke kracht te maken en de partij dus naar ‘rechts’ op te schuiven. In de voorbije periode was er al een constante ‘aanpassing’ van de voorstellen van de partij (of toch van de leiding) aan de druk van de heersende klasse en de media.

De leiders van de rechterzijde van de partij, zoals Giannis Dragasakis en George Stathakis, zijn onvermoeibaar om telkens opnieuw te verklaren dat Syriza geen ‘unilaterale acties’ zal ondernemen inzake de overheidsschulden of de onderhandelingen met de trojka. Ze stellen ook telkens opnieuw dat de nationalisatie van geprivatiseerde openbare diensten ‘extreem moeilijk’ is en dat de belastingvoordelen voor de scheepsbouwers niet zullen ingetrokken worden. Dergelijke verklaringen botsen met de officiële beslissingen over partijstandpunten, maar Tsipras heeft ze telkens opnieuw getolereerd.

Het beeld dat Alexis Tsipras van de partij brengt, is op zijn zachtst gezegd tegenstrijdig. Tegenover de memoranda met besparingen van de trojka en de overheidsschulden wordt met woorden gegoocheld. Het gaan van ‘verwerpen’ over ‘heronderhandelen’ tot een ‘moratorium’ en ‘opschorting’, wat de duidelijkheid niet ten goede komt. De belangrijkste slogan waarmee Syriza in de twee verkiezingen van 2012 (in mei en juni) kon scoren – voor een regering van de linkerzijde – werd aangepast tot de slogan van ‘een regering van sociale redding’. Dat werd publiekelijk door Syriza geïnterpreteerd als een mogelijke samenwerking met de partij van Onafhankelijke Grieken, Democratisch Links (dat tot juni in de regering zat) en zelfs delen van Pasok (sociaaldemocratie) en Nieuwe Democratie (de conservatieven).

Centrale politieke thema’s

De kern van de meningsverschillen is de vraag van hoe we reageren op centrale politieke kwesties: zullen we schulden afbetalen of niet? Zullen de banken en sleutelsectoren genationaliseerd worden of zal het grote private kapitaal – zowel lokaal als multinationaal – de economie blijven domineren? Is Syriza bereid tot een frontale confrontatie met de eurozone? Dat zijn geen ideologische fixaties. Het is een praktische vraag van hoe een samenleving uit de huidige nachtmerrie kan geraken. Uiteindelijk stelt de vraag zich of de publieke sector of de private sector de locomotief voor de ontwikkeling van de economie zal.

Het is noodzakelijk dat voor de publieke sector wordt gekozen als enige manier om vooruit te geraken. De huidige crisis is het resultaat van het functioneren van de private sector, alles werd onderworpen aan de belangen van het grote kapiaal. In naam van het ‘aanmoedigen’ van het private kapitaal, zogezegd om te investeren, gaat de ‘China-isering’ van de Griekse werkende bevolking verder (met lagere lonen en slechtere arbeidsvoorwaarden). Dat ligt mee aan de basis van de sociale ramp waar we inzitten.

De publieke sector kan enkel een locomotief van economische groei zijn indien de banken en sleutelsectoren van de economie worden genationaliseerd onder de controle en het beheer van de werkenden en de gemeenschap zodat corruptie en schandalen kunnen aangepakt worden. Een confrontatie met de eurozone en de EU is onvermijdelijk, net zoals de sabotage van de kapitalisten. Daar moet op geantwoord worden met nationalisaties en de controle op kapitaalvlucht en buitenlandse handel.

Tegelijk is er nood aan gemeenschappelijke strijd met de arbeiders in de rest van Europa. Dat is een belangrijk element voor de Griekse arbeidersbeweging. Het wijst allemaal op de nood aan een ander economisch en sociaal model, een socialistisch model. De meerderheid van de leiding van Syriza is niet bereid om dat naar voor te schuiven. Dat is waarom het in de partij een gevecht wil voeren rond ‘organisatorische kwesties’, waarbij de leiding zichzelf voorstelt als de ‘eenmakers’ en ‘democraten’ tegenover de anderen die dat niet zouden zijn.

Dat is waarom het bestaan van organisaties binnen Syriza plots een groot probleem werd en waarom dit moest afgeschaft worden. Waarom was dat een probleem? Toen de partij van 4% tot 27% groeide, was dit een ‘Syriza als alliantie van organisaties’, een federaal samengestelde politieke formatie op basis van samenwerking tussen verschillende politieke organisaties.

Door de deelorganisaties af te schaffen, wil Syriza de verschillende politieke organisaties ontbinden om ze te onderwerpen aan de grootste politieke organisatie binnen de partij. Dat is Synaspismos (Coalitie van de linkerzijde van bewegingen en ecologie). Indien Syriza niet als alliantie was opgezet in 2004, dan had het nu mogelijk niet in deze electorale positie gezeten. Het was het idee en de ervaring van een brede samenwerking van verschillende politieke organisaties dat duizenden linkse strijdbare militanten aantrok, in het bijzonder niet-georganiseerde activisten.

Radicalisme bezorgt leiding van Synaspismos hoofdpijn

De meeste organisaties die deel van Syriza uitmaakten, stonden links van Synaspismos. Zolang Synaspismos klein was, had de leiding nood aan de radicaliteit van de andere organisaties. Dat liet de organisatie toe om te overleven en nadien een dynamiek te vinden. Maar nu de leiding van Synaspismos dichter bij de mogelijkheid van regeringsmacht komt, bezorgt de radicaliteit hen vooral kopzorgen. Dat is waarom voorgesteld werd om de organisaties binnen Syriza te ontbinden in ‘tendensen’ die geen onafhankelijk bestaan of publieke uitdrukking van eigen posities mogen hebben. Tegelijk werd voorgesteld om de partijvoorzitter door het congres te verkiezen en niet door het nationaal comité van de partij.

Doorheen de geschiedenis van de Griekse linkerzijde werden partijleiders (algemeen secretarissen of voorzitters) steeds verkozen door nationale comités. De reden hiervoor is eenvoudig: het nationaal comité vergadert regelmatig en kan de voorzitter controleren en dus vervangen indien dat nodig wordt geacht. Als een voorzitter door een congres wordt verkozen, een orgaan dat boven het nationale comité staat, dan is het congres ook het enige orgaan dat de voorzitter kan controleren of terugroepen.

Dit betekent in de praktijk dat het beleid van Syriza tot aan het volgende congres binnen drie jaar zal bepaald worden door Alexis Tsipras en zijn omgeving. De tienduizenden leden van Syriza hebben geen mogelijkheid om hun voorzitter te controleren. We hebben een kopie van de structuur van de burgerlijke partijen Pasok en Nieuwe Democratie!

Polarisatie op congres

De linkerzijde in Syriza, in het bijzonder het Linkse Platform, probeerde de strijd politiek te voeren. Het verzette zich tegen de voorstellen van de leiding en bracht amendementen naar voor op de politieke tekst van het congres. Daarin werd opgeroepen tot de stopzetting van de afbetaling van de schulden, de nationalisatie van de banken en sleutelsectoren van de economie, een regering die voorbereid is op een breuk met de eurozone en de EU, een strijd voor een linkse regering zonder gevestigde partijen. Al deze voorstellen werden weggestemd. Dat gaf aan dat de leiding weigert om een echt radicaal beleid te voeren en een confrontatie met de grote private belangen, de heersende klasse, en de trojka aan te gaan.

De voorstellen van de linkerzijde kregen de steun van ongeveer een derde van de afgevaardigden, wat minder was dan de 45% of meer die gelijkaardige amendementen haalden op de conferentie van Syriza in november vorig jaar. De polarisatie op het congres was daar deels voor verantwoordelijk. Maar Syriza heeft ook een hele nieuwe laag van opportunisten aangetrokken, vooral vanuit Pasok, die met hun eigen ‘persoonlijke’ aanhang naar Syriza trokken. Die opportunisten en hun aanhangers hadden het in de beperkte periode van debat voor het congres – er waren gemiddeld slechts twee lokale vergaderingen van Syriza om het congres voor te bereiden – vooral over de organisatorische kwesties zonder de politieke discussie aan te gaan.

De tactiek van de leiding om te polariseren en zo de linkerzijde te verslaan, en de arrogantie die daarbij aan de dag werd gelegd, werkte tegen de leiding bij een aantal afgevaardigden. In november haalde het Linkse Platform 25% van de steun voor haar lijst voor het nationale comité. Nu werd de ‘eengemaakte’ lijst vand e leiding gesteund door 2.294 afgevaardigden (67,21%) terwijl het Linkse Platform 1.023 stemmen (30,15%) haalde en 60 leden verkozen zag in het NC. De toename is niet spectaculair, maar het is wel belangrijk omdat de leidende meerderheid op het congres net het Linkse Platform wilde aanpakken en mogelijk zelfs uitschakelen. Dat doel zal niet gemakkelijk te realiseren zijn.

Xekinima, de Griekse afdeling van het CWI, steunt de linkerzijde binnen Syriza ondanks meningsverschillen op een aantal vlakken. De manier waarop de grootste kracht binnen het Linkse Platform de kwestie van de euro stelde, omvatte het gevaar van illusies in een verandering van munt als oplossing voor de crisis. Of toch dat dit mogelijk zou zijn binnen de context van één land. Bovendien liepen een aantal syndicalisten van het Links Platform achter op de beweging, samenwerking met bureaucraten van Pasok is niet uitzonderlijk.

Maar de linkerzijde als geheel, niet alleen binnen Syriza, kent een proces van verandering. De gisting binnen de basis van de linkerzijde is nooit eerder vertoond. Binnen Syriza is er een strijd door linkse krachten van diverse oorsprong tegen de rechtse koers van de leiding. Doorheen deze strijd worden conclusies getrokken en ontstaat een begrip waardoor nieuwe allianties kunnen ontstaan. Deze processen vinden (op een kleinere schaal) ook plaats binnen zowel Antarsya (anti-kapitalistische linkse coalitie) als de Griekse Communistische Partij (KKE). Nochtans proberen de leidingen van beide partijen om iedere vorm van debat de kop in te drukken, zeker op het vlak van samenwerking met anderen ter linkerzijde is dat het geval.

In de komende periode zal er binnen Syriza geen eenheid zijn. Dit is het begin van een proces waarbij de krachten van de komende strijdbewegingen zich klaar stomen. De strijd zal niet altijd ‘beschaafd’ verlopen, maar zal even hard zijn als de klassenstrijd die ontwikkelt en een uitdrukking vindt binnen Syriza. De rechterzijde van Syriza en de leidende groep rond Tsipras hebben hun keuzes gemaakt. Ze hebben hun bedoelingen getoond. De linkerzijde moet daarop antwoorden. In zekere zin is de strijd binnen Syriza nog maar begonnen.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop