Het Antwerpse Visa-schandaal wordt sterk overtroffen door het schandaal dat bekend geworden is in de Oostenrijkse rechterzijde. De Oostenrijkse vrienden van Dewinter, de FPÖ, kenden zichzelf royale onkostenvergoedingen toe op kosten van de (lege) partijkas. Per jaar sloeg Jörg Haider meer dan 100.000 euro achterover. Ook de voormalige FPÖ-voorzitter Sussanne Ries-Passer liet zich niet onbetuigd. In vergelijking met die sommen, lijkt de smoking van Erwin Pairon in Antwerpen een fait divers.
Haider verklaarde in een eerste reactie dat hij steeds terughoudend was als het op het inbrengen van onkosten aankwam. De archieven van de FPÖ wijzen er echter op dat die ‘terughoudendheid’ niet bepaald minnetjes was. In de periode 2002-2004 gaat het om zowat 639.000 euro… Ex-voorzitter Ries-Passer graaide ook stevig in de partijkas en kende zichzelf tussen 1999 en 2002 363.346 Euro toe zonder dat de partij hiervan op de hoogte werd gebracht.
Ries-Passer betaalde daarmee kledij, handtassen, haar woning in Wenen,… Er zou niets ingebracht zijn bij de belastingen, wat leidt tot een gerechtelijk onderzoek. De voormalige FPÖ-voorzitster weigert elke commentaar naar aanleiding van dit schandaal. Haider daarentegen beweert dat zijn onkosten steeds gebeurden met medeweten van de partij. Hij zou voorlopig niet vervolgd worden. Maar uiteraard kunnen vragen gesteld worden bij een politicus die beweert op te komen voor de gewone bevolking, maar zichzelf daarmee verrijkt (ook al is Haider reeds bijzonder rijk).
De FPÖ is inmiddels gesplitst in twee partijen: de BZÖ (Bond voor de Toekomst van Oostenrijk) van Jörg Haider en de restanten van de FPÖ die de partij verderzetten. Beide partijen kampen met financiële moeilijkheden. De FPÖ heeft alle schulden van de vroegere FPÖ geërfd, wat in de miljoenen euro oploopt. Naar aanleiding van het rapport over de uitgaven van de partijleiding, verklaarde de huidige FPÖ-voorzitter Strache in Der Standard: "In het verleden kwamen heel wat arme mannen in een rijke partij terecht, en ze hebben als rijke mannen een arme partij achtergelaten."
Zelfs de coalitiepartner van Haider in de deelstaat Karinthië, de sociaal-democratische SPÖ, reageert geprikkeld op deze onthullingen. De lokale SPÖ-voorzitter, Peter Ambrozy, verklaarde dat Haider ongeloofwaardig geworden is als ‘vertegenwoordiger van de kleine man’ en beter afstand doet van zijn positie als leider van de deelstaatregering.
Dit schandaal doet alvast de vraag rijzen naar de inkomens van politici in verschillende partijen. Zal bijvoorbeeld Filip Dewinter bereid zijn om zijn boekhouding openbaar te maken zodat iedereen kan zien hoeveel hij verdient? Een politicus die beweert op te komen voor de ‘kleine man’ mag daar toch geen probleem van maken, of is hij niet consequent? Bij wijze van voorbeeld kunnen we alvast wijzen op de manier waarop wij zouden handelen, moesten we verkozenen hebben. Onze verkozenen zouden leven aan een gemiddeld arbeidersloon en hetgeen ze meer krijgen, afstaan aan campagnes. Dat is hoe bvb Joe Higgins, de verkozene van de Socialist Party in Ierland, handelt. Ieder jaar publiceert hij zijn boekhouding in een pamflet dat bezorgd wordt aan alle inwoners van zijn kiesdistrict.
We hebben al meermaals gesteld dat extreem-rechts enkel in woorden opkomt voor de gewone bevolking. Dat dit tot slogans beperkt blijkt, wordt niet enkel duidelijk als we het asociale echte programma bekijken, maar ook uit de levensstijl die deze politici zichzelf toekennen.