Your cart is currently empty!
Duitsland. Merkel herverkozen, onstabiele tijden in vooruitzicht
Ondanks het electorale succes van de conservatieve unie van de christendemocratische CDU/CSU van Angela Merkel, vormden de verkiezingen van afgelopen weekend in Duitsland toch een uitdrukking van de vervreemding onder grote delen van de bevolking tegenover de gevestigde partijen en de instellingen van de kapitalistische democratie. Als de eurocrisis zoals verwacht erger wordt en de wereldwijde economische vertraging zich verderzet, zal de nieuwe regering geconfronteerd worden met groeiende onstabiliteit en overgaan tot aanvallen de levensstandaard van de werkende bevolking.
De CDU/CSU won dan wel stemmen en ging vooruit, maar dat neemt niet weg dat de zwartgele coalitie van christendemocraten en de liberale FDP werd weg gestemd en samen 735.000 stemmen verloor. Dat zet de triomf van Merkel in perspectief. Ze behaalde bijna een absolute meerderheid in de Bundestag (het nationale parlement), maar de neergang van de FDP zal gevolgen hebben voor de verdere politieke ontwikkelingen in het land.
De FDP werd meer dan 60 jaar geleden opgezet en werd gezien als een drukkingsgroep van de kapitalisten in de vorm van een politieke partij. Het was steeds de meest uitgesproken voorstander van aanvallen op de levensstandaard en de rechten van de arbeidersklasse. Het feit dat de partij nu buiten het nationale parlement valt, vormt een groot probleem voor de kapitalistische klasse. Het is een gevolg van het feit dat de liberalen steeds minder hun neoliberale aard konden verstoppen achter zogenaamde burgerrechten. De FDP werd door velen gezien als de verantwoordelijke voor de sociale polarisatie in de Duitse samenleving. Toen het duidelijk werd dat deze ‘kleine partij van het grote kapitaal’ niet langer in het nationale parlement zou zetelen, waren velen blij. De toekomst van de partij is nu onzeker. Er is een zwakke vertegenwoordiging in de regionale parlementen en regeringen. Het is echter niet uitgesloten dat de FDP meer in de richting van nationaal-liberale standpunten gaat met een meer rechtse populistische koers om te overleven.
De stemmenwinst van Merkel is een uitdrukking van de relatieve economische stabiliteit in een land dat wordt omringd door landen die hard getroffen worden door de eurocrisis. Merkel deed ook enkele kleine sociale toegevingen, zoals de afschaffing van het remgeld voor een consultatie bij de dokter. “De Duitsers stemde voor zekerheid”, stelde een commentator op televisie. Dat klopt in de zin dat de stemmenwinst van de CDU/CSU weerspiegelt dat velen dachten dat Merkel erger voorkomen heeft op een ogenblik van wereldwijde economische crisis. Het resultaat is evenwel geen uitdrukking van een positieve steun, laat staan euforie, voor Merkel. Dat de politieke sfeer anders is rond concrete politieke kwesties bleek in een referendum op dezelfde dag in Hamburg. Daar stemde een kleine meerderheid voor de hernationalisatie van het lokale elektriciteitsnetwerk.
De overwinning van Merkel is slechts een kant van het verkiezingsresultaat. Een andere kant is dat er nog nooit zoveel kiezers waren voor partijen die niet in het parlement verkozen raakten. De opkomst was slechts een beetje hoger dan bij het historische laagtepunt van 70,8% bij de vorige nationale verkiezingen. Nu bedroeg de opkomst 71,5%, het tweede laagste percentage sinds de Tweede Wereldoorlog. Meer dan 15% van de stemmen ging naar partijen die de kiesdrempel van 5% niet haalden. Om een absolute meerderheid te halen, had de CDU/CSU 43% moeten halen, dat komt overeen met ongeveer 30% van de kiezers. Zelfs een ‘grote coalitie’ met de sociaaldemocraten zou slechts een minderheid van de bevolking vertegenwoordigen. Meer dan 40% van de kiezers kwam niet opdagen, onthield zich of stemde voor een kleine partij die niet in het parlement zit.
Er waren grote verschuivingen bij de verkiezingen de afgelopen jaren. Dat is een uitdrukking van de lossere banden tussen kiezers en partijen. Grote verkiezingssuccessen, zoals van de FDP en de Groenen, worden snel vergeten en het electorale toneel blijft erg volatiel.
’Alternatief voor Duitsland’
Merkel slaagde erin om de kwestie van de eurocrisis uit de verkiezingscampagne te houden. Maar het succes van het rechtse ‘Alternatief voor Duitsland’ (AfD) – een partij die opkomt voor het einde van de euro – toont dat er mogelijkheden zijn voor protestpartijen maar ook dat de euro een belangrijk thema is voor een deel van de bevolking. Het belang ervan zal enkel toenemen. Tegen deze achtergrond was het een fout van Die Linke om in de campagne niet meer nadruk te leggen op de verwerping van de reddingspakketten voor de banken. Het feit dat ook Die Linke veel kiezers aan AfD verloor, is een waarschuwing. De toekomst van die formatie is onzeker, maar mogelijk zal het geen tijdelijk fenomeen zijn. Ze hebben een politieke plaats bezet die enkel groter zal worden naarmate de eurocrisis erger wordt. Ze slaagden er ook in om zich nationaal uit te bouwen en ze beschikken over middelen. AfD deed er alles aan om geen agressief-nationalistische of racistische koers te varen, terwijl tegelijk de extreemrechtse kiezers werden gemobiliseerd. De partij heeft een reële kans om met meer stemmen in het Europees Parlement te geraken bij de verkiezingen van volgend jaar. AfD kan inspelen op een groeiend euroscepticisme, zeker indien Die Linke geen duidelijk linkse en internationalistische kritiek op de eurocrisis brengt.
De lonen, arbeidsvoorwaarden en pensioenen waren belangrijke thema’s onder de kiezers. Dat lijkt paradoxaal gezien CDU/CSU een partij van de grote bedrijven is en ingaat tegen een wettelijk minimumloon. De christendemocraten willen de verhoging van de pensioenleeftijd naar 67 jaar doordrukken. In de keuze tussen de leiders van de grote partijen, besloten veel mensen dat Merkel het bete geplaatst was om te vermijden dat een eurocrisis tot een sociale crisis in Duitsland zou leiden. De SPD en de Groenen brachten geen alternatief naar voor. Ze probeerden zich in deze kiescampagne te profileren rond sociale thema’s en gerechtigheid, maar de linkerzijde werd door velen niet ernstig genomen. Zij voerden in 2003 de ‘Agenda 2010’ door en velen hebben dat de ‘linkerzijde’ nog niet vergeven. Het resultaat van de Groenen toont aan dat een burgerlijke middenklassepartij is geworden. Dat thema’s als lonen, arbeidsvoorwaarden en pensioenen in het bewustzijn van de werkende bevolking vooraan staan, toont het potentieel van sociale strijd. Dat is waarom het succes van de CDU/CSU zo onzeker is. De nieuwe regering wil nieuwe besparingen doorvoeren met een privatiseringsprogramma. Dat zal vroeg of laat botsen op tegenstand onder de bevolking.
Welke regering komt er?
Merkel is haar liberale coalitiepartner kwijt gespeeld. Door het resultaat zullen onderhandelingen met SPD of Groenen moeilijker zijn. Beide partijen hebben nachtmerries over het vooruitzicht om als kleine partner in een door CDU/CSU geleide regering te zitten. De ervaring van de SPD als onderdeel van een ‘grote coalitie’ met de christendemocraten tussen 2005 en 2009 heeft grote wonden geslagen die nog niet vergeten zijn. Dat verklaart de terughoudende opstelling van de SPD-leiders. De verzwakking van de Groenen maakt de optie van een ‘zwart-groene’ regering weinig waarschijnlijk. Het moet dan wel bijna tot een ‘grote coalitie’ komen. De SPD zal toegevingen proberen te bekomen om die als een succes te verkopen. Dat kan bestaan uit een wettelijk minimumloon of andere gelijkaardige maatregelen. Het is alleszins onwaarschijnlijk dat de onderhandelingen op niets uitdraaien waardoor er nieuwe verkiezingen komen. Die zouden immers kunnen leiden tot een absolute meerderheid voor CDU/CSU.
Die Linke
De leiding van Die Linke is tevreden met het resultaat en benadrukt dat het nu de derde kracht van het land is. Vanuit het perspectief van de rampzalige opiniepeilingen een jaar geleden, is de partij inderdaad gestabiliseerd en heeft ze terrein terug gewonnen. De interne gevechten zijn wat gestopt. Onder de nieuwe leiding van Bernd Riexinger en Kaja Kipping was er ook een grotere oriëntatie op sociale bewegingen en syndicale strijd. Dat heeft een laag van partij-activisten gemotiveerd om meer betrokken te zijn. Met duidelijke eisen op de affiches van de partij werd een actieve campagne van onderuit versterkt. In de campagne sloten 500 mensen bij Die Linke aan. Het maakt duidelijk dat de partij zich ook in een moeilijke objectieve situatie kan versterken.
Die Linke verloor in vergelijking met de verkiezingen van 2009 1,4 miljoen kiezers en bleef ook onder de score van 2005. De partij slaagde er niet in om mensen aan te trekken die anders niet stemmen en verloor zelfs stemmen aan AfD. Dat geeft aan dat de partij over zwakke wortels in de arbeidersbuurten beschikt. De geloofwaardigheid van Die Linke staat ook onder druk door de aanhoudende betrokkenheid in lokale regeringen en de constante oproepen van sommige partijleiders om in een nationale coalitie te stappen.
Met deze verkiezingen heeft Die Linke een nieuwe kans gekregen. De vraag is nu of ze de kansen zal grijpen. Als er een grote coalitie komt, zal de SPD vroeg of laat verantwoordelijk gesteld worden voor het besparingsbeleid. Die Linke zal dan in een goede positie zijn om zich op te werpen als strijdbare kracht. Maar dan moet ze wel de oriëntatie op een coalitieregering met SPD en Groenen laten varen. Wellicht zal er een toename van interne strijd binnen Die Linke zijn. Volgend jaar zijn er regionale verkiezingen in het oosten van Duitsland, waar Die Linke het sterkste staat. De kwestie van coalities met de SPD in de deelstaten staat dan opnieuw concreet op de agenda. Momenteel zit Die Linke met de SPD in een coalitie in Brandenburg.
Sommige rechtsere elementen binnen Die Linke, waaronder de parlementaire fractieleider Gregor Gysi, brachten een boek uit waarin zelfs het partijprincipe van verwerping van het inzetten van Duitse troepen in het buitenland in vraag werd gesteld. Dat standpunt is een hinderpaal om tot een nationale coalitieregering toe te treden. Dit kan een ander element van debat en verdeeldheid binnen Die Linke worden. In deze verkiezingscampagne heeft Gysi zijn eigen positie versterkt. Hij zal dat proberen aan te grijpen om de meer antikapitalistische elementen in de partij, vooral vanuit westelijk Duitsland, te verzwakken.
Deelstaat Hessen
De deelstaatverkiezingen van Hessen op dezelfde dag als de nationale verkiezingen waren belangrijk. In Hessen slaagde Die Linke erin om terug in het deelstaatparlement te geraken. Dat is van groot belang voor de linkerzijde binnen de partij, Die Linke staat in Hessen immers bekend voor sterke banden met sociale bewegingen en vakbonden.
De regionale partijleider, Janine Wissler (een lid van de ‘Marx 21’-stroming), benadrukt dat ze onder bepaalde voorwaarden bereid is om een coalitieregering te vormen. Wissler zegt dit misschien om SPD en Groenen te ontmaskeren, maar geeft jammer genoeg de indruk dat Die Linke nu vooral in een regering wil geraken. In plaats van de coalitiemogelijkheden te bespreken, zou de leiding van Die Linke in Hessen beter zeggen dat het verkiezingssucces een resultaat is van het sociaal verzet en dat de bewegingen van verzet en strijd verder moete uitgebouwd en versterkt worden.
In Hessen erkent Die Linke dat er een kans is om CDU-premier Bouffuer aan de kant te schuiven en dat de partij bereid is om een minderheidsregering van SPD en Groenen in het zadel te helpen. Omdat de SPD en Groenen binnen de krijtlijnen van het systeem werken en bereid zijn om zich tegen de werkende bevolking te richten, moet Die Linke duidelijk maken dat het niet bereid is om een coalitie te steunen of om gedoogsteun te geven, maar dat het op basis van de inhoud van de voorstellen zal stemmen. Die Linke moet duidelijk maken dat het progressieve voorstellen wil steunen, maar zich tegen andere zal verzetten.
Hoe verder?
De dag na de nationale verkiezingen begon de media al te waarschuwen voor een intensifiëring van de eurocrisis en een ineenstorting van het financiële systeem. De komende vier jaar zullen niet dezelfde zijn als de vorige jaren, toen er na een diepe crisis een periode van economisch herstel was. We gaan integendeel naar een periode van economische onstabiliteit en nieuwe crises. Iedere nieuwe regering in Europa zal onder druk staan om de werkende bevolking te laten betalen voor de crisis. Dat kan leiden tot massastrijd en bewegingen. Die Linke kan zich van daarop versterken indien de partij klaar en duidelijk aan de kant van de bewegingen en het verzet staat.