Your cart is currently empty!
Eenheidsstatuut: harmonisatie naar boven!
Geen knipperlichtacties, maar een strategie om te winnen!
Er was de voorbije maanden altijd wel ergens een piket dat versterkt moest worden of een lokale, regionale of nationale betoging. Het was onze manier van reageren tegen de lawine van sociale afbraak, tegen de besdrijfssluitingen, de herstructureringen en de afdankingen. Ook de komende weken en maanden blijven we gemobiliseerd. Onder meer voor de harmonisatie naar boven van het statuut van arbeiders en bedienden.
LSP-Pamflet. PDF
We kennen de inzet. Tegen uiterlijk 8 juli eist het Grondwettelijk Hof een einde aan de discriminatie op het vlak van de ontslagvergoeding en de carenzdag. Bij bedienden bedraagt de opzegtermijn één maand per begonnen dienstjaar (met een minimum van drie maanden), bij arbeiders slechts 28 tot 129 dagen, afhankelijk van het aantal dienstjaren. Bij arbeiders wordt de eerste dag ziekte geen loon betaald en daarna slechts een gedeelte door de werkgever, de rest is ten laste van de sociale zekerheid. Bij bedienden wordt bij ziekte vanaf dag 1 het volledig loon uitbetaald door de werkgever. Ook op het vlak van vakantiegeld, uitbetaling en proefperiode zijn er belangrijke verschillen. Globaal is het bediendenstatuut een stuk gunstiger dan dat van arbeiders.
Voor normale stervelingen betekent een einde maken aan discriminatie, het wegnemen ervan. Niet zo voor onze patroons. Zij zijn het die destijds deze discriminatie hebben ingevoerd om de arbeiders onderling te verdelen. Liefst hadden ze dat zo gehouden. Maar de jongste jaren begonnen arbeiders die voor de rechtbank dezelfde opzegvergoeding eisten als hun collega’s bedienden, hun zaak te winnen, zo ook Georges D. tegen kledingfabrikant Bellerose. Om te vermijden dat voortaan alle arbeiders een behandeling als bediende zouden eisen, waren de patroons plots wel bereid om te praten. In hun denkpatroon schaf je echter een discriminatie af door ze uit te breiden naar iedereen, patroons uitgezonderd.
In een context met meer dan 26 miljoen werklozen op het continent, van bedrijfssluitingen, herstructureringen en wervingsstops bij de overheid, wordt de discussie over het eenheidsstatuut al gauw verengd tot een debat over ontslagrecht. Er wordt niet meer gedebatteerd over het onrecht dat de arbeiders nu al decennia moeten ondergaan, maar over het gevaar dat een veralgemening van het bediendenstatuut zou betekenen voor de tewerkstelling. Volgens de verzamelde patroons, het zogenaamde interprofesioneel werkgeversoverleg, zou dat tienduizenden jobs kosten. In Spanje, Italië, Frankrijk en Nederland heeft de versoepeling van het ontslagrecht nochtans niet geleid tot het behoud van jobs, integendeel.
Er is geen enkele reden waarom de vakbonden met minder genoegen zouden nemen dan een veralgemening van het bediendenstatuut. Geen akkoord betekent immers volgens de rechtbank: het beste statuut voor iedereen. De patroons hebben echter een bondgenoot van formaat: de regering. Die zal desnoods haar eigen “compromis” opleggen, t.t.z. het patronaat ter hulp snellen met een voorstel dat ergens tussen beide bestaande statuten in ligt, maar vooral aanleunt bij dat van de arbeiders.
Tegenover het front van werkgevers en polici staat helaas een verdeeld vakbondsfront. ACV-voorzitter Leemans pleit voor “een globaal evenwicht: voor de werknemer en voor de werkgever. We willen geen onmogelijke competitiviteitshandicap creëren.” En ook in het ABVV weigeren een aantal arbeiderscentrales aangevoerd door Herwig Jorissen van ABVV-metaal deel te nemen aan de acties op 25 april. Volgens Jorissen moet “iedereen zich realiseren dat in sociale aangelegenheden, zoals in de politiek, het resultaat van onderhandelingen er eentje is van een compromis en dus van geven en nemen.” Kortom, zowel Leemans als Jorissen laten zich op sleeptouw nemen door de argumenten van de patroons.
Hoe is dat mogelijk? Als er geen duidelijke ordewoorden komen gericht op een strategie om te winnen, begint ieder zijn weg te gaan, met als resultaat dat de vakbonden en de arbeidersbeweging zelf verdeeld en verzwakt worden. We kunnen nog honderden keren staken en betogen, maar als dat niet gekoppeld wordt aan een strategie om de regering en de patroons ook effectief klem te zetten, dan verwordt dat tot folklore. Waarom komen Leemans en Jorissen met hun houding weg? Omdat er geen perspectief geboden wordt op een overwinning! Om verdeeldheid te voorkomen en te vermijden dat het debat rond het eenheidsstatuut wordt aangegrepen om de sociale verworvenheden van bedienden af te bouwen, is een sterk, eengemaakt en met de basis uitgediscussieerd actieplan nodig.