Margaret Thatcher overleden – Nu haar beleid nog begraven

De ‘Iron Lady’ Thatcher is overleden. Dat leidde tot vreugde bij heel wat Britse arbeidersgezinnen die het slachtoffer werden van het brutale neoliberale beleid dat Thatcher met ijzeren hand oplegde. Haar grootste verwezenlijking was naar eigen zeggen de ontwikkeling van ‘New Labour’. Het feit dat haar neoliberale opvattingen gemeengoed werden in alle gevestigde partijen. Vandaag houden de meeste politici het bij een weinig politiek eerbetoon, zelfs de hardste fans van weleer blijven voorzichtig.

Er zijn natuurlijk uitzonderingen waar je altijd op kunt rekenen. Zo is er Mia Doornaert die een opiniestuk in De Standaard publiceerde om de Falklands-oorlog te verdedigen. De oorlogszucht druipt van het opiniestuk af alsof barones Doornaert klaar staat om de militaire strijd persoonlijk over te doen. Gwendolyn Rutten van Open Vld merkte op dat de wereld een ‘icoon’ verliest en stelde dat ze opkeek naar Thatcher. “Niet dat ik het eens ben met al wat ze zei of dacht, maar op dat moment was ze wel de juiste vrouw op de juiste plaats. Het Verenigd Koninkrijk weer economisch op de kaart zetten, dat was haar uitdaging en dat heeft ze gedaan.” Ten koste waarvan, wordt er uiteraard niet bij vermeld. Het Thatcherisme beoordeelt Rutten als “positief”: “Het was een visie die in die tijd de dingen in beweging zette, op een moment waarop dat nodig was.” Maar al bij al bleven de meeste liberale kopstukken – zelfs Verhofstadt die destijds ‘baby Thatcher’ werd genoemd – op de vlakte. De N-VA van Bart De Wever zag na de ophef rond de aanwezigheid van grote sommen geld in belastingparadijzen een tweede kans op amper een week tijd om te zwijgen. Dat waren we niet meer gewoon vanuit die hoek.

Waar Thatcher voor stond

Thatcher was een van de meest verdelende politieke figuren uit de Britse geschiedenis. Ze ging een onverbiddelijke strijd tegen de arbeidersklasse aan, waarbij het leven van miljoenen mensen werd geraakt. Ze botste op massaal verzet, van de mijnwerkers, van de gemeenteraad van Liverpool en de massabeweging ter verdediging van het anti-besparingsbeleid van deze gemeenteraad en uiteindelijk ging ze ten onder als gevolg van de massale niet-betalingscampagne tegen de gehate Poll Tax, een arbitraire belasting die alle gezinnen zou treffen maar die door 18 miljoen Britten niet betaald werd.

Van bij het begin van het uitbreken van de economische crisis in de jaren 1970 probeerden de conservatieven om de arbeiders en hun gezinnen voor de gevolgen ervan te laten opdraaien. Reeds midden jaren 1970 raakte Thatcher als minister van onderwijs bekend omdat ze de gratis melk voor kinderen in de lagere school afschafte. Eind jaren 1970 werd Thatcher de onbetwiste nummer 1 van de conservatieven. Ze werd de uitdrukking van de zoektocht van de Britse kapitalisten naar een brutaal beleid van hard neoliberalisme, terwijl de gewone gezinnen hun inkomen en levensstandaard verloren kon een kleine toplaag van rijken zich verder verrijken. Daartoe werd een harde confrontatie met de arbeidersbeweging aangegaan.

De aanzetten daartoe kwamen er direct toen Thatcher in 1979 de macht overnam nadat Labour de verkiezingen verloor. De neoliberalen hadden een strijdplan om hun confrontatie met de arbeidersbeweging en de mijnwerkers in het bijzonder aan te gaan. De repressie werd opgevoerd, er kwamen antistakingswetten en alle mogelijke middelen werden ingezet. Van stakingsbrekers over het invoeren van steenkool uit Polen tot het vervolgen van de stakingsleiders. Het rechtse parlementslid Ronald Bell stelde: “Stakingsbreker moet het meest eerbiedwaardige beroep worden.”

Daar tegenover stond een arbeidersbeweging die van bij het begin in verzet ging. In maart 1980 was er een vakbondsbetoging met 140.000 aanwezigen. In november 1980 was er een betoging van de Labour Party tegen werkloosheid, er waren 150.000 aanwezigen op deze betoging in Liverpool. Er volgden grote betogingen in andere grote steden. De impact van de arbeidersbeweging deed de regering aarzelen om de confrontatie volledig in te zetten. Bij de eerste poging tot afbouw van de mijnsector, begin 1981, moest Thatcher op de voorstellen terugkomen. Maar van uitstel kwam geen afstel, de tijdelijke terugtrekking diende enkel om de daaropvolgende aanval beter voor te bereiden.

De crisis had bovendien geleid tot heel wat sociale problemen met rellen in enkele grote steden en een nooit geziene polarisatie. Het was ook op die basis dat de marxisten van Militant een bijzonder snelle groei kenden. De regering hield vast aan het waanzinnige beleid van het monetarisme waarbij tientallen fabrieken de deuren sloten en de crisis steeds dieper werd. Tegen 1983 liep het aantal werklozen op tot 3,6 miljoen. De industrie verdween en maakte plaats voor een casino-economie die vandaag ook in de problemen is gekomen.

Als Thatcher een tweede keer verkozen raakte, was dit te danken aan de rechtse vakbondsleiders die weigerden om de actiebereidheid om te zetten in een strijd met algemene stakingen om de regering ten val te brengen. Die zwakheid zette aan tot agressie van de overkant. Daarnaast werd Thatcher ook gered door de Falklandsoorlog. Daarbij kwam ze dicht bij het punt van een militaire ramp, maar uiteindelijk werd de onpopulaire Argentijnse dictatuur van generaal Galtieri in 1982 toch een nederlaag toegebracht. Dat ging gepaard met een enorme nationalistische propaganda.

Na de verkiezingen van 1983 werd een stap verder gegaan. Na de oorlog rond de Falklands werd een oorlog in eigen land gestart. De mijnwerkers werden aangepakt omdat zij vooraan stonden binnen de arbeidersbeweging. De uitkomst van de strijd kon niet op voorhand bepaald worden, vlak voor het einde van de staking stond de regering op het punt om toe te geven. Ook in het geval van de mijnwerkers heeft een deel van de leiding van de arbeidersbeweging een grote verantwoordelijkheid voor de nederlaag. Het feit dat de strijd niet werd uitgebreid naar andere sectoren en gekoppeld aan een politieke strijd, maakte dat de brede steun en solidariteit met de mijnwerkers niet in actie werd omgezet. De mijnwerkers hebben heldhaftig gevochten, maar konden niet op tegen de verraderlijke rol van leiders uit de arbeidersbeweging.

Hetzelfde element speelde in Liverpool een rol. Daar was er een socialistisch gemeentebestuur die onder politieke leiding van Militant stond. Het bestuur voerde een beleid dat gericht was op de behoeften van de bevolking en begon met de bouw van sociale woningen, infrastructuur, openbare diensten,… De Labour-leiding keerde zich tegen het Labour-bestuur van Liverpool dat ‘groteske chaos’ werd verweten door Labour-leider Kinnock. Dat gaf groen licht aan Thatcher om een stap verder te gaan en het bestuur strafrechtelijk te vervolgen. Dat lukte pas in 1987, twee jaar na de beruchte toespraak van Kinnock.

Het economische beleid van Thatcher bestond uit een hard neoliberaal programma van privatiseringen en deregulering. Alle kroonjuwelen van de gemeenschap – zoals sociale woningen en openbare diensten – werden uitverkocht. Het leidde tot hogere beurswaarden en maakte van Groot-Brittannië een nieuw kapitalistisch eldorado met de Londense City als hoogtepunt van de financialisering.

Dat vormde de ruggengraat van de contrarevolutie die Thatcher inzette en die nadien werd voortgezet door zowel de Tories als New Labour. De Labour-leiding die komaf maakte met de radicalisering in eigen rangen om uiteindelijk het programma van Thatcher volledig te omarmen, dat was volgens Thatcher zelf haar grootste verwezenlijking. Tony Blair werd de echte erfgenaam van het Thatcherisme. Die vaststelling maakt ook duidelijk dat de sterkte van Thatcher niet zozeer de eigen kracht was, maar wel de zwakte van de leiding van de tegenstander.

Het potentieel van de arbeidersbeweging bleef evenwel intact. Dat blijkt ook uit de campagne die een politiek einde vormde voor Thatcher: de gehate poll tax. Een niet-betalingscampagne waarin Militant een centrale rol speelde slaagde erin om op het hoogtepunt 18 miljoen mensen aan te zetten tot burgerlijke ongehoorzaamheid en de taks niet te betalen. De ‘ijzeren dame’ kwam onder een onhoudbare druk te staan en moest uiteindelijk de aftocht blazen. Haar doelstelling om de arbeidersbeweging volledig te breken, had ze niet kunnen realiseren.

Evaluatie van het Thatcherisme

Dertig jaar na het neoliberale offensief van Thatcher blijkt dat het casinokapitalisme geen uitweg uit de crisis heeft betekend. Het heeft hoogstens tot wat uitstel geleid waarna de crisis des te onverbiddelijker toeslaat. Het ideologische offensief dat zeker na de val van de Berlijnse Muur werd opgevoerd, heeft een impact gehad op de arbeidersbeweging. Maar het potentieel blijft intact.

Bovendien wordt het kapitalisme vandaag steeds meer in vraag gesteld. De excessen en het falen van het system in het aanbieden van werk en een toekomst voor de meerderheid van de bevolking, leiden tot verontwaardiging en ongenoegen. Weinigen durven het vandaag nog aan om de strakke neoliberale leer van Thatcher blindelings op te hemelen, ook al zitten veel gevestigde politici gevangen in datzelfde neoliberalisme dat als enige mogelijkheid wordt gezien. Vroegere aanhangers van het Thatcherisme moeten vandaag erkennen dat het huidige besparingsbeleid niet werkt. Sommige economen keren zelfs terug naar een vorm van nieuw-Keynesianisme.

Voor de arbeidersbeweging is het vooral belangrijk om te zien dat zelfs na een brutale aanval een nieuwe strijd mogelijk is en zelfs een strijd waarmee een neoliberaal kopstuk als Thatcher ten val kwam. Het breken van de mijnwerkersstaking en het vervolgen van de bestuurders uit Liverpool kon niet verhinderen dat Thatcher amper enkele jaren geconfronteerd werd met een massale niet-betalingscampagne tegen de Poll Tax.


Lees ook:

  • 1984. Toen Liverpool Thatcher versloeg
  • Interview over de strijd in Liverpool en het belang ervan vandaag
  • "Een burgeroorlog zonder geweren". De Britse mijnwerkersstaking van 1984-85

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop