Italiaanse kiezers verwerpen besparingsbeleid in ‘tsunami’-verkiezingen

De komiek Beppe Grillo gaf zijn tournee met meetings die pleinen doorheen het land lieten vollopen met tienduizenden ‘toeschouwers’ de naam “Tsunami Tour” mee. Bij de verkiezingen was er effectief een electorale tsunami die het Italiaanse politieke stelsel door elkaar schudt. De ‘Vijfsterrenbeweging’ van Grillo, die bij de vorige verkiezingen nog niet bestond, breekt door als de grootste partij in het lagerhuis met meer dan 25% van de stemmen. Daarnaast was er nog eens 25% die niet ging stemmen, het grootste aantal sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog.

Analyse door Chris Thomas, Controcorrente (CWI in Italië)

Het resultaat van de verkiezingen van 24 en 25 februari is een politieke patstelling. Geen enkele partij of electorale alliantie heeft een meerderheid in beide parlementen waardoor de mogelijkheid van nieuwe verkiezingen wordt opgeworpen. De peilingen hadden een overwinning voor de Democratische Partij (PD) voor het lagerhuis voorspeld en de meeste commentatoren dachten dat een alliantie van de PD met de aanhangers van de uittredende (onverkozen) premier Mario Monti zou volstaan voor een meerderheid in de Senaat. Maar de stelselmatige onderschatting van de steun voor de Vijfsterrenbeweging en ook voor de PDL van Berlusconi, zorgden ervoor dat deze mogelijkheid niet reëel is. Zowel Grillo als Berlusconi kwamen naar buiten met een populistisch programma dat inspeelde op het diepe en breed verspreide ongenoegen tegenover de besparingen en het politieke establishment.

Voor het lagerhuis, de Camera, was het verschil tussen het stemmenaantal van de PD en de PDL beperkt tot 120.000 stemmen. Centrumlinks haalde 29,5% en centrumrechts 29,2%. In vergelijking met de vorige verkiezingen verloor de Democratische Partij bijna vier miljoen stemmen en de rechtse PDL zelfs zes miljoen. De PD krijgt als ‘winnende’ partij een aantal bonuszetels waardoor het over een meerderheid in de Camera beschikt, maar er is geen meerderheid in beide kamers van het parlement. Zelfs een alliantie met Monti volstaat daar niet voor.

Grillo heeft alle allianties uitgesloten. Een ‘grote coalitie’ van Bersani (PD) en Berlusconi (PDL) is niet onmogelijk, maar zou politieke zelfmoord voor de PD zijn. De kaart van de ‘technocratische regering’ is met Monti al uitgespeeld. Wellicht gaan we dus naar een periode van politieke crisis die uiteindelijk leidt tot nieuwe verkiezingen, mogelijk na een verandering aan de kieswetgeving. Bij die nieuwe verkiezingen kan de steun voor Grillo nog verder aangroeien.

De Wall Street Journal omschreef de resultaten als de “slechtst mogelijk”. De gevolgen zullen tot ver buiten Italië voelbaar zijn. De dag na de verkiezingen verloor de beurs van Milaan zo hard dat de handel even werd opgeschort. De spread (het verschil in rentevoeten voor Italiaanse en Duitse obligaties) nam opnieuw toe, wat eens te meer het gevaar van onrust op de Europese markten beklemtoonde. Het lot van de euro zou wel eens niet in Griekenland maar in Italië kunnen bezegeld worden.

Neen aan besparingen

Het verkiezingsresultaat wijst op een breed gedragen verwerping van het besparingsbeleid van Monti. Dat beleid bestond uit besparingen op openbare uitgaven, verhogingen van belastingen en aanvallen op de rechten van arbeiders. Monti werd voorgesteld als de ‘redder van Italië’ toen hij in november 2011 Berlusconi verving. De markten begonnen te stabiliseren na maanden van crisis onstabiliteit. In deze verkiezingen was Monti de kandidaat van Brussel, van Merkel en van een deel van de Italiaanse kapitalistische klasse. Die vreesden dat een PD-regering met een absolute meerderheid onder druk van de arbeiders en vakbonden het besparingsbeleid dat het onder Monti had gesteund zou afzwakken. Een coalitie tussen de PD en Monti werd gezien als de veiligste optie om de ‘Agenda van Monti’ verder te zetten. Deze strategie heeft gefaald. De alliantie van Monti haalde slechts 10,5%or de Camera. Voor de verkiezingen haalde Monti betere waarderingscijfers dan alle andere partijleiders, maar dat kwam net omdat hij een ‘technocraat’ was die geen deel uitmaakte van de gehate politieke kaste. Eens hij ‘een van hen’ werd, waren zijn dagen geteld.

Grillo en de Vijfsterrenbeweging zijn de echte winnaars. Zijn slogan ‘tutti a casa’ (stuur ze allemaal naar huis) weerspiegelde de enorme afkeer van de gewone Italianen voor de politici, gevestigde partijen en het volledige rotte politieke systeem dat gekenmerkt wordt door corruptie, schandalen en zelfverrijking terwijl de arbeiders steeds meer inspanningen moeten leveren.

Schandalen

Het schandaal van de fraude rond de derde grootste bank van het land, Monti dei Paschi, barstte midden in de verkiezingscampagne los. Het tastte de geloofwaardigheid van de PD aan, die partij is historisch verbonden met het management van de bank. Het versterkte het diep gedragen gevoel dat het volledige systeem rot is. Iedere dag waren er grote artikels over politici die smeergeld ontvingen voor economische gunsten of van publieke middelen die afgeroomd werden om de luxe van toplui te financieren of van managers die werden opgepakt voor fraude en corruptie (het gaat onder meer om de directeur van een van de meest prestigieuze Italiaanse bedrijven, Finmeccanica).

De steun voor Grillo kwam van alle kanten van het politieke spectrum – van rechts over links tot diegenen zonder duidelijke politieke posities. “Ik wil ze allemaal een flinke trap onder de kont geven”, was de verklaring die een kiezer van Grillo gaf. Het vat de sfeer samen die veel kiezers voor de Vijfsterrenbeweging deed kiezen. Op de pleinen riep Grillo populistische slogans over hoe de macht en de privileges van de politieke kaste moeten aangepakt worden, over een ‘burgerinkomen’, een referendum over de Euro, een kortere werkweek, de nationalisatie van de banken of het verbeteren van het milieu. Het sloeg aan bij diegenen die de besparingen en corruptie beu zijn.

Er zijn heel wat illusies in de mogelijkheid dat Grillo en zijn aanhangers het politieke systeem overhoop kan halen. De beweging (Grillo weigert het een partij te noemen) heeft echter geen uitgewerkt programma waarmee de dagelijkse problemen van werkloosheid, lage lonen en de afbouw van de openbare diensten. De beweging heeft geen echte basis op de werkvloer of in de wijken, ze is hoofdzakelijk georganiseerd via het internet en sociale media. Grillo beslist op het moment zelf over de voorstellen en standpunten van de beweging. Er is geen enkele uitleg of analyse om aan te geven hoe de voorstellen in de praktijk kunnen doorgevoerd worden. De uitvallen zijn doorgaans verward en niet consistent.

Grillo heeft een dubbelzinnige positie over extreemrechts en migratie. Tijdens de campagne had hij het over het “elimineren” van de vakbonden, ook al maakte hij een onderscheid tussen de Cgil, Cisl en Uil aan de ene kant en de meer strijdbare Fiom en basisvakbonden aan de andere kanten. Op een bepaald ogenblik zullen de beperkingen en tegenstellingen van de beweging duidelijk worden en deze verscheuren. De beweging kan even snel verdwijnen als ze is opgekomen. Maar momenteel kan het bij gebrek aan een links anti-kapitalistisch alternatief een belangrijk instrument vormen om een uitdrukking te geven aan de woede, frustratie en het ongenoegen van miljoenen Italianen. De steun kan zelfs nog verder toenemen.

Economische crisis

Deze verkiezingen vonden plaats tegen de achtergrond van de langste recessie in Italië in de naoorlogse periode. Het BBP is sinds het begin van de economische crisis met 7% afgenomen. De werkloosheid is verdubbeld en meer dan 37% van de jongeren zit nu zonder werk. De stijgende taksen en dalende lonen halen de reële inkomens onderuit, het gemiddelde gezinsinkomen staat nu op hetzelfde niveau als 27 jaar geleden. De werkende bevolking en de middenklasse zoekt wanhopig naar een einde van het besparingsbeleid. De PD had echter enkel een verderzetting van de agenda van Monti – met enkele beperkte aanpassingen – in de aanbieding. Er werd beloofd om een begroting in evenwicht op te maken, zelfs indien dit betekende dat 45 miljard per jaar moet bespaard worden. Dat is de voornaamste reden waarom de partij tegen het einde van de campagne 11% verloor.

Berlusconi begreep wel dat steun aan de belastingverhogingen en besparingen van Monti zijn eigen electorale steun zou ondermijnen. Dat is waarom hij de stekker uit het stopcontact trok en na de val van de regering-Monti een populistische campagne tegen besparingen, Europa en voor belastingverlagingen voerde. Hij stuurde iedereen een nagemaakte belastingaangifte waarin werd beloofd om iedere cent die mensen moesten betalen voor een nieuwe gezinstaks zou terug betaald worden. Het leidde ertoe dat de ‘mummie’ (zoals een Franse krant Berlusconi omschreef) uit de dood opstond en zijn alliantie 15% de hoogte injoeg bij de verkiezingen waardoor de PDL uiteindelijk nek-aan-nek met de PD eindigde.

Wat nog overblijft van radical-links werd electoral met de grond gelijk gemaakt. De SEL (Links Ecologie Vrijheid) van Nichi Vendola, een alliantiepartner van de PD, haalde 3,2%. Als de partij alleen was opgekomen, had het de kiesdrempel van 4% niet gehaald en waren er geen zetels. Dat was het lot van Rivoluzione Civile (Burgerrevolutie), de erg diverse electorale lijst onder leiding van de voormalige rechter Antonio Ingroia.

Nood aan nieuwe kracht

In plaats van een anti-kapitalistische arbeiderlijst naar voor te brengen, ging de Rifondazione Comunista (Prc) – ooit een semi-massale arbeiderspartij, op in de Rivoluzione Civile met een vaag reformistisch platform. Dit was een opportunistische zet die op ondemocratische wijze van bovenaf werd opgelegd in een wanhopige poging om terug in het parlement te geraken. Vijf jaar geleden verloor de Prc al haar verkozenen nadat het deel uitmaakte van een coalitieregering met de PD. Na iedere verkiezingsnederlaag probeert de leiding van de PRC geen bijkomende steun te vinden op basis van betrokkenheid bij strijd op de werkvloer of in de wijken, maar door onprincipiële allianties waarbij het telkens weer stemmen verliest. Rivoluzione Civile haalde 2,2% van de stemmen en dus geen zetels.

De nooit geziene steun voor Beppe Grillo kan enkel begrepen worden door de tragische context van een ineenstorting van de Italiaanse linkerzijde. Er ontstaat nu een volledig nieuw politiek landschap. De woede van de werkende bevolking is in het stembureau tot uiting gekomen in plaats van op straat of op de werkvloer. Maar de aanhoudende crisis en onstabiliteit zullen onvermijdelijk leiden tot nieuwe massastrijd.

Op een bepaald ogenblik zal het falen van de Vijfsterrenbeweging miljoenen mensen aanzetten tot de zoektocht naar een ander alternatief. Dat zal enorme mogelijkheden bieden om een nieuwe massale politieke kracht uit te bouwen die zich niet baseert op verward populisme maar op de bewegingen van arbeiders en jongeren, waarbij een echt antwoord wordt geboden op de problemen van de werkende bevolking door niet alleen de politici maar ook de economische basis van het rotte kapitalistische systeem aan te pakken.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop