Depardieu: de ellendige held van een rechterzijde zonder complexen

Gerard Depardieu speelde niet mee in de film ‘Take the Money and Run’ van Woody Allen. Maar hij heeft het goed gemaakt. Alleen is het niet bepaald zijn beste film. De discussie rond de fiscale ballingschap van de bekendste Franse acteur nam komische proporties aan, maar tegelijk zijn de excuses van Depardieu doordrongen door kwade trouw.

Jean (Luxemburg)

We zullen niet uitwijden over de uitwisseling van zachte woordjes tussen Obelix en de premier van de Gallische Republiek. Laat het er ons op houden dat zijn nationale gevoelens een veelzijdig karakter aannemen. Zijn bewondering voor het regime in Moskou en voor de ergste dictators van enkele buurrepublieken is schokkend. Het monster van het grote scherm is duidelijk nog maar een schaduw van zichzelf en schijnbaar niet vatbaar voor enige vorm van rede.

Ter rechterzijde zorgt het kronkelige parkoers van het verwende kind voor een zeker ongemak. Sommigen hadden graag gezien dat de held van de natie wat meer burgerzin aan de dag had gelegd, of toch minstens meer discretie bij de belastingontduiking. Anderen maken van de gelegenheid gebruik om uit te halen naar de onhoudbare belasting die de ‘middenklasse’ zou raken. Met een persoonlijk fortuin van 250 miljoen euro beschikt Depardieu echter over middelen die niet bepaald gemiddeld zijn.

We kunnen Depardieu nog enigszins begrijpen. Het vooruitzicht om 700.000 euro belastingen te moeten betalen op een winst van 2 miljoen euro is een tarief dat hoog is in vergelijking met de belachelijk lage tarieven voor multinationals en grote bedrijven met de nodige fiscale ingenieurs die weten hoe ze belastingen kunnen ontduiken. Met zijn fiscaal vertrek doet Depardieu overigens slechts wat heel wat vedetten voor hem deden toen ze naar Zwitserland en andere landen trokken. De Belgische helden zijn overigens niet veel beter, denk maar aan Justine Hénin die in Monaco woont of Jean-Claude Vandamme in Hong Kong.

Het echte probleem is dat verschillende landen sinds decennia een fiscale concurrentieslag uitvechten waarbij een land over geen enkel middel beschikt om de vlucht van de geproduceerde rijkdom te stoppen. Fiscale verschillen in Europa hebben geen enkele economische zin. Maar niemand durft dit aan te pakken omdat de verschillen van onschatbaar belang zijn voor de kapitalisten. ‘Pak me dan als je kan’, is de boodschap van de rijken voor de belastinginspecteurs, de staten en voor de solidariteit in het algemeen. Want daar gaat het immers over: belastingen vormen de basis voor een herverdeling van de rijkdom.

Het succes van de politieke rechterzijde bestaat erin dat de noodzakelijke solidariteit wordt afgebouwd of ontkend om de ‘legitieme’ zoektocht naar maximale winsten te ondersteunen. De rechterzijde zonder complexen staat steeds klaar om over burgerzin te praten, maar heeft zelf weinig burgerzin als er belastingen moeten betaald worden. Voor de komst van Margaret Thatcher in Groot-Brittannië was er op superhoge inkomsten een belastingtarief van 83%. In de VS liep dat zelfs op tot 91%. Er was niemand die moord en brand schreeuwde. De neoliberale golf die vervolgens kwam, heeft ertoe geleid dat wie rijk werd op basis van vrijgevigheid van de gemeenschap niet langer wilde bijdragen aan die gemeenschap.

De fiscale vlucht van Depardieu is slechts het topje van de ijsberg van de oprukkende legale belastingontduiking op wereldvlak. De anonieme of onzichtbare belastingontduiking is duizenden keren groter dan wat Depardieu nu wil incasseren.

Het is wel zielig dat sommige vrienden van Depardieu het nodig vinden om zijn verdediging op te nemen. Zo verklaarde Jacques Attali in de Express: “Gérard Depardieu is mijn vriend. Al meer dan 25 jaar. En hij zal dat blijven. Wat hij ook zegt. Wat hij ook doet.” Attali heeft gelijk dat vriendschap geen handelswaar is. Zeker als die vriend zo rijk en beroemd is. Dan geeft het niet dat de stoppen doorslaan. Attali legt nog uit: “Gérard is een wereldburger, een vrije mand, een provocateur die erg nieuwsgierig is met een aversie voor middelmatigheid.” Kortom, Depardieu is een buitenmatige figuur en als hij vertrekt, is dat omwille van het syndroom van een “Franse ziekte”.

Jacques Attali is voorstander van ‘global governance’ om de excessen van het kapitaal en de machtigen aan te pakken (en dus een rem te vormen op belastingontduiking). Als aan Attali wordt gevraagd hoe hij dat wil bereiken, als zelfs geen enkele nationale regering de minste stap in die richting wil zetten, houdt hij het op wat drama: “Ach, ik weet het niet. Ik zeg alleen maar: als het zo doorgaat, gaan we recht op de muur af.” Met andere woorden: trekt uw plan. Attali wil geen concrete discussies aangaan. Laat ons dan maar enkele ideeën naar voor brengen voor zo’n wereldwijde regering en voor het aan banden leggen van de financiële sector. Laat ons beginnen met de nationalisatie van de sleutelsectoren van de economie, de fortuinen van de grote bedrijven in publieke handen te nemen, een democratische controle op de banken te vestigen,… Kortom, laat ons niet langer aanvaarden dat wij een tweederangsrol spelen in hun tragedie, maar laat ons het scenario en het filmen zelf in handen nemen. Actie!

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop