Your cart is currently empty!
Besparingen treffen vrouwen bijzonder hard
Di Rupo versus de vrouwen
De maatregelen van de regering Di Rupo vormen een aanval op alle werkenden en hun gezinnen. Bepaalde groepen worden harder geraakt dan andere. Het gaat onder meer om jongeren en vrouwen. De aanvallen op de werkloosheidsuitkering, brugpensioenen, tijdskrediet, berekening van het pensioen bij loopbaanonderbreking,… komen voor veel vrouwen neer op een ondermijning van hun levens- en werkomstandigheden.
Artikel door Aisha, verantwoordelijke voor de LSP-vrouwenwerking
[box type=”shadow” align=”alignright” width=”100″]
Moeten vrouwen langer werken?
Op 22 februari stelde La Meuse op haar voorpagina de vraag of vrouwen niet langer moeten werken dan mannen. Vrouwen leven gemiddeld langer, dus waarom zouden ze niet langer werken? Gezien de discussie over de pensioenleeftijd door de voorstanders van een verhoging van die leeftijd beperkt wordt tot een cijfermatige vaststelling dat we langer leven, is dit niet eens zo’n absurde vraag. Feit is natuurlijk dat levensverwachting niet het enige criterium kan zijn om de pensioenleeftijd te bepalen. Vandaag leven we langer, maar zijn we ook veel productiever in de jaren dat we werken. Het opdrijven van de productiviteit maakt het voor velen onmogelijk om langer te werken.
Als we levensverwachting als enige criterium hanteren, moet er misschien ook een verdere opdeling worden gemaakt. In 2010 verscheen een studie van het Federaal Wetenschapsbeleid en de Koning Boudewijnstichting. Daaruit bleek dat een laag geschoolde vrouw gemiddeld 7,5 jaar vroeger sterft dan een hoog geschoolde. Op 25-jarige leeftijd heeft een hooggeschoolde vrouw nog 47 gezonde jaren te verwachten, een vrouw die enkel lager onderwijs volgde 36 en wie geen onderwijs volgde 29. Vrouwen die enkel lager onderwijs volgden zijn dus gemiddeld gezond tot hun 61ste. Daarna moeten ze nog vier jaar werken…
Pensioen van vrouwen ligt 23% lager…
Het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen berekende dat de loonkloof nog steeds 10% bedraagt. In de privésector is er een loonkloof van 17% bij arbeiders en 25% bij bedienden. Onder statutaire ambtenaren is er quasi geen loonkloof, onder de snel aangroeiende groep contractuelen die voor de overheid werkt, is er wel een loonkloof van 5%. Omdat er steeds meer met contractuelen wordt gewerkt, ontstaat er bij de overheid een nieuwe loonkloof. Het verschil wordt nog groter eens de werknemers op pensioen gaan: een vrouw krijgt gemiddeld 23% minder pensioen! Dat komt door de loonkloof maar ook door de ongelijke loopbanen. Door de hervormingen van Van Quickenborne wordt het gebruik van tijdskrediet bestraft in de berekening van het pensioen, een maatregel die vrouwen hard zal treffen. Voor de minister is een pensioenkloof van 23% blijkbaar niet voldoende.
[/box]
De economische crisis had de levensvoorwaarden van vrouwen al op verschillende manieren getroffen. Er was een daling van de koopkracht die vooral hard aankwam onder de laagste inkomens. Vrouwen verdienen nog steeds tot 25% minder dan mannen. De golf van collectieve (en individuele) afdankingen zet de arbeidsmarkt onder druk. Tegelijk worden de werklozen onder steeds grotere druk gezet: in de praktijk wordt de toekenning van de werkloosheidsuitkering in de tijd beperkt waardoor de problemen van langdurig werklozen er nog groter op worden. De armoede in ons land is aan het verjongen en vervrouwelijken.
De maatregelen om werklozen te ‘activeren’ betekenen dat gelijk welke job binnen een straal van 60 kilometer moet worden aanvaard. Voor vrouwen die nog steeds het grootste deel van het huishoudelijk werk en de zorg voor de kinderen op zich nemen, wordt dat een onmogelijke opdracht. Probeer het maar eens allemaal te combineren: urenlang op weg naar het werk, het huishouden, een flexibele job en een onbetaalbare kinderopvang.
Bovendien wordt het tijdskrediet aan banden gelegd. Momenteel wordt tijdskrediet in 95% van de gevallen opgenomen door vrouwen, vaak als aanvulling op het moederschapverlof en om de kinderen op te voeden. Momenteel werkt slechts 37% van de lager opgeleide vrouwen voltijds, na de geboorte van een kind daalt dat cijfer tot 11%. De regeringsmaatregelen zullen vrouwen tot tijdelijke, onzekere, laag betaalde jobs dwingen. Een groeiende groep zal volledig uit de boot vallen.
De pensioenmaatregelen zullen vrouwen evenzeer hard raken. Nu al krijgt een derde van de mannen en de helft van de vrouwen een pensioen van minder dan 1.000 euro per maand. De regering heeft maatregelen genomen om de pensioenen verder naar beneden te trekken. Door de loopbaanvereiste voor brugpensioen op te trekken, wil ze iedereen langer laten werken. Voor vrouwen die vaak deeltijds werken of hun loopbaan onderbreken om voor de kinderen te zorgen, wordt die loopbaanvereiste onhaalbaar. Vandaag werken 44,3% van de vrouwen deeltijds en 9,3% van de mannen. Deeltijdse werknemers zullen amper nog in aanmerking komen voor een degelijk (brug)pensioen.
Tegenover deze aanvallen is er nood aan een actieplan dat alle werkenden en hun gezinnen verenigt. Als er geen antwoord op de aanvallen komt, biedt dit ruimte aan groepen die met uiterst reactionaire ideeën naar voor komen. Zo is er sinds enkele jaren de Mars voor het Leven, een anti-abortusbetoging die wordt gesteund door aartsbisschop Leonard. LSP zal deelnemen aan de protestactie daartegen. Wij denken dat niemand in de plaats van de vrouw moet beslissen of ze een kind wil of niet. We verdedigen het recht op abortus als vrije keuze. Maar omdat die keuze echt vrij zou zijn, mag ze ook niet beïnvloed worden door moeilijke financiële en sociale omstandigheden. Campagne voeren voor een vrije keuze, betekent bijgevolg ook pleiten voor een actief verzet tegen het besparingsbeleid.