Europees Parlement roept VN op tot onderzoek naar oorlogsmisdaden in Sri Lanka

Op dit ogenblik vindt een mars voor gerechtigheid van Brussel naar Genève plaats. Op 5 maart volgt in die laatste stad een grote internationale betoging waarop LSP onder meer met een spreker zal aanwezig zijn. Intussen werd ook in het Europees Parlement een discussie over de oorlogsmisdaden in Sri Lanka gevoerd. In de mensenrechtenraad van het parlement werd, mee op initiatief van Paul Murphy, een resolutie gestemd waarin een internationaal onderzoek naar de oorlogsmisdaden wordt geëist.

De tussenkomst van Paul Murphy in het parlement kan je hier bekijken. Meer over de Walk for Justice vind je hier

De eurocrisis zet de democratische rechten ook in een aantal Europese landen op de helling zet, onder meer door een hard besparingsbeleid op te leggen en dit desnoods met niet-verkozen technocratische regeringen. Dat maakt meteen duidelijk waarom internationale instellingen zoals het Europees Parlement niet optreden tegen een regime zoals dat van Sri Lanka. Zolang het in het belang van de grote bedrijven is, wordt gemakkelijk een oogje dicht geknepen inzake mensenrechten.

Toch werd vorige week in het Europees Parlement een stemming gehouden over de positie tegenover Sri Lanka. De rechterzijde kwam daarbij tussen om de positie van de regering van Sri Lanka te verdedigen, maar verloor de stemming. Een compromistekst waarin tot een internationaal onderzoek naar de oorlogsmisdaden werd opgeroepen haalde wel een meerderheid.

De rechterzijde, onder aanvoeren van een Britse verkozene van de Tory partij, stelde voor om het verslag van de Lessons Learnt and Reconciliation Commission (LLRC) te steunen. Dat LLRC-rapport is een door het regime opgemaakte balans van de oorlog waarin het zichzelf van oorlogsmisdaden vrijpleit.

Welk soort onderzoek is nodig?

In de discussie over een internationaal onafhankelijk onderzoek naar de oorlogsmisdaden is het belangrijk om duidelijk te maken welk onderzoek nodig is. Rechtse politici roepen het lot van de onderdrukte Tamilsprekende bevolking enkel in om de belangen van de kapitalisten en de grote bedrijven in Sri Lanka te verdedigen. Wij denken dat het essentieel is om de rol van mensenrechtengroepen, vakbonden,… te benadrukken en onze hoop niet op de vertegenwoordigers van de staat te vestigen.

De Sri Lankaanse overheid kan geen ‘onafhankelijk’ onderzoek opzetten. De inhoud van het LLRC-rapport maakt dat duidelijk. Een ‘onafhankelijk’ onderzoek zal niet van de overheid komen, het moet komen van vertegenwoordigers van de echte slachtoffers van de oorlogsmisdaden. Daarbij moet er ook een betrokkenheid zijn van mensenrechtenactivisten, vakbondsmilitanten en verkozen vertegenwoordigers van alle gemeenschappen om een representatief, democratisch onderzoek te voeren waarbij verantwoording verschuldigd is aan bredere lagen van de bevolking.

In een amendement van de GUE-groep in het Europees Parlement, een amendement ingediend door Paul Murphy en Søren Bo Søndergaard, werd voorgesteld om het rapport van de LLRC uitdrukkelijk te verwerpen en werd opgeroepen tot een onafhankelijk onderzoek door vertegenwoordigers van alle gemeenschappen en de vakbonden in het land, bijgestaan door internationale mensenrechtengroepen, vakbonden en andere internationale organen die los staan van de overheden.

De rechtse verkozenen keerden zich meteen tegen dit amendement. Zij willen geen ernstige verdediging van de onderdrukte Tamilbevolking voeren. De gevestigde partijen stellen allemaal hun hoop in het regime van Sri Lanka. Met de toegenomen militarisering en het enorme defensiebudget maakt dat regime nochtans duidelijk dat het gevaar van nieuwe bloedbaden en het ondermijnen van de democratische rechten in het oosten en het zuiden van Sri Lanka reëel is.

Het regime in Sri Lanka verliest aan steun en weet dat het enkel aan de macht kan blijven door de militaire greep op het openbare leven te vergroten. Dat zal niet zonder verzet op straat gebeuren. Er zijn steeds meer acties tegen de forse prijsstijgingen maar ook voor het recht op onderwijs, pensioenen,… De regering van Sri Lanka wil vermijden dat er een beweging zoals bijvoorbeeld eerder dit jaar in Nigeria kan ontwikkelen. De dreiging van geweld en bloedbaden heeft als doel om de ontwikkeling van zo’n beweging tegen te gaan.

Verschillende Europese en andere landen hebben geweigerd om zich uit te spreken tegen het regime van Rajapakse toen dat regime in 2009 overging tot een bloedig einde van de oorlog. Die weigering om een positie in te nemen, heeft het voor Rajapaksa en co mogelijk gemaakt om ongestoord tot een bloedbad over te gaan. Het stilzwijgen van de Europese landen was een vorm van medeplichtigheid. Hoe kunnen we dan van hen verwachten dat ze een verdere verslechtering van de democratische rechten of van het bloedvergiet in Sri Lanka zullen tegen houden?

Onderdrukte Tamils zullen ongetwijfeld de vraag naar een onderzoek door de VN verwelkomen. Dat standpunt is effectief een stap vooruit in vergelijking met het voorstel om de positie van de regering van Sri Lanka te verwelkomen. Maar we mogen onze hoop niet vestigen op de VN en staten die intussen met de regering van Sri Lanka samenwerken. De Tamils moeten weten op wie ze kunnen vertrouwen en met wie ze kunnen samenwerken.

Tegen het rechtse beleid

Het doel van de amendementen en voorstellen van de rechterzijde was duidelijk: de regering van Sri Lanka niet voor de borst stoten. En dan nog stellen sommigen dat we ons niet te hard tegen die rechterzijde mogen richten, zelfs een aantal mensenrechtenactivisten stappen in die logica mee omdat ze anders een harde confrontatie met de machthebbers vrezen.

Wij denken dat de Tamilgemeenschap niet mag buigen uit angst voor de machthebbers. De gemeenschap en wie de strijd van de onderdrukte Tamilsprekende bevolking ondersteunt, moet zich richten op de werkende bevolking en alle onderdrukten. De arbeiders en armen hebben potentieel een enorme macht. Het potentieel omzetten in een actieve kracht, dat is onze belangrijkste taak.

We mogen onze acties niet laten bepalen door de rechterzijde, we moeten niet knielen en smeken aan de rechterzijde om de gemeenschap te steunen. We moeten ons richten op onze natuurlijke bondgenoten onder al wie opkomt tegen het besparingsbeleid, tegen onderdrukking en tegen repressie. Dat betekent in de praktijk een meerderheid van de wereldbevolking, de 99% van de bevolking waar in de Occupy-acties over wordt gesproken.

De rechtse politici vertrekken niet van de belangen van de werkende bevolking, ze dienen enkel de belangen van de grote bedrijven. Dat verklaart waarom ze zich zo positief opstellen tegenover het regime van Sri Lanka. En dit geldt ook voor verkozenen die zelf van migrantenafkomst zijn. De regering van Sri Lanka kon op de steun van de conservatieve Britse verkozenen Nirj Deva en Marina Yannakoudakis rekenen, twee rijke vertegenwoordigers van de 1% rijken.

In onze strijd voor democratische en sociale rechten, moeten we ons met de 99% verenigen.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop