Your cart is currently empty!
EU wil wapenembargo tegen China opheffen
De Europese Unie bereidt zich voor om het wapenembargo tegen China op te heffen. De belangrijkste reden daarvoor is de snelle ontwikkeling van het Chinese leger. Ondanks het embargo was er in 2002-2003 een verdubbeling van de wapenverkoop aan China. De plannen om het embargo op te heffen, leiden tot scherpe kritiek van de VS en kunnen mogelijk leiden tot spanningen tussen de EU en de VS.
Per-Åke Westerlund
"Er wordt gesproken over hoe de Chinezen de Amerikanen efficiënter kunnen vermoorden", versklaarde een woordvoerder van het Pentagon aan het Britse dagblad ‘Financial Times’ (25-26 december). Vorige week verklaarde een woordvoerder van het Witte Huis dat een opheffing van het embargo kan leiden tot "grote problemen voor de transatlantische wapenhandel."
Het standpunt van de EU is vooral symbolisch. Het wapenembargo kwam er in 1989 na de slachting van de studenten en arbeiders in Peking. Het embargo was niet bindend. Volgens de Financial Times hebben Frankrijk en Groot-Brittannië militaire uitwisselingsprojecten met China.
Verkoop verdubbelt
In 2002 en 2003 was China de grootste koper van wapens ter wereld na de belangrijkste Westerse machten zoals de VS en Frankrijk. De omvang van de wapenhandel in China bedroeg toen 9,3 miljard dollar. De Europese wapenindustrie wou haar aandeel in die wapenhandel verhogen. De uitvoer van wapens uit de EU naar China nam toe van een waarde van 210 miljoen euro in 2002 tot 416 euro in 2003. Het belangrijkste aandeel daarbij was dat van Franse wapenbedrijven die in 2003 voor 171 miljoen euro aan wapens verkochten aan China.
De Franse en Duitse regeringen oefenen druk uit om het embargo op te heffen. Dat is een belangrijke politieke toegeving aan het Chinese regime aangezien Peking de EU ervan beschuldigde te discrimineren. En wat wellicht van nog groter belang was: China had een bestelling van vliegtuigen van het type A380 bij Airbus uitgesteld. Airbus is een bedrijf dat in handen is van Duits-Frans-Brits-Spaans kapitaal.
Voor het embargo kocht China heel wat wapens in Europa. Een opheffing van het embargo zou heel wat mogelijkheden creëren, en dat niet enkel op het vlak van wapenverkoop. De Duitse premier Gerhard Schröder is een voortrekker van het opheffen van het embargo. Hij bezocht China in het begin van december. Hij slaagde er toen in om contracten te sluiten voor de verkoop van 23 Airbusvliegtuigen (niet van het A380 model) en 180 lokomotieven van Siemens.
China voert tegelijk campagne om door de EU aanvaard te worden als "volledige markteconomie", waardoor het land sterker zou staan bij handelsconflicten. De EU anderzijds eist dat China "illegale" vluchtelingen die naar Europa trekken, terug opneemt. Vorig jaar rapporteerde Amnesty International echter dat er nog steeds 200 activisten van de beweging in 1989 in de gevangenis zitten. Als toegeving tijdens de onderhandelingen met de EU, ging het Chinese regime over tot de vrijlating van een aantal bekende leiders van 1989, waaronder de stakingsleider Chen Gang.
Taiwan als doelwit
China is haar militaire positie aan het versterken en richt zich daarbij in het bijzonder op Taiwan. Nationalisme is de dominante ideologie van de Chinese leiders, en Taiwan als onderdeel van een "eengemaakt China" vormt daar een belangrijk onderdeel van. In 1996 waren de militaire uitgaven van China goed voor een equivalent van 2,5% van het BNP van het land. In 2002 was dat reeds 4%. Met de sterke economische groei in het land, is de toename van de reële cijfers die besteed worden aan het leger enorm. 4% van het BNP in 2002 kwam dat overeen met 52 miljard dollar. Enkel de VS had een groter militair budget (480 miljard). China telt het grootste aantal militairen (2,3 miljoen).
In 1995-96 namen de spanningen tussen China en Taiwan toe. China testte daarbij haar raketten uit aan de grens met Taiwan. De VS, sinds de Chinese revolutie van 1949 de belangrijkste verdediger van Taiwan, beantwoordde dit met het sturen van twee vliegdekschepen naar de zee tussen China en Taiwan. Sindsdien waren er meer militaire samenwerkingsprogramma’s tussen de VS en Taiwan, dan met gelijk welk ander ‘geallieerd’ land. Het VS-imperialisme moet een balans vinden, enerzijds is het op economisch vlak steeds meer afhankelijk van China waarbij ook Amerikaanse bedrijven sterk geïnvesteerd hebben in China. Zowel voor de export als voor de binnenlandse markt in China zelf, is het land belangrijk voor Amerikaanse bedrijven. Het feit dat China staatsobligaties van de VS heeft opgekocht, maakt het de VS gemakkelijker om haar tekorten op te vangen. In de praktijk is de VS daarom voorstander van een status quo tussen China en Taiwan, waarbij Taiwan in de praktijk onafhankelijk is maar officieel nog steeds deel uitmaakt van een "ééngemaakt China". De VS-retoriek om Taiwan te verdedigen tegen het "communisme" vindt nog steeds heel wat steun onder de neo-conservatieven, de traditionele conservatieven en in het Pentagon. In het Witte Huis wordt gevreesd dat China kan ontwikkelen tot een uitdager van de werelddominantie van de VS. Vandaar ook de waarschuwingen aan de EU.
Algemene richtlijn
De EU-leiders hebben gesteld dat het embargo zal vervangen worden door een "richtlijn inzake de handelswijze", waarbij het onderdrukken van democratische rechten in aanmerking zal worden genomen. Die wijziging zal weinig praktische gevolgen hebben en "geen toename van de Europese wapens in China" teweegbrengen, aldus de Britse minister van buitenlandse zaken Jack Straw tijdens een recent bezoek aan de VS. De EU stelde ook dat een andere belangrijke bondgenoot van de VS, Israël, eveneens heel wat wapens verkoopt aan China. Zowel Straw als de Europese gezant van buitenlandse zaken, Javier Salana, stelden dat de VS wellicht niet zal overgaan tot het nemen van sancties tegenover de EU. Bijgevolg zal wellicht effectief overgegaan worden tot het opheffen van het embargo en dat voor het einde van juni.
De voorbije weken werd echter duidelijk dat de VS op de één of andere wijze wil optreden. Een uitstel van het leveren van militaire technieken uit de VS aan de EU was één van de pistes waarover werd nagedacht. Dat zou vooral voor het Britse leger sterker gevolgen hebben. Politiek gezien zou het opheffen van het embargo de tegenstellingen tussen de EU en de VS versterken, waarbij in tegenstelling tot de verschillende opvattingen over Irak geen enkel Europees land het zou opnemen voor de VS. Dat zou de unilateralistische vleugel in Washington versterken en ertoe leiden dat nog minder overleg gepleegd wordt met de VN, de EU en andere instellingen. Strategische tegenstellingen in Azië, tussen de VS en China,… al die elementen worden benadrukt door deze discussie.
Socialisten verzetten zich tegen de wapenwedren en de toename van de wapenhandel, wat elementen zijn van het huidige kapitalisme. Het opheffen van het wapenembargo toont eens te meer aan dat de EU gecontroleerd wordt door de belangen van de grote bedrijven. De democratische rechten van arbeiders en onderdrukten zijn ondergeschikt aan de winst.
De wereldwijde wapenindustrie moet in staatsbezit onder democratische arbeiderscontrole en arbeidersbeheer worden geplaatst. De enorme middelen en onderzoekscapaciteiten in de sector moeten aangewend worden voor sociaal noodzakelijke projecten (op vlak van huisvesting, gezondheidszorg, onderwijs,…). Tegelijk moet iedere job gegarandeerd worden. De huidige kapitalisten en heersende politici zullen daar natuurlijk tegen opkomen. Daarom zal er ook nood zijn aan nieuwe massale arbeiderspartijen met een revolutionair socialistisch programma waarbij strijd gevoerd wordt voor een socialistische samenleving op wereldvlak.