Communautaire spelletjes houden echte dieven de hand boven het hoofd

Een lezersbrief in Le Soir (15/01/2005) van een Franstalige inwoner van Linkebeek: de man spreekt over de talrijke Nederlandstalige brieven, o.a. voor de gemeente- en gewestbelastingen, die hij niet kan lezen. Het feit dat je ieder formulier moet aanvragen in een voor jou begrijpelijke taal in een gemeente waar je taalgroep nota bene de meerderheid uitmaakt. Hij geeft ook een voorbeeld van een Franstalige in een andere faciliteitengemeente, die geen recht heeft op een Franstalige procedure in een proces waarin hij beschuldigd wordt.

Anja Deschoemacker

Het is ondemocratisch om mensen te beroven van de taalfaciliteiten die ze nodig hebben om te kunnen deelnemen aan de samenleving. Over die realiteit hoor je de Vlaamse media echter niet. Daar wordt vooral gesproken over “territoriale afspraken” die “gerespecteerd” moeten worden. Het probleem is echter dat dergelijke compromissen enkel tot stand kunnen komen als ze aan beide zijden anders worden geïnterpreteerd. Beide zijden moeten zich immers als overwinnaar kunnen voorstellen.

België werkt op een klassiek model van machtsdeling. Zo’n model – de enige “oplossing” voor de nationale kwestie binnen het kapitalisme – duwt politici steeds in de rol van de verdediger van de belangen van de eigen religieuze, nationale of taalgroep. Overal ter wereld, van Noord-Ierland over Congo tot Israël/Palestina, leidt het tot een geleidelijke verscherping van de nationale tegenstellingen en uiteindelijk tot een impasse. Een “geslaagd” voorbeeld is er steeds één waar die impasse nog op zich laat wachten.

Waarom houdt Brussel-Halle-Vilvoorde (BHV) heel politiek België in haar ban? Volgens enquêtes ligt de meerderheid in Wallonië en Vlaanderen er helemaal niet wakker van. In de regio Brussel en Halle-Vilvoorde is de interesse uiteraard groter, maar ook daar is het niet de eerste prioriteit op het lijstje van op te lossen zaken. Waarom dan? Omdat partijen zich moeten kunnen profileren, zich voorstellen als de beste verdediger van “de mensen”. En bij gebrek aan een arbeiderspartij die de belangen van alle werkende mensen verdedigt, ongeacht hun taal, is de nationale kwestie het profileringsthema bij uitstek geworden. Bij besparingen wordt vooral veel gepraat over “Waalse potverteerders” en “niet-solidaire Vlamingen”.

Alle partijen, aan beide zijden van de taalgrens, willen immers kost wat kost vermijden dat het duidelijk wordt dat besparingen steeds gebeuren om de beurzen van bedrijven en hun aandeelhouders te spijzen. Waar de werkenden en de uitkeringstrekkenden de laatste 20 jaar steeds hebben ingeleverd, hebben de bedrijven jaar na jaar recordwinsten geboekt. Bij verliezen was het steeds het personeel dat ervoor moest opdraaien en/of de staatskas, het belastingsgeld van de werkenden. De nationale kwestie in België is enerzijds een realiteit waar de heersende elite niet rond kan, waar ze zich heeft gebetonneerd in tegengestelde posities. Anderzijds is het ook een schouwtoneel waarachter een sociale realiteit schuilt die moet worden verdoezeld om des te beter de belangen van de rijke elite, Vlaams of Franstalig (daar doet het er niet toe!), te verdedigen.

We zijn er nog niet vanaf. Nu het sociaal akkoord er bijna door is en de nationale vakbondsleiding op haar knieën is gegaan, is er een klein kansje voor Verhofstadt en zijn federale regering dat ze de discussie over BHV overleven. Maar dit voorjaar staan ook de onderhandelingen over structurele veranderingen in de eindeloopbaanregeling en de organisatie van de sociale zekerheid op de agenda. We kunnen er ons aan verwachten dat het communautaire gekissebis zeker op de agenda blijft tot het einde van die onderhandelingen. Als die mislukken, behoudt de regering de mogelijkheid om te vallen over BHV – dat staat altijd beter dan te vallen onder de druk van de arbeidersklasse die weigert de sociale afbraak goed te keuren.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop