We hebben eerder al uitgebreid bericht over het bloedbad dat politie en leger vanaf 16 december hebben aangericht onder stakende oliearbeiders en hun aanhangers in het westen van Kazachstan. Nu dat nieuws ‘oud’ is, gaat het regime rustig voort met de aanvallen op de democratische rechten. Bovendien worden leugens verspreid over wat is gebeurd. Daarmee wil het regime verwarring zaaien, wat alvast is gelukt bij het Internationaal Vakverbond.
De stad Zhanaozen wordt nog steeds door de politie bezet. De avondklok en de noodtoestand, afgekondigd na het bloedbad, werden verlengd tot eind januari. Hierdoor kan de politie de repressie voortzetten. Stakers en hun familieleden worden opgepakt. Ondertussen wordt geprobeerd om bewijsmateriaal van de martelingen te laten verdwijnen. Er zijn berichten dat de politie lijken blijft achterhouden en probeert om zich heimelijk te ontdoen van de lijken van mensen die tot de dood werden gemarteld.
De autoriteiten zijn bang dat het opheffen van de noodtoestand zal leiden tot een explosie van de enorme woede die zich opstapelt in de regio waarbij het verzet uit de hand kan lopen. Bij de geplande parlementsverkiezingen van 15 januari zal er in de stad Zhanaozen niet gestemd kunnen worden.
Nog voor het bloedbad hadden de oliearbeiders opgeroepen tot een boycot van de frauduleuze verkiezingen. Er was een petitie die door 15.000 mensen werd ondertekend waarin werd gesteld dat er nood is aan “onze eigen massale arbeiderspartij om de belangen van de arbeiders, hun gezinnen en hun kinderen te verdedigen.”
Oppositiebewegingen, zoals de Socialistische Beweging van Kazachstan, roepen ook op tot een boycot van de verkiezingen. Een aantal liberale oppositiepartijen leken te aarzelen vooraleer ze hun standpunt bepaalden, maar het was al snel duidelijk dat ook zij niet eens zouden kunnen deelnemen.
Voor de gebeurtenissen in Zhanaozen was het nog mogelijk om individuele kandidaten te nomineren in het kader van lokale verkiezingen die eveneens op 15 januari worden gehouden. Maar nu heeft de verkiezingscommissie alle oppositiekandidaten geweigerd, zelfs op dit niveau. De oliearbeiders hadden ook kandidaten voor de lokale verkiezingen, maar zij werden allen geweigerd. Activisten in Almaty werden geweigerd met het excuus dat ze het bedrag van hun pensioenfonds niet hadden geregistreerd, het ging om een bedrag van zowat 0,40 euro.
Het ziet er naar uit dat de bloedige aanval op de oliearbeiders in Zhanaozen onderdeel was van een breder plan van de heersende elite. Het werd alleszins aangegrepen om een aantal topfiguren van het voorplan te verwijderen. Zo werd Timur Kulibayev, een schoonzoon van Nazarbajev, afgezet als voorzitter van KazMunaiGaz en van het nationale investeringsfonds Samruk-Kazyn. Er wordt ook gefluisterd dat de topman van de geheime politie KNB werd vervangen.
Er kan geen enkele illusie zijn dat Nazarbajev of de olie- en gasmultinationals die hem steunen, in de richting van democratische hervormingen willen gaan zoals tal van internationale instellingen ons proberen wijs te maken.
Het regime doet er alles aan om de gebeurtenissen in Zhanaozen af te doen als geweld dat het werk is van hooligans. Ook de ambassade van Kazachstan in België publiceert dergelijke berichten op haar website (http://www.kazakhstanembassy.be). Maar als wat in Zhanaozen gebeurde het werk was van hooligans, waarom werd dan met scherp geschoten in plaats van met rubberkogels en het waterkanon? Waarom werd op de groep mensen geschoten die de politie zogezegd “beschermde”? Waarom wordt in de reacties op het geweld steeds uitgehaald naar de oliearbeiders? Waarom worden betogingen verboden en geldt er een algemeen verbod op het gebruik van kopieermachines, televisie, radio, video, geluidsinstallaties,… Welke ‘hooligans’ drukken pamfletten en organiseren persconferenties? Uiteraard houdt de verklaring van het regime geen steek, het enige doel is om verwarring te zaaien over wat er echt is gebeurd: een gewelddadige poging om de acties van de oliearbeiders te breken.
Een andere leugen van het regime is dat er sprake was van “georganiseerde groepen van criminelen die banden hebben met buitenlandse machten”. Daarbij moet worden opgemerkt dat het regime zelf gebruik maakt van troepen die door de VS werden opgeleid en over Amerikaanse wapens beschikken. Nazarbajev wil de aandacht afleiden door de schuld af te schuiven op figuren als Mukhtar Ablazov, Rakhat Aliyev en Bulat Abilov (een redenering die aanvankelijk vreemd genoeg ook werd gevolgd door linkse activisten in Rusland die zich op het trotskisme beroepen). Die drie laatste figuren zijn oligarchen en voormalige leden van de heersende kliek die nu proberen op het verzet tegen het regime in te spelen om steun te verwerven voor hun eigen prokapitalistische politiek.
De oliearbeiders hebben hun eigen strijd georganiseerd en deden dit op een vastberaden en gedisciplineerde wijze. De beslissing om op 16 december te betogen, werd genomen op een massavergadering op het plein. De beslissing werd publiek aangekondigd en zelfs meegedeeld aan de autoriteiten. Het was overigens op basis van deze aankondiging dat wij internationaal acties planden aan ambassades van Kazachstan, dat was ook in Brussel het geval.
De videobeelden van het geweld op 16 december waren dermate schokkend dat zelfs de Procureur-Generaal van Kazachstan zich verplicht zag om aan te kondigen dat een onderzoek zou volgen. Ongetwijfeld zal dat niet bepaald een transparant en grondig onderzoek zijn. De agenten die het voorwerp van het onderzoek vormen, riskeren in het slechtste geval een gevangenisstraf van vijf tot tien jaar. De advocate van de oliearbeiders werd omwille van het vreedzaam verdedigen van de stakers veroordeeld tot zes jaar gevangenisstraf. Dat maakt duidelijk waar de prioriteiten liggen.
Hier kan je beelden op Youtube bekijken:
Wereldwijd kwam er protest van vakbondsmilitanten, maar de internationale structuren weigeren te reageren of houden het op schandalige verklaringen. Het Internationaal Vakverbond (waar voormalig ACV-voorzitter Cortebeeck vice-voorzitter van is) publiceerde een verklaring waarin het stelde dat er een extreme situatie van spanningen en wanhoop was en waarin werd opgeroepen om het geweld te stoppen door “alle betrokken partijen” te laten erkennen “dat de enige oplossing voor het conflict er zal komen door een open dialoog en onderhandelingen.” Hier kan je de volledige verklaring van het IVV lezen. De internationale vakbondsbeweging zou zich beter ondubbelzinnig aan de kant van de vervolgde kameraden in Kazachstan scharen.
Wij steunen de roep van de oliearbeiders om een eigen onafhankelijke vakbond op te zetten en hun eis om de oliesector te nationaliseren. We delen ook hun standpunt over de noodzaak van een massale arbeiderspartij. Ook na de verschrikkelijke aanvallen op 16 december en de vele doden en gewonden, blijven de oliearbeiders hun verzet op een waardige en gedisciplineerde wijze voortzetten. Wij zullen er alles aan doen om de solidariteit met hun strijd te blijven organiseren.