Politiegeweld in Matonge. Interview met een slachtoffer

Naar aanleiding van het geweld in de Brusselse Matongewijk spraken we met Eduardo, een student boekhouden van Cabindaanse afkomst (Cabinda is een enclave van Angola tussen de Republiek Congo en de Democratische Republiek Congo). Hij werd in de marge van de betogingen in de Matongewijk brutaal aangepakt door de politie en dit terwijl hij op zijn stageplaats aan de slag was.

Wat is er afgelopen dinsdag gebeurd in de Matongewijk?

Eduardo: “Tegen 15u30 hoorde ik dat er heel wat lawaai kwam vanuit de buurt van de Naamsepoort, waar ik mijn stage als boekhouder doe in het theater Molière – Muziek Public. Ik ging kijken om te zien wat er aan de hand was. Toen ik aan de deur kwam, werd ik hardhandig aangepakt door politieagenten die me ervan beschuldigden een relschopper te zijn. Ik antwoordde vreedzaam dat ik in het gebouw stage loop en dat ik niet op de betoging was geweest. Eerder op de dag waren vreedzame betogers samen gekomen om te protesteren tegen de verkiezingsfraude in Congo door de kliek rond Kabila. De gemeente Elsene had nochtans ieder protest verboden.

“Ik kreeg een eerste slag van een matrak en zocht beschutting in het theater. Maar ik werd achtervolgd tot in de technische loge. Ik werd voor de ogen van mijn collega’s op de grond gegooid en minutenlang in elkaar geslagen. Ik kreeg overal matrakslagen en werd ook geschopt door verschillende agenten. Er werden twee honden op me losgelaten die me in mijn benen hebben gebeten. Mijn collega’s en mijn stageverantwoordelijke waren te geschokt om direct te reageren. Ze probeerden de agenten wel tot rede te brengen en legden uit dat ik geen betoger was maar wel degelijk daar werkte. Dat volstond niet om de aanval te stoppen, ik ben zowat overal geslagen. Gelukkig kon ik mijn hoofd met mijn armen beschermen.”

En vervolgens werd je opgepakt?

“Inderdaad. Ik werd met een groep betogers naar de politiekazerne van Etterbeek overgebracht. Daar werd ik 12 uur lang vast gehouden. Ik eiste medische verzorging of toegang tot een dokter omwille van de vele blessures die ik had opgelopen. Maar dit werd me geweigerd. Ik werd met een 20-tal anderen in een cel gezet. Onder mijn celgenoten waren er heel wat mensen die eveneens zwaar waren aangepakt door de politie. Het ging vooral om mensen van Afrikaanse afkomst en dit van alle leeftijden. Blijkbaar was iedere zwarte in de wijk meteen verdacht en dit omwille van hun huidskleur.

“Er waren ook twee jongeren van Belgische afkomst in de cel. Ze vertelden me dat een agent hen “onnozelaars” had genoemd omdat ze als “blanken de Afrikanen steunden”. Ze werden hard aangepakt en opgepakt. We lieten in de cel ons ongenoegen blijken over de mishandelingen door de politie. Dat werd beantwoord door de agenten: ze spoten traangas in de cel, waardoor we geen adem hadden en waardoor onze ogen en huid precies in brand stonden. Het duurde twee uur vooraleer het effect hiervan verdween.”

Je hebt met je collega’s klacht ingediend bij het Comité P?

“Twee collega’s dienden dezelfde dag nog klacht in bij de politiediensten. Ze waren bijzonder geschokt door het geweld dat tegen mij werd gebruikt. Ik diende klacht in wegens de schade die ik heb geleden en wegens het willekeurige geweld. Ik ben tot op vandaag nog niet bekomen. Ik moet de rest van mijn stage op dezelfde werkplaats uitvoeren, maar moet er altijd denken aan het politiegeweld waar ik slachtoffer van ben. Het idee dat ik met de agenten die me aanvielen kan geconfronteerd worden, boezemt me angst in. Het is psychologisch moeilijk om hiermee om te gaan.

“Ik heb vooral klacht ingediend omdat dit willekeurig geweld zich niet opnieuw zou kunnen voordoen en omdat het niet ongestraft zou passeren. We zagen in de media hoe in oktober een jonge Griekse indignado ongemeen brutaal werd aangepakt door de politie. Dit zijn geen geïsoleerde incidenten, willekeurig geweld komt blijkbaar wel meer voor. De politie past het toe tegen wie zich verzet maar ook tegen gewone jongeren in de wijk wiens gezicht hen niet aanstaat.

“Ik nam zelf deel aan de acties van de indignado’s in Brussel en aan vakbondsacties. Ik ben er namelijk van overtuigd dat we moeten ingaan tegen het kapitalistische systeem dat enkel extra winsten oplevert voor de bankiers en de grote bazen, terwijl dit systeem de meerderheid van de bevolking niets te bieden heeft. Protest leidt steeds meer tot repressie. Dat zagen we bij de revoluties in het Midden-Oosten en Noord-Afrika, maar ook bij de arbeiders en jongeren in Europa die protesteren tegen de besparingen.”

Wat denk je van de betogingen in Matonge?

“Ik ken veel mensen in de wijk die mee hebben betoogd. Het gaat vooral om vreedzame betogers, maar jammer genoeg zijn er zoals wel meer gebeurt een paar enkelingen die alleen maar komen om vernielingen aan te richten. De politiek van de gemeente Elsene om iedere bijeenkomst te verbieden, heeft de spanningen doen toenemen. Het vandalisme was een ideaal excuus voor de politie om gewelddadig in te gaan tegen de acties en om een volledige minderheidsgroep te criminaliseren.

“Ik vind dat de betogers gelijk hebben om te protesteren tegen de manifeste verkiezingsfraude in Congo. Maar dat betekent niet ik dat ik ook maar enig vertrouwen heb in figuren zoals Tshisekedi. Dat is even goed een marionet van de imperialistische machten als Kabila, bovendien was Tshisekedi onder Mobutu meermaals minister. Onder de Congolezen in Brussel is er niet zozeer een grote steun voor Tshisekedi, maar wel een afkeer tegenover Kabila en een roep naar diens ontslag. Ik denk dat alleen een onafhankelijk optreden van de massa’s van arbeiders en armen in Afrika in staat kan zijn om een einde te maken aan de imperialistische dominantie over het continent.”

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop