Your cart is currently empty!
Tag: Frankrijk
-
Frankrijk. Geen enkele stem voor Le Pen!
Maar Macron biedt geen alternatief
De peilingen voorspelden het al maandenlang, maar de realiteit van extreemrechts in de tweede ronde van de Franse presidentsverkiezingen is er niet minder schokkend door. Miljoenen mensen waren kwaad toen ze zagen dat Le Pen het naast Emmanuel Macron haalde voor de tweede ronde.Door Nicolas Croes
Het probleem zit bij de speculanten, niet bij de migranten!
Sinds Marine Le Pen aan het hoofd van het Front National staat, deed ze er alles aan om het politieke project van deze partij als meer ‘aanvaardbaar’ voor te stellen. Maar de aard van het Front National is niet veranderd. Alle kunstgrepen vormden slechts een dun laagje vernis over hetzelfde racisme, hetzelfde misprijzen en dezelfde bewondering voor harde regimes en dictaturen. Een nieuw FN? Maak dat de kat wijs! Onder het maatpak van Jean-François Jalkh, die de voorzittersfunctie van Le Pen na de eerste ronde overnam, zit een duister figuur die nooit aarzelde om het bestaan van de gaskamers in twijfel te stellen en die aanwezig was op de herdenking van de 40ste verjaardag van de dood van maarschalk Pétain, de met de nazi’s collaborerende dictator tijdens Wereldoorlog Twee.
Het Front National blijft een instrument van haat. De activiteiten en het programma van de partij vormen een gevaar voor al wie vandaag reeds getroffen wordt door de crisis en de besparingen. Het FN een volkspartij? In Le Pontet, een gemeente in de Vaucluse (regio Provence-Alpes-Côte d’Azur) waar het FN aan de macht is, werden de gratis schoolmaaltijden voor kinderen uit de armste gezinnen afgeschaft. Het werd voorgesteld als een kwestie van “verantwoordelijk bestuur”… terwijl de FN-burgemeester tegelijk zichzelf een loonsverhoging van 44% liet toekennen.
Als Marine Le Pen het heeft over de problemen van de gezondheidszorg en de sociale zekerheid, komt ze inzake antwoorden niet verder dan een offensief tegen het “misbruik van ziekteverlof” en het knippen in de zorg aan vreemdelingen. Geen woord over de fiscale cadeaus aan de grote bedrijven die hiermee een gat in de sociale zekerheid graven of over de inhaligheid van de private bedrijven in de gezondheidszorg. Het doel van Le Pen en het FN is om de woede te richten tegen de werkenden en de vreemdelingen.
Marine Le Pen beweert dat ze opkomt voor jobs, maar ze denkt vooral aan het beperken van de syndicale rechten (met onder meer een beperking van de rechten van vakbondsdelegaties) en het aanbieden van bijkomende rijkelijke cadeaus aan de werkgevers. Als ze zich tot de werkgevers richt, in dat geval roept ze er de media niet bij, aarzelt ze niet om te verklaren dat haar politieke project erop gericht is om “hen voorrang te geven in alle beleidsdomeinen.” Kan het nog duidelijker? Haar verdediging van de “nationale voorkeur” inzake werkgelegenheid dient enkel om werkenden tegen elkaar op te zetten en om haar werkgeversgezind project beter te kunnen opleggen.
De volledige politieke praktijk van het Front National – van de gemeenteraden tot de stemmingen in het Europees Parlement – toont aan dat deze partij niet alleen een gevaar vormt voor mensen met een migratie-achtergrond, maar ook voor vrouwen (onder meer op vlak van het recht op abortus), werkenden, LGBTQI-mensen, sociale huurders, vakbondsmilitanten, mensenrechtenactivisten, …
Een overwinning van Marine Le Pen in de tweede ronde zou rampzalig zijn en de gevolgen ervan zouden niet tot Frankrijk beperkt zijn. Recent zagen we hoe de overwinning van Donald Trump vertrouwen gaf aan alle Geert Wilders en Theo Franckens van deze wereld. Dit zou nog versterkt worden door een overwinning van Le Pen en het zou ook de ruimte vergroten voor racistisch, seksistisch en homofoob geweld.
Emmanuel Macron, het “minste kwaad” en de oorzaak van het ergere kwaad
Velen maken de vergelijking tussen deze presidentsverkiezingen en die in de VS waar Trump het haalde. Emmanuel Macron lijkt inderdaad uit hetzelfde hout gesneden te zijn als Hillary Clinton, die van de slechte concurrent van een kandidaat die inspeelt op de breed gedragen woede tegen het establishment. Macron wordt regelmatig voorgesteld als een politieke draaikont, maar bij beschikt wel degelijk over een politiek project: ervoor zorgen dat alle wensen van de werkgevers worden ingelost.
Macron wil het aantal jobs in de openbare diensten met 170.000 afbouwen. Hij wil de vennootschapsbelasting onder zijn mandaat verlagen van 33% naar 25%. De voormalige Minister van Economie onder Hollande verklaarde ook dat de vermogensbelasting niet langer zou gelden voor aandeelhouders omdat zij “de bedrijven financieren.” De controle op de werklozen daarentegen zou strenger worden. Onder de personaliteiten die Macron steunen, vinden we niet toevallig weinig sociale figuren als Alain Madelein en Manuel Valls. Zelfs Laurence Parisot, de vroegere voorzitster van de belangrijkste werkgeversfederatie MEDEF, bood al gauw haar diensten aan, wellicht wat te snel vanuit het oogpunt van Macron.
In de eerste ronde moest Le Pen het nog opnemen tegen kandidaten zoals Jean-Luc Mélenchon, die stelselmatig op sociale thema’s terugkwam waarover Le Pen zich liever op de vlakte hield. Na de eerste ronde heeft ze vrij spel om zich voor te doen als een anti-establishmentkandidaat. Zo verklaarde ze aan de arbeiders van het met sluiten bedreigde Whirlpool in Amiens zonder schaamte: “Ik ben hier op mijn plaats, midden de werkenden die zich verzetten tegen die wilde mondialisering.” Het Front National misbruikt het drama bij Whirlpool om de mythe van een “volkse kandidaat” te promoten tegenover de kandidaat van de elite die geen voeling heeft met de realiteit. Een leugen die een element van waarheid (de wereldvreemdheid van de elite) in zich draagt, komt natuurlijk sterker over.
Veel kiezers zullen voor Macron stemmen in de hoop dat ze hiermee een overwinning van het FN kunnen vermijden. Dit is begrijpelijk. Maar met zijn neoliberale en asociale programma, staat Macron garant voor een verdere groei van extreemrechts. We moeten ook op langere termijn denken: hoe kunnen we vermijden dat de steun voor Le Pen na deze verkiezingen nog verder kan toenemen? Links moet vermijden om in de val te trappen waarbij het verantwoordelijkheid opneemt voor een asociaal beleid waarvoor het later zwaar op de korrel zal genomen worden.
‘France Insoumise’
Tot een jaar geleden was het Front National de enige partij die op het breed gedragen ongenoegen inspeelde. Alles leek in het voordeel van de partij te spelen. Sindsdien ontwikkelde de campagne van ‘France Insoumise’ van Jean-Luc Mélenchon. Zonder die campagne had de score van Le Pen ongetwijfeld nog een pak boven de behaalde 21% gelegen. De peilingen een jaar geleden wijzen in die richting. ‘France Insoumise’ bood een nieuwe hoop en haalde een indrukwekkende score onder werkenden, werklozen en jongeren waar Mélenchon met 30% alle andere kandidaten achter zich liet. In Marseille, een stad waar het FN de afgelopen jaren hoge scores haalde, was het Mélenchon die de meeste stemmen haalde.
Die enorme potentiële kracht van de werkenden en jongeren van diverse afkomst, mag niet verzwakt worden door het debat over een stemoproep voor de tweede ronde. Met zijn oproep om de 450.000 (!) leden van ‘France Insoumise’ te raadplegen, benadrukte Mélenchon het proces van eenheid waarbij tegelijk op twee cruciale elementen werd gewezen: de doorbraak van ‘France Insoumise’ die bevestigd moet worden in de parlementsverkiezingen en de nood aan sociaal verzet tegen de gevolgen van de tweede ronde. Laat het duidelijk zijn: dat is waartegen de gevestigde politici en media zich richten als ze naar ‘France Insoumise’ uithalen. De hypocriete leiders van het rechtse Les Républicains, de PS en zelfs president Hollande hebben op het einde van de campagne voor de eerste ronde meer gewaarschuwd voor het ‘gevaar’ van Mélenchon dan voor het FN.
Links heeft geen lessen te krijgen van politici die nooit aarzelden om de kaart van het racisme te spelen, zelfs in de rangen van de PS. Waar waren ze toen Mélenchon de strijd tegen extreemrechts voerde, onder meer in Hénin-Beaumont in 2012 op een terrein waarvan iedereen dacht dat Marine Le Pen het onvermijdelijk had ingenomen? Het is het beleid van Sarkozy, Valls, Hollande en co die bijdragen aan de groei van het FN. Met dit beleid verbonden worden om extreemrechts te stoppen, levert niet het gewenste resultaat op en versterkt het gevoel van een samenzwering van de elite tegen “het volk.” Het maakt dat zelfs mensen met een migratie-achtergrond vandaag verleid worden door Le Pen. Als we toelaten dat Le Pen kan doen alsof zij helemaal alleen tegen het establishment staat, geven we haar een gedroomd cadeau: het imago van de enige oppositie tegen ‘het systeem.’
En nu?
Wij hebben ons zowel in Frankrijk als elders steeds verzet tegen extreemrechts. We zullen dit blijven doen en roepen op om ons te organiseren, bijeen te komen, te discussiëren en samen te betogen om te bouwen aan een sociale krachtsverhouding. Sommige kiezers zullen niet of blanco stemmen, tegen Le Pen maar ook tegen de valse keuze die opgedrongen worden. Wij delen deze benadering.
De enige manier waarop we het FN echt kunnen bestrijden, is door er een programma en een benadering tegenover te plaatsen die antwoorden bieden op de puinhopen van het neoliberale besparingsbeleid. Dat is wat het succes van ‘France Insoumise’ verklaart, een succes met bijna 20% van de stemmen en 7 miljoen kiezers. ‘France Insoumise’ is nu een van de vier grote politieke blokken. Het moet hiernaar handelen en de dynamiek van de campagne consolideren.
Deze verkiezingen tonen nogmaals aan dat de traditionele politieke instrumenten van de heersende klasse een enorme crisis doormaken. De twee partijen die het politieke leven in Frankrijk de afgelopen 40 jaar domineerden, raakten niet in de tweede ronde. De PS stortte zelfs in tot amper 6%. Er is een diepgaande politieke herschikking bezig in Frankrijk. ‘France Insoumise’ moet daar een rol in spelen door zich te structureren als een massale partij van werkenden en jongeren en als een strijdbare linkerzijde waarin al wie tegen het kapitalisme en de gevolgen ervan wil ingaan een plaats vindt.
-
De dynamiek van ‘France Insoumise’ biedt inspiratie voor onze strijd

Foto: France Insoumise De campagne voor de Franse presidentsverkiezingen heeft het traditionele politieke kompas doen doldraaien. Een uittredende president, François Hollande, die weigert te kandideren (een primeur in de in 1958 gestichte 5e Republiek); voor het eerst voorverkiezingen in het rechtse kamp die tegen alle verwachtingen in gewonnen worden door François Fillon; diezelfde kandidatuur van de officiële rechterzijde die gebukt gaat onder verschillende schandalen; een voordien weinig gekend personage, Emmanuel Macron, die met goedkeuring van de media op het voorplan wordt gestuwd; … Wat ons betreft, onthouden we, net zoals talrijke jongeren en werkenden, vooral de kandidatuur van Jean-Luc Mélenchon en de dynamiek van “France Insoumise” (vrij vertaald: “Onverzettelijk Frankrijk”).
Door Nicolas Croes uit maandblad ‘De Linkse Socialist’ dat vrijdag van de drukker komt
De resultaten van de eerste ronde liepen binnen op het moment dat deze krant naar de drukker werd verstuurd. Voor een gedetailleerde analyse van het resultaat nodigen we jullie dus uit om de bijlage die bij deze krant gevoegd is te lezen of om socialisme.be te bezoeken. Nog voor de exacte resultaten bekend zijn, kunnen we wel een bilan opmaken van de linkse vloedgolf die doorheen de campagne bleef aanzwellen.
Er waren de peilingen, waarbij JeanLuc Mélenchon achtereenvolgens Benoît Hamon en François Fillon inhaalde, om uiteindelijk kanshebber te worden om naar de tweede ronde door te stoten. Daarnaast waren er de opmerkelijk groter wordende meetings van ‘France Insoumise.’ Enkele sleutelmomenten: op zaterdag 18 maart waren er 130.000 aanwezigen in Parijs voor een herdenking van de verjaardag van de Commune van Parijs in 1871. Zondag 9 april: 70.000 op een meeting in Marseille. Een week later: nog eens 70.000 in Toulouse. Op 18 april, op een weekdag, 35.000 aanwezigen op 6 gelijktijdige meetings in Dijon, Grenoble, Nancy, Clermont-Ferrand, Nantes en Le Port (La Réunion) waar Mélenchon met behulp van hologrammen sprak. Deze meeting werd online nog eens gevolgd door 65.000 anderen. ‘France Insoumise’ telde eind april 431.000 leden. Van een dergelijk enthousiasme voor politieke meetings konden de andere kandidaten enkel dromen.
Lef, durf en nog eens lef
Een van de belangrijkste lessen uit de pijlsnelle opmars van de figuur Mélenchon, is zijn offensief, vechtlustig en stoutmoedig imago. Het is het imago van iemand die terugslaat als hij aangevallen wordt. Iemand die niet aanvaardbaar wil zijn voor de elite, die niet plooit voor de media, maar vastberaden een vooropgesteld doel wil verwezenlijken. Tenslotte gaf hij het vertrouwen dat een overwinning op de tegenstand mogelijk was. De nood aan een dergelijke benadering was al eens op schitterende wijze aangetoond met de kandidatuur van Bernie Sanders tijdens de voorverkiezingen in de Democratische Partij en zijn oproep voor een “politieke revolutie tegen de klasse van miljardairs.” Een benadering die overigens ten dienste stond van een politiek programma dat
resoluut de kant koos van de werkenden en onderdrukten. Zowel Mélenchon als Sanders hebben begrepen dat politieke ideeën zich niet hoeven te beperken tot wat aanvaardbaar lijkt. Ze verdedigden radicale ideeën (hoewel nog met een heel aantal zwakheden) die het politieke zwaartepunt van het hele debat deden wankelen. Er was een tijd waarin Bernie Sanders simpelweg uit het nationale politieke debat in de VS werd gebannen. Vandaag blijft hij, ondanks zijn capitulatie en ondersteuning van de kandidatuur van Hillary “Wall Street” Clinton, de populairste politicus van het land. Mélenchon, daarentegen, heeft afstand gehouden van de PS. Zelfs toen Benoît Hamon als overwinnaar uit de voorverkiezingen rond de PS kwam. Vervolgens heeft hij gehamerd op de nood aan een project dat breekt met de huidige instellingen van de Ve Republiek. We kunnen betreuren dat zijn project voor een 6e republiek blijft steken bij een utopische invulling van een beteugeld kapitalisme, maar het valt niet te ontkennen dat deze formule de enorme verdienste heeft om de kwestie van een regimeverandering te stellen, en misschien zelfs een maatschappijverandering.
Gebruik van streefdoelen
Een andere belangrijke les is die van het gebruik van een onderbouwd campagneplan. Eerste doel op het programma: Benoît Hamon inhalen in de peiling. Nadien Fillon. Ten slotte moest de campagne in de peilingen voor de tweede ronde verschijnen. Andere doelstelling: 300.000 abonnees op het Youtubekanaal van ‘France Insoumise’. En zo waren er nog tal van tussenstappen in de opbouw van de campagne. Dit was een opbouwend actieplan op electoraal niveau. Het doet denken aan het syndicale actieplan in de herfst van 2014 in ons land. Dat begon met een massabetoging in Brussel, werd gevolgd door regionale stakingen en eindigde met de grote algemene staking van 15 december 2014. Het opbouwende actieplan stimuleerde de actieve betrokkenheid in de campagne, collectieve inspanningen en een groeiend enthousiasme.
En nu?
Vanaf nu staat er meer dan enkel de verkiezing van de president op de agenda. Verschillende commentatoren speculeren openlijk over het einde van de PS. Wat er ook van aan is, ‘France Insoumise’ heeft vandaag een uitstekende positie om doortastende initiatieven te nemen die de linkerzijde radicaal kunnen herschikken. Volgens ons kan er best gegaan worden voor een nieuwe democratische massapartij van de werkenden die in staat is om brede lagen te organiseren in de strijd tegen de kapitalistische klasse, zowel op straat als tijdens verkiezingen. Dat vereist een verfijning van het politieke programma van ‘France Insoumise’ zodat het een werkmiddel voor een antikapitalistische en socialistische breuk met het kapitalisme wordt.
-
“5 van de 11 kandidaten trotskist”? De Franse verkiezingen en het marxisme
“Help! 5 van 11 Franse presidentskandidaten zijn trotskisten en 1 zit in de kopgroep“. Express Live is een website die het wel meer van goedkoop lokaas moet hebben in zijn titels. Geen clicks, geen inkomsten. Maar wat klopt er van de straffe bewering van de site?Reactie door Peter Delsing
Express Live liet zich inspireren door een naar sensatie hengelend artikel van de Franse journalist Marc Sylvestre. Sylvestre ziet bij bijna de helft van de Franse presidentskandidaten de erfenis van de Russische marxist Leon Trotski opdoemen. Is die invloed echt aanwezig?
Wat PS-kandidaat Benoit Hamon en de exotische Jacques Cheminade met de Russische revolutie van 1917 te maken hebben, is niet helemaal duidelijk. Het verband zal hen zelf vermoedelijk ook wel ontgaan. De programma’s van deze figuren geven weinig aanleiding bij de burgerij om voor haar kapitaalbezit te vrezen. Hamons eisen voor een “Europees investeringsplan” om jobs te creëren, een “Europees minimumloon” en weigering van asociale vrijhandelsakkoorden zijn terecht. Dat wil zeggen: als de neoliberale EU geen excuus wordt om in Frankrijk zelf niets te doen. Op veel vlakken is dit linkse programma een kopie, of zelfs een doorslagje, van de voorstellen van Jean-Luc Mélenchon.
Maar wie gelooft dat Hamons zo’n programma zou realiseren, na de faliekante neoliberale regeerperiode van PS-president Hollande? Die was zelfs zo desastreus, denk aan de blijvende schande van de massawerkloosheid (meer dan 10%) en de doorvoering van flexibilisering op de arbeidsmarkt (de wet-El Khomri die o.a. gaten sloeg in de officiële 35-urenweek, op vraag van de patroons), dat Hollande zich zelf niet meer kandidaat stelde! Dat is ongezien. De sociaaldemocratische PS geniet stilaan evenveel aanzien als Pasok in Griekenland, de weggeveegde Pvda in Nederland, of de gehate Labour Party in Ierland. De cynische neoliberale tegenhervormingen hangen als een doodsklok rond de hals van de Europese “sociaaldemocratie”. Reformisme zonder positieve sociale hervormingen, wel integendeel, wordt in een periode van crisis ongenadig afgestraft.
Dan zijn er nog 3 andere kandidaten die Express Live met het “trotskisme” verbindt: Jean-Luc Mélenchon van de massaal gedragen campagne France Insoumise, het fenomeen van deze verkiezingen; Philippe Poutou van de NPA en Nathalie Arthaud van Lutte Ouvrière. Heeft de website hier een punt? Verdedigen deze politici een breuk met het bestaande systeem van uitbuiting, racisme en groeiende armoede? Gebruiken ze dezelfde methodes als diegene die in de Russische revolutie werden gebruikt? En waarom zou dat de manier zijn om de maatschappij te veranderen? Is er geen tussenweg mogelijk, een modernisering van linkse ideeën, waarbij de rijken betalen zonder het private bezit van de bedrijven uit hun handen te nemen?
Mélenchon creëert indrukwekkende beweging
Werkende mensen en jongeren hebben de buik vol van de holle nietszeggende praatjes van de meeste politici. Een gezonde dosis ideologie – omkadering van de eisen en programmapunten – en programma kan de appetijt wekken om zelf ons lot als klasse in handen te nemen. Tijdens Mélenchons meetings spreekt hij dikwijls meer dan een uur over diverse thema’s die ons als werkenden en jongeren direct aanbelangen. Welke politicus, behalve linkse uitdagers zoals Bernie Sanders of Jeremy Corbyn tijdens hun massameetings, doet zoiets nog?
De kopman van France Insoumise spreekt geïnspireerd over de nood aan een leefbaar minimumloon, investeringen in onderwijs, het massief optrekken van de bijdrage van de superrijken (door een maximale loonspanning en verhoging van de belastingvoet voor grootverdieners die de werkende klasse uitbuiten), tegen de privatisering van de gezondheidszorg en besparingen, voor steun aan stakers in diverse bedrijven en sectoren, de overgang naar een ecologisch verantwoorde productie, massale investeringen om jobs te creëren, directe afzetbaarheid van politici die hun beloften niet nakomen of sjoemelen, het afschaffen van de verhoogde flexibiliteit van de wet-El Khomri, het via de wet afdwingen van gelijk loon voor gelijk werk voor vrouwen, het inschrijven van het recht op abortus doorheen een Grondwetgevende Vergadering die de massa’s betrekt, het uitstappen uit de oorlogszuchtige NAVO, een alternatief op de neoliberale EU, … Het is die sociale en politieke inhoud – op een scherpe en dikwijls geestige manier naar voren gebracht door Mélenchon en zijn woordvoerder Alexis Corbière – die de massale aanhang van France Insoumise verklaart.
Hoe meer Fransen zijn programma leren kennen, hoe hoger France Insoumise klimt in de peilingen. Een zelfde fenomeen deed zich voor met Bernie Sanders in de VS. Meer dan 400.000 mensen onderschreven Mélenchons kandidatuur op internet en zijn YouTube-kanaal wordt eveneens gevolgd door honderdduizenden. Linkse personaliteiten als Noam Chomski, schrijfster Naomi Klein, zelfs Amerikaanse acteurs, … roepen op om op de kandidaat van France Insoumise te stemmen. De opkomst bij de meetings van Mélenchon is vele malen groter dan die van de extreemrechtse Marine Le Pen of de “onafhankelijke” burgerlijke kandidaat Macron, die zich op meer passieve lagen in de maatschappij baseren. Helaas is dat nog geen garantie om door te stoten naar de tweede ronde. De vermeende terroristische aanslag in Parijs op de Champs Elysées enkele dagen voor de eerste ronde kan enkele procenten doen kantelen, ten voordele van het extreemrechtse FN en de burgerlijke kandidaat Macron. Individueel terrorisme versterkt de burgerlijke staat en de reactie, en heeft de neiging om massabewegingen te isoleren en naar de achtergrond te duwen.
De opkomst van de massale, enthousiaste beweging rond Mélenchon – met zijn toespraken en betogingen met tienduizenden aanwezigen, de gerichte aanvallen op de neoliberale politieke kaste, op de schreeuwende ongelijkheid, de ecologische catastrofe, de achterstelling van vrouwen, tegen de dreiging van oorlog – heeft niet alleen de hoop op verandering opgewekt bij miljoenen Fransen. Ook internationaal kijken de klassen – zowel de patroons met een bang hart, als de werkenden en jongeren op zoek naar een alternatief – naar deze ontwikkeling. Naast het rechtse populisme met zijn vulgaire racisme en flagrante verdeel-en-heers politiek is er ook een nieuwe linkse beweging die opkomt. Zoals voorspeld door het marxisme verkruimelt het politieke centrum onder de mokerslagen van de crisis en stagnatie van het kapitalisme, dat zich in een periode van uitgerekte doodstrijd bevindt. Alleen: wat is het alternatief? De sociale “Zesde Republiek” van Jean-Luc Mélenchon, of het “communisme” dat Natalie Arthaud aanhangt? Hoe kan een reële breuk met dit systeem dat geen toekomst biedt worden gemaakt?
Ultralinks isolement of een overgangsbenadering naar brede lagen van de werkende klasse?
Philippe Poutou van de Nouveau Parti Anticapitaliste (NPA) lanceerde in een TV-debat enkele mooie aanvallen op de harde neoliberaal Fillon en de extreemrechtse Le Pen. Maar zijn beweging organiseert honderden of maximaal duizenden. Vandaag kijken miljoenen werkenden en jongeren uit naar de linkse beweging rond Mélenchon. Zijn meetings trekken steevast tienduizenden aan. France Insoumise kende een steile opgang en maakt, op enkele procenten na volgens de peilingen, zelfs kans om naar de tweede ronde te gaan. Poutou en Arthaud van Lutte Ouvrière behalen samen ongeveer 2 tot 2,5% in de peilingen. Als ze hun achterban zouden oproepen om een kritische stem uit te brengen op Mélenchon zou dat het verschil kunnen maken in de eerste ronde. Maar dat doen ze niet. Willen deze sectaire organisaties vrije baan geven aan de nieuwe neoliberale aanvallen van Macron? Of de verantwoordelijkheid op hun schouders laden voor een desastreuze overwinning voor het extreemrechtse en racistische Front National van Le Pen? Dit heeft helemaal niets te maken met de ideeën en methodes van het marxisme, van Leon Trotski, of de ideeën die leidden tot de Russische revolutie van 1917.
De Russische revolutie van oktober 1917 was een breuk met het kapitalisme en het feodale grootgrondbezit. Ze vestigde, weliswaar kortstondig, een stelsel van arbeidersdemocratie met vrije verkiezingen in de bedrijven en kazernes met meerdere partijen, permanente afzetbaarheid van verkozenen, een maximale loonspanning van 1 op 4, … Dit proces werd doorkruist door het binnenvallen van meer dan 20 buitenlandse legers uit het “vrije” en “democratische” westen. In veel Europese landen bestond overigens nog geen echt algemeen stemrecht. In Rusland in de raden van arbeiders en soldaten wel. In België werd pas onder druk van de revolutionaire golf overgestapt naar algemeen enkelvoudig stemrecht, maar enkel voor mannen, in 1918.
Trotski bestreed vanaf 1923 de toenemende bureaucratisering, het onderdrukken van vrij debat binnen de Communistische Partij en het on-marxistische “socialisme in één land” van Stalin, wat de zucht naar binnenlandse privileges van de opkomende bureaucratie uitdrukte. Trotski richtte de Linkse Oppositie op om in te gaan tegen de totalitaire dictatuur van de nieuwe elite rond Stalin. Hij bekritiseerde de ideeën van klassenverzoening in de Chinese revolutie van 1925-27 van de stalinisten en hun samenwerking met vakbondsbureaucraten in Engeland die de strijd van de werkenden effectief zouden uitverkopen. Kortom: Trotski’s methodes belichaamden de verderzetting van het marxisme en de ideeën van de Oktoberrevolutie. Het stalinisme ontstond als conservatieve, rechtse en dictatoriale fractie, met de planeconomie als enige progressieve erfenis van de revolutie. Deze ontwikkeling was het gevolg van het geïsoleerd blijven van de revolutie in een cultureel en industrieel onderontwikkeld land.
Lenin en Trotski hadden, net als Marx en Engels, een gevoelige en zeker geen misprijzende benadering tegenover het heersende bewustzijn van de arbeidersklasse. Ze staken hun ideeën en programma nooit onder stoelen of banken, maar waren flexibel wat organisatorische methodes en tactieken betreft. Hun doel was steeds het door geduldige discussie en concrete campagnes winnen van een meerderheid van de werkende klasse voor socialisme.
De bolsjewieken – de Russische marxisten – verdedigden de arbeiders- en soldatenraden, de sovjets, tegen de rechterzijde, ook toen die nog in meerderheid achter de meer gematigde, reformistische stromingen stonden. Zoals in de strijd tegen de staatsgreep van Kornilov in augustus 1917. Ze boden de andere arbeiders- en boerenpartijen een eenheidsfront aan tegen de gemeenschappelijke tegenstrever – de burgerij en de tsaristische reactie – met volledige vrijheid binnen zo’n alliantie om de eigen standpunten en kritieken naar voren te brengen. Daarvoor al had Lenin in de April-stellingen opgeroepen om via de sovjets samen met de andere “socialistische” stromingen – de mensjewieken en sociaal-revolutionairen – de macht te grijpen en controle over de productie en de maatschappij te nemen. Het was het verraad van de mensjewieken en de rechtse SR’s rond de kwesties van land aan de boeren, stopzetting van de oorlog en een nieuwe democratische arbeidersstaat, gesteund door de boeren, die de meerderheid van de stemmen in de sovjets tegen eind september naar de bolsjewieken deed kantelen.
Begin jaren ’20 werden in veel landen Communistische Partijen gevormd, maar de sociaaldemocratie behield veelal nog een brede en actieve basis. In tegenstelling tot vandaag, waarbij deze partijen door deelname aan het neoliberale beleid zo goed als volledig “burgerlijke partijen” zijn geworden. De Communistische Partijen begonnen als kleine propagandacirkels, maar ontwikkelden in die revolutionaire periode snel tot kleine massapartijen met duizenden of zelfs tienduizenden leden en begonnen vakbondsstrijd te leiden. De sociaaldemocratie kon echter in veel landen nog rekenen op een massabasis van honderdduizenden of miljoenen leden, en was stevig verbonden met de vakbonden.
In de plaats van zich daarvan af te zonderen, stelde de Derde Internationale onder Lenin en Trotski voor om eenheidsfronten tussen de arbeiderspartijen – communistisch en sociaaldemocratisch – te vormen rond concrete eisen en doorheen brede acties voor betere lonen en condities. Op die manier konden de marxisten in actie de sociaaldemocratische werkenden overtuigen, meenden ze, van de nood aan een massapartij met een echt socialistisch programma. Lenin riep de marxisten in Engeland in 1920, tijdens een bijeenkomst van de Derde Internationale, ook op om gebruik te maken van de vrijheid van discussie binnen de Labour Party om als Communistische Partij lid te worden en de Labour Party kritisch te steunen in verkiezingen. En zich niet als “pure” maar inefficiënte sektaire partij daar tegenover te plaatsen en zo de meest strijdbare werkenden te isoleren van de brede lagen van de klasse. Hij riep op om op de sociaaldemocratische Labour Party te stemmen, met de nodige kritieken, zodat ze aan de macht zou komen en onder druk zou staan van een strijdbare basis die veel verder wilde gaan dan de burgerlijke leiders.
Marxisten zonderen zich niet af van de actieve, brede lagen van de werkende klasse. Ze richten zich daarop om de discussie over het meest efficiënte programma, eisen, tactieken en strategie aan te gaan. Op dezelfde manier richt de zusterpartij van LSP in Frankrijk, Gauche Révolutionnaire, zich op de massale campagne van Jean-Luc Mélenchon om suggesties te doen die de beweging kunnen vooruithelpen, te waarschuwen voor illusies en om een socialistische breuk met het kapitalisme te bepleiten. De NPA verdedigt in zijn programma het onder gemeenschapsbezit brengen van de sleutelsectoren van de economie. Dat is heel goed, maar de argumenten daarvoor horen te weerklinken in discussies binnen de massabeweging die Mélenchon creëerde. Niet erbuiten en in concurrentie ermee.
Nathalie Arthaud van Lutte Ouvrière stelde in een interview met de radiozender France Inter “als enige” het “communisme” te verdedigen. Dat doet Lutte Ouvrière vanop een politiek eiland en niet als deel van de massabeweging rond France Insoumise. Daar zou het argument moeten weerklinken dat hiermee niet een bureaucratische eenpartijstaat wordt bedoeld, maar een democratisch geplande economie en een meerpartijensysteem.
Sociale hervormingen binnen het kapitalisme?
Jean-Luc Mélenchon begon zijn politieke leven als jonge aanhanger van nog een andere trotskistische stroming, de zogenaamde Lambertisten. Ook zijn woordvoerder Alexis Corbière kreeg zijn politieke vorming in de rangen van deze organisatie. Beiden braken met deze groepering. Mélenchon werd een aanhanger van Francois Mitterand, die in 1981 president werd met de Parti Socialiste.
Werden de juiste lessen getrokken uit de ervaring met de reformistische regering van Mitterand? Dit is vandaag voor wie de neoliberale afbraak wil stoppen een belangrijke discussie. Mitterand voerde, aanvankelijk samen met de Parti Communiste, een beperkte nationalisering door van industriële bedrijven, banken en andere financiële instellingen. Naar schatting goed voor 3% van het BBP. In totaal was toen 8% van de economie “genationaliseerd” (zij het bureaucratisch en niet onder reële arbeiderscontrole). Daarnaast werden het minimumpensioen en de pensioenen in het algemeen opgetrokken, net als het kindergeld, het minimumloon, en werd de betaalde vakantie uitgebreid van 4 naar 5 weken. De werkweek ging van 40 naar 39 uren. Er werden tienduizenden jobs gecreëerd bij de overheid.
Die hervormingen waren nodig en in het belang van de werkenden. Maar aangezien de economische stimulans beperkt bleef, net als de nationaliseringen, en de verhoging van uitkeringen niet werd gekoppeld aan de overgang naar een democratische geplande economie bleef de inflatie hoog (meer dan 10%) en groeide de werkloosheid zelfs van 7,4% in ‘81 naar 10,1% in 1985. In 1981 was er een tweede olieschok die de prijzen omhoog joeg en vond er een kapitalistische wereldrecessie plaats. Aangezien Mitterand de hefbomen van de economie in private handen liet, kreeg hij de inflatie en werkloosheid niet onder controle. In 1983 maakte Mitterand – omwille van het falen van die Keynesiaanse, reformistische politiek – een drastische bocht naar een neoliberaal beleid. De lonen moesten inbinden, de investering in recent genationaliseerde bedrijven werd verlaagd en er vielen ontslagen bij de overheidsbedrijven.
Het investeringsplan in de economie dat Mélenchon vandaag voorstelt, is broodnodig om de werkloosheid te bestrijden. Er moet alles aan worden gedaan om dit plan door strijd af te dwingen. Maar zal hij de realisatie laten afhangen van goedkeuring door de Europese Centrale Bank? Zou het niet logischer zijn om dit te verbinden met de nationalisatie onder werknemerscontrole van de Franse banksector? Bovendien: als je het niet koppelt aan een mobilisatie van de massa van de bevolking voor de controle over de sleutelsectoren van de economie, als de investeringsbeslissingen in handen van het kapitaal blijven, dan kunnen dit soort stimulansplannen – Keynesiaanse vraagstimulatie – tot inflatie leiden en het idee dat “links” de economie niet kan beheren.
We denken dat het zeer nuttig zou zijn om een Grondwetgevende Vergadering van de massa’s bijeen te roepen en om permanente afzetbaarheid in te voeren van politici en leidinggevenden. Maar waarom dit niet verbinden aan een uitleg over de nood aan een democratische, socialistische maatschappij? De nood aan reële controle over de rijkdom en economie? Het belang van economische democratie in de bedrijven om echt “de pagina om te draaien” van de neoliberale afbraak? Mélenchon oogst veel succes met zijn oproepen voor een “radicale transformatie van de maatschappij” tijdens zijn meetings. Het is belangrijk om daarbij uit te gaan van een bewuste politiek van socialistisch internationalisme, aangezien de “soevereiniteit van Frankrijk” op kapitalistische basis volgens ons een illusie zal blijken te zijn.
Mélenchon wil de neoliberale EU “veranderen en als dat niet lukt verlaten.” Hij pleit voor een sociale en fiscale harmonisatie naar boven. Maar binnen een winstsysteem in crisis vrezen we dat dit niet haalbaar is. Zelfs geconfronteerd met het minimale herstelplan van het Griekse Syriza greep de EU naar de zwaarste en meest genadeloze middelen. Ze dreigde de Griekse banken droog te leggen en zo de hele economie te wurgen. Met een groot land als Frankrijk zal wellicht een andere toon worden aangeslagen. Maar we mogen niet de illusie hebben dat het kapitaal een breuk met de besparingspolitiek zal aanvaarden. Enkel een revolutionaire massastrijd kan die breuk maken. De werkenden in Europa zijn elkaars bondgenoten. We moeten opkomen voor een vrijwillige federatie van socialistische landen om de werkgelegenheid, de levensstandaard en het milieu te redden. Dit is de enige manier om een diepe crisis van het kapitalisme te vermijden wanneer de neoliberale EU onvermijdelijk uit mekaar valt.
De nood aan een democratische massapartij
In februari 2016 werden overal in Frankrijk comités van France Insoumise opgericht. Die organiseren honderdduizenden activisten. De campagne roept sympathisanten op om zelf stands te zetten op straat met het programma en ander materiaal. Los van het feit of Mélenchon de tweede ronde haalt of president wordt, zal de uitbouw van een democratische massapartij van de arbeidersklasse en jongeren cruciaal zijn. Bernie Sanders stelde in de VS die beslissing steeds uit en laat daardoor belangrijke kansen liggen. Het bestaan van een democratische, open en inclusieve massapartij in Frankrijk die de strijdbewegingen kan verenigen en richting geven, is van levensbelang om de krachtsverhouding met de heersende klasse op te bouwen. Moest Mélenchon kans maken om president te worden, dan mag de tegenstand en furie van de kapitalisten wereldwijd niet worden onderschat.
De patroons hebben niet enkel de media grotendeels in handen. Een linkse president die de rijkdom herverdeelt en de besparingspolitiek wil stoppen, zal het kapitaal raken waar het pijn doet: de winsten. Mitterand kreeg begin jaren ’80 te maken met kapitaalvlucht en aanvallen op de Franse munt. De beurzen en de Europese Centrale Bank kunnen een linkse regering onder zware druk zetten. Wat als de bazen de werkloosheid organiseren om sociale maatregelen te counteren? Een massapartij gebaseerd op vrije discussie, deelname aan de strijd in de bedrijven, scholen, wijken, etc. zal cruciaal zijn om hierop efficiënt te antwoorden. Een programma van democratische controle over de economie, de strijd voor een democratisch socialisme, zou het streven naar een “radicale transformatie” tastbaar kunnen maken, waar Mélenchons campagne zo’n frappante uitdrukking van is.
-
Protesteer tegen Le Pen. De crisis wordt niet veroorzaakt door migranten, maar door speculanten
De eerste ronde van de Franse presidentsverkiezingen vindt plaats op 23 april. De meeste peilingen geven aan dat Marine Le Pen van het extreemrechtse Front National naar de tweede ronde zal doorstoten. Dit zou nog maar de tweede keer zijn. Vijftien jaar geleden deed Jean-Marie Le Pen het zijn dochter voor. Waar vader Le Pen bijna openlijk de misdaden van het fascisme verdedigde, slaat Marine Le Pen een meer populistische toon aan. Daarmee slaagt het Front National erin bredere steun te vinden, ook bij industriearbeiders die tot werkloosheid veroordeeld worden.Tegen de achtergrond van een dalende levensstandaard en sociale afbraak met steeds meer tekorten, is het logisch dat het vertrouwen in de gevestigde partijen zoek raakt. Extreemrechts speelt daarop in door zich voor te doen als anti-establishment. De vooroordelen tegenover migranten en vluchtelingen gaan er gemakkelijk in: het is altijd makkelijker om naar beneden te schoppen in plaats van naar boven terug te vechten. Maar de tekorten in pakweg de gezondheidszorg zijn niet veroorzaakt door vluchtelingen. Er zijn geen middelen meer voor omdat alles al uitgedeeld werd aan de grote bedrijven.
Collectieve strijd voor een betere toekomst vestigt de aandacht op de echte verantwoordelijken voor de sociale problemen. Dat is waarom extreemrechts én ‘gewoon rechts’ allergisch zijn aan vakbondsprotest. Het is belangrijk om ons te organiseren en voor een alternatief op te komen. Zoniet dreigt het ongenoegen om te slaan in cynisme en desillusie. Dat is waar allerhande populisten op inspelen, ook om hun boodschap van verdeeldheid te versterken.
Het Front National is bewust dat het ongenoegen voortkomt uit de sociaaleconomische situatie. Marine Le Pen probeert stelselmatig ‘sociale’ elementen op te nemen in haar kiesprogramma. Zo pleit ze ervoor om de gehate arbeidswet in te trekken, wil ze het behoud van de vermogenstaks en een verhoging van het minimumloon. Sommige media besluiten daaruit dat Le Pen ‘economisch links’ zou zijn. Dat is nonsens. Het dunne laagje sociaal vernis dient slechts om een asociaal beleid te verbergen. Zo wil het FN het minimumloon verhogen door patronale bijdragen te schrappen en te vervangen door inkomsten uit belastingen. Die wil de partij bij de werkenden zoeken en niet bij de grote bedrijven.
Waar het FN echt voor staat, zien we in de gemeenten waar verkozenen van het FN het voor het zeggen hebben. Daar heersen verdeeldheid en repressie. Organisaties die opkomen voor de zwaksten en die meer rechten eisen, worden openlijk aangevallen. Zo werd ‘Secours Populaire’ (een armoedebestrijdingsorganisatie) in Hayange in de Moezelstreek uit zijn lokalen gezet. In Hénin-Beaumont (Pas-de-Calais) werden de subsidies voor de Mensenrechtenliga gestopt.
Het neoliberale beleid legt de basis voor het succes van Le Pen en Trump. Het is bijgevolg een illusie dat politici van het establishment een alternatief kunnen vormen op Le Pen. Net zoals Clinton niet in staat was om Trump te stoppen, kunnen we geen vertrouwen stellen in Macron of Fillon om de kiezers van Le Pen te overtuigen. Extreemrechts stop je niet met diegenen die de voedingsbodem ervoor creëren. Zoals Einstein opmerkte, is steeds hetzelfde doen maar een ander resultaat verwachten de definitie van waanzin.
Het wordt tijd om iets anders te doen: actief bouwen aan een sterke linkse kracht die zich consequent afzet tegen de gevestigde partijen. Een linkse kracht die niet alleen aanklaagt, maar ook openlijk opkomt voor een uitgewerkt alternatief op de besparingen en de afdankingen. Een linkse kracht die de hoop wekt om doorheen collectieve strijd met een massale betrokkenheid overwinningen te boeken.
Ondanks beperkingen biedt de campagne van Jean-Luc Mélenchon en France Insoumise (zie ons dossier) veel mogelijkheden om linkse antwoorden te populariseren. Het is door een brede beweging van sociaal verzet op te bouwen op straat, in de wijken, in de bedrijven, op de scholen, … dat we racisme, seksisme en homofobe vooroordelen kunnen afblokken.
- De dag na de eerste ronde van de Franse presidentsverkiezingen organiseren de Actief Linkse Studenten protestacties tegen extreemrechts in Bergen, Namen en Brussel. Langs Nederlandstalige kant ondersteunen we de actie in Brussel: maandag 24 april om 18u30 op het Muntplein.
- Exact een maand later is er het bezoek van Trump aan ons land. Er is een breed platform van organisaties die een grote protestbetoging organiseren. ALS neemt deel aan dit platform.
-
Mélenchon en France Insoumise: welk programma voor verandering?
Foto: Parti de GaucheHet minste wat je kan zeggen, is dat de dynamiek van de campagne ‘France Insoumise’ indrukwekkend is. Op het internet gaan presidentskandidaat Jean-Luc Mélenchon en zijn campagne viraal, zijn kanaal op YouTube heeft meer dan 240.000 volgers. Het ‘reële leven’ moet niet onderdoen: de oproep om in Parijs te betogen om het begin van de Commune van Parijs uit 1871 – de “eerste aanzet tot een sociale republiek” – te herdenken, werd opgevolgd door maar liefst 130.000 mensen.
Dossier door Stéphane Delcros en Nicolas Croes
In februari 2016 werden comités van ‘France Insoumise’ opgezet. Vandaag organiseren die bijna 300.000 militanten die via hun deelname aan de comités een rol speelden in de uitwerking van het programma van de campagne. Er was een grote bijeenkomst van ‘France Insoumise’ in oktober 2016 om dit programma te finaliseren. Op 1 december verscheen het boekje “L’avenir en Commun” met 83 voorstellen van ‘France Insoumise.’ Het boek wordt verkocht aan 3 euro en de eerste 50.000 exemplaren vlogen de deur uit. In de eerste week reeds stond het op de negende plaats van de best verkochte boeken in Frankrijk. Ondertussen zijn er meer dan 100.000 van verspreid.
Het succes van Mélenchon beperkt zich niet tot de boekhandels. Zoals bij zijn kandidatuur in 2012 nodigen Mélenchon en ‘France Insoumise’ alle sympathisanten aan om zelf actief te worden, politieke stands te zetten op straat en op de markten (of om gewoon voor de eigen deur een tafeltje met informatie te plaatsen), om collega’s en vrienden aan te spreken, … In 2012 kregen alle aanwezigen op zijn meetings al een ‘militantenkit’ met enkele pamfletten, affiches, … Mélenchon stelde toen: “Mijn team houdt zich liever bezig met de gevolgen van actie dan met die van gebrek aan actie.” Deze benadering is gericht op het omzetten van de passieve steun in een actieve betrokkenheid. Dit is erg belangrijk om te komen tot een linkerzijde die hoop geeft en daarmee ingaat tegen zowel het Front National als de gevestigde partijen. Het is niet uitgesloten dat ‘France Insoumise’ in de eerste ronde van de presidentsverkiezingen de PS zal inhalen. Dit zou de discussies en initiatieven voor een radicale hertekening van het verzet tegen het besparingsbeleid versterken.
Wij steunen de campagne van ‘France Insoumise’, al hebben we zeker ook kritieken. De programmavoorstellen zijn een stap in de goede richting. Ze dragen bij tot de noodzakelijke bewustmaking van de Franse werkenden en jongeren na jaren van desillusies, wanhoop en afkeer. Deze benadering wordt verdedigd langs de verschillende kanalen waarover ‘France Insoumise’ beschikt: niet alleen de stands en fysieke campagnemomenten maar ook op sociale media. Daardoor worden ook lagen die zich de afgelopen jaren van de politiek afkeerden bereikt. Mélenchon en zijn rechterhand Alexis Corbière waagden zich zelfs in het milieu van de liefhebbers van videogames met een kritiek op “Assassin’s Creed Unity” omwille van het erg onvolledige beeld op de Franse Revolutie. Tegelijk erkenden ze de grafische sterkte van de game.
Een investeringsplan voor sociale en ecologische behoeften

Solidariteit tegen de angst
“We moeten op de bevolking rekenen; op haar intelligentie, humor, spot en haar finesse om te overtuigen en aan te leren. We moeten immers overtuigen en aanleren. We moeten weg uit het duister, (…) de angst achter ons laten, de angst die nog de enige nieuwe sociale band is die rechts aanbiedt om de bevolking bijeen te brengen. (…) Vroeger was de grote sociale band die van de solidariteit, van de verbroedering en niemand vond dat fout, zelfs niet wie rechts was. Inhaligheid werd gezien als een smet; vandaag wordt het gezien als de belangrijkste motor van activiteit. Iedereen wordt aangemoedigd om zijn persoonlijk egoïsme te ontwikkelen als een vorm van zelfbevestiging.”
-L’Avenir en CommunIn zijn inleiding op ‘L’Avenir en Commun’ stelt Mélenchon: “In onze ogen zijn de ecologische behoeften, de sociale ramp en de ontsporing van de democratie de drie gezichten van eenzelfde realiteit. We verstikken onder het bewind van het financiewezen. Het financiewezen regeert de wereld met zijn onverzadigbare hebzucht, zijn absurde zekerheid dat enkel de particuliere belangen legitiem zijn, dat alles kan gekocht en verkocht worden, dat de vrije handel van koopwaar en het ongecontroleerde kapitaalverkeer de beste organisatoren van alle menselijke activiteit zijn. Dat is wat de planeet en de mensen kapot maakt. En het ergste van al is dat de heerschappij van het financiewezen een einde maakt aan de fantastische capaciteiten van mensen om samen te werken om hun problemen op te lossen, wat wij democratie noemen.”
Wat moet er dan gebeuren? ‘France Insoumise’ stelt dat het nodig is om “een bijeenkomst te houden van vertegenwoordigers die nooit eerder in een parlement verkozen werden om een nieuwe grondwet te schrijven,” die van de Zesde Republiek. Er wordt ook gepleit voor een “ecologische planning” om te komen tot een “wereldwijde verandering van onze manier van productie, handel en consumptie in harmonie met de natuur waarvan we deel zijn.” Dit moet gebaseerd zijn op niet-industriële landbouw, visvangst aangepast aan het milieu en een overgang naar 100% hernieuwbare energie. ‘France Insoumise’ pleit verder onder meer voor investeringen in onderwijs, uitstap uit de NAVO, … Dat alles is gebaseerd op een “verregaande en methodologische reorganisatie van het gebruik en de verdeling van de geproduceerde rijkdom (…) tegen het misbruik van geplande veroudering, stimulansen voor onverantwoordelijke consumptie en een schadelijke voedingswijze. Een meer gelijke samenleving is noodzakelijk om iedereen mogelijkheden te geven om zijn persoonlijk potentieel te ontwikkelen, maar ook om een einde te maken aan het model van arrogantie, accumulatie en opzichtelijke consumptie, een model dat even immoreel als schadelijk is.”
Om daartoe te komen, stelt het programma voor om een progressief belastingstelsel in te voeren met veertien belastingschijven. Ook wordt gepleit voor een maximale loonspanning van één op twintig: het hoogste loon mag maximaal 20 keer het laagste bedragen. Verder een vermindering van de arbeidstijd als gevolg van de automatisering en de technologische vooruitgang, waarbij de wekelijkse, maandelijkse en jaarlijkse arbeidstijd afneemt, alsook de duurtijd van een professionele loopbaan. ‘France Insoumise’ wil een beperking van de rechten van het kapitaal in functie van de duurtijd van investeringen of nog de vestiging van democratie in de bedrijven.
Ambitieus links programma dat niet ver genoeg gaat
Al deze eisen vormen een bijzonder interessante oefening om een links programma uit te werken met zowel directe eisen als perspectieven op langere termijn. Het ontbreekt ons aan ruimte om in te gaan op de details van dit project en de becijfering ervan.
De becijfering van het programma vertrekt in essentie van het idee van de “Keynesiaanse vermenigvuldiging” waarbij ervan uitgegaan wordt dat de geïnvesteerde middelen leiden tot meer economische activiteit en dus meer publieke inkomsten. Het IMF schat dat elke euro publiek geld die in de reële economie geïnvesteerd wordt 2 tot 3 euro oplevert aan economische activiteit en publieke inkomsten. De economen van ‘France Insoumise’ vertrekken van een “voorzichtige hypothese” van een opbrengst van 1,4 euro per geïnvesteerde euro. Ze stellen dat ze in het algemeen erg voorzichtig waren en zelfs een aantal ‘zekere inkomsten’ niet meegerekend hebben.
Een beperking van deze berekeningswijze is dat er een tendens is om de overproductiecrisis van het kapitalistische systeem te ontkennen. Alles wordt herleid tot onderconsumptie als gevolg van de lage lonen. De crisis van het kapitalistisch systeem is echter veel omvattender, het beperkt zich niet tot die onderconsumptie. De koopkracht verhogen is erg belangrijk, maar dat kan niet alles oplossen. Het is het volledige economische systeem dat moet veranderd worden, niet enkel de meest zichtbare uitwassen ervan.
Economie is geen wiskunde, maar hangt af van krachtsverhoudingen
Om het programma van ‘France Insoumise’ te financieren, wordt ook gepleit voor een “fiscale revolutie.” We delen de vaststelling dat de rijksten vandaag steeds gespaard worden en amper bijdragen aan de middelen van de gemeenschap. Elke ervaren militant weet echter uit ervaring dat op de minste dreiging om de rijksten en de grootste bedrijven meer te laten bijdragen, wordt geantwoord met de dreiging van kapitaalvlucht. Als ‘France Insoumise’ het heeft over de financiën op orde stellen, worden heel veel zaken aangehaald. Maar wat niet aan bod komt, is de nationalisatie van de banken onder democratische controle en beheer. Hoe zou het mogelijk zijn om het kapitaal te controleren en een kapitaalvlucht naar belastingparadijzen te stoppen zonder een dergelijke nationalisatie?
Hetzelfde geldt voor de maatregelen die de controle van de werkenden op de bedrijven moeten versterken of de maatregelen om collectieve afdankingen te stoppen. We zijn niet tegen die voorstellen, maar de reacties van de werkgevers zijn steeds dezelfde: dreigen met delokaliseren, een investeringsstaking organiseren of nog de economische activiteit saboteren. Het voorbeeld van Griekenland heeft aangetoond dat het kamp van het kapitaal liever het risico van een economische ramp neemt dan dat het een alternatieve linkse politiek een kans geeft. Dit stelt de noodzaak van de nationalisatie onder arbeiderscontrole van de bedrijven die willen overgaan tot collectieve afdankingen of delokalisaties. Ook is er nood aan een controle op kapitaalbewegingen en een overheidsmonopolie op buitenlandse handel.
Europese Unie: een onmogelijk ‘Plan A’
We denken dat het een illusie is om de bestaande Europese Unie te veranderen. De EU is sinds haar ontstaan een instrument in handen van de heersende klasse om haar belangen te verdedigen. Behalve het gebrek aan democratie zit ook het neoliberalisme in het DNA van de EU.
Mélenchon gaat gelukkig verder dan de visie die bekend staat als “links Europeanisme”, een stroming die staat voor een geleidelijke verandering van de EU van binnenuit op basis van linkse overwinningen in verschillende lidstaten. Hij pleit dan wel voor een Europese samenwerking met andere krachten die zich tegen het besparingsbeleid verzetten, maar dit ‘Plan B’ van een exit uit de EU gaat niet ver genoeg. Er moet niet alleen gebroken worden met dit ‘Europa van het kapitaal’, we moeten ook stappen zetten in de opbouw van een Europa van de werkenden met een socialistisch programma gebaseerd op mobilisatie van onderuit om de macht van de heersende klasse te betwisten. We moeten van bij het begin deze noodzaak uitleggen, zelfs indien dit vandaag nog niet volledig begrepen wordt door bredere lagen van de bevolking.
Rond de publieke schulden is het perfect redelijk en rationeel om een “burgeraudit” te eisen die “moet bepalen welk deel van de publieke schulden niet legitiem is met het oog op een onderhandelde herschikking (gespreide betaling, lagere rente, gedeeltelijke annulering).” We mogen echter niet vergeten wat er in Griekenland gebeurd is. Een audit heeft enkel zin als hulpmiddel om de werkenden bewust te maken en te mobiliseren in de richting van een weigering om schulden die niet de onze zijn verder af te betalen.
Voor een plan om de sleutelsectoren te nationaliseren
Het programma van ‘France Insoumise’ gaat in op de noodzaak van nationaliseringen. Maar dit gebeurt slechts gedeeltelijk: er wordt nooit voorgesteld om een volledige sector in publieke handen te brengen, het blijft beperkt tot enkele sleutelbedrijven of tot een ‘publieke pool’. We hebben nochtans nood aan een democratisch beheer en controle van de werkenden en de gemeenschap op de productie in alle sleutelsectoren van de economie. De nationalisatie van de volledige financiële sector en het opzetten van een publieke kredietsector is de enige oplossing om het kapitaal te kunnen controleren en om te vermijden dat het de kapitalisten zijn die de investeringen controleren.
De sleutelsectoren van de economie (banken, financiewezen, telecom, staal, petrochemie, …) moeten volledig genationaliseerd worden zonder schadeloosstelling van de bestaande eigenaars/aandeelhouders, tenzij op basis van bewezen behoeften. Het is het enige efficiënte antwoord op de dreiging van delokalisatie vanwege grote werkgevers. Zonder dergelijke antwoorden kan de ‘Zesde Republiek’ waar Mélenchon voor oproept wel eens hetzelfde lot ondergaan als Syriza dat in Griekenland ook met een anti-besparingsprogramma aan de macht kwam.
Voor systeemverandering, voor een democratisch socialistische samenleving
Het project van de Zesde Republiek heeft als verdienste dat het huidige systeem in vraag wordt gesteld en daarmee ook de instellingen die de dominantie door de heersende klasse beschermen. Er worden een reeks voorstellen aan gekoppeld gericht op een breuk met het systeem, maar daarbij durft Mélenchon niet ver genoeg gaan.
Waarom dit schitterende project van ecologische planning niet toepassen op de volledige economie? Een democratisch geplande economie kan de productie afstemmen op wat nodig is voor de reële behoeften van de overgrote meerderheid van de bevolking en van de planeet.
We moeten de discussie aangaan over een ander economisch stelsel: een samenleving zonder uitbuiting en winsthonger. Kortom, een democratisch socialistische samenleving. Het is de enige manier om te vermijden dat een handvol superrijken alle touwtjes in handen heeft om de eigen belangen te verdedigen. Het gebrek aan durf rond een alternatieve samenleving die niet alleen ingaat tegen de “financiële oligarchie” maar ook tegen het kapitalisme zelf, leidt in het programma van ‘France Insoumise’ volgens ons tot andere zwakheden, zoals het terugplooien op de “soevereine natie” of het idee van een “nieuwe andersglobalistische alliantie van volkeren om ons volle gewicht in te zetten voor een wereld rond de gemeenschap van naties die de VN vormt.”
Om tot verandering te komen, moeten we ons organiseren en mobiliseren!
Een van de grootste sterktes van de campagne ‘France Insoumise’ is de nadruk op mobilisatie en het actief betrekken van bredere lagen van werkenden en jongeren rond een gezamenlijk project. Militanten van LSP namen reeds meermaals deel aan activiteiten van ‘France Insoumise’, zo ondersteunden we de tussenkomst van onze Franse zusterorganisatie Gauche Révolutionnaire tijdens de actie van 18 maart. We zagen daar hoe ‘France Insoumise’ een ruimte voor discussie opent.
Zoals Gauche Révolutionnaire schrijft: “Elke dag gaan duizenden werkenden in staking of actie. Die strijd gaat onverminderd door, zelfs indien de media er niet over bericht. De woede is groot, er is niet alleen berusting. Ook hiervoor kunnen we de campagne van Mélenchon gebruiken: om die strijd aan te moedigen en een politiek perspectief te geven. We kunnen onze stem gebruiken om onze klasse te verenigen rond een kandidaat die opkomt voor een radicaal ander beleid dan de gevestigde politici. Om een efficiënt verzet op te bouwen tegen het besparingsbeleid en om te strijden tegen het kapitalistische systeem, moeten we georganiseerd zijn. Het ontbreekt ons aan een echte strijdbare kracht, een massapartij die op democratische wijze niet alleen spreekt over het veranderen van dit ondemocratische en onrechtvaardige systeem, maar ook actief opkomt voor een samenleving zonder uitbuiting en winsthonger, voor een democratisch socialistische samenleving. Zo’n strijdpartij zou meteen ook een groot probleem vormen voor het Front National. Om de kapitalisten te stoppen en de voorstellen van Mélenchon te realiseren, is een strijdbeweging nodig, mogelijk met algemene stakingen, waarin alle werkenden en jongeren betrokken worden. De verkiezingscampagne kan dit mee voorbereiden.”
[divider]
Enkele voorstellen van ‘France Insoumise’
Democratie op de werkvloer en nieuwe sociale rechten voor werkenden
- Nieuwe controlerechten voor de bedrijfscomités die ook controle moeten uitoefenen op de boekhouding van het bedrijf
- Werknemers moeten het recht krijgen om een motie van wantrouwen te stemmen tegen bedrijfsleiders of tegen strategische projecten van het bedrijf
- Versterking van de mogelijkheden om in te gaan tegen afdankingen met het recht op een schorsend veto in de bedrijfscomités.
Een plan van economisch herstel en jobcreatie in functie van een ecologische transitie
- 100 miljard euro bijkomend in de economie pompen voor ecologisch en sociaal nuttige investeringen
- Alle publieke steun en belastingverlagingen voor bedrijven moeten bevroren worden om de efficiëntie ervan te evalueren. Intrekking van alle steun aan asociale en on-ecologische maatregelen.
Diverse voorstellen
- Opzetten van publieke bedrijven op vlak van energie en transport
- Bouw van 200.000 sociale woningen per jaar gedurende vijf jaar met inachtneming van ecologische normen
- Verbod op uithuiszettingen zonder nieuwe huisvesting
- Doelstelling van nul daklozen: iedereen moet toegang hebben tot noodopvang, huisvesting en duurzame begeleiding
- Gratis toegang tot de hoeveelheid water, elektriciteit en gas die nodig is voor een waardig leven. Verbod op het afsluiten van de waterbevoorrading
- Verbod op patenten voor al wat leeft, strijd tegen de biopiraten!
- Geen GGO’s, geen schadelijke pesticiden en een onmiddellijk verbod op de meest gevaarlijke vormen ervan.
- 100% terugbetaling van voorgeschreven gezondheidszorg, waaronder kosten voor tandheelkunde, oog- en gehoorkunde, verlaging van de kosten voor brillen en hoorapparaten.
- Heropbouw van een publieke gezondheidszorg, afschaffing van de prestatiegeneeskunde en intrekking van de afbouw van het aantal bedden en personeelsleden. Een meerjarenplan voor een groter aantal dokters, verplegers, zorgkundigen en administratief personeel in de zorg.
[divider]
Hoe kwam het programma van ‘France Insoumise’ tot stand ?
‘L’Avenir en Commun’ vertrok van het programma ‘L’Humain d’abord’ dat Mélenchon in 2012 verdedigde in de presidentsverkiezingen. Toen Mélenchon in februari 2016 zijn kandidatuur voor de presidentsverkiezingen van 2017 aankondigde, werd dit programma geactualiseerd onder leiding van de juriste Charlotte Girard en de econoom Jacques Généreux.
Tussen februari en augustus 2016 werden ongeveer 3.000 bijdragen ingediend via de website jlm2017.fr. Die werden gelezen en samengevat door een ploeg van een 20-tal rapporteurs die elk voor enkele thema’s instonden. Vervolgens waren er 16 hoorzittingen met diverse onderzoekers, technici en militanten. Verder kwamen er ook bijdragen van de politieke krachten die de campagne van Mélenchon ondersteunen. Tenslotte was er op 16 oktober 2016 een nationale conventie waarop het programma werd afgewerkt.
Zoals de nationale organisatoren van ‘France Insoumise’ opmerken, is dit geen eindpunt. “Deze tekst sluit de discussie niet af, het geeft er een nieuwe impuls aan.” Het programma van 2017 zet op een aantal punten grote stappen vooruit (we denken onder meer aan de voorstellen rond ecologie). We hopen dat er in de toekomst ook meer duidelijkheid zal komen rond de punten die we in dit dossier aanbrengen.
-
Na Donald Trump in de VS, Marine Le Pen in Frankrijk?
Vorig weekend ging er veel aandacht naar de meeting van Marine Le Pen in Lyon. Zij kreeg echter amper een duizendtal militanten op de been. Mélenchon hield op hetzelfde ogenblik eveneens in Lyon een meeting. Daar waren er 12.000 aanwezigen. Gauche Révolutionnaire was er bij met een stand en de krant ‘L’Egalité’ waarvan er meer dan 70 verkocht werden.In november publiceerde Le Figaro een artikel onder de titel: “Na Trump, Marine Le Pen in het Elysée? De politieke klasse raakt ongerust.” Met de Brexit en de overwinning van Trump begint het politieke establishment in Europa en de rest van de wereld inderdaad te panikeren. Het succes van Le Pen is niet te verklaren zonder het falen van de gevestigde partijen.
Artikel door Nicolas M. (Brussel) uit maandblad ‘De Linkse Socialist’
Diskrediet gevestigde partijen
De PS-regering voerde een beleid ten dienste van de rijken en de werkgevers. De wet-El Khomri of de arbeidswet maakt afdankingen makkelijker, zorgt voor een langere werkweek en schaft verschillende maatregelen ter bescherming van de arbeidsvoorwaarden af. Zo worden onder meer de mogelijkheden van zondagwerk uitgebreid. Tegenover het enorme sociaal verzet kwam er alleen meer repressie.
Fillon van de Republikeinen wil op vijf jaar tijd 100 miljard euro besparen in de openbare uitgaven, de 35-urenweek afschaffen, de pensioenleeftijd optrekken tot 65 jaar, de sociale zekerheid afbouwen, … De eerste prioriteit van Fillon is de “bevrijding van de economie” waarbij hij openlijk naar Thatcher verwijst. Fillon staat voor een oorlog tegen de jongeren, werkenden en vakbondsmilitanten.
Met het bilan van een asociale regering en een rechtse oppositie die nog agressiever wil besparen, kan elke andere kandidaat zich sociaal voordoen. Zo verklaarde Le Pen op 9 januari: “Ik verbind me ertoe om niet te knippen in de middelen voor de gezondheidszorg en verzet me ten stelligste tegen de privatisering van de gezondheidszorg.”
FN: afkeer tegen gevestigde partijen en het Trump-effect
De meeste peilingen plaatsen Marine Le Pen in de tweede ronde. Op RTL stelde Le Pen: “Donald Trump staat in de VS voor een economisch patriottisme dat ik ook in Frankrijk wens door te voeren.” Zal dit protectionisme de Franse werkenden en hun gezinnen vooruitgang bieden?
Naast racisme en seksisme draait het project van het FN echter volledig rond de belangen van de werkgevers. Het racistische gif wordt gebruikt om de werkenden te verdelen en de aandacht af te leiden van de agenda gericht op de belangen van de rijksten. Waar het FN aan de macht is, wordt tot harde besparingen en het schrappen van subsidies overgegaan. Door zich te richten tegen de meest kwetsbare migranten, maakt het FN het de bazen makkelijker om deze laag van de bevolking onwaarschijnlijk slechte arbeidsvoorwaarden op te dringen waarmee de voorwaarden en lonen van alle werkenden onder druk gezet worden.
“France Insoumise” van Mélenchon
De beweging rond de kandidatuur van Mélenchon heeft al meer dan 170.000 aanhangers verzameld. Er zijn campagnekits die sympathisanten in hun omgeving kunnen gebruiken, onder collega’s of familie. “L’Avenir en Commun” (“Onze gemeenschappelijke toekomst”), het programmaboek van Mélenchon, is één van de meest verkochte boeken van de voorbije maanden. Dit programma is het resultaat van collectieve discussies rond verschillende thema’s. Duizenden mensen werden daarbij betrokken, onder meer bij verenigingen en in de vakbonden. Op 18 maart, de herdenking van het begin van de Commune van Parijs in 1871, wordt een betoging in Parijs gehouden als onderdeel van de opbouw van de campagne en van steuncomités doorheen het land. Volgens de peilingen kan Mélenchon de kandidaat van de PS voorbijsteken.
“Volgens ons zijn de ecologische problemen, de sociale ramp en de ontsporing van de democratie drie gezichten van dezelfde realiteit. We worden verstikt onder de heerschappij van het financiewezen.” Vanuit een dergelijk vertrekpunt is het mogelijk om een brede steun onder jongeren en werkenden op te bouwen. De deelname van Mélenchon aan de solidariteitscampagne met de vervolgde syndicalisten van Goodyear wijst op het klassenkarakter van zijn campagne. Het programma van Mélenchon geeft kritiek op de gevolgen van het kapitalisme zoals de privileges van de top en de groeiende ongelijkheid. Maar het is nog geen radicaal alternatief met als doel om een einde te maken aan dit rotte systeem.
De campagne haalt uit naar het financiewezen dat de arbeidersklasse “verstikt”, maar er zijn geen eisen die de dictatuur van het kapitaal fundamenteel uitdagen. Er wordt gesproken over een grotere controle op de sector en de creatie van een “publieke pool.” Maar over de nationalisatie onder democratische controle van de gemeenschap wordt gezwegen. Het is moeilijk om te controleren wat we niet bezitten. Een volledig publieke financiële sector zou een schitterende hefboom zijn om tot een echte herverdeling van de rijkdom te komen met onder meer een massaal programma van publieke investeringen die antwoorden op de vele tekorten en de andere progressieve elementen die de campagne van Mélenchon naar voor schuift. Gauche Révolutionnaire, onze Franse zusterorganisatie, steunt de campagne van Mélenchon en verdedigt erbinnen haar specifieke benadering.
-
Frankrijk. Tegen Fillon, de PS en het FN: stem Mélenchon

Mélenchon Hieronder de verklaring van Gauche Révolutionnaire, onze Franse zusterorganisatie, over haar deelname aan de campagne ‘France Insoumise’ (Frankrijk staat op) en de stemoproep voor Mélenchon. Terwijl miljoenen mensen werkloos zijn, dagelijks vechten om te overleven en de openbare diensten afgebouwd worden, zien we een mediacircus rond de presidentsverkiezingen van 2017 dat zich bij het lijstje van afstootwekkende zaken voegt. We mogen ons daar niet bij neerleggen en moeten in verzet gaan zodat we het beleid van de PS, Les Républicains of het FN niet langer moeten ondergaan. We moeten ons voorbereiden op strijd.
Sommigen denken dat het beter is om zich te onthouden en via die weg hun afkeer tegen deze parodie op een democratie te tonen. De afwezigheid van massale betogingen of van een duidelijke oproep van een brede politieke kracht onder de jongeren en werkenden maakt dat een onthouding vooral een passief gegeven is waar de politieke leiders van zowel de rechterzijde, de PS als het FN niet van wakker liggen.
De beloften om ons het leven zuur te maken
Het leven van gewone werkenden zal er niet op verbeteren onder Fillon, Valls of Le Pen. De samenleving zal er evenmin rechtvaardiger op worden.
De rechterzijde en de PS (en zijn bondgenoten) zijn verantwoordelijk voor de huidige sociale ramp. Fillon was premier. Hij heeft de aanval op de pensioenen in 2010 doorgevoerd. Hierdoor gingen de pensioenen erop achteruit, werden ouderen tot werkloosheid veroordeeld en moeten anderen werken tot ze erbij neervallen. Fillon belooft om de werkloosheid aan te pakken… door 500.000 jobs in de publieke sector te schrappen of nog door iedereen te verplichten om langer te werken voor een lager loon (39 uur werken, 35 betaald krijgen). Verder wil hij onder meer de BTW verhogen.
Het bewind van Valls-Hollande heeft geleid tot 5 miljoen werklozen, dat zijn er 1,2 miljoen meer dan in 2012. Er zijn tientallen miljarden cadeau gedaan aan de superrijken en de multinationals die blijven jobs schrappen (Air France, La Poste, Peugeot, SFR, Sanofi, …) terwijl ze miljarden winsten boeken. Het FN beweert anders te zijn, maar dat is een illusie. Le Pen beweert te spreken in naam van het ‘volk’ terwijl haar eigen familie uit miljonairs bestaat. Alle leiders van het FN zijn carrièristen die hun verkozen posities cumuleren zoals bij de rechterzijde en de PS. In de steden waar het FN aan de macht is, wordt de aanval ingezet op hulpverlening aan de armsten. Het FN spreekt zelfs niet over loonsverhogingen, de partij wil zich vooral niet tegen het kapitalisme richten. De doelwitten van extreemrechts zijn de zwaksten: migranten, jongeren, … Wat het FN wil is verdeeldheid onder de werkenden, wat enkel de rijksten ten goede komt.
Onze revolte tegen dit systeem naar voor brengen
Waar de gevestigde partijen vooral bang van zijn, is dat wij ons ongenoegen laten zien in een campagne voor een kandidaat die zich volledig tegen hun beleid keert, die het jobverlies in de publieke sector verwerpt en die opkomt voor loonsverhogingen, meer sociale zekerheid en betere pensioenen. Zo’n kandidaat die miljoenen stemmen haalt, is een probleem voor het establishment. Dat is waarom Gauche Révolutionnaire oproept om voor Mélenchon te stemmen. Zo kunnen we al wie genoeg heeft van het kapitalisme, de winsthonger en de uitbuiting bijeenbrengen.
Dat is essentieel om het verzet te organiseren als Fillon de presidentsverkiezingen wint. Door de belangen van brede lagen van de bevolking te verdedigen, is de campagne van Mélenchon ook een middel om de stem voor Le Pen te counteren waar zij zich probeert te baseren op de woede tegen de PS en de Républicains.
De kandidatuur van Mélenchon kan een belangrijke hefboom zijn, zelfs indien er meningsverschillen zijn met hem en zijn campagne. Maar hij verdedigt loonsverhogingen, pensioen op 60 jaar, hij eist dringende maatregelen tegen de ecologische rampspoed en verdedigt een geplande economie die rekening houdt met de natuurlijke middelen en die niet gericht is op de winsthonger. Het programma van Mélenchon verzet zich tegen het Europa van het kapitaal. De campagne verzet zich tegen het cumuleren van politieke mandaten en vraagt stemrecht vanaf 16 jaar. Dat zijn positieve elementen waar wij nog aan zouden toevoegen dat verkozenen niet meer mogen verdienen dan het gemiddelde loon van een geschoolde werknemer en dat verkozenen afzetbaar moeten zijn door wie hen gekozen heeft.
Als miljoenen mensen deze kandidatuur steunen, dan kan dit vertrouwen geven aan al wie genoeg heeft van deze onrechtvaardige samenleving.
We zullen verder moeten gaan in het aanvallen van de macht van de multinationals, banken en grote aandeelhoudersgroepen. Een verkiezingscampagne is slechts een manier om de discussie over onze eisen en voorstellen tot strijd tegen het kapitalisme te voeren. Tegen de dictatuur van de multinationals verdedigt Gauche Révolutionnaire de nationalisatie van de volledige financiële sector (banken, verzekeringen, immobiliëngroepen, …) en andere sleutelsectoren van de economie. We eisen de nationalisatie onder democratische controle van de werkenden en de bevolking. Het zou het mogelijk maken om investeringen te financieren om miljoenen jobs te creëren in de publieke sector, voor het milieu of voor sociale behoeften.
Nood aan massale politieke kracht van werkenden en jongeren
De strijd tegen de arbeidswet toonde het aan: we zijn met miljoenen en hebben genoeg van het kapitalisme en de dictatuur van winst en uitbuiting. Sinds de lente hebben miljoenen mensen deelgenomen aan de acties tegen de lage lonen, de slechte arbeidsvoorwaarden, de dictatuur van de bazen. Maar we zagen ook dat ons kamp onvoldoende georganiseerd is, we zijn er niet in geslaagd om de arbeidswet tegen te houden ook al was 70% van de bevolking ertegen. Er is nood aan een massale politieke kracht, een nieuwe partij van werkenden, jongeren, gepensioneerden, … om de strijd mee te organiseren en in te gaan tegen de propaganda van het kapitalisme. Een partij die bovendien ingaat tegen racisme, seksisme, homofobie en elke vorm van discriminatie.
We moeten de campagne en de beweging rond Mélenchon gebruiken om strijd rond sociale, ecologische en democratische eisen te versterken en mee op te bouwen. Er zijn wekelijks honderden stakingen in het land die nood hebben aan een politieke en militante ondersteuning.
Dat is wat wij in deze campagne naar voor willen brengen en waarvoor we steun vragen. Tegenover Fillon en de anderen is er nood aan een campagne die vastberaden de strijd aangaat tegen elke maatregel die ze willen opleggen. Er zal een harde strijd nodig zijn, wellicht een algemene staking, waarin we de kracht van de werkenden en jongeren laten zien op een ogenblik dat ze samen strijden.
Door de campagne voor Mélenchon op te bouwen, kunnen we die mensen bereiken en beginnen met de opbouw van een nieuwe politieke kracht tegen het kapitalisme en tegen de gevestigde partijen.
Binnen het kapitalistische systeem is er geen oplossing mogelijk, dit systeem put de natuur uit, veroordeelt miljoenen mensen tot ellende en dit om een handvol superrijken nog rijker te maken. Er is geen oplossing in dit systeem dat leidt tot oorlogen om olie of andere grondstoffen en die zich vervolgens keert tegen vluchtelingen en migranten die proberen te overleven.
Het kapitalisme moet weg, het moet vervangen worden door democratisch socialisme zodat de economie kan gericht worden op de behoeften van iedereen, zodat een einde kan gemaakt worden aan discriminatie, dat jongeren een toekomst kunnen uitbouwen en zodat er een democratische samenleving mogelijk wordt. Dat is waar Gauche Révolutionnaire voor opkomt.
-
“Merci Patron.” Film die zin geeft in de klassenstrijd
Het is altijd leuk als een film die met weinig middelen gemaakt werd alsnog een groot succes kent. De film ‘Merci Patron’ van François Ruffin is zo’n film. Ruffin was gekend als journalist, stichter van het satirische blad Fakir, medewerker van de Monde Diplomatique en een radioprogramma. Nu zet hij zijn eerste stappen in de filmwereld. Met amper 150.000 euro werd ‘Merci Patron’ gemaakt, doorgaans kost een documentaire minstens het dubbele. Eind mei had de film in Frankrijk de kaap van de 500.000 kijkers overschreden.Artikel door Simon (Luik)
Het verhaal van ‘Merci Patron’ komt bekend voor. Het gaat om een gezin van werklozen, Serge en Jocelyne Klur, die afgedankt werden door de groep LVMH (eigendom van de rijkste Fransman, Bernard Arnault) en nu amper nog rondkomen. Hun huis zal verkocht worden als gevolg van een onhoudbare schuldenberg. De auteur stelt hen een plan voor om Arnault te chanteren. Tegen de verwachtingen in lukt het nog ook. De Klurs doen alsof ze een campagne zullen opzetten om de verantwoordelijkheid van Bernard Arnault voor hun situatie aan te klagen en ze dreigen ermee naar de media te stappen en acties te organiseren. Het lef en de creativiteit van de groep die toeslaat is opmerkelijk. Het gaat onder meer om bekende activisten, zo werd een vergadering om een actie van de CGT te plannen gespeeld door het politiek getint theatergezelschap Jolie Môme. Het doet de mensen van LVMH wankelen en ze halen 40.000 euro boven en een vast contract voor een van de Klurs.
Het is plezant om te zien hoe de handlangers van LVMH in de val trappen, eindelijk wordt er een overwinning op hen geboekt. Dat draagt ongetwijfeld mee tot het succes van de film. In een land als Frankrijk waar de werkenden hun situatie er al decennialang op achteruit zien gaan ten koste van de superrijken en waar grote acties plaatsvinden, nu tegen de afbraak van de Arbeidswet, is het nuttig om te zien dat overwinningen tegen de rijksten en machtigsten mogelijk zijn.
De film gaat tot op zekere hoogte in op klassenstrijd. Maar de grootste verdienste is dat de film tot nadenken aanzet. De discussies die volgden op de vertoningen getuigden daarvan. Merci Patron is een film die tot mobilisatie aanzet, die goesting geeft om de strijd aan te gaan. Gezien de sociale context waarbij het verzet tegen de wet-El Khomri verder uitgebouwd wordt, is deze film een troef.
Goede film, maar geen gids tot actie
Nochtans is Merci Patron eerder een grappige film dan een sociale film. Frédéric Lordon, een bondgenoot van Ruffin in de beweging ‘Nuit Debout’, omschrijft het als een film over directe actie. Dat gaat ongetwijfeld op voor de wijze waarop het gefilmd is. Ruffin stelt geen alternatief voor, maar de film zorgt wel voor strijdbaarheid. De noodzaak om een krachtsverhouding uit te bouwen is ook niet volledig aanwezig. De filmmaker stelde zelf: “Een van de boodschappen die we hieruit kunnen trekken, is dat we soms sterker staan dan we zelf denken en dat de tegenstander zwakker is dan we denken.”
Het effect van de film is natuurlijk veel groter omdat LVMH uiteindelijk met geld over de brug komt, voor het bedrijf zelf is 40.000 euro niet veel maar voor het gezin Klur wel, en bovendien een vast contract bij Carrefour aanbiedt. Er wordt gezocht naar een individuele oplossing die niet op basis van collectieve strijd wordt bekomen. Maar zelfs daarbij is het opmerkelijk dat de multinational plooit nadat met collectieve strijd gedreigd wordt. Het dreigement om de CGT van Goodyear te mobiliseren, is doorslaggevend. Deze benadering werd overigens meermaals verdedigd door François Ruffin, hij erkent het belang van traditionele arbeidersorganisaties en in de eerste plaats de vakbonden om aanvallen van werkgevers en regeringen te stoppen. Dit is een opmerkelijk standpunt aangezien Ruffin geldt als een van de voortrekkers van Nuit Debout waar ook wel eens anti-vakbondsstandpunten naar voor kwamen.
We kunnen het standpunt van Ruffin enkel maar bijtreden: de vakbonden kennen natuurlijk beperkingen en problemen (lezers van deze site weten dat wij erg kritisch staan tegenover de vakbondsleidingen), maar ze blijven het beste instrument om ons collectief te organiseren. We moeten er actief aan meewerken om ervoor te zorgen dat de vakbonden democratische organisaties zijn waarbij de basis de controle over zijn eigen strijd kan uitoefenen.
Bouwen op het enthousiasme
Het is nuttig om op het enthousiasme rond de film te bouwen aan de acties tegen de asociale maatregelen van de verschillende regeringen. In Frankrijk was dit het geval, maar ook bij ons groeit het verzet tegen de wet-Peeters en de 45-urenweek. De filmmaker nam zelf deel aan discussies na afloop van vertoningen, zo ging hij in Luik in discussie met vakbondsmilitanten en jongeren die deelnamen aan de acties van Nuit Debout.
Het grote aantal bezoekers in Frankrijk geeft aan dat de film niet alleen een traditioneel kritisch publiek bereikt, denk maar aan de liefhebbers van pakweg Ken Loach. Er wordt ook bij een breder publiek ingang gevonden met een film gebaseerd op een klassenanalyse van de samenleving waarbij bovendien opgeroepen wordt tot strijd en duidelijk gemaakt wordt dat het mogelijk is om deze strijd te winnen. De actualiteit zorgt ervoor dat de film ‘subversief’ genoemd wordt. De directie van Europe1 weigerde om Ruffin uit te nodigen, grote kranten als Le Parisien weigerden over de film te schrijven. Dit bevestigt enkel des te meer hoe de machtigen hun posities beschermen. De verontwaardiging over de censuurcampagne heeft het succes van de film overigens versterkt.
François Ruffin wordt na ‘Merci Patron’ wel eens vergeleken met Michael Moore. Hij heeft ongetwijfeld bijgedragen aan politieke bewustwording onder een brede laag van de bevolking. Ruffin doet zijn werk als journalist en geëngageerde filmmaker, wij kunnen daar gebruik van maken om onze campagnes te versterken. We moeten van verontwaardiging naar strijd gaan en daarin is een discussie over strategie en methoden van groot belang. We moeten de aanvallen op onze levensstandaard stoppen en gaan voor nieuwe sociale rechten. Dat is waar de meest bewuste militanten voor opkomen en waarvoor ze ‘Merci Patron’ kunnen aangrijpen.
-
Meer dan 1 miljoen betogers in Frankrijk
Gisteren waren er opnieuw massale protesten in Frankrijk tegen de gehate wet-El Khomri, een hervorming van de arbeidswet waardoor werkenden veel flexibeler moeten zijn. Het ongenoegen houdt al maanden aan. Jongeren spelen een belangrijke rol in de acties, over hun toekomst gaat het immers. Als jongeren geen goedkope wegwerparbeiders willen worden, dan is verzet tegen deze nieuwe arbeidswet nodig.De regering hoopte wellicht dat het EK Voetbal de aandacht zou afleiden en er werd ook gehoopt dat dit de twijfelaars tegen het protest zou keren: actie voeren tijdens het EK zou het land een slechte reputatie geven. Er is altijd wel een reden waarom geen actie mag gevoerd worden, maar blijkbaar gelden die redenen nooit voor het nemen van asociale maatregelen.
Opmerkelijk aan de acties van gisteren was de opkomst die bijzonder groot was. Er was sprake van een miljoen betogers. Urenlang trokken betogers uit alle hoeken van het land door de straten van Parijs. Een groep LSP-leden trok naar de betoging om samen met Gauche Révolutionnaire tussen te komen. De woede die in Frankrijk aanwezig is tegen de wet-El Khomri doet denken aan de grote afkeer tegen de wet-Peeters in ons land.
Gelukkig voor de gevestigde media waren er enkele opstootjes zodat ook zij iets konden berichten zonder het over het enorme verzet tegen het asociale beleid van de PS-regering te moeten hebben.
-
Frankrijk: “Ideologische crisis en een verwerping van het volledige systeem”
Algemeen verzet tegen Arbeidswet
De nieuwe Franse Arbeidswet heeft geleid tot enorm sociaal verzet. De frontale aanval op de arbeidsvoorwaarden veroordeelt een groot deel van de werkenden tot levenslange onzekerheid (zonder stabiele arbeidsovereenkomsten en zonder echte collectieve rechten). Het verzet tegen de arbeidswet leidt tot een nieuw hoofdstuk in de Franse klassenstrijd en dit in een situatie die “ontaardt in een ideologische crisis en een verwerping van het volledige systeem”, zoals de Service Central de Renseignement Territorial (SCRT, staatsveiligheid) opmerkte.
Dossier door Nicolas Croes uit maandblad ‘De Linkse Socialist’
De regering rekende op een strakke parlementaire behandeling om de wet zo snel mogelijk door te drukken. Maar de mobilisaties bleven zich na de eerste actiedag van 9 maart opstapelen. Jongeren speelden toen een prominente rol en het zou niet anders zijn in de beweging die volgde. De woede wint nog aan kracht. Peilingen geven aan dat meer dan 70% zich tegen de nieuwe arbeidswet keert.
Dat is weinig verrassend. Het centrale doel van het project is om lokale akkoorden in de bedrijven voorrang te geven op nationale overeenkomsten. Daartoe wordt de Arbeidswet van 1910 aan de kant geschoven. Het zou de werkenden volledig onderwerpen aan de belangen van de werkgevers, naar het model van de Verenigde Staten waar er geen collectieve garanties zijn en alle voorwaarden bepaald worden door het contract tussen de werkgever en zijn ondergeschikte. Het gaat om een volledige contrarevolutie in de arbeidswetgeving. Bovendien is het duidelijk dat de regering en het patronaat het hierbij niet willen laten. Als ze erin slagen om dit te laten passeren, zullen er nog ergere maatregelen volgen.
De regering was niet zeker van een parlementaire meerderheid en besloot op 10 mei om artikel 49, alinea 3 van de Grondwet in te roepen. Dit artikel laat toe om een wetsvoorstel door te drukken zonder parlementaire stemming (maar met een discussie erover in de Senaat). De ironie van de geschiedenis wil dat 10 mei ook de datum van de overwinning van François Mitterand bij de presidentsverkiezingen van 1981 was, een overwinning op basis van beloften van radicale hervormingen in het belang van de werkenden. Op 10 mei 2016 overtuigde de Franse PS de laatste twijfelaars van het feit dat het een slaafse lakei van het patronaat is.
Deze forse opstelling van de regering nog voor het parlementaire debat komt er amper vijftien maanden nadat de regering dezelfde regeling moest inroepen om de wet-Macron (met onder meer een versoepeling van nachtarbeid en werk op zondag) erdoor te krijgen. De regering hoopt zo de mobilisaties te stoppen. Maar de woede tegenover deze manier van handelen is net koren op de molen van diegenen die na de verschillende actiedagen denken dat er meer nodig is dan betogingen en dat het land moet platgelegd worden.
Enkele dagen later stelde een buschauffeur uit Toulouse in een nieuwsuitzending van France Culture: “Een kleine vonk volstaat om alles los te maken. Aan de vooravond van mei 1968 dacht ook niemand dat er monsterbetogingen en bedrijfsbezettingen zouden komen. De bevolking kan op elk ogenblik wakker worden.” Dergelijke getuigenissen tonen aan dat er iets grondig veranderd is in het land. Dat is waar de regering, het patronaat en de gevestigde media zo bang van zijn. Ze proberen allemaal de aandacht af te leiden en hebben het enkel nog over gewelddadige incidenten in de marge van de betogingen, incidenten waar de ‘ordediensten’ overigens een grote verantwoordelijkheid voor dragen. Op die manier hopen ze de radicalisering onder de gewone werkenden te stoppen.
Stakingen in alle sectoren
Nog voor het inroepen van artikel 49.3 door de regering, diende de gezondheidscentrale van de vakbond SUD een stakingsaanzegging voor 45 dagen in bij de ziekenhuizen, de vakbond CGT diende een stakingsaanzegging van twee keer 15 dagen in en de overkoepeling van de vakbondsfederaties (CFTC, FO, CGT, SUD) riep op tot stakingsdagen tegen zowel de arbeidswet als het plan om 22.000 jobs in de gezondheidszorg te schrappen. Naast de arbeidswet zijn er immers nog tal van andere aanvallen op de werkenden. Zo ligt het spoor onder vuur: het statuut van het personeel wordt met dat van de privésector gelijkgesteld en er wordt een privatisering gepland waarbij 30% van het personeel verdwijnt. Ook de kunstsector deelt in de klappen: de werkloosheidsverzekering voor tijdelijk personeel in de sector is bedreigd, en de landbouwers klagen over de onhoudbare druk door de banken.
De automobielsector werd getroffen door de grootste ontslagrondes van de afgelopen jaren. De invoering van het nieuwe concept ‘Push to Pass’ bij Peugeot (een project om de productiviteit op te voeren) zal de werkdruk verder opvoeren en vormt een precedent voor andere fabrieken. Twee onderaannemers in de automobielsector moesten na stakingen van het personeel premies van 200 euro en andere toegevingen doen. Overwinningen zijn dus mogelijk, zelfs indien de strijd niet makkelijk is.
De actiedag van 17 mei vormde een keerpunt in de strijd. Het begin van een dagelijks hernieuwbare staking in de raffinaderijen (met dagelijkse algemene vergaderingen op de middag om over de verderzetting van de staking en de organisatie van de piketten te beslissen), de blokkade van de havens en de filterblokkades door truckers rond de grote steden, … hebben de sfeer veranderd. In verschillende strategische sectoren is de kwestie van hernieuwbare stakingen gesteld. Bij het spoor roept de CGT op tot een staking op elke woensdag en donderdag van de week en SUD-Rail wil staken van 17 mei tot 11 juli.
Op het ogenblik dat deze krant ter perse gaat, is een verdere uitbreiding van de strijd aan de orde. Wekenlang kwam de overkoepeling van de vakbonden op nationaal vlak niet verder dan één ernstig voorbereide actiedag, die van 31 maart toen meer dan een miljoen betogers de straat op trokken. Het was overigens ook op dat ogenblik dat het fenomeen ‘Nuit Debout’ het levenslicht zag.
Naar een algemene staking
Het is belangrijk om alle stakingen in de bedrijven te ondersteunen en te ontwikkelen om zo de productie en dus de winsten van de grote bedrijven te blokkeren. We moeten toeslaan waar dit het meeste pijn doet: in de beurs van de werkgevers die aandringen op de nieuwe Arbeidswet. De onderhuidse woede in de Franse samenleving moet gecoördineerd worden en samenkomen in de bewuste opbouw van een beslissende krachtsverhouding. Dat is ook hoe we de werkenden en de jongeren die nu nog twijfelen kunnen meetrekken met de acties.
Deze discussie is overal aanwezig, onder meer in de beweging ‘Nuit Debout’. Daar zijn er spanningen tussen diegenen die vooral willen experimenteren met nieuwe vormen van democratische discussies en diegenen die een brug willen maken naar de arbeidersbeweging, de enige sociale kracht die de volledige economie kan platleggen door het stakingswapen in te zetten. Die band met de arbeidersbeweging is belangrijk om verschillende strijdbewegingen samen te brengen. Dit betekent zeker niet dat de kwestie van democratische discussies aan de kant moet geschoven worden, integendeel! Maar er moeten concrete doelstellingen zijn voor de eisen en de acties die we voeren. We moeten daar samen democratisch over beslissen.
De toename van het aantal algemene vergaderingen en democratische strijdcomités in de bedrijven, onder meer om over de stakingsacties te beslissen, maar ook onder scholieren en studenten of op pleinen zoals met Nuit Debout, is belangrijk om ervoor te zorgen dat de werkenden en jongeren hun eigen strijd in handen nemen. Het maakt het moeilijker om de strijd te stoppen op basis van een of ander rot akkoord tussen de regering en een of meerdere vakbondsleidingen.
Internationaal verzet
De aanval op de arbeidswet en op de collectieve arbeidsovereenkomsten is niet tot Frankrijk beperkt, we zien gelijkaardige voorstellen doorheen Europa. Ook bij ons in België is dit een belangrijk onderdeel van de regeringsvoorstellen. Het actieplan van de vakbonden in België kan een inspiratie zijn voor de beweging in Frankrijk, net zoals de vele algemene vergaderingen en personeelsvergaderingen op de werkvloer die we in Frankrijk zien ook hier van belang zijn. Het is cruciaal om te vermijden dat de beweging net zoals na de algemene staking van 15 december 2014 zomaar door de vakbondsleidingen wordt stilgelegd.
Een andere belangrijke kwestie langs beide kanten van de grens: deze van een politiek alternatief op het beleid van de regeringen van de rijken, of die nu geleid worden door de PS zoals in Frankrijk of door rechts in België. Het ontbreekt ons aan een massa-instrument, een politieke kracht van de werkenden en de jongeren om het verzet tegen de besparingen te verenigen. Dit mag niet op basis van exclusieven, maar het moet gericht zijn op het democratisch verdedigen van de belangen van de overweldigende meerderheid van de bevolking tegen de inhaligheid van de superrijken en de politici die in hun dienst staan. Het vereist ook een duidelijk alternatief op het kapitalisme. Verkiezingen zijn belangrijk maar mogen de concrete organisatie van massastrijd niet naar het achterplan verdrijven.

