Your cart is currently empty!
Tag: Frankrijk
-
Frankrijk: historische protestbeweging tegen Macron en zijn kliek

Algemene staking opbouwen op alle werkplekken met algemene vergaderingen
Dit was niet meer gezien sinds mei 1968! Op het moment van schrijven was de beweging tegen de Franse pensioenhervorming al langer dan 40 dagen aan de gang. Er is nog geen teken van uitputting en zelfs tijdens de feestdagen ging het protest door. Hoeveel journalisten en experts hebben ons de afgelopen jaren niet proberen wijs te maken dat vakbonden iets van het verleden zijn of niet meer in staat om te mobiliseren. In Frankrijk worden ze van antwoord gediend: de arbeidersbeweging is nog steeds in staat om een land tot stilstand te brengen. Meer dan zes weken na het begin van de beweging genoot deze nog steeds de steun van 60% van de bevolking (peiling van 14 januari).
Door Nicolas Croes
Ere wie ere toekomt: Macron en zijn regering hebben hun best gedaan om deze beweging uit te lokken. Toen de strijd aan zijn 12de dag toe was, moest de Franse hoog-commissaris voor de pensioenen, Jean-Paul Delevoye, ontslag nemen omdat hij ‘vergeten’ was zijn banden met private verzekeringsbedrijven te melden. Kort nadien werd Jean-François Cirelli, voormalig topmanager van GDF-Suez, verheven tot Officier van het Erelegioen. Cirelli staat momenteel aan het hoofd van de Franse tak van de Amerikaanse financiële reus BlackRock! Voor dit pensioenfonds, het grootste ter wereld, is het project van Macron een buitengewone kans op nieuwe winsten. Daarnaast is er nog het politiegeweld, dat door steeds meer mensen gezien wordt als een bewust beleid van de overheid.
Het kraakt langs alle kanten
Het klimaat van strijd is ongekend. Het personeel van het openbaar vervoer in Parijs en het spoorpersoneel waren de eersten die staakten. Maar ze stonden van bij het begin verre van geïsoleerd. Zo waren de leraren, personeel van de raffinaderijen, dokwerkers, advocaten, … eveneens van bij het begin in staking.
Naast die sectoren waar aanhoudend werd gestaakt, zijn er natuurlijk de grote momenten van strijd, de nationale dagen met betogingen en stakingen, maar ook een veelheid aan collectieve acties van verzet tegen de regering. Advocaten gooiden hun toga’s voor het gezicht van de minister van Justitie neer vooraleer ze beslisten om verder te staken. Brandweerlieden in uniform dwongen de politie terug. De nieuwjaarsboodschap van Sibyle Veil werd onderbroken door personeelsleden van France Inter (waar 299 jobs bedreigd zijn) die Verdi’s ‘Slavenkoor’ zongen. Stakers van CGT-Energie hebben honderdduizenden huizen op het tarief voor daluren gezet. In Bordeaux hebben stakers de elektriciteit voor Cdiscount (een bedrijf van online handel) en voor het gemeentehuis afgesloten om deze energie te herverdelen. “We nemen kilowatts van de rijksten en geven ze terug aan de armsten.” Veel van deze initiatieven geven een beeld van wat mogelijk zou zijn indien de werkenden de controle over de bedrijven overnemen van de bazen en aandeelhouders.
Nu we het over die aandeelhouders hebben: begin dit jaar werd bekend dat het record van dividenden dat 12 jaar geleden werd behaald (net voor de kredietcrisis) vorig jaar is gebroken. De bedrijven van de CAC40, de beursgenoteerde bedrijven in Frankrijk, deelden meer dan 60 miljard euro uit op basis van 88,5 miljard euro winst. In die kringen zal geen onvertogen woord over het beleid van Macron en zijn bende vallen. Of het zou moeten zijn dat er nog meer gevraagd wordt, zoals steeds onder het mom van ‘het concurrentievermogen van de bedrijven.’
Onbetaalbare pensioenen?
De regering probeerde de mensen te laten geloven dat haar hervormingsproject “eerlijk en eenvoudig” is, aangezien het officiële streven een ‘universeel’ pensioenstelsel is. De publieke opinie weet echter heel goed dat het erom gaat de mensen langer te laten werken voor lagere pensioenen. Bovendien zal het pensioen met punten vrouwen nog zwaarder benadelen, terwijl zij nu al gemiddeld een lager pensioen hebben.
De regering beweert dat we langer moeten werken omdat we nu eenmaal langer leven. Het klopt dat de Fransen, net als de Belgen, gemiddeld langer leven dan 40 jaar geleden. Maar bovenal produceren we veel meer rijkdom dan wat 40 jaar geleden gebeurde tijdens een loopbaan. Waar is dat geld gebleven? Wie wordt hier voor de gek gehouden? Het huidige pensioenstelsel werd opgezet aan het einde van de Tweede Wereldoorlog, in een land dat verwoest was door de nazibezetting en de oorlog. Het was de kracht van de arbeidersbeweging en het verzet die de basis legde voor dit systeem en de eerste mijlpalen van de sociale zekerheid afdwong. Vandaag herontdekken we deze kracht.
Doorzichtig manoeuvre van Macron
De regering kondigde aan dat één van de vele maatregelen in de hervorming wordt ingetrokken: de scharnierleeftijd (de leeftijd vanaf wanneer langer werken recht geeft op een bonus, momenteel 62 jaar en opgetrokken naar 64 tegen 2027). Twee vakbonden, CFDT en Unsa, hadden daar een rode lijn van gemaakt, een voorwaarde om het protest te stoppen. De aankondiging van de intrekking van deze maatregel had enkel als doel om de beweging te verdelen en te verzwakken. De stakers eisen niet alleen de intrekking van de scharnierleeftijd, maar van de volledige hervorming.
Het manoeuvre is doorzichtig: het gaat om een tijdelijke intrekking tot er een “conferentie over het evenwicht en de financiering van het pensioenstelsel” komt. Voor die conferentie wil de regering de vakbonden uitnodigen. Er is geen enkele garantie dat de maatregel dan niet opnieuw op tafel ligt. Het doel van het voorstel is om tijd te winnen, vooral om de lokale verkiezingen van maart te laten passeren. Die lokale verkiezingen dreigen uiterst spannend te worden voor de regeringspartij.
Het belang van algemene vergaderingen
De andere vakbonden van werkenden en studenten (CFE-CGC, CGT, FO, FSU, Solidaires, UNEF, UNL, MNL, FIDL) hebben er terecht op aangedrongen de strijd voort te zetten door het houden van algemene vergaderingen op de werkvloer. Daar verdedigen ze het voorstel om de mobilisatie verder te zetten en uit te breiden. Deze dynamiek moet worden gebruikt om een echte algemene staking op te bouwen, een staking waartoe democratisch wordt beslist op elke werkvloer. Het doel van de volledige intrekking van de pensioenhervorming mag daarbij slechts een begin zijn. Als er een krachtsverhouding in het voordeel van de werkenden wordt opgebouwd, moet de val van de regering van de rijken op de agenda gezet worden.
Dit vereist natuurlijk de ontwikkeling van een politiek alternatief. Naast het organiseren van de strijd, moeten de algemene vergaderingen fora worden om een bredere reeks eisen te ontwikkelen met de verhoging van de lonen en sociale uitkeringen, een einde aan onzeker werk, een einde aan de werkloosheid door het verkorten van de werkweek zonder loonverlies en met compenserende aanwerving, massale investeringen in openbare diensten die toegankelijk zijn voor iedereen, de onteigening van bedrijven die zich verzetten tegen de doorvoering van een dergelijk programma om ze onder democratische controle en beheer van de werkenden te plaatsen, …
Laten we ons geen illusies maken: dit programma kan niet doorgevoerd worden als we gevangenen blijven van de dictatuur van het kapitaal. Dit systeem moet hetzelfde traject volgen als de pensioenhervorming: richting vuilnisbak van de geschiedenis. Een van de meest fundamentele taken vandaag is het opzetten van een echte arbeiderspartij die verschillende gevoeligheden van het sociaal verzet bijeenbrengt in de strijd voor een arbeidersregering.
De sleutelsectoren van de economie (financiën, farmacie, …) uit de klauwen van het grootkapitaal en de ultrarijken halen en ter beschikking van de gemeenschap stellen – wat wij het socialisme noemen – zou het mogelijk maken om de middelen van de economie democratisch te plannen. Dan kan dit gericht worden op de behoeften van de meerderheid en niet de winst van een paar mensen. In de huidige internationale context, met massale strijd op alle continenten, zou Frankrijk een inspirerend voorbeeld zijn dat niet lang geïsoleerd zou blijven.
[divider]
Extreemrechts ontmaskerd
De kracht van de beweging is zodanig dat de Rassemblement National van Marine Lepen (ex-Front National) zich verplicht voelde om het protest in woorden te steunen. Dit is gemakkelijk te begrijpen: 75% van de RN-kiezers steunt de beweging. Maar Le Pen kon haar echte standpunt niet blijven verbergen. Toen de beweging de kaap van 40 dagen was gepasseerd, viel ze Philippe Martinez, de leider van de CGT, aan: “We hebben alle redenen om de CGT en Martinez te haten.”
Deze strijd kan een grote rol spelen in de strijd tegen extreemrechts. Dat kan door nadruk te leggen op wat arbeiders verenigt, ongeacht hun religie of huidskleur. De verdelende retoriek van extreemrechts houdt geen stand bij grote sociale mobilisatie. Maar als de beweging faalt of verraden wordt door de vakbondsleiding, kunnen cynisme en ontgoocheling een boulevard openen voor uiterst rechts.
-
France Telecom: management schuldig aan aanzetten tot zelfmoord

Didier Lombard De veroordelingen die in juli 2019 zijn uitgesproken voor zeven kaderleden van France Telecom en France Telecom zelf (nu Orange) zijn een mijlpaal in de geschiedenis van het arbeidsrecht. De CEO, operationele manager en HR-manager werden schuldig bevonden aan psychologische pesterijen, terwijl nog eens vier andere toplui schuldig werden bevonden aan medeplichtigheid. France Telecom zelf werd schuldig bevonden aan geïnstitutionaliseerde psychologische intimidatie.
Door Steve Poole
In 2006 besloten de kaderleden dat 22.000 banen moesten verdwijnen om het dividend van het onlangs geprivatiseerde bedrijf te verhogen. Twee derden van de 120.000 werknemers was beschermd als voormalige ambtenaar. CEO Lombard & co organiseerden een managementprogramma met als doel om het leven bij France Telecom zo oncomfortabel mogelijk te maken. De premies voor managers werden gekoppeld aan een vermindering van het personeelsbestand. De tevredenheid van werkenden bij France Telecom daalde al snel van 95% naar 39%.
Het hele experiment blies in het gezicht van de managers op met een golf van zelfmoorden en zelfmoordpogingen, vaak op het werk en met zelfmoordnota’s die het werk en het “management door middel van terreur” de schuld geven. Waarschuwingen van bedrijfsartsen, gezondheids- en veiligheidsinspecteurs en vakbonden werden genegeerd. Destijds beschreef Didier Lombard de zelfmoorden als een door de media gestuurde “hype”.
In de zomer van 2009 waren er nogmaals zes zelfmoorden, waarbij de vakbonden buiten de werkplaatsen vergaderden en de arbeidsinspectie op het bedrijf lieten afsturen. In een met de vakbonden onderhandelde overeenkomst werden 500 overplaatsingen bevroren, werden honderd extra HR-medewerkers aangenomen om te reageren, werd een hulplijn opgezet, werden gemeenschappelijke rustruimtes ingevoerd en konden medewerkers van 57 jaar en ouder deeltijds gaan werken met een bijna volledige dagvergoeding.
Na een zevenjarig onderzoek liep de rechtszaak van mei tot juli 2019. De zaak van het openbaar ministerie richtte zich op 19 zelfmoorden, 12 pogingen tot zelfmoord en acht gevallen van ernstige depressie (2008-2011). Op de laatste dag van het proces kondigde Orange de oprichting aan van een schadevergoedingsfonds voor de families van de slachtoffers. In dit fonds werd 2 miljoen euro gestopt.
Het Openbaar Ministerie heeft de maximale gevangenisstraf van 12 maanden geëist voor Lombard, Wenes en het hoofd van HR Barberot. De zoon van een van de slachtoffers stelde dat de angst van kant moet wisselen. Het management moet bang zijn om zijn toevlucht te nemen tot sociaal geweld uit angst voor de gevolgen.
Op 20 december werd de voormalige CEO veroordeeld tot vier maanden effectieve gevangenisstraf. Ook zes andere oud-bestuurders werden veroordeeld en beboet. Dit vonnis zal ongetwijfeld zijn toegejuicht door vakbondsleden in heel Frankrijk die zich momenteel verzetten tegen de regering-Macron en de pensioenhervorming.
-
Frankrijk. Cruciale dagen voor de uitbreiding en veralgemening van de staking

Foto: Flickr.com/jmenj Vandaag, donderdag 9 januari, bereikt het pensioenconflict zijn 36e dag van strijd zonder onderbreking sinds 5 december, met al 3 nationale stakingsdagen en interprofessionele betogingen terwijl verschillende sectoren met tussenpozen of sinds het begin van de beweging in staking zijn. Dat is een record dat sinds 1968 nooit meer in Frankrijk werd gezien. Na het verlies van de strijd om de publieke opinie, die ook na de vakantieperiode resoluut aan de kant van de beweging en de vakbonden blijft staan, hopen Emmanuel Macron en zijn regering op de uitputting van de stakers.
Door Nicolas Croes
In zijn nieuwjaarsboodschap bevestigde Macron de hardnekkigheid van zijn regering inzake het asociale project van pensioenhervorming en de strategie van verrotting. De drie dagen van interprofessionele mobilisaties op 9, 10 en 11 januari die door de vakbonden CGT, FO, Solidaires en FSU zijn gelanceerd, hebben tot doel een slag te slaan na de twee weken van eindejaarsfeesten.
De vakbonden hadden opgeroepen om “vanaf maandag [6 januari] in alle bedrijven, diensten en studieplaatsen in debat te gaan met algemene vergaderingen van werknemers, studenten en middelbare scholieren, over de voorwaarden voor het succes van 9 januari en de nasleep daarvan de volgende dag.” Na 9 en 10 januari roepen deze bonden op tot “een dag van betogingen in het hele land” op zaterdag 11 januari. Dit is een primeur in de vakbondsgeschiedenis van de afgelopen veertig jaar.
In tegenstelling tot wat de media en de regering beweren, staan de RATP (het openbaar vervoer in Parijs) en de werknemers van de spoorwegen niet alleen in de strijd. In de energiesector, raffinaderijen, havens en dokken, onderwijs, gezondheid, bij de brandweer, de nationale bibliotheek, de Opera van Parijs, vele bedrijven uit de privésector, … is de mobilisatie sterk en wordt de staking gevolgd.
Feestdagen in het teken van strijd
In het hele land werden tijdens de feestdagen honderden initiatieven genomen om de strijd te organiseren en te versterken. In de Parijse metropoolregio schakelde CGT Energie in de ochtend van kerstavond bijna 500.000 huishoudens over op de tarieven voor daluren. “Het was ons kerstcadeau,” legde CGT-vertegenwoordiger Nicolas Noguès uit. “Voor de gebruiker telt het in centen, maar voor het bedrijf wordt het een groot verlies aan inkomsten.” Ook in Béziers hebben de stakers in de centrale ingebroken om alle klanten van het netwerk op “daluren” te zetten.
Elders hebben arbeiders de elektriciteit van de rijken afgesneden om deze te herverdelen onder de armen, zoals in Bordeaux waar de stakers de elektriciteit hebben afgesneden naar Cdiscount (een Frans e-commerce bedrijf) en het gemeentehuis om deze te herverdelen: “We nemen de kilowatts van de rijksten en geven ze terug aan de armsten.”
Deze initiatieven blijven ongetwijfeld punten scoren bij het publiek. Maar ze tonen ook wat er mogelijk is als de arbeiders de controle hebben in de plaats van de bazen en de aandeelhouders.
Werkenden gemotiveerd door de huidige dynamiek
Sinds het begin van de pensioenbeweging op 5 december hadden verschillende raffinaderijen zich bij de strijd aangesloten, maar zonder echte coördinatie. Sommige waren niet in staking, terwijl andere met tussenpozen staakten. Dit had de regering geholpen om de aanvoerstromen te reorganiseren in coördinatie met het management van de oliemaatschappijen. Maar sinds dinsdag 7 januari ‘s middags zijn alle raffinaderijen van het land in staking gegaan op aandringen van CGT Chimie. Dit is sinds 2010 niet meer gebeurd. In 2016, in de beweging tegen de Arbeidswet, volgde één van de raffinaderijen niet, in tegenstelling tot vandaag. Deze situatie illustreert dat de beweging een impact heeft op het opnieuw motiveren en mobiliseren van de arbeiders.
De dynamiek van het structureren van de strijd raakt vele andere sectoren, zoals de advocaten, die de hele week in staking zijn gegaan om het pensioenhervormingsproject aan de kaak te stellen. Deze woensdagochtend trokken ze hun zwarte gewaden uit en gooiden ze aan de voeten van de minister van Justitie, die op bezoek was in Caen.
Het gaat erom voort te bouwen op deze drie dagen van nationale mobilisatie om de stakingsbeweging te versterken en uit te breiden tot een echte algemene staking die door algemene vergaderingen van de werkenden kan worden verlengd.
Het hele systeem moet weg!
De arbeidsproductiviteit is de laatste decennia aanzienlijk toegenomen: we produceren meer, met minder arbeiders. Het is niet waar dat de pensioenen onbetaalbaar zijn: er is nog nooit zoveel rijkdom geweest als nu. Er is meer dan genoeg om onze pensioenen te betalen en ook om de vele andere tekorten aan te pakken die de samenleving treffen.
Lokale algemene vergaderingen van werkenden en jongeren (op werkplaatsen, in wijken, …) kunnen niet alleen democratisch beslissen over het verlengen van stakingen en over maatregelen om deze acties te versterken, ze kunnen ook collectief discussiëren over een eisenplatform. Enkele elementen daarin kunnen zijn:
- De onmiddellijke daling en bevriezing van de benzine- en energieprijzen;
- Een inkomen om te leven, niet om te overleven: verhoging van de lonen en sociale uitkeringen en hun indexering naar prijzen, inclusief brandstof;
- Werkzekerheid met echte vaste arbeidsovereenkomsten;
- De werkloosheid moet worden aangepakt, niet de werklozen: verkorting van de arbeidstijd tot 32 uur per week zonder loonverlies met compenserende aanwervingen;
- De behoeften centraal stellen in het beleid: gratis en niet-vervuilend openbaar vervoer, openbare diensten (onder meer lokale diensten: crèches, scholen, kraamklinieken, postkantoren, sociale huisvesting, enz);
- De (her)invoering van de vermogensbelasting, strijd tegen belastingontduiking door de ultrarijken en multinationale ondernemingen, vervanging van indirecte belastingen (BTW, enz.) door een hoge belasting op de rijken en grote ondernemingen, mogelijkheid om grote bedrijven in publieke handen te nemen;
- Het vestigen van een grote publieke milieudienst die honderdduizenden banen schept die nodig zijn voor de energie- en ecologische transitie (ecologische landbouw, voeding in korte keten, hernieuwbare energie, enz.);
Om een dergelijk programma te verwezenlijken zijn echt socialistische maatregelen nodig, zoals de nationalisatie en eenmaking van de gehele financiële sector in een nationale investerings- en financieringsdienst onder de democratische controle van de gemeenschap, evenals de nationalisatie van belangrijke sectoren van de economie, zodat grote bedrijven de ecologische transitie niet langer kunnen saboteren en een democratische planning op basis van ecologische en andere behoeften mogelijk wordt.
Als Frankrijk vandaag in opstand komt, is het verre van het enige land. Sinds de eerste stappen van de revolte van de gele hesjes is de ontwikkeling van massale strijd en algemene stakingen met revolutionaire eigenschappen over de hele wereld krachtig geweest. De lijst van landen die geconfronteerd worden met een massale opstand wordt steeds langer. Marxisten kunnen met vertrouwen een rol spelen in dit tijdperk van strijd met de ambitie om de werkenden en de massa’s tot een breuk met het kapitalistische systeem van uitbuiting te brengen, zodat de mensheid zich eindelijk kan bevrijden doorheen de opbouw van een democratisch socialistische samenleving.
-
Frankrijk. Overal bouwen aan hernieuwbare algemene staking!

Op donderdag 5 december, de eerste dag van de staking en betogingen tegen de geplande hervorming van de pensioenen, kwamen maar liefst 1,5 miljoen mensen op straat in 250 betogingen. Ter vergelijking: de eerste stakingsdag tegen het ontwerp van arbeidswet in 2016 bracht 500.000 mensen samen volgens dezelfde vakbonden. Een nieuwe dag van strijd is aangekondigd voor 10 december, terwijl de staking in verschillende sectoren hernieuwd werd en ook de 12e een nieuwe datum voor algemene mobilisatie is.
Door Nicolas Croes
Nog voordat de actiedag van de 5e begon, was het duidelijk dat deze beweging massaal zou worden. De dag ervoor bleek uit de Harris Interactive Poll voor RTL en AEF Info dat 69% van de Fransen de stakingsbeweging steunde. De hoge opkomst bij de betogingen bevestigde deze steun, hoewel veel betogers na een jaar van politiegeweld en duizenden gewonden van de beweging van de gele hesjes met angst naar de betogingen gingen.
De betogingen verenigden spoorwegarbeiders, personeel van het lokaal openbaar vervoer, gezondheidswerkers, leraren, gepensioneerden, werkenden van private bedrijven, gele hesjes, … De vakbonden beweren dat 70% van de leraren in staking waren, waarvan sommige ook vrijdag staakten. De vakbond CGT schat dat in de openbare diensten tot 45% van het personeel aan de staking deelnam. Bij EDF (Electricité de France) meldt de CGT dat 50% tot 60% van het personeel in staking was. Bij de SNCF staakte 61,4% volgens de CGT, die net als UNSA-Rail en SUD-Rail oproept tot een staking van onbepaalde duur. Bij het lokaal openbaar vervoer in Parijs, de RATP, bleven tien metrolijnen gesloten. Dat is meer dan tijdens de vorige staking, die de hoofdstad op 13 september vrijwel verlamd had. Zelfs in bedrijven met een zwakkere vakbondstraditie, zoals Orange, schatten de vakbonden het percentage stakers op 15%, een van de hoogste percentages sinds de jaren 2000.
Ook de havens en dokken stonden stil, terwijl vrachtwagenchauffeurs blokkades organiseerden. Zeven van de acht Franse raffinaderijen waren in staking. “Nooit gezien,” volgens vakbondsman Emmanuel Lépine, in vergelijking met eerdere bewegingen in de raffinaderijen (2018 rond de lonen, 2016 tegen de wet El Khomri, 2010 tegen de pensioenhervorming onder Sarkozy). Vier raffinaderijen waren vrijdag nog steeds in staking. Zelfs de politie werd getroffen door de staking, terwijl minister van Binnenlandse Zaken Christophe Castaner de politie probeerde gerust te stellen door te zeggen dat hun speciale pensioenregeling ‘gehandhaafd’ zal worden.
Strijd uitbreiden
Niemand ging ervan uit dat één mobilisatie, hoe indrukwekkend ook, de regering tot toegevingen zou dwingen. Op verschillende plaatsen waren er algemene vergaderingen om de staking te verlengen (SNCF, RATP, enkele leerkrachten, …) en dat nog voor de vergadering van de vakbonden CGT, FO, Solidaires, FSU Intersyndicale en de vier jongerenorganisaties op vrijdagochtend bijeenkwam. Uit die vergadering kwam een nieuwe datum voor een actiedag met stakingen en betogingen: dinsdag 10 december.
Op verschillende werkplekken waren er algemene vergaderingen. Het komt erop aan om deze verder te ontwikkelen en de beweging zo sterk mogelijk te verankeren onder de collega’s door hen democratisch te betrekken bij de organisatie van de strijd, in het bijzonder bij het verlengen van de staking.
Philippe Martinez, algemeen-secretaris van de CGT, legde op televisie uit: “We moeten de stakingen in alle bedrijven veralgemenen (…) We moeten de staking vernieuwen tot erkend wordt dat deze hervorming tot armoede zal leiden. We moeten vertrouwen op onze sociale basis, die een van de beste in de wereld is, en deze versterken onder jongeren, vrouwen en kwetsbare personen.”
Het spook dat boven de regering-Macron hangt, is dat van een stakingsbeweging zoals in 1995. Toen lag het openbaar vervoer drie weken lang lam. Deze beweging kon op grote steun van de bevolking rekenen, waardoor de regering gedwongen werd de klok terug te draaien. Dit waren de grootste stakingen sinds die van mei 68. Dat is ook vandaag het potentieel.
De kracht van de huidige beweging is van dien aard dat de meest antistakingsgezinde partij, het Rassemblement National (ex-FN) van Marine Le Pen, zich genoodzaakt zag om lippendienst aan de beweging te betuigen. Volgens de hoger vermelde peiling steunt maar liefst 75% van de kiezers van Le Pen de stakingen. Deze strijd kan dus ook een belangrijke rol spelen in het gevecht tegen extreemrechts: de stakingen vestigen de aandacht op wat de werkenden, los van hun geloof of huidskleur, verenigt. De extreemrechtse retoriek van verdeeldheid is niet bestand tegen belangrijke sociale mobilisaties. Maar als de beweging op de klippen loopt of verraden wordt door de vakbondsleiders, kunnen cynisme en ontgoocheling de weg vrijmaken voor een versterking van extreemrechts.
France Insoumise en de gele hesjes
In Frankrijk werd het potentieel voor eengemaakte strijd van verschillende sociale bewegingen tegen Macron en het grootkapitaal, waar hij een vertegenwoordiger van is, al meermaals aangetoond. In de verkiezingscampagne had France Insoumise (FI) met haar programma, onder meer rond de nood aan ‘ecologische planning’, het debat al aangewakkerd over welk soort verzet nodig is tegen de besparingen en de vernietiging van ons milieu.
Bij het begin van de ambtstermijn van Macron nam FI zeer goede initiatieven om de vakbondsstrijd te ondersteunen en om de besluiteloosheid die onder vakbondsleiders heerste te overstijgen. Helaas hebben de vakbondsleiders, met enige nuances, elke poging geblokkeerd om tot een nationale strijdbeweging met algemene stakingen te komen. FI heeft daarna verder initiatieven genomen, maar de nadruk lag sterk op de parlementaire strijd. Het einde van de initiatieven op straat en bij gebrek aan een grote betrokkenheid van onderuit, maakte dat veel aanhangers van FI zich afvroegen wat ze moesten doen behalve het werk van de verkozenen toejuichen. De mediacampagne tegen FI hielp zeker niet. Dezelfde media lieten nadien niet na om de beweging van de gele hesjes op brutale wijze aan te vallen, zoals dat gebeurt telkens de arbeiders in actie komen.
Toen de beweging van gele hesjes een jaar geleden opdook, stond deze het sterkst waar de beweging aansluiting vond met de arbeidersbeweging. Dit was onder meer het geval in Toulouse, waar de blokkade meermaals massaal was dankzij steun van de vakbond van vrachtwagenchauffeurs.
Als de arbeidersbeweging haar werkinstrumenten in de strijd gebruikt, door middel van een staking, is het mogelijk om daarrond een sterke eengemaakte beweging uit te bouwen. Zoals bij elke grote sociale beweging wordt in de media en op sociale media wel eens vergeleken met mei ’68. Op het hoogtepunt van die maand van revolutie was er een combinatie van jongeren in strijd en een algemene staking van 10 miljoen werkenden waardoor het systeem bijna omvergeworpen werd. De sociale woede bereikt nu een kookpunt dat vergelijkbaar is met de woede destijds. Met hernieuwbare algemene stakingen op basis van algemene vergaderingen van werkenden en jongeren in strijd, kunnen we onze eisen afdwingen.
Het hele systeem moet weg!
De arbeidsproductiviteit is de afgelopen decennia aanzienlijk toegenomen: we produceren meer, met minder werkenden. Het is niet waar dat pensioenen onbetaalbaar zijn: er was nog nooit zoveel rijkdom geweest als nu. Er is niet alleen een manier om onze pensioenen te betalen, maar ook om de vele tekorten aan te pakken die overal in de samenleving voorkomen.
Lokale algemene vergaderingen van werkenden en jongeren (op werkplaatsen, in wijken, …) kunnen niet alleen democratisch beslissen over het verlengen van stakingen en over maatregelen om deze acties te versterken, ze kunnen ook collectief discussiëren over een eisenplatform. Enkele elementen daarin kunnen zijn:
- De onmiddellijke daling en bevriezing van de benzine- en energieprijzen;
- Een inkomen om te leven, niet om te overleven: verhoging van de lonen en sociale uitkeringen en hun indexering naar prijzen, inclusief brandstof;
- Werkzekerheid met echte vaste arbeidsovereenkomsten;
- De werkloosheid moet worden aangepakt, niet de werklozen: verkorting van de arbeidstijd tot 32 uur per week zonder loonverlies met compenserende aanwervingen;
- De behoeften centraal stellen in het beleid: gratis en niet-vervuilend openbaar vervoer, openbare diensten (onder meer lokale diensten: crèches, scholen, kraamklinieken, postkantoren, sociale huisvesting, enz);
- De (her)invoering van de vermogensbelasting, strijd tegen belastingontduiking door de ultrarijken en multinationale ondernemingen, vervanging van indirecte belastingen (BTW, enz.) door een hoge belasting op de rijken en grote ondernemingen, mogelijkheid om grote bedrijven in publieke handen te nemen;
- Het vestigen van een grote publieke milieudienst die honderdduizenden banen schept die nodig zijn voor de energie- en ecologische transitie (ecologische landbouw, voeding in korte keten, hernieuwbare energie, enz.);
Om een dergelijk programma te verwezenlijken zijn echt socialistische maatregelen nodig, zoals de nationalisatie en eenmaking van de gehele financiële sector in een nationale investerings- en financieringsdienst onder de democratische controle van de gemeenschap, evenals de nationalisatie van belangrijke sectoren van de economie, zodat grote bedrijven de ecologische transitie niet langer kunnen saboteren en een democratische planning op basis van ecologische en andere behoeften mogelijk wordt.
Als Frankrijk vandaag in opstand komt, is het verre van het enige land. Sinds de eerste stappen van de revolte van de gele hesjes is de ontwikkeling van massale strijd en algemene stakingen met revolutionaire eigenschappen over de hele wereld krachtig geweest. De lijst van landen die geconfronteerd worden met een massale opstand wordt steeds langer. Marxisten kunnen met vertrouwen een rol spelen in dit tijdperk van strijd met de ambitie om de werkenden en de massa’s tot een breuk met het kapitalistische systeem van uitbuiting te brengen, zodat de mensheid zich eindelijk kan bevrijden doorheen de opbouw van een democratisch socialistische samenleving.
-
Algemene staking in Frankrijk vandaag tegen pensioenhervorming
Volgens een peiling van IFOP vindt 64% van de Fransen dat de algemene staking van 5 december gerechtvaardigd is. De pensioenhervorming van president Macron valt in slechte aarde. De lijst van sectoren waar er tot stakingen opgeroepen wordt, is erg lang (spoor, openbaar vervoer in Parijs, luchtcontrole, personen- en goederentransport, energiebedrijf EDF, studenten, onderwijs, post, zorg, media, politie, …). Op drie maanden van de lokale verkiezingen kan deze actiedag verregaande gevolgen hebben, zeker in een context waarin de traditionele partijen in puin liggen.
Door Simon (Bergen)
Het is een jaar geleden dat de beweging van de gele hesjes begon. Een beweging van ongekende duur die de omvang van de woede illustreerde die tot in het diepst van de samenleving leeft. Een beweging die ook de eerste stappen zette in de wedergeboorte van een breed gedragen klassenbewustzijn. De protestbeweging tegen de pensioenhervorming is een direct gevolg hiervan.
Zoals Adrien Quatennens, parlementslid voor France Insoumise, uitlegt, is de situatie in Frankrijk er een van “sociale woede die verder gaat dan de kwestie van de pensioenen.” De samenleving kraakt overal en de autoriteiten doen niet veel meer om de gaten te dichten. Zo werd deze week in Le Monde gewezen op de explosie van het aantal dakloze moeders, terwijl we nog geschokt waren door de student die zichzelf in november in brand stak nadat hij zijn studiebeurs verloren was. Dergelijke wanhoopsdaden spreken boekdelen over het Frankrijk van Macron, het Frankrijk van het onrecht.
Veel sectoren hebben het al langer moeilijk en probeerden te reageren. Denk maar aan de acties in de zorgsector. Er was ook de internationale dag tegen geweld op vrouwen, waarbij op 23 november massaal betoogd werd in Frankrijk. Vrouwen worden ook nu het meest direct getroffen door de aanvallen van de pensioenhervorming.
Wat houdt de pensioenhervorming precies in?
Voorlopig is het de bedoeling om de periode waarin moet bijgedragen worden om recht te hebben op een volledig pensioen te verlengen. Het pensioenbedrag wordt verminderd door de invoering van een puntenpensioen. De regering pleit voor de afschaffing van speciale regimes, wat voorgesteld wordt als een beleid gericht op meer ‘gelijkheid’ waarbij iedereen op gelijke voet staat. Die gelijkheid betekent uiteraard niet dat iedereen van de meest gunstige regimes kan genieten, maar wel dat wie er nog wat beter aan toe was moet inleveren. Leerkrachten, spoorpersoneel, … worden voorgesteld als profiteurs die van privileges genieten. Gelijkheid betekent voor Macron dat iedereen even weinig krijgt…
Echte gelijkheid zou betekenen dat er een opwaartse eenmaking is waarbij de beste voorwaarden de norm worden voor iedereen. Dat is niet mogelijk zonder het geld te zoeken waar het zit: bij de aandeelhouders van de grote bedrijven, de beursgenoteerde bedrijven van de CAC40. In 2018 waren die beursgenoteerde bedrijven goed voor een winst van maar liefst 100 miljard euro!
De productiviteit van werkenden is de afgelopen decennia aanzienlijk toegenomen: we produceren meer met minder collega’s. Het klopt niet dat de pensioenen onbetaalbaar zijn: er was nog nooit zoveel rijkdom als nu. We moeten ons organiseren tegen deze aanval op de vruchten van onze arbeid. De massastrijd gaat niet alleen over de pensioenen, maar om een samenleving van ongelijkheid waarbij de hefbomen van de economie in handen zijn van een kleine minderheid van de bevolking. Om daar verandering in te brengen, moeten de belangrijkste sectoren van de economie (banken en financiën, energie, metaal, communicatie, …) in publieke handen komen onder democratisch beheer en controle van de arbeiders en de gemeenschap. Enkel op die basis kunnen we gezamenlijk plannen wat sociaal en ecologisch noodzakelijk is voor de werkende klasse.
Bouwen aan eenheid tegenover de overkant
De stakingsoproep voor 5 december is een kans om de woede in de samenleving te verenigen in een algemene strijd. Een meerderheid van vakbonden roept op tot actie tegen pensioenhervorming, terwijl sommige vakbonden, zoals die van het Parijse openbaar vervoer (RATP) en het spoor (SNCF), deze dag als startpunt nemen voor een hernieuwbare staking.
Als de arbeiders hun plaats in het productieproces als strijdinstrument gebruiken, kunnen zij een sleutelrol spelen in de strijd voor echte systeemverandering. De actiedag van 5 december moet worden beschouwd als een stap in de richting een echte algemene staking die de hele economie van het land blokkeert. Zo’n staking zou niet alleen de kapitalisten treffen waar het hen het meest pijn doet, in hun portefeuille, maar het zou ook duidelijk maken dat het de werkenden zijn die de rijkdom produceren en dat er zonder hen niets gebeurt.
Op basis van dit vertrouwen en het enthousiasme dat door de huidige internationale context van de massale strijd is ontstaan, is het mogelijk om de beweging tegen het kapitalisme zelf te richten, het omver te werpen en de fundamenten te leggen voor een economie gericht op het welzijn van allen, een democratisch socialistische economie, waar de sleutelsectoren democratisch gecontroleerd en beheerd worden door de werkenden en hun gezinnen.
-
Terugblik op het falen van de linkse regering van PS-PCF onder François Mitterrand

Mitterand Frankrijk 1981-1984: van hoop naar het ‘besparingsbocht’
10 mei 1981. In Parijs verzamelden 200.000 mensen aan de Place de la Bastille om hun vreugde uit te roepen. In alle steden van het land barstten feesten los. François Mitterrand had zojuist met 52% van de stemmen de tweede ronde van de presidentsverkiezingen gewonnen. Voor het eerst in de geschiedenis van de Vijfde Republiek (opgericht in 1958) werd een linkse president gekozen. Het rechtse dagblad Le Figaro bracht de dag na de verkiezingen de angst van de bazen tot uitdrukking: “Het marxistisch geïnspireerde collectivisme staat voor onze deur.” Helaas…
Dossier door Boris (Brussel) uit maandblad ‘De Linkse Socialist’
De verovering van de macht
François Mitterrand was elf keer minister in de Vierde Republiek (1946-58). Hij was geen revolutionair, maar had wel goed opgemerkt hoe de gebeurtenissen van mei 1968 de arbeiders radicaliseerden. Toen hij in 1971 de leiding van de gloednieuwe Socialistische Partij overnam, zette hij haar op het pad van een electorale alliantie met de Franse Communistische Partij, die door de stakingen van 1968 te beteugelen, had aangetoond dat ze binnen de grenzen van het systeem bleef.
In 1972 werd de Unie van Links (Union de la Gauche) gevormd rond een gezamenlijk programma van de PS, de PCF en de Beweging van linkse radicalen (MRG). Dit programma was gebaseerd op sociale hervormingen en de nationalisatie van negen grote industriële groepen en van het kredietwezen. Onder de bazen en de rijken werd het ergste gevreesd, vooral omdat de crisis van het kapitalisme van 1973-74 kort daarna uitbrak. Fabriekssluitingen en massale ontslagen volgden elkaar op. Er verscheen een nieuw fenomeen: massale werkloosheid. Tussen 1974 en 1981 verdrievoudigde het aantal werklozen tot anderhalf miljoen.
Helaas werd het gezamenlijk programma niet gebruikt als bijdrage om doorheen strijd een krachtsverhouding op te bouwen. Integendeel: PS, PCF en de vakbondsleiders richtten de strijd enkel op een verkiezingsoverwinning voor links. Toen er in 1978-79 gedurende vier maanden een revolte van werkenden was in Lotharingen en Nord-Pas de Calais tegen het ontslag van 21.000 staalarbeiders, beloofde Mitterand enkel om de gesloten staalbekkens te heropenen na de verkiezingen. De staalarbeiders zouden een hoge prijs betalen voor de desorganisatie van hun strijd.
Bij de verkiezingen van 1976 en 1977 werd de PCF ingehaald door de PS. Om haar positie als leidende linkse kracht te heroveren, verliet de partij de Union de la Gauche. Dit werd gerechtvaardigd met het ontoereikend aantal voorziene nationalisaties. In de gelederen van de arbeidersbeweging, waar er een verlangen was naar politieke verandering, werden de bochten van de PCF slecht onthaald. De PS werd daarentegen gezien als de partij die voor de eenheid van links opkwam.
1981-1982: Keynesiaans herstelbeleid en sabotage door de kapitalisten
Het verkiezingsprogramma van Mitterrand in 1981 was vergelijkbaar met dat van de PTB/PVDA in 2019. Het omvatte een economisch herstelprogramma op basis van overheidsinvesteringen (creatie van 150.000 jobs in de openbare diensten, beleid van uitgebreide openbare werken, bouw van sociale huisvesting, …), verhoging van de koopkracht, invoering van 35-urige werkweek om de werkloosheid aan te pakken en een herverdeling van de rijkdom door de invoering van een vermogensbelasting voor de allerrijksten. De PS ging toen nog verder en verdedigde de nationalisatie van de negen grootste industriële, krediet- en verzekeringsgroepen. Er was echter geen sprake van een socialistische maatschappijverandering.
De overwinning van Mitterand in de tweede ronde van de presidentsverkiezingen en de vorming van een regering met 4 ministers uit de PCF leidde tot een hele reeks hervormingen: aanwerving van 55.000 ambtenaren; verhoging van het minimumloon met 10%; verhoging van de kinderbijslag en huursubsidies met 25%; verhoging van uitkeringen voor mensen met een beperking met 20%; afschaffing van de doodstraf; intrekking van de antikraakwet; regularisatie van 130.000 mensen-zonder-papieren; invoering van een vermogensbelasting; verhoging van de middelen met 40% tot 500% voor huisvesting, cultuur, werk en onderzoek; blokkering van de prijzen; nationalisatie van de 36 grootste banken en van Paribas, Suez en de vijf grootste industriële groepen (CGE, PUK, Rhône-Poulenc, Saint-Gobain, Thomson); invoering van de 39-urenweek; vijfde week betaald verlof; pensioen op 60 jaar; nieuwe arbeidswet; plafonnering van de huurprijzen; legalisatie van homoseksualiteit.
De regering lanceerde een keynesiaans herstelbeleid door middel van consumptie en overheidsinvesteringen. Maar de uitzonderlijke periode van langdurige economische groei na de oorlog was voorbij. Sinds midden jaren 1970 verkeerde het kapitalisme in crisis. De Verenigde Staten waren in een recessie beland en de economische vertraging in Duitsland had een grote invloed op de Franse economie. Het land zat midden in stagflatie: een economische recessie gecombineerd met stijgende inflatie.
De regering deed er alles aan om de bazen te overtuigen van de verdiensten van het herstelbeleid om het Franse kapitalisme te herstructureren en haar concurrentiepositie te versterken. Maar de kapitalisten wilden de hoop van de arbeiders de kop indrukken en organiseerden daarom de sabotage van het regeringsbeleid.
Aangezien kapitalisten door de crisis het vertrouwen in hun eigen economisch systeem verloren, investeerden ze hun geld liever in de speculatieve investeringen die toen een opgang kenden. De staat moest investeringen door kapitalisten vervangen door publieke investeringen in genationaliseerde bedrijven. Omdat de regering het wettelijk kader wilde respecteren in plaats van zich te baseren op mobilisatie van de arbeidersbeweging, trokken de rechterzijde en de bazen naar het Grondwettelijk Hof om het recht op privé-eigendom te verdedigen en 39 miljard frank aan de staat te onttrekken om de nationalisaties te compenseren. Sommige bazen wreven zich in de handen: met de crisis werden ook de verliezen genationaliseerd tegen een hoge prijs.
De genationaliseerde banken botsten al gauw op de beperkingen van een werking die de wetten van de private markt respecteert. Het goedkope kredietbeleid slaagde er niet in om particuliere investeringen te stimuleren, terwijl de frank door de markten werd aangevallen. De Banque de France probeerde de markten in stand te houden door de muntreserves aan te spreken. Tussen 1981 en 1983 waren er drie devaluaties van de Franse frank. Inflatie ondermijnde de effectiviteit van de koopkrachtmaatregelen. Het tekort op de handelsbalans (de invoer was groter dan de uitvoer) nam sterk toe. De Banque de France blokkeerde de verstrekking van meer liquiditeiten en dwong de regering om op de particuliere markt te lenen. Dit alles ging gepaard met een kapitaalvlucht van een ongekende omvang: grote fortuinen vertrokken uit het land om belastingen te ontlopen.
Veel rijke mensen staken de Zwitserse grens over met koffers of vuilniszakken gevuld met geld en goud, soms verborgen in de reservewielen. Ook het buitenlands kapitaal verliet het schip. Er kwam een controle op de wisselkoersen en een versterking van de grenscontroles, maar de transfer van middelen naar Zwitserland ging onverminderd door.
De ‘besparingsbocht’
De regering van PS en PCF zette al snel een stap achteruit. In juni 1982 kwam er een loonstop van 4 maanden, gevolgd door de afschaffing van de automatische loonindexering. De PCF klaagde het beleid aan, maar de PCF-ministers stelden hun steun aan de regering niet in vraag. De bazen juichten: links slaagde er zonder de minste weerstand in om te doen wat rechts alleen maar kon hopen.
Op 21 maart 1983 werd de ‘besparingsbocht’ genomen: het opgeven van het keynesiaanse economische beleid ten gunste van neoliberaal monetarisme. De PS en PCF beslisten dat Frankrijk in het Europees Monetair Stelsel (EMS) bleef. Om de tekorten terug te dringen, werd het ‘plan Delors’ opgestart: een besparingsproject.
In maart 1984 namen de ministers van het PCF deel aan een laatste grote aanval: het schrappen van 21.000 jobs in de publieke staalindustrie, hetzelfde aantal als onder rechts in 1978-1979. 150.000 werknemers betogen in Lotharingen, maar de mars naar Parijs die de vakbondsleiders organiseren, had meer weg van een begrafenisstoet. Het falen van de PS-PCF-regering om de werkloosheid te bestrijden en de staalindustrie te redden, was totaal. Bij de verkiezingen van juni 1984 behaalde het extreemrechtse Front National 11% en brak het voor het eerst door op nationaal niveau. De PS zakte naar 21% en de PCF naar 11%. De PCF verliet de regering, maar zou de verloren arbeidersbastions nooit terugwinnen.
Falen van het reformisme, niet van het socialisme
Dit falen gebeurde op een moment dat Thatcher in het Verenigd Koninkrijk en Reagan in de Verenigde Staten de arbeidersklasse aanvielen om de krachtsverhoudingen duurzaam te veranderen ten gunste van het kapitaal. De weg lag open voor veertig jaar neoliberaal beleid. Vanaf de ‘besparingsbocht’ van maart 1983 beperkte de machtsdeelname van de PS in Frankrijk, maar ook in België en elders in Europa, zich tot het uitvoeren van het neoliberale beleid. Dit falen was niet dat van het socialisme: het was het falen van het reformisme.
In 1986 vatte Henri Emmanuelli (staatssecretaris van 1981 tot 1984) zijn mening over de bocht van maart 1983 als volgt samen: “De socialisten dromen al lang van een derde weg tussen socialisme en kapitalisme. Het is duidelijk dat dit niet langer mogelijk is. De oplossing is om duidelijk te kiezen voor één van de twee systemen en de excessen ervan te corrigeren. We hebben gekozen voor de markteconomie.” Het ontbrak in Frankrijk aan een revolutionaire partij met wortels in de arbeidersbeweging, een partij die zich niet beperkte tot een programma van hervormingen maar deze koppelde aan het vooruitzicht van de omverwerping van het kapitalisme en de vervanging van de markteconomie door een democratisch geplande economie.
-
Meer publieke investeringen nodig in erfgoed en infrastructuur

Foto door GodefroyParis — vanop WikimediaCommons, CC BY-SA 4.0, Link Jarenlang wordt er al bespaard op de levensstandaard van de gewone werkenden en hun gezinnen, maar ook op openbare diensten en op investeringen in infrastructuur. Dit leidt tot een toename van het aantal incidenten. Bij ons waren er onder meer de afbrokkelende Brusselse tunnels of de insijpelende regen in musea. Internationaal waren er onder meer de instorting van een brug in Genua, de brand in het Nationaal Museum in Brazilië en nu de brand in de Notre-Dame in Parijs.
Het besparingsbeleid van de afgelopen jaren heeft geleid tot een transfer van rijkdom van arm naar rijk, maar ook van de gemeenschap naar de superrijken. Zo werd niet of amper geïnvesteerd in openbare diensten en infrastructuur, waaronder erfgoed. Experts stellen dat elk ‘beschaafd land’ 3% van zijn BBP aan publieke investeringen uitgeeft. België blijft daar al 30 jaar onder. Waarom wordt niet meer geïnvesteerd? “Omdat andere uitgaven dan geschrapt moeten worden,” aldus De Tijd op 16 augustus vorig jaar. Kortom: alles moet wijken voor de fiscale cadeaus aan een kleine minderheid van superrijken.
Erfgoedspecialisten klagen over een gebrek aan middelen. Dat hoorden we eerder al bij de brand in het Nationaal Museum in Brazilië. Maar het probleem beperkt zich niet tot ex-koloniale landen of opkomende landen. Ook in West-Europa laten de gevolgen van jarenlang besparen zich voelen. Pas als het te laat is, zoals met de brand in Parijs, wordt dit plots opgemerkt. Dan staan miljardairs in de rij om miljoenen die ze niet aan belastingen moesten betalen tegen fiscaal gunstige tarieven ‘cadeau’ te doen. Eerst hebben ze de gemeenschap op legale wijze opgelicht door amper belastingen te betalen waardoor er onvoldoende middelen zijn voor onder meer erfgoed. De miljoenen die vervolgens gegeven worden, zijn slechts een druppel op een hete plaat en wijzen bovendien op een verschuiving van belastingen aan de gemeenschap naar liefdadigheid. Zo gaan we terug naar de 19e eeuw of wat kunst betreft naar de Middeleeuwen, toen kunst een privaat voorrecht van de rijksten was.
In ons land was er ophef over een tweet van Theo Francken die de brand in Parijs vergeleek met de barbaarse wandaden van ISIS in Syrië. Het doel was natuurlijk om een aanslag te suggereren, daar is de voormalige staatssecretaris goed in als het om moslims gaat (over de aanslag van een rechtse christen in Christchurch had Theo minder te zeggen). Terecht werd deze suggestie verworpen: de feiten spreken de piste van een aanslag tegen. Maar open minded als we zijn, moeten we Francken ergens wel gelijk geven: het besparingsbeleid bij ons bedreigt eveneens erfgoed en leidt tot barbaarse toestanden (gelukkig niet van de orde van ISIS in het Midden-Oosten). De regering waarin Francken zat, en die zijn N-VA na de verkiezingen liefst verderzet, heeft daar een actieve rol in gespeeld en haalde de norm van publieke investeringen voor 3% van het BBP (wat volgens experts normaal moet zijn in elk beschaafd land) niet. Na de verkiezingen wil zijn partij overigens verder besparen, net als in 2014 met het argument dat het gat in de begroting weg moet.
Het is opmerkelijk dat rechtse politici vandaag vaak spreken over ‘onze culturele waarden’ maar niet bereid zijn om massale publieke investeringen in infrastructuur en erfgoed te doen. De retoriek dient om verdeeldheid te zaaien, niet om echt te investeren in cultuur. De enige kracht die het einde van de besparingspolitiek eist, is de arbeidersbeweging.
Sommigen zullen misschien de vraag stellen of er niet beter in degelijke huisvesting wordt geïnvesteerd in plaats van in een oude kerk. Het klopt dat er na de ramp in de Londense woonblok van de Grenfell Towers in 2017 geen miljoenen op tafel gelegd werden om binnen de drie tot vijf jaar nieuwe en betere huisvesting te bouwen. Als bouwprojecten en investeringen van liefdadigheid afhankelijk zijn, is het niet de gemeenschap die de prioriteiten bepaalt en wordt er bovendien pas gereageerd na rampen in plaats van preventief te investeren en te renoveren. Er zijn drastische publieke investeringen nodig in woningbouw en infrastructuur. Erfgoed is daar een onderdeel van. Zoals het oude socialistische strijdlied stelt: we komen niet alleen op voor brood, maar ook voor rozen. Erfgoed moet als openbare dienst onder controle van de gemeenschap staan zodat het toegankelijk is voor brede lagen van de bevolking.
-
Gele hesjes in Frankrijk: verslag vanuit de beweging
“We moeten banden smeden met de vakbonden om tot een algemene staking te komen die de economie platlegt”
Het protest tegen Macron en zijn regering blijft maar aanhouden. De stijgende brandstofprijzen waren de directe aanleiding voor de acties van de gele hesjes. Maar ondertussen is dit uitgegroeid tot een algemene opstand tegen de levenskost, de lage lonen en uitkeringen, de privileges van de superrijken en de parlementairen, de manipulatie van het nieuws door de gevestigde media, het politiegeweld, de arrogantie van de elite en de democratische tekortkomingen. We spraken hierover met Rachel. Zij is actief in de beweging van de gele hesjes: ze organiseerde verschillende blokkades en betogingen in Montélimar (Drôme, zuidoosten). Rachel is lid van Gauche Révolutionnaire, onze Franse zusterorganisatie.
Artikel door Stéphane Delcros uit maandblad ‘De Linkse Socialist’
“De beweging verrast iedereen omwille van de duur ervan, de vastberadenheid van de mensen en de omvang van de mobilisatie,” legt Rachel uit. Na verschillende maanden en tal van pogingen om het protest te discrediteren of af te leiden, geniet de beweging nog steeds veel steun. De regering moest toegevingen doen. Het blijft heel beperkt, maar toch kwamen er maatregelen rond de taksen op brandstof en komt er een kleine bonus voor het minimumloon. “Macron bevindt zich op een mijnenveld. Het economisch programma van de regering is hierdoor verlamd. Dat is op zich al een overwinning.”
President Macron schreef een “brief aan de Fransen” om een ‘Groot nationaal debat’ te starten. “Dat is een poging om verdeeldheid te zaaien. Eerst en vooral over de vraag of we al dan niet op die vraag moeten ingaan. Maar daarnaast ook door het debat te laten gaan over kwesties als het homohuwelijk of migratie. Macron wil een sterke en voor hem en zijn systeem gevaarlijke beweging verdelen.”
Het debat over migratie en secularisme was sinds de ontwikkeling van de beweging van de gele hesjes wat naar de achtergrond verdreven. Macron wil dat terug centraal plaatsen. “Extreemrechts is erg aanwezig in de gevestigde media en op de sociale netwerken, maar op het terrein doet het niet veel. Er zijn wel veel kiezers van extreemrechts aanwezig, maar die durven niet openlijk voor hun ideeën opkomen.”
“France Insoumise van Jean-Luc Mélenchon is de linkse organisatie die van bij het begin van de beweging de meest correcte benadering had.” Verschillende eisen van de gele hesjes stonden al in het programma van France Insoumise (FI) in 2017. Het is trouwens FI, veel meer dan het Rassemblement National van Le Pen, dat een reëel gevaar vormt voor Macron en de elite.
Eisen en structuur
Macron zei dat er voor zijn ‘nationaal debat’ geen enkel taboe is. “Hij voegde er echter meteen aan toe dat hij het niet wil hebben over economische en sociale kwesties.”
Het platform van 42 eisen dat door de gele hesjes is opgemaakt, bevat veel sociaaleconomische eisen. “Naast de eis rond referenda en die voor het ontslag van Macron, springen enkele eisen er uit zoals de verhoging van het minimumloon, herinvoering van de vermogensbelasting, afschaffing van de 40 miljard euro aan fiscale cadeaus voor de grote bedrijven, afschaffing van de privileges van parlementairen.” De media benadrukken vooral de eis voor referenda. Dat is de goedkoopste en minste verregaande maatregel. Zo wordt geprobeerd om het debat te beperken tot het institutionele niveau.
“Referenda worden door veel gele hesjes gezien als een wonderoplossing. Er is de illusie dat we ons daar beter toe kunnen beperken omdat het effectief kan bekomen worden. Daarna zouden we referenda kunnen gebruiken om alles te veranderen. Veel anderen, waaronder zo goed als de volledige algemene vergadering van gele hesjes hier in Montélimar, willen zich niet beperken tot democratische eisen.”
“De meeste gele hesjes zien in de zwakke structurering een zwakte.” Er zijn enkele sterke punten, zoals de regelmatige algemene vergaderingen. “In Montélimar houden we twee algemene vergaderingen per week. Er is het idee om een algemene vergadering voor heel het departement te houden waarbij elke lokale groep twee vertegenwoordigers afvaardigt. Dat voorstel werd op onze algemene vergadering met grote meerderheid gestemd.”
Geweld en hoe dit door de gevestigde media wordt gebruikt
Geweld lijkt alomtegenwoordig in de beweging. Toch als we de gevestigde media mogen geloven. “Het geweld komt in de eerste plaats van de autoriteiten en hun beleid. Zo wordt het toch gezien binnen de beweging. Daarnaast leidt de politierepressie tot geweld.” Traangas, rubberkogels, willekeurige arrestaties, boetes, gerechtelijke procedures, … Dat is er allemaal op gericht om een gewelddadig antwoord uit te lokken om de beweging te discrediteren en om potentiële activisten af te schrikken. De boodschap is dat je beter thuis blijft en niets doet. “Veel mensen trappen in die val. Ondanks een erg grote steun, zorgt die voorstelling van de beweging toch voor terughoudendheid onder een laag van de bevolking. Dat is natuurlijk juist het doel van de repressie.”
Geweld vanuit de beweging is in bepaalde gevallen begrijpelijk, maar wel erg contraproductief. Jean-Luc Mélenchon merkte in het nieuws van France2 op 16 januari terecht op: “Het is aangetoond dat als we met heel veel zijn, ons aantal overheerst. (…) Het verloop van een beweging vereist dat het breder wordt. Bij geweld wordt een stap terug gezet en wordt de beweging kleiner.”
Vrouwen bij de gele hesjes
Een van de sterke punten van de beweging is de grote deelname van vrouwen, ook onder de voortrekkers van de strijd. “Er was een nationale oproep om de deelname van vrouwen aan het protest in de schijnwerper te plaatsen. In Montélimar beslisten we om daartoe een betoging te organiseren. Op een dag tijd brachten we 350 mensen op straat. De vrouwen liepen vooraan, de mannen volgden achteraan met de kinderen.” Hetzelfde gebeurde met de ‘Mars van de leeuwinnen’ op 13 januari in Nice. Ook daar waren de mannen uitgenodigd. Eén van de organisatrices merkte op dat dit belangrijk was om geen element van verdeeldheid in de beweging te brengen. Eisen tegen geweld op vrouwen, voor hogere pensioenen en meer koopkracht voor alleenstaande moeders stonden centraal op die betoging.
Het economisch systeem veranderen
Er kwamen al verschillende stakingsoproepen. Omwille van haar specifieke plaats in het productieproces en omwille van haar strijdmethoden, in het bijzonder de staking, is de arbeidersbeweging essentieel om tot echte verandering te komen. Ze kan helpen om tot een echte algemene staking te komen die de economie platlegt. Dat zou de grote kapitalisten en hun politieke vrienden bijzonder veel pijn doen. Jammer genoeg “komen er vanwege de vakbondsleidingen geen pogingen tot toenadering. Er zijn veel syndicalisten actief bij de gele hesjes en die vinden het vreselijk dat hun leiding afstand houdt of zelfs op arrogante wijze kritiek levert. Nochtans kan het anders: in Toulouse bijvoorbeeld was er midden januari een erg geslaagde blokkade dankzij de steun door de transportbonden.”
“De noodzaak van banden met de vakbonden wordt vandaag beter begrepen dan enkele maanden geleden. Het idee om ons tot de bonden te richten zodat ze een oproep tot een algemene staking doen, wordt steeds meer besproken onder de gele hesjes. Het doel is om tot een staking te komen om de economie van binnenuit plat te leggen. De gele hesjes beseffen steeds meer dat het moeilijk is om dit van buitenaf te doen. Zo botst de beweging op haar grenzen.”
De arbeidersorganisaties moeten in actie gaan, met en naast de gele hesjes. De vakbondsleidingen hebben hun autoriteit onder een deel van de bevolking ondermijnd. We moeten daar rekening mee houden. “Maar als enkele bastions van de arbeidersklasse of vakbondsfederaties de strijd vervoegen, dan zou dit ongetwijfeld een nieuwe adem aan de beweging geven. Ons allemaal samen organiseren in strijdcomités is wellicht de ergste nachtmerrie voor de regering. We moeten er voor gaan, zeker nu de regering zo zwak staat!”
De afgelopen maanden werd vaak de vergelijking gemaakt met mei 1968. De combinatie van jongeren in strijd en een algemene staking door 10 miljoen werkenden deed toen het systeem wankelen. “De discussies over de eisen openen de deur om het te hebben over sociaaleconomische eisen en meer algemeen over de nood aan een andere samenleving.” We hebben een programma met socialistische maatregelen nodig, zoals de nationalisatie van de sleutelsectoren van de economie zodat we zelf kunnen beslissen over de productie en deze kunnen richten op de behoeften van iedereen. Er is een systeemverandering nodig: een democratisch socialistische samenleving is de enige manier om de legitieme eisen van de beweging te realiseren.
“Als de meeste gele hesjes slechts enkele eisen willen afdwingen, zal ik uiteraard met hen strijden om dit te bekomen. Maar ik denk dat er meer mogelijk is. We kunnen de macht grijpen: er is een revolutionair potentieel.”
-
Franse president moet toegevingen doen na massaprotest

Protest van gele hesjes in Brussel vorige week. Foto: socialisme.be Na drie weken van massaprotest heeft de Franse president Emmanuel Macron beslist om de betwiste taks op brandstof uit te stellen. Het valt te betwijfelen dat dit volstaat om een einde te maken aan de massabeweging die het ontslag van de president eist.
Door Clare Doyle, CWI
Op maandag 3 december was er een ontmoeting tussen de Franse premier Edouard Philippe en de oppositieleiders. Op dat ogenblik was de beweging verder aan het uitbreiden met nieuwe lagen die in actie kwamen tegen het beleid van deze ‘regering van de rijken.’ Een honderdtal scholen werden geblokkeerd door jongeren die protesteerden tegen de onderwijshervormingen van Macron. Medisch personeel protesteerde in de buurt van het parlement tegen de veranderingen in arbeidsvoorwaarden. Er waren hierbij minstens honderd ambulances betrokken. Brandweerlieden protesteerden aan gemeentehuizen.
Het ‘burgerprotest’, zoals het in de media wordt omschreven, is na het gewelddadige spektakel van afgelopen zaterdag niet gaan liggen. Er kwamen meer betogingen tegen de regering met blokkades aan wegen, brandstofdepots en andere plaatsen. Ook nu blijft de beweging doorgaan.
De leiding van de vakbondsfederatie CGT kondigde een nationale actiedag aan op 14 december. Het was beter geweest om dit vroeger te doen, om op het momentum van de beweging verder te bouwen en de regering terug te dringen. Mogelijk zal deze actiedag enthousiast opgenomen worden door werkenden en jongeren die kwaad zijn op de regering en verder in het offensief willen gaan, zeker nu de regering tot toegevingen verplicht werd.
Derde weekend
Sinds eind november is het protest van de ‘gele hesjes’ tegen de regering-Macron aan het ontwikkelen. Er waren ook acties in België en Nederland. In Parijs waren er op 1 december tienduizenden betogers tegen wie het waterkanon, de wapenstok en traangas ingezet werden. Er werden barricades opgeworpen, er werd met straatstenen gegooid en enkele winkels voor de superrijken moesten eraan geloven. Deze uitbarsting van woede werd door Sky News omschreven als de ergste rellen in Frankrijk in 50 jaar, de BBC had het over de ergste rellen sinds de huidige president is geboren.
Sinds het uitbarsten van de protestgolf tegen de zogenaamde ‘milieutaks’ op diesel en brandstof, is de beweging uitgegroeid tot een massale anti-regeringskracht. De milieutaks was de druppel die de emmer deed overlopen. Het kwam na een heel reeks besparingen op sociale uitgaven, waaronder pensioenen, en na een toename van de werkloosheid (met tien miljoen werklozen en semi-werklozen). Op hetzelfde ogenblik kregen de bazen massale belastingkortingen.
Afgelopen zaterdag was er niet alleen protest in Parijs, er waren betogingen en blokkades op bijna 600 verschillende plaatsen in het land. Sinds het uitbreken van het protest waren er acties op meer dan 2.000 verschillende locaties. Er vielen drie doden en honderddertig zwaargewonden. Honderden betogers werden opgepakt, 300 daarvan werden langere tijd vastgehouden.
Er was in de media even sprake van de mogelijkheid om de ‘noodtoestand’ uit te roepen om de ‘veiligheidsdreiging’ aan te pakken. De regering-Macron heeft echter al veel elementen van de twee jaar durende noodtoestand van de vorige regering in wetten overgenomen. Zo is er ook zonder de noodtoestand de mogelijkheid om betogingen te verbieden. Macron kan moeilijk meer doen: bij het leger en de politie staat het water al aan de lippen. Het uitroepen van de noodtoestand had enkel olie op het vuur gegoten.
Tot waar kan deze beweging gaan?
Velen – zowel jongeren als ouderen – hebben het over een ‘nieuw 1968’, een verwijzing naar de revolutionaire gebeurtenissen die bijna leidden tot de val van de toenmalige president De Gaulle én van het Franse kapitalisme. Dat had de mogelijkheid kunnen openen voor een succesvolle strijd voor socialisme op Europees en globaal niveau. De slogan op een van de gele hesjes in Parijs stelde: “Ik was hier in 1968 en de strijd gaat nog steeds door.”
De oorsprong van deze strijd is erg anders dan die van mei 1968. Noch de studenten noch de georganiseerde werkenden stonden vooraan in de strijd bij het begin van het huidige protest. Er begint daar echter verandering in te komen. De Franse auteur Christophe Guilluy merkte vorig weekend op dat de prijsverhogingen die tot de beweging van de gele hesjes leidden niet de echte oorzaak zijn: “De woede zit dieper, het is het resultaat van een economische en culturele orde die in de jaren 1980 begon en de ‘perifere’ bevolking van Frankrijk raakt.”
De meeste mensen op de eerste wegblokkades kwamen vanop het platteland. Het ging om mensen die van hun auto afhankelijk zijn voor hun werk, inkopen of ontspanning. Velen hadden het relatief goed de voorbije jaren, maar zagen hun levensstandaard aftakelen tot een onaanvaardbaar laag niveau. Op een blokkade vertelde een vrouw: “Mijn vader vertelde me altijd dat er rijken, middenklasse en armen zijn. Nu heb je enkel nog rijken en werkende klasse.” Haar man is een manager en haar dochter gaat naar de universiteit, maar toch heeft de vrouw moeite om rond te komen. Daarom neemt ze deel aan het protest. “We vragen niet naar elkaars politieke standpunten en hoe we stemden, maar enkel hoe we deze regering kunnen wegkrijgen.”
De regering-Macron wordt gezien als een ‘regering van de rijken’. Deze beweging is een uitdrukking van opeengestapelde woede en brengt mensen samen die op erg verschillende wijze stemden in de verkiezingen – van rechts tot links over centrum of mensen die helemaal niet stemden.
Vertegenwoordigers van de werkenden
In de presidentsverkiezingen van vorig jaar kwam Jean-Luc Mélenchon van France Insoumise dicht bij de tweede ronde tegenover Macron. Hij haalde in de eerste rond meer dan 7 miljoen stemmen. Mélenchon spreekt over deze beweging als onderdeel van de ‘burgerrevolutie’ waar hij al lang voor pleit. Hij stelt dat het parlement moet ontbonden worden zodat er nieuwe verkiezingen komen. Marine Le Pen van het extreemrechtse Rassemblement National (het vroegere Front National) kwam met een gelijkaardige oproep. De belangrijkste partij van de Franse burgerij, Les Républicains, acht het nodig om op te roepen voor een referendum over de brandstoftaks. De steun voor deze beweging tegen de regering geeft aan hoe in zo’n referendum zou gestemd worden.
Voor het eerst sinds het begin van de beweging was er een oproep van de vakbondsleiding van de CGT in enkele steden om te betogen tegen besparingen en werkloosheid, en dit op hetzelfde ogenblik als de mobilisaties van de gele hesjes. In Toulouse, Rouen, Marseille en andere steden kwamen beide mobilisaties samen. Op lokaal vlak steunen de CGT-leiders de beweging en is er zelfs een stakingsoproep.
Maar de beweging is erg divers. Er zijn enkele ‘leiders’ die maandag onderhandelingen opgestart zijn met de premier. De leiders brengen elementen van een minimaal links programma, maar het blijft beperkt tot online organisatie en er is geen structuur om de strijd verder te zetten. Een deel van de beweging in sommige regio’s verwerpt de ‘vertegenwoordigers’, elders worden op de blokkades zelf vertegenwoordigers verkozen.
Een arbeiderspartij die voor een socialistische samenleving opkomt, zou meteen oproepen voor het opzetten van een revolutionaire grondwetgevende vergadering op basis van democratisch verkozen vertegenwoordigers op alle niveaus. Vergaderingen op de werkplaatsen en in de wijken zijn noodzakelijk om het protest van onderuit verder te ontwikkelen.
Weg met Macron!
Acht op de tien Fransen steunen het protest waarin de slogan ‘Macron ontslag’ stilaan dominant is. Vorige maand viel de populariteit van de president in de peilingen met nog eens drie punten naar beneden, hij zit op een dieptepunt dat lager is dan bij François Hollande op een gelijkaardig moment in zijn ambtstermijn. De president probeerde de situatie te kalmeren met de mededeling dat hij de stem van het protest heeft “gehoord.” Maar De Gaulle zei net hetzelfde voor hij eind mei 1968 het land ontvluchtte met de stelling: “De toekomst hangt niet van ons af, maar van God.”
Een betoger in de huidige revolte – een 62-jarige lerares – zei aan de Britse zondagskrant The Ovserver dat ze het beu is dat zij extra taksen moet betalen in plaats van de “luchtvaartbedrijven, de scheepvaartsector of de bedrijven die meer vervuilen maar geen taks betalen.” Ze voegde eraan toe: “Macron is onze Lodewijk 16 en we weten wat er met hem gebeurd is. Hij eindigde op de guillotine.”
Macron omschrijft zichzelf graag als Jupiter of Napoleon. Maar nu kan hij wel eens met zijn Waterloo geconfronteerd worden. Sinds hij in 2017 aan de macht kwam, verloor hij al zeven ministers omwille van corruptie, geweld of in het beste geval uit ontgoocheling. Bijna de helft van de leden van zijn partij – La République En Marche (LREM) – gaan niet langer naar vergaderingen en de partij lijkt uiteen te vallen. Er is een crisis aan de top van de samenleving.
De regering besliste om de hogere taksen op brandstof uit te stellen. Dit is een hervorming met als doel om verder protest van onderuit te stoppen. Maar het lijkt de situatie niet te kalmeren. De gele hesjes zijn al voorbij deze eis. Het ongenoegen van brede lagen van de bevolking kwam naar boven en kan leiden tot nieuwe stakingen en massaprotest, mogelijk een nieuwe algemene stakingsbeweging zoals twee jaar geleden tegen de hervorming van de arbeidswet onder Hollande.
Leden van Gauche Révolutionnaire, onze Franse zusterorganisatie, berichten over lokale en sectoriële stakingen. Ook in zeven van de acht grote raffinaderijen van het land werd er recent gestaakt.
Het karakter van de beweging
Het idee van wegblokkades is geen nieuwe actiemethode. Aanvankelijk was er bij veel linkse krachten een terughoudendheid om de beweging te steunen omdat er elementen van ‘Poujadisme’ waren: een beweging die meer door kleine zelfstandigen dan door werkenden werd gedomineerd. Het klopt dat het extreemrechtse Rassemblement National van Le Pen in de peilingen voor de Europese verkiezingen LREM van Macron heeft voorbijgestoken en meteen steun gaf aan het protest. Maar steeds meer mensen die voor Mélenchon en FI stemden, komen nu op straat. Er zijn ook heel wat ontgoochelde kiezers van Macron die protesteren, naast werkenden en jongeren die helemaal niet stemden.
Het gebrek aan strijd geleid door de vakbonden zorgt ervoor dat de beweging van gele hesjes uitdrukking geeft aan de opgestapelde frustraties van alle lagen van de samenleving. Dit kan echter opbouwen naar een veralgemeende beweging om de regering weg te krijgen. Er is een brede ontgoocheling in de ‘nieuwe’ politieke kracht rond Macron, wat eigenlijk te voorspellen was. Macron haalde 43% van de stemmen van alle kiesgerechtigden, maar slechts 16% daarvan koos voor hem omwille van zijn programma. Velen stemden Macron om Le Pen te stoppen.
Deze situatie roept om een linkse partij met een programma dat uitdrukking geeft aan het ongenoegen van verschillende lagen in de samenleving: de verarmde middenklasse, de werkenden die hun job of loon bedreigd zijn, de jongeren die de scholen verlaten zonder garantie op hoger onderwijs of werk. Hun ongenoegen moet gericht worden naar socialistische eisen.
Gauche Révolutionnaire wijst op het ‘speciale karakter’ van de beweging. Er zijn niet alleen wegblokkades maar ook acties aan tolhuizen. Die acties zijn erg populair, iedereen wordt immers doorgelaten zonder te betalen. Zowat de helft van de actievoerders zijn vrouwen, die vaak verantwoordelijk zijn voor het huishoudbudget. Gauche Révolutionnaire stelt in pamfletten op de acties dat er nood is aan een actiedag waarbij de volledige economie wordt platgelegd met stakingen en blokkades. “Door met alle werkenden samen te strijden – een staking in alle sectoren – kan Macron verslagen worden. Gauche Révolutionnaire komt op voor een echte democratische en broederlijke samenleving, voor socialisme.”
-
Verslag vanuit de Franse beweging van gele hesjes: 10de dag van strijd in Montélimar
Ondanks vreselijk weer houdt de vastberadenheid van de gele hesjes in Montélimar aan. Duizenden mensen komen in actie. Zowel overdag als ’s nachts wordt geprotesteerd, afhankelijk van de beschikbaarheid van activisten. Onze dagelijkse acties hebben tot doel om het onrechtvaardige beleid van Macron aan te klagen. Dit beleid dient enkel de rijksten en veroordeelt ons tot onzekerheid.Door onze correspondenten in Montélimar
Extreemrechts heeft hier niets te zeggen
Bij het begin van de beweging hoorden we dat de oproep van de gele hesjes iets van extreemrechts was, maar het gaat wel degelijk om een brede beweging waarin diegenen die het hardst geraakt worden door Macron elkaar vinden. De solidariteit en de betrokkenheid bij de actie in Montélimar zijn indrukwekkend. Voorbijrijdende auto’s claxonneren, mensen geven ons iets om te eten, sommigen geven financiële steun, … Gewone activisten komen met eten, hout, tenten, dekzeilen en ander materiaal. Zo is het rondpunt van de A7 in Montélimar-Sud een echt hoofdkwartier van strijd geworden.
Het doel is natuurlijk niet om voor altijd op dit rondpunt te blijven, maar wel om een verzamelplaats te hebben waar we samen kunnen discussiëren, onze eisen vastleggen, onze acties uitwerken en gecoördineerd naar buiten komen voor een zo groot mogelijke impact. We hebben elke avond om 18u een algemene vergadering waar alle beslissingen collectief genomen worden. Dat laat geen enkele ruimte aan extreemrechts.
Hardere toon nodig
We hebben de barrières van de A7 weggenomen, de vestiging van Amazon en andere logistieke bedrijven geblokkeerd, geprotesteerd aan Carrefour en aan de volledige winkelzone, … Al deze acties hebben een impact gehad, maar het volstaat niet om de regering te doen terugkrabbelen, laat staan om Macron weg te krijgen zoals de meeste gele hesjes willen.
Het wantrouwen in de media en de politici is heel sterk onder de activisten. Voor velen worden de vakbonden over dezelfde kam geschoren. Ze worden als verraders gezien met een leiding die enkel hoopt te profiteren van de kracht van de “golf van gele hesjes.” Het voorstel van de lokale afdeling van de vakbond CGT om een gemeenschappelijke betoging te houden op 1 mei werd fors bekritiseerd op de algemene vergadering van de gele hesjes, maar uiteindelijk werd beslist dat ‘wie wil deelnemen aan die betoging dit maar moet doen zonder dat er een officiële toenadering is.’ Nochtans is iedereen het wel eens dat we de economie moeten platleggen en dat een algemene staking de enige manier is om dit te bereiken.
Hoe verder?
We hebben een pamflet gemaakt met eisen die verder gaan dan de taksen op brandstof. We eisen onder meer een hoger inkomen, verdeling van het werk, herverdeling van de rijkdom, … Dit pamflet wordt verspreid op de acties om de steun op te bouwen en om duidelijk te maken wat onze eisen zijn.
Het gebrek aan structuur van de beweging verzwakt ons. Er beginnen discussies te ontstaan over hoe we dat kunnen aanpakken. Er duiken ook voorstellen op van gecoördineerde acties op departementaal of regionaal niveau.
Daarnaast is er een zekere vermoeidheid die een tol begint te eisen. Dit ritme van actievoeren kan niet lang volgehouden worden indien het protest zich niet uitbreidt. Dat is overigens waarom wij met Gauche Révolutionnaire, de zusterorganisatie van LSP, proberen uit te leggen wat de cruciale rol van vakbondsmilitanten is en waarom die druk moeten zetten op hun vakbondsafdelingen zodat er effectief een stakingsoproep komt.

