Your cart is currently empty!
Tag: Frankrijk
-
Beweging van gele hesjes in Frankrijk: Macron, ontslag! Voor een nieuw mei ‘68
De massale acties van de gele hesjes tonen onze vastberadenheid om een einde te maken aan dit beleid in dienst van de rijken. We moeten hiermee verdergaan! Macron laat uitschijnen dat hij luistert naar het protest, maar zijn regering gaat over tot repressie en kijkt minachtend neer op het protest. We moeten doorgaan, een massabeweging opbouwen die tot een staking kan uitgroeien. Er is nood aan een nieuw mei ’68!Pamflet van Gauche Révolutionnaire, onze Franse zusterorganisatie, afgelopen weekend
Afgelopen week bleek nog dat de topman van Renault en lieveling van de regering, Carlos Goshn, niet alleen een jaarloon van 16 miljoen euro heeft, maar ook nog in de gemeenschapskas graait om zijn fortuin te vergroten. De arbeiders van Renault die afgedankt werden om de winsten op te voeren, zullen dit niet weten te waarderen!
Op de blokkades is er een woede omwille van de belastingverhogingen (zoals BTW), de lage lonen, de oplopende prijzen. De Fransen hebben volgens INSEE 440 euro minder inkomsten per jaar dan in 2008. Macron zet het beleid van Sarkozy en Hollande verder. De vermogensbelasting is geschrapt, de multinationals betalen steeds minder belastingen.
Niemand is tegen het betalen van belastingen en sociale bijdragen voor het financieren van openbare diensten, pensioenen of kinderbijslag. Maar belastingen zoals BTW treffen de laagste inkomens het hardst en er gaat niets van terug naar de bevolking. De openbare diensten liggen onder vuur en worden afgebouwd door het beleid dat de belangen van de aandeelhouders dient. In het onderwijs verdwijnen jobs, in de zorgsector zijn de arbeidsvoorwaarden onhoudbaar, in de ouderenzorg zijn er onwaardige levensomstandigheden voor onze ouders of grootouders. De emmer van het ongenoegen loopt over!
Revolte uitbreiden
Werkenden, gepensioneerden, jongeren, … Er is een grote goesting om in actie te gaan! De woede is er en zoekt een manier om een strijdbare vorm aan te nemen waarbij de economie geblokkeerd wordt. Verschillende vakbondsafdelingen hebben stakingsoproepen gedaan of kwamen ons steunen bij de blokkades. We moeten op die weg gaan. Een strijd van iedereen samen, een staking in alle sectoren, dat zal Macron doen plooien.
We mogen ons niet laten verdelen door racisten, homofoben en seksisten. We strijden voor een rechtvaardige samenleving. Die strijd kunnen we enkel winnen als we met jongeren, werkenden, gepensioneerden samen in actie komen, zonder onderscheid van afkomst, sekse of cultuur. Het is overigens op die manier dat de meeste blokkades werken en we moeten dit zo houden.
Verandering van samenleving
De beweging van de gele hesjes is een revolte tegen Macron en waar hij voor staat: een ongelijke samenleving die de gepensioneerden en werkenden verstikt. Deze beweging heeft het potentieel om ons te verenigen.
We moeten een front van strijd tegen Macron en zijn beleid vormen met alle krachten die de belangen van de werkenden verdedigen. Voor rechts of extreemrechts is er geen plaats: zij willen ons verdelen en komen niet op voor onze belangen.
Na de betoging van 24 november moet opgeroepen worden tot een grote dag van stakingen en blokkades, zowel in de publieke als de private sector, zowel onder jongeren als werkenden. Deze oproep laat best niet te lang op zich wachten.
De rijken laten bijdragen? Ja! De werkenden en armen steeds meer laten betalen ? Neen! Tegen Macron en zijn miljonairsbende, tegen het kapitalisme en alle onrecht die eigen is aan dit systeem! Wij komen op voor een echte democratische, solidaire en rechtvaardige samenleving: het socialisme. Doe mee.
-
Frans protest tegen dure brandstof. Ook bij ons wordt alles duurder, zonder dat loon volgt

Actie in Montélimar. Foto: Rachel (Gauche Révolutionnaire) De afgelopen dagen is in Frankrijk een beweging ontstaan tegen de toegenomen brandstofprijzen. Vooral tankstations en tolwegen werden geblokkeerd door mensen in gele fluovestjes (gilets jaunes) die protesteren tegen de hoge belastingen van de overheid op benzine en diesel. Omdat veel supermarkten in Frankrijk over een tankstation beschikken worden ook zij geblokkeerd.
Artikel door Kim
Het orgelpunt tot nu toe vond plaats afgelopen zaterdag, toen minstens 250.000 mensen aan de blokkades deelnamen. Tijdens die actiedag raakten aan de blokkades meer dan 100 mensen gewond, waaronder een handvol ernstig. Er viel één dode toen een vrouw, die haar dochter naar het ziekenhuis wou rijden, in paniek doorreed aan een blokkade. De politie liet op sommige plaatsen begaan, elders greep ze in. Zo werd een blokkade op de ring rond Parijs verhinderd. Actievoerders die de ambtswoning van president Macron probeerden te bereiken, werden door de politie met traangas teruggedreven. Geen enkele bestaande groepering neemt het voortouw in de protesten, die van onderuit zijn ontstaan en via sociale media georganiseerd worden. Volgens een peiling begin november steunt 78% van de Fransen de acties. De beweging steunt dus op een groot passief draagvlak.
Goed voor het milieu?
De benzineprijs aan de pomp steeg in Frankrijk met 15% op een jaar tijd, die van diesel zelfs met 27%. Dit komt door de stijging van de ruwe olieprijs, maar ook door de vele taksen. Zowat 60% van de kostprijs vloeit via taksen naar de overheid. Macron vindt dat te weinig: vanaf 1 januari 2019 komt er een bijkomende taks van 6,5 eurocent per liter diesel en 2,9 eurocent per liter benzine. Die belastingverhoging was de druppel die de emmer deed overlopen.
Macron zegt dat de taks nodig is vanuit ecologisch standpunt. Niet dat de regering-Macron een sterk ecologisch imago heeft: in augustus nam minister van ecologische transitie, Nicolas Hulot, nog ontslag omdat de regering te weinig doet voor het milieu. Moest de regering echt bezorgd zijn om het milieu, dan zou ze investeren in ecologische alternatieven.
Benzine en diesel zijn immers geen luxeproducten: veel mensen hebben een eigen auto nodig omdat er geen ander vervoersmiddel is om naar het werk te gaan of om kinderen naar school te brengen. Heel wat plaatsen zijn enkel met de auto bereikbaar. Accijnzen op brandstofprijzen verhogen, betekent in het beste geval dat de kosten van vergroening op de werkenden en de middenlagen afgewenteld worden. Door het gebrek aan alternatieven is er echter amper minder gebruik van de auto.
De milieubelastingen van Macron vertrekken van een logica waarin de individuele consument verantwoordelijk is voor milieuvervuiling. Dit idee van individuele verantwoordelijkheid is een liberaal dogma. In plaats van de productie aan te pakken en de grote vervuilers (een honderdtal grote bedrijven zijn verantwoordelijk voor het grootste deel van de vervuiling), worden de gewone mensen aangepakt. Consuminderen om de ecologische voetafdruk te verkleinen, blijft echter altijd beperkt tot een minderheid.
Echte vervuilers worden ongemoeid gelaten
Ondertussen zorgt de logica van dit systeem voor heel wat nutteloos verkeer: leveringen gebeuren just-in-time, producten worden over en weer gebracht omdat lonen ergens anders iets lager zijn, … Zo worden Belgische varkens naar Italië gebracht om daar geslacht te worden en verwerkt tot onder meer parmaham, die vervolgens verkocht wordt in Belgische supermarkten. Noordzeegarnalen worden naar Marokko gebracht om te pellen, waarna ze hier verkocht worden. De pogingen om ons als individuele consument verantwoordelijk te stellen voor reële milieuproblemen zijn erop gericht om de echte verantwoordelijken uit de wind te zetten.
Grote bedrijven aanpakken, kan volgens de neoliberalen niet omdat het de vrije markt zou verstoren. Door extra taksen te heffen met het argument van milieu (brandstoffen) of gezondheid (tabak, alcohol, …) wordt nochtans erkend dat de economie sturing nodig heeft. Zo overtuigd zijn die liberalen dan toch niet van de vrije markt. Het gebrek aan publieke investeringen in milieu of gezondheidszorg versterken het vermoeden van veel werkenden: de extra taksen dienen gewoon om de kas te vullen zodat de overheid nog meer cadeautjes aan de grote bedrijven kan uitdelen. Onder de winnaars van dat beleid bevinden zich ook de grote oliemultinationals zoals Shell of Total die vorig jaar goed waren voor respectief 4 en 5 miljard euro winst.
Woede organiseren en tegen systeem richten
De Franse woede is terecht. De “gilets jaunes” geven uitdrukking aan een gevoel dat ook bij ons leeft (zie hieronder). Deze beweging vertrekt vanuit een buikgevoel en is niet van bij het begin duidelijk qua eisen en alternatieven. Sommigen zien in de woede tegen de taksen een rechtse of zelfs extreemrechtse beweging. Waar de arbeidersbeweging afwezig blijft, probeert rechts effectief om de beweging te recupereren. Rechts en extreemrechts hebben echter geen alternatief op het huidige beleid: ze staan niet bepaald bekend als verdedigers van openbaar vervoer, openbare diensten, publieke investeringen in duurzame energie, …
De arbeidersbeweging moet aansluiting vinden bij dit protest en het richten op eisen die de strijd verbreden. Dit moet ook gekoppeld worden aan ecologische eisen, waarbij de factuur niet naar de werkenden en de middenklasse wordt doorgeschoven maar door de belangrijkste verantwoordelijken voor vervuiling wordt gedragen. De stakingsoproep van delen van de vakbond CGT bij Peugeot op 17 november was een belangrijk precedent. Deze beweging van ‘gilets jaunes’ bestaat doorgaans uit gewone werkenden, gepensioneerden, kleine zelfstandigen, … Kortom mensen die het verschil tussen 50 en 60 euro voor een volle tank voelen.
Gauche Révolutionnaire, onze Franse zusterorganisatie, komt in de beweging op rond volgende eisen:
- Onmiddellijke verlaging en blokkering van de brandstof- en energieprijzen
- Neem de winsten van de multinationals in beslag om onze noden te financieren: gratis openbaar vervoer, openbare diensten, degelijke en betaalbare huisvesting.
- Verhoging van de lonen en uitkeringen, herstel van de index met inbegrip van brandstofprijzen.
- Een vermogensbelasting, strijd tegen fiscale fraude door de ultrarijken en de multinationals, indirecte belastingen (zoals BTW) vervangen door een progressieve belasting die de rijken en grote bedrijven meer laat betalen.
- Verdediging van openbare diensten en heropening van diensten die bereikbaar zijn in elke buurt (kinderopvang, scholen, postkantoren, …).
- Voor een grote openbare milieudienst gefinancierd door multinationals te belasten, om honderdduizenden jobs te creëren in de nodige ecologische transitie (ecologische landbouw, voedselsector, duurzame energie, …).
Een dergelijk programma vereist socialistische maatregelen zoals de nationalisatie van de sleutelsectoren van de economie, zodat de grote bedrijven de ecologische transitie niet kunnen blijven saboteren en zodat een democratische en ecologische planning mogelijk wordt. Zo’n planning zou vertrekken van de behoeften van de werkenden, inclusief de ecologische behoeften. Om dit te bekomen, is strijd nodig.
[divider]
Ook in België wordt alles duurder… terwijl ons loon niet volgt!

Foto vanop Wikimedia De maximale dieselprijs in ons land is hoger dan in alle buurlanden. Net als in Frankrijk gaat ongeveer 60% van wat we aan de pomp betalen naar de overheid. Een tank van 40 liter diesel kost vandaag ongeveer 60 euro, waarvan dus 36 euro voor de overheid. Alles samen haalde de overheid vorig jaar 5,5 miljard euro inkomsten uit taksen op brandstof.
Ook hier wordt het argument gebruikt dat individueel autogebruik wordt ontmoedigd. Zonder investeringen in alternatieven is dat een hol argument. De opbrengst wordt overigens niet in milieuvriendelijk transport geïnvesteerd: de overheidsbijdragen aan NMBS, De Lijn, MIVB en TEC – de aanbieders van openbaar vervoer – liggen lager dan die 5,5 miljard euro! Investeringen in duurzame energieproductie worden aan de private energiebedrijven overgelaten, met als resultaat dat een tekort aan elektriciteit dreigt.
Bovendien komt het bovenop alle andere belastingverhogingen van de rechtse regering-Michel/De Wever. Een groot deel van onze energie- of waterfactuur bestaat uit taksen. Onder meer door een jarenlang gebrek aan investeringen gingen de prijzen voor water en energie de afgelopen maanden fors de hoogte in. Alles wordt dus duurder, maar onze lonen volgen niet. Als het van de regering en de werkgevers afhangt, zit er opnieuw niets in bij de collectieve loononderhandelingen die momenteel opgestart worden.
-
Frankrijk: samen sterk tegen Macron en zijn asociaal beleid

Foto: Els In mei zat het eerste jaar van de ambtstermijn van president Macron er op. In dat jaar heeft zijn regering hard gewerkt om een programma te realiseren dat wel heel sterk lijkt op een verlanglijstje van de Franse werkgeversfederatie Medef. Om het met Balzac te zeggen: we zien het ‘hoogtepunt van de geldkluizen.’
Artikel door Nicolas Croes uit maandblad ‘De Linkse Socialist’
Spoorpersoneel geeft het voorbeeld
Volgens een peiling van Cevipof die tussen 25 april en 2 mei werd afgenomen, meent 55% van de Fransen dat Macron en zijn regering te autoritair zijn. Maar liefst 76% denkt dat het gevoerde beleid enkel de rijksten ten goede komt.
Het ontbrak niet aan betogingen en stakingen tegen dit beleid. Macron probeert overigens om het verzet uit te putten en te verdelen door op een adembenemend tempo tot aanvallen over te gaan. Met het asociaal offensief tegen het spoorpersoneel kwam er een nieuwe fase in het beleid. Hiermee wilde de regering een goed georganiseerde en strijdbare laag van de Franse arbeidersklasse treffen. Het idee is dat een nederlaag van het spoorpersoneel de rest van de werkenden en jongeren zou demoraliseren, naar het voorbeeld van wat Margaret Thatcher in de jaren 1980 deed met de Britse mijnwerkers.
Het spoorpersoneel reageerde met stakingsacties die over drie maanden gespreid werden waarbij twee dagen per week gestaakt wordt. Dit actieplan begon in april en duurt tot eind juni. De staking werd voorbereid met de verspreiding van een gratis krant op 500.000 exemplaren. Dit was een belangrijk instrument om discussies tussen vakbondsmilitanten en reizigers aan te gaan. Laurent Brun, de algemeen-secretaris van CGT Spoor, stelde dat de krant twee functies had: “De band tussen gebruikers van het spoor en spoorwegpersoneel herstellen en het spoorwegpersoneel weer in beweging krijgen, hen opnieuw aanzetten tot militeren.” (1) De solidariteitskas van het spoorpersoneel raakte snel gevuld: er werd meer dan 700.000 euro opgehaald. Een solidariteitskas opgezet door artiesten en intellectuelen haalde zelfs meer dan een miljoen euro op. Dat is een uitdrukking van de brede steun voor het stakend spoorpersoneel.
Over de eisen tegenover de regeringsplannen legt Laurent Brun uit: “We hebben ons personeel aangesproken: ‘Jullie gaan jullie lokaal urgentieplan uitwerken, jullie gaan opschrijven wat er moet gebeuren om de dienst te doen draaien in goede werkomstandigheden.’ Daarna hebben we dat omgevormd tot een nationaal urgentieplan.” Eind mei, na twee maanden van strijd, was de deelname aan de staking even groot als bij het begin van de beweging.
Daarnaast kwam het tot stakingen in een aantal ziekenhuizen en postkantoren. De studenten kwamen in actie met blokkades en bezettingen van universiteitsgebouwen. De politieke situatie is bijzonder instabiel. De regering neemt grote risico’s, maar blijft hopen op een uitputting van het verzet.
Een golf van verzet
In de herfst van vorig jaar riepen Jean-Luc Mélenchon en France Insoumise al op tot verenigd verzet van syndicalisten en linkse partijen in een betoging om “met een miljoen mensen naar de Elysée te trekken.” Jammer genoeg werd die oproep tot een gemeenschappelijk front tegen Macron toen niet opgenomen.
Sindsdien is er echter aanzienlijke vooruitgang geboekt. In april betuigden François Ruffin (France Insoumise), Benoît Hamon (Génération-s), Pierre Laurent (PCF) en Olivier Besancenot (NPA) samen hun solidariteit met de spoorstaking. Op 14 april was er in Marseille een betoging met tienduizenden deelnemers na een oproep van de regionale afdeling van de CGT, samen met onder meer France Insoumise dat sterk vertegenwoordigd was op de betoging. Op 5 mei was er met de “Fête à Marcon” in Parijs nog een grote actie tegen de president.
Tenslotte werd voor 26 mei een mobilisatie aangekondigd om in heel het land een “golf van verzet” te houden. Het initiatief komt van France Insoumise en werd opgenomen door de CGT – dat hiermee breekt met de syndicale traditie om afstand te houden van politieke partijen – en de vakbonden Solidaires, FSU, UNEF, SAF, de vakbond van de magistratuur, naast verenigingen en bewegingen zoals Attac, Droit au logement, Collectif pour les droits des femmes, en de partijen links van de PS. Een dergelijke eenheid is nooit gezien.
Mélenchon legde uit: “Ik ben voor een soort van volkse eenheid die de grenzen tussen syndicalisme, politiek en de verenigingen afbouwt.” Hij riep op om actiecomités voor 26 mei op te zetten om samen te mobiliseren in sectoren, bedrijven of wijken. Deze aanpak staat in een schril contrast met de meeste linkse formaties in Europa die de neiging hebben om een kunstmatig onderscheid te maken tussen het politieke en het syndicale, waarbij ze zich vooral op verkiezingen richten.
Deze opstelling van Mélenchon is een belangrijke stap vooruit om France Insoumise te kunnen uitbouwen tot een politiek instrument van het sociaal verzet, een echte massapartij die zich moet structureren om echt democratisch te zijn en een antikapitalistisch programma te realiseren.
De samenwerking tussen vakbondsmilitanten, politieke activisten en mensen uit het verenigingsleven op 26 mei was van groot belang. Het is een voorbeeld voor het verzet tegen het besparingsbeleid in andere landen. Nu moet een volgende stap bediscussieerd worden. Dat kan in de vorm van een actieplan dat opbouwt naar een nationale staking van alle sectoren en een hernieuwbare algemene staking om de economie volledig te blokkeren.
Voetnoot
(1) http://solidair.org/artikels/laurent-brun-cgt-spoor-het-isolement-doorbreken-steunen-op-overwinningen-en-doorgaan-tot -
Verslag van de grote actiedag tegen Macron in Frankrijk afgelopen zaterdag
Actief Linkse Studenten en Linkse Socialistische Partij namen deel aan Marée Humaine tegen Macron in Parijs
De Franse president Macron is nu ongeveer een jaar aan de macht. Zijn verkiezing was het gevolg van een bijzondere samenloop van omstandigheden zoals het enorme diskrediet van de traditionele politieke partijen en het feit velen in de tweede ronde Le Pen absoluut wilden stoppen. Macron beseft dat dit een unieke opportuniteit is. Hij wil ze benutten om drastisch komaf te maken met een aantal historische verworvenheden van de Franse arbeidersbeweging. Hij stoot daarbij op hardnekkig verzet, ook van de spoorbonden, die twee maand lang twee dagen per week staken. Maar Macron zal niet licht toegeven: hij beseft dat het erop of erover is.Door Sander en Eric
Op hetzelfde moment worden universiteiten bezet door studenten die protesteren tegen de manier waarop Macron en zijn rijken-regering de democratisering van het onderwijs willen terugschroeven. Overdag zijn er pogingen van de politie om de campussen te ontruimen, ‘s nachts zijn het dan weer neofascistische bendes die het vuile werk van de politie overnemen. De woede is algemeen, de staking breidde uit naar verschillende sectoren.
Het heeft een tijd geduurd, maar uiteindelijk is de belangrijkste politieke tegenstander van Macron, La France Insoumise (LFI) van Mélenchon, erin geslaagd een breed front te smeden in wat het een “marée humaine”, een vloedgolf van mensen, noemt. Mélenchon riep ook op tot het vormen van mobilisatiecomités voor 26 mei. Dat is een aanzet om de strijd constructief en georganiseerd voort te zetten. De Actief Linkse Studenten en de Links Socialistische Partij gingen hun solidariteit betuigen bij de grote betoging van 26 mei in Parijs, maar ook in verschillende andere Franse steden was er protest.
LFI, CGT, PCF, Action, ZAD en verschillende radicaal linkse partijen, sociale organisaties en vakbonden ondersteunden de oproep van Marée Humaine om over het hele land een golf van protest te laten weerklinken. De opkomst was aanzienlijk, naar verluidt 280.000 over heel Frankrijk en de sfeer was strijdbaar. De slogan “Macron un an, ça suffit!” was een perfecte uiting van de woede die er is tegen de verderzetting en het opdrijven van het neoliberale beleid van zijn voorgangers. Toch werd het niet de overrompeling die sommigen gehoopt hadden en hoewel strijdbaar, waren er ook elementen van gelatenheid duidelijk merkbaar onder de betogers.
Verschillende deelnemers legden ons uit dat de verdeeldheid van links een ernstige rem vormt op de beweging. Velen waren het met ons eens toen we stelden dat Lutte Ouvrière (LO), Nouveau Parti Anticapitaliste (NPA) en Hamon er fout aan gedaan hadden om tijdens de 1ste ronde van de presidentsverkiezingen vorige lente hun kandidatuur niet in te trekken ten voordele van Mélenchon. Twee weken voor verkiezingsdag was al heel duidelijk dat hun kandidaten de tweede ronde niet zouden halen. Ze hadden toen perfect kunnen uitleggen dat ze een uitstekende campagne achter de rug hadden, maar zelf geen kans maakten, en ondanks diens beperkingen hun kandidatuur introkken ten voordele van Mélenchon. Dat zou links niet alleen in een veel betere positie hebben geplaatst voor de tweede ronde, maar ook vandaag éénheid in de strijd vereenvoudigd hebben.
De meest betogers waren het met ons eens dat de oproep van Mélenchon om naar 26 mei mobilisatiecomités te vormen, een uitstekend initiatief was. Op de vraag hoeveel van hun collega’s en/of buren meegekomen waren, was het antwoord helaas meestal teleurstellend. Er waren ook geen echte delegaties uit de bezette campussen of van secundaire scholen. Kortom, het is niet omdat men het in het algemeen eens is met een oproep, dat men ook begrijpt hoe die concreet op het terrein uit te voeren. Dit zijn oude tradities die voor een groot stuk verloren gegaan zijn. Hoe belangrijk de sociale media ook waren voor de kiescampagne van Mélenchon en de lancering van La France Insoumise, het volstaat niet om dit te herstellen, daarvoor is een democratische debat- en organisatiestructuur vereist. Mélenchon en La France Insoumise moeten daar dringend werk van maken.
De leiders van de vakbonden, de brandstof van het protest, hopen dat Macron “van zijn voetstuk neerdaalt om naar het volk te luisteren.” Het is echter een illusie dat Macron zal luisteren en via sociaal overleg afgeremd kan worden. Op de vraag of de CGT Macron wil wegstaken, antwoordt Martinez helaas expliciet neen. Bij FO werd de algemeen-secretaris omwille van zijn gebrek aan strijdbaarheid afgezet en vervangen. Men kan en mag niet rekenen op de goodwill van een regering en een president voor wie het erop of erover is. In België hadden we in 2014 een gelijkaardige situatie, het eerste actieplan van de vakbonden bracht de regering aan het wankelen. Er was toen zelfs sprake van een voorlopige tussenregering om de gemoederen te bedaren. Het uitblijven van een nieuw actieplan begin 2015 met als startpunt een 48 urenstaking liet de regering de kans om zich te herstellen. De beweging werd in het defensief gedrongen en tot vandaag voelen we daar de gevolgen van.
Het is daarom dat onze Franse zusterorganisatie, Gauche Revolutionnaire, op de betoging opriep voor een nationale stakingsdag in juni. Als de vakbonden en LFI Macron en zijn regering niet ten val brengen, dreigt hetzelfde scenario als in België. De regering doen vallen is één zaak, maar wat stel je dan in de plaats? Dat brengt ons terug naar de verdeeldheid van links. Op de betoging in Parijs kreeg die zelfs een fysieke uitdrukking: PCF, Parti Ouvrier Indépendant Démocratique (POID), NPA en LO hadden elk hun eigen delegatie, hetgeen we best kunnen begrijpen, maar wat er bij ons veel moeilijker in gaat, is het feit dat de ordedienst van elk van hen hun blok hermetisch afsloot voor buitenstaanders, enkel LFI en NPA hadden een opener houding. Dat belemmert niet alleen de dialoog en de uitwisseling van ervaringen onder de verschillende deelnemers aan de betoging, maar kan er ook op wijzen dat de leidingen van die partijen elk debat van bovenaf willen controleren.
Er zou integendeel vanuit de beweging, van onderaf als je wil, een programma bediscussieerd en uitgewerkt moeten worden. Alle krachten, linkse partijen, sociale organisaties en vakbonden zouden rond dit programma samen gebracht moeten worden, hetgeen de basis zou leggen voor een arbeidersregering die niet langer de winsten van een kleine elite centraal stelt, maar de middelen aanwendt om de behoeften van de overgrote meerderheid te voldoen. Op dit ogenblik lijkt dit voor de meeste betogers een onbereikbare wensdroom. Toch vonden we het belangrijk die idee nu al aftastend in de beweging te gooien, we zijn er immers van overtuigd dat naarmate de klassenstrijd openlijker gestreden wordt, steeds meer arbeiders en jongeren die idee zullen omarmen. Zodra een idee gedragen wordt door bredere lagen in de maatschappij wordt ze een maatschappelijke kracht.
-
Interview over de golf van sociaal verzet in Frankrijk
Interview met Rachel Mahé, actief bij Gauche Révolutionnaire en France Insoumise
President Macron en zijn partij ‘La République en Marche’ (LREM) haalden het op de ruïnes van de gevestigde partijen in Frankrijk van Marine Le Pen en het extreemrechtse Front National in de tweede ronde van de presidentsverkiezingen vorig jaar. Minder dan een jaar later rolt een tsunami van sociaal protest over het land. De gelijkenissen met België enkele maanden na het aantreden van de rechtse regering-Michel liggen voor de hand. De uitdagingen voor de sociale beweging zijn dezelfde: hoe kunnen de jongeren en werkenden het halen tegen een kracht die beweert het sociaal overleg met de vakbonden te willen behouden, maar dat overleg in de praktijk van elke inhoud ontdoet? “De democratie is niet de straat,” herhaalt Macron. Waar hoorden we dat nog? We spraken met Rachel Mahé van Gauche Révolutionnaire, onze Franse zusterorganisatie. Rachel was in 2017 kandidaat voor France Insoumise in Montélimar.Interview door Els Deschoemacker na de betoging in Marseille van 14 april – dit interview verschijnt ook in de volgende editie van ‘De Linkse Socialist’
Hoe is het een jaar na de verkiezing van Macron gesteld met zijn ‘verandering’?
“Vandaag gelooft niemand nog de propaganda van zijn verkiezingscampagne, waarmee hij vooral inspeelde op de verwerping van de gevestigde partijen en hun beleid. Het overwegende gevoel vandaag is dat het beleid van Macron niet verschilt van dat van zijn voorgangers. Het is een beleid dat enkel de belangen van de superrijken dient.
“En het is erger dan dat. Macron gaat een stap verder in de afbouw van de sociale verworvenheden van de arbeidersklasse. De tweede ‘arbeidswet’ bevat de volledige afbraak van het vast contract. Het wordt mogelijk om af te danken wegens economische redenen, zelfs indien het bedrijf nog steeds winst maakt. Er is ook een aanval op de syndicale vertegenwoordiging met een vermindering van het aantal verkozen vakbondsvertegenwoordigers in overlegorganen. De werkgevers willen op directe wijze de agenda bepalen door referenda per bedrijf te organiseren. Dat heeft als doel om de vakbonden buiten spel te zetten en de arbeidersklasse te verdelen.
“Een andere aanval is die op de pensioenen van een groot aantal werkenden. Verder zouden 120.000 jobs in de publieke sector (zorg, onderwijs, …) verdwijnen. Het parlement stemde ondertussen wel voor het verhogen van de eigen parlementaire lonen! De belasting op grote vermogens werd herzien waardoor de superrijken 3 miljard euro cadeau krijgen! Het is dus niet moeilijk om te zien in welk kamp Macron staat.
“Nog een belangrijk aspect van zijn bewind is het feit dat de noodtoestand in de grondwet wordt ingeschreven. Het gaat om een indrukwekkende inperking van onze rechten. Het maakt het veel gemakkelijker om mensen te bespieden en om de repressie tegen sociaal protest op te voeren. We zien tot wat dit leidt met het grootschalig politiegeweld tegen de universiteitsbezettingen of nog tegen de Zone d’Aménagement Différé (ZAD) in Notre-Dame-des-Landes, waar jarenlang werd geprotesteerd tegen de aanleg van een luchthaven. Repressie is het enige antwoord van Macron in zijn pogingen om sociaal verzet te stoppen.”
Het beleid wordt niet zomaar aanvaard door de Fransen. De golf van protest lijkt ons indrukwekkend.
“Ja. Het verzet begon kort nadat Macron aan de macht kwam. Er werd eerst geprotesteerd tegen de arbeidswet. Maar vandaag zijn er veel strijdbewegingen en is de woede algemeen. Publieke sectoren, zoals het spoor, zorg, onderwijs, … kennen een sterke mobilisatie. De huidige arbeidsomstandigheden zijn al onhoudbaar en de regering blijft aanvallen. Zo wil ze 12.000 posten in de publieke sector wegsnoeien. Er komen stilaan aankondigingen dat het aantal klassen afneemt en dat er minder leraars zijn. Daarnaast zijn er ook veel stakingen in de private sector voor betere arbeidsomstandigheden en hogere lonen.
“Begin 2018 werden nationale stakingen opgezet vanuit de publieke sector. Op 22 maart was er een staking van onder meer spoorpersoneel, onderwijs (jongeren en personeel), personeel bij lokale besturen, zorgpersoneel, werknemers uit de energiesector, … Dat versterkte de mobilisatie onder jongeren en studenten tegen de onderwijshervormingen in het secundair onderwijs en tegen de verstrengde toegang tot de universiteiten. Er worden momenteel elke week nieuwe universiteiten geblokkeerd met telkens meer studenten op de algemene vergaderingen.
“De strijd van het spoorpersoneel steekt er boven uit. Zoals de studentenbeweging gaat het om een beweging van lange duur. Het statuut van het spoorpersoneel is bedreigd en er dreigt een privatisering van het spoor. Daarop werd een stakingstraject tot eind juni vastgelegd, met in sommige regio’s een algemene staking vanaf 3 april. Andere sectoren beginnen zich daarbij aan te sluiten tijdens bepaalde stakingsdagen. Het gaat onder meer om personeel uit de energiesector en bij Air France.”
Wat is het doel van het actieplan en welke rol spelen de vakbonden?
“De vakbonden staan onder grote druk om in actie te komen. Ze zijn momenteel de motor van het protest. Maar de leidingen zijn niet bereid om de regering ook echt in de problemen te brengen. Philippe Martinez, de algemeen-secretaris van de CGT, stelde in een interview met Le Monde dat hij hoopt dat Macron van zijn “voetstuk neerdaalt” om naar de mensen te luisteren en zijn projecten in te trekken. Dat is een illusie. Het probleem is dat de vakbonden de politieke dimensie in de huidige strijd niet opnemen.”
De politieke oppositie heeft dus een grote rol te spelen, in het bijzonder France Insoumise. Mélenchon is de belangrijkste politieke uitdager van Macron.
“Dat klopt. In de verkiezingscampagne was Mélenchon al diegene die het debat over de sociale kwesties naar voren schoof en die waarschuwde voor wat zou gebeuren onder het presidentschap van Macron. Zijn campagne was erg pedagogisch, hij klaagde het functioneren van het kapitalisme aan en bracht de nood aan een breuk met dit beleid. Hij slaagde er in om duizenden jongeren en werkenden te mobiliseren op zijn meetings. Dat vormt een enorm potentieel voor de politieke oppositie tegen Macron.”
Wat was zijn rol sindsdien?
“In de herfst deed Mélenchon al een oproep om vakbondsmilitanten en linkse partijen te verenigen in een betoging waarvoor hij een miljoen mensen naar de hoofdstad wilde brengen. Die oproep werd helaas niet overgenomen. Nochtans was het volgens ons een belangrijke stap vooruit in de opbouw van een gezamenlijk front tegen Macron. Die kwestie blijft pertinent en is zelfs cruciaal. Het gaat immers om de kwestie van een politiek alternatief op de huidige regering. France Insoumise wordt vandaag echter niet gezien als een instrument dat de jongeren en werkenden in strijd zich kunnen toe-eigenen.
“De grote betoging in Marseille op 14 april was de eerste waar de vakbonden, politieke partijen en verenigingen samen opkwamen tegen Macron. De regionale afdeling van de CGT nam het initiatief voor de oproep en nam hiermee in zekere zin het idee van Mélenchon op. We moeten op die weg doorgaan. Er waren enkele tienduizenden aanwezigen. In de betoging was er een sterke roep naar eenheid. Om te winnen, moeten we immers sterk, standvastig en talrijk zijn. De betoging bracht militanten van de CGT samen, spoorpersoneel, postmannen en –vrouwen, dokwerkers, de vakbond Sud en enkele leerkrachten, jongeren (jammer genoeg niet massaal), organisaties die migranten verdedigen en linkse politieke partijen zoals France Insoumise, dat de betoging met een grote delegatie afsloot.”
Welke rol speelt Gauche Révolutionnaire in France Insoumise en wat zijn onze ordewoorden voor de beweging?
“We blijven actiegroepen van FI uitbouwen en bediscussiëren daar de rol die iedereen kan spelen in de strijd tegen het beleid van Macron. Opdat FI een aantrekkingskracht blijft vormen en een echt politiek wapen voor onze strijd zou worden, moet de beweging gestructureerd worden en een echte massale arbeiderspartij worden die democratisch functioneert.
“In de beweging zelf ondersteunen we uiteraard alle sectoren die in strijd gaan en hun specifieke eisen. Maar we benadrukken het belang om tot een eengemaakte strijd te komen. Dat is nodig om de golf van aanvallen door Macron te stoppen. Het is belangrijk dat we het verzet kunnen verenigen rond gezamenlijke eisen zoals afschaffing van de arbeidswet en hervorming in het onderwijs, verhoging van het minimumloon, collectieve arbeidsduurvermindering naar 32 uur per week, … Er is nood aan een actieplan waarin elke sector zich kan mobiliseren en waarmee we opbouwen naar een algemene 24-urenstaking op nationaal vlak die vervolgens kan verlengd worden.”
Is een nieuw mei ’68 mogelijk?
“Vijftig jaar na mei ’68 is er een breed verzet en wordt het systeem in vraag gesteld. De situatie is natuurlijk anders dan in 1968. Maar de geschiedenis kan een inspiratiebron zijn en vertrouwen geven in onze capaciteit om de macht uit te dagen. Langs de andere kant moeten we ook lessen trekken uit de beperkingen die maakten dat er toen geen socialistische revolutie was. We moeten bouwen aan een politieke kracht die vastberaden is om de macht te grijpen en het systeem te veranderen.”
Betoging van 14 april in Marseille – foto’s door Els Deschoemacker:

-
Extreemrechtse militie valt studentenactie in Montpellier aan
In ons land probeert extreemrechts zich te organiseren in ‘Schild & Vrienden’, naar het model van Génération Identitaire in Frankrijk. Het is een aanzet tot meer fysieke acties, zo wordt in Gent de intimidatie tegen linkse activisten opgevoerd. Actief verzet daartegen is noodzakelijk. Dat wordt nu opnieuw bevestigd vanuit Frankrijk: in Montpellier viel een gemaskerde militie van extreemrechts een studentenactie aan.50 jaar na Mei ’68 is er vandaag opnieuw ongenoegen onder Franse studenten als gevolg van het gebrek aan middelen, de fusies van faculteiten, de afgeleefde gebouwen, … Het gebrek aan middelen en infrastructuur voor de snel groeiende studentenbevolking speelde een belangrijke rol in de eerste studentenacties in 1968, ook al was het bepalende element voor die maand van revolutie natuurlijk de algemene staking van 10 miljoen Franse arbeiders waarop president De Gaulle het land ontvluchtte. Op die gebeurtenissen komen we later op deze site uitgebreid terug.
Vandaag zijn we nog niet aan een massale beweging en opstand zoals 50 jaar geleden toe. Maar het ongenoegen groeit. Bij het Franse spoor is er een indrukwekkend actieplan met tientallen stakingsdagen over een periode van enkele maanden. Vorige donderdag was er een grote betoging in Parijs. Aan de universiteiten werden bepaalde faculteiten bezet. Een grote mobilisatie in Toulouse maakte dat het besparingsplan niet werd ingevoerd, maar Macron plaatste de universiteit onder voogdijschap. In Grenoble en Dijon trok de oproerpolitie de campussen binnen om het protest de kop in te drukken.
In Montpellier was het niet de oproerpolitie of de regering die het studentenprotest bestreed, maar een extreemrechtse militie. Die trok gemaskerd en gewapend met stokken een auditorium waar activisten verzamelden binnen om onder het roepen van racistische en homofobe beledigingen iedereen buiten te jagen. Het veiligheidspersoneel van de universiteit keek toe, de decaan van de rechtsfaculteit hield het op een onderhoud met leden van de militie. Er vielen verschillende gewonden. Extreemrechts doet zich graag voor als ‘rebels’, maar als het erop aankomt is het slechts een militie ter verdediging van de belangen van het establishment.
Een deel van het geweld door de Montpellierse afdeling van ‘Knuppel & Vrienden’ werd op video vastgelegd:
Verzet tegen dit geweld en tegen de repressieve aanpak van het protest is noodzakelijk. We moeten ons organiseren met studenten, personeelsleden, vakbonden en partijen. Die militie kan slechts rekenen op een handvol individuen, maar als de studenten niet georganiseerd zijn kunnen ze angst zaaien en de acties breken. Met algemene vergaderingen en massabetogingen die goed voorbereid zijn (ook op eventuele provocaties) is het mogelijk om het marginale karakter van die extreemrechtse milities uit te spelen en deze overmoedige neofascisten terug met beide voeten in hun riolen te krijgen.
Het beste antwoord op extreemrechtse pogingen om verdeeldheid (racisme, seksisme, homofobie, …) te zaaien, is door samen in actie te gaan tegen besparingen en voor een andere samenleving. De rechtse regering van Macron verdedigt de belangen van de superrijken. Daartegenover moet de beweging opkomen voor meer en betere openbare diensten, een drastisch plan van publieke investeringen in onderwijs en zorg, … Dit zal enkel afgedwongen door een massabeweging. De gevestigde orde is bang voor zo’n beweging en zet alle mogelijke middelen in om de ontwikkeling ervan tegen te gaan: van de dagelijkse propaganda in de gevestigde media over politierepressie tot de milities van extreemrechts die maar al te graag de vuisten bovenhalen tegen al wie opkomt voor een andere samenleving.
-
Frankrijk. Verzet tegen aanval van Macron op arbeidswet neemt toe

Op 23 september versterkte La France Insoumise het protest tegen het asociale beleid met een druk bijgewoonde betoging. Maar liefst 150.000 mensen namen daaraan deel! Foto: Gauche Révolutionnaire Deze zomer hebben Macron en zijn regering een offensief ingezet tegen de werkenden. De methode is brutaal en er wordt met een strakke timing gewerkt. De arbeidersbeweging die pas nog massaal in actie kwam tegen de wet-El Khomri, de vorige aanval op de arbeidsvoorwaarden, komt opnieuw op straat.
Artikel door Nicolas M (Brussel)
Voor het establishment was de verkiezing van Macron een geschenk uit de hemel: temidden van een grote politieke crisis met een herschikking van het politieke landschap kwam hij naar voor als de kampioen van de ‘holle consensus’ en de nietszeggende algemeenheden. Maar hij staat wel degelijk voor een project: dat van de werkgevers en de grote Franse bedrijven. Zijn minister van Arbeid, Muriel Pénicaud, zat voorheen in het management van bedrijven als Dassault en Danone, en was voorzitster van Business France. De regering van La République En Marche (LREM) lijkt op een club van beursspecialisten die zich uitleven op de feestjes van werkgeversfederatie Medef. De regering wordt geleid door een president die voorheen actief was bij zakenbank Rothschild.
Massavernietigingswapen tegen de arbeidsvoorwaarden
De ‘Hervorming voor de versterking van de sociale dialoog’, de nieuwe ‘Arbeidswet’, geeft de grote werkgevers in Frankrijk een groot arsenaal aan maatregelen om de productiekosten te drukken op de kap van de werknemers. De onzekerheid en flexibiliteit van de arbeidsmarkt worden fors opgevoerd. De regering stelt dat “vertrouwen noodzakelijk is voor een heropleving van onze economie.” In het eerste kwartaal van 2017 alleen al maakten de bedrijven van de CAC40 (de belangrijkste Franse bedrijven) 51 miljard euro winst. Dit nieuwe record ligt 11 miljard hoger dan in dezelfde periode in 2016. Waar eindigt die dorst naar vertrouwen eigenlijk?
De regering wil het vertrouwen van de werkgevers ondersteunen door onder meer de vermogensbelasting quasi volledig af te schaffen. De rijksten krijgen zo een cadeau van drie miljard euro. Met de nieuwe hervorming van de arbeidswet moet het (nog) makkelijker worden om personeel af te danken en bovendien worden ontslagvergoedingen drastisch beperkt. De ‘hiërarchie van de normen’ wordt omgekeerd: nationale, interprofessionele en sectorale akkoorden verdwijnen naar het achterplan ten voordele van onderhandelingen per bedrijf. Dat is een overwinning voor het beleid van ‘verdelen om te heersen.’ Het opent de weg voor individuele onderhandelingen per werknemer. Geen enkel taboe blijft overeind. Het arbeidscontract kan op elk ogenblik eenzijdig aangepast worden wat de duur ervan betreft, maar ook inzake de lonen, de gezondheid op het werk, de ‘mobiliteit’ (plaats van tewerkstelling), duur van de proeftijd, …
De terugkeer van een massabeweging
In juni werd al meteen een mobilisatieplan aangekondigd met een stakingsdag op 12 september. Die actiedag was een succes met tienduizenden stakers en een half miljoen betogers op straat. Er volgde een nieuwe stakingsdag op 21 september. Niet alle vakbonden steunen deze mobilisaties, maar de druk van onderuit neemt toe. Alle vakbonden roepen nu op tot de ambtenarenstaking van 10 oktober.
Dit actieplan is een goed vertrekpunt om de dynamiek te keren. De vakbondsleiding maakt een fout als ze zich laat opsluiten in onderhandelingen met de regering. De opbouw van een krachtsverhouding op straat en in de bedrijven is van groot belang. Dit kan het best met stakingsdagen en een grote campagne van personeelsvergaderingen.
Het platleggen van de economische activiteit door een staking, was een belangrijk argument dat terugkwam in verschillende interviews met stakers op 12 en 21 september. Het is de beste methode om de lawine aan aanvallen door de regering te stoppen. Daarbij kan vertrokken worden van het model van de strijd tegen de CPE (jongerencontracten) in 2006 of tegen de pensioenhervormingen in 1995, 2003 en 2010.
France Insoumise: van het parlement naar de straat

Mélenchon op de betoging van 23 september. Foto: Gauche Révolutionnaire La France Insoumise (LFI) voegde een actiedag toe met de bijzonder grote betoging in Parijs op 23 september. Dat is een uitstekend initiatief om het verzet op te bouwen. Na de electorale doorbraak (19,6% in de presidentsverkiezingen en een groep van 17 verkozenen in de parlementsverkiezingen) heeft LFI expliciet opgeroepen tot deelname aan de syndicale acties. Tijdens zijn campagne heeft de beweging van Mélenchon aangetoond dat ze grote aantallen jongeren en werkenden kan mobiliseren voor massameetings en betogingen zoals op 23 september in Parijs.
Verschillende nieuwe linkse formaties in Europa hebben de neiging om een kunstmatig onderscheid te maken tussen het ‘syndicale’ en het ‘politieke’ terrein. Ze doen dit vooral om zich te beperken tot het electorale. LFI lijkt een andere benadering voor te staan en wij vinden dat positief. Om de strijd aan te gaan, moet de arbeidersbeweging gebruik maken van beide vuisten en dit liefst op een gecoördineerde wijze. De concrete ervaring van strijd en betrokkenheid bij sociale en syndicale mobilisaties is ook de beste leerschool voor nieuwe lagen die politiek actief werden in de campagne van Mélenchon.
Het programma van LFI had volgens ons een aantal beperkingen (zie het dossier in onze aprilkrant hierover), maar het was wel één van de meest uitgewerkte antibesparingsprogramma’s in Europa. Heel wat eisen komen overeen met die van de vakbonden. Dit kan de basis vormen voor een politiek alternatief op het programma van Macron en co. We denken aan eisen als collectieve arbeidsduurvermindering zonder loonverlies en met bijkomende aanwervingen, arbeidsovereenkomsten van onbepaalde duur als norm, optrekken van alle sociale uitkeringen, …
De radicale linkerzijde moet zich inschakelen in de vakbondsacties en in LFI, met name daar waar de arbeiders en jongeren zich op richten, bijeenkomen en zich organiseren. Zo kan de radicale linkerzijde het best helpen bij het trekken van lessen uit de strijd en wegen in de discussies over de volgende stappen van de beweging.
Gauche Révolutionnaire, onze Franse zusterorganisatie, verdedigt de nood aan een nieuwe massale arbeiderspartij. Een partij waarvan de leden stakersposten organiseren voor hun bedrijven, de universiteiten en scholen blokkeren en zich organiseren rond een anti-besparingsprogramma dat gekoppeld wordt aan een offensief alternatief. Een dergelijke partij die democratisch functioneert, zou een enorme hefboom zijn om een collectieve analyse van het kapitalistisch systeem en de noodzaak om hiermee te breken op grote schaal te populariseren. Het zou ook een krachtig forum zijn om de discussie over een alternatief op het kapitalisme te voeren: een socialistisch alternatief.
-
Frankrijk. Staking tegen Macron en zijn nieuwe ‘arbeidswet’
Vandaag wordt in Frankrijk gestaakt tegen het voorstel van nieuwe ‘arbeidswet’ van Macron. De Franse president werd overal in Europa enthousiast onthaald door het establishment. Er was hoop dat een establishmentkandidaat dan toch populair kon zijn. De verkiezingen wezen echter niet op enthousiasme voor Macron en ondertussen is zijn populariteit fors gedaald: hij concurreert met Trump voor de titel van de minst populaire nieuw verkozen president.
Een belangrijke reden daarvoor is het asociale beleid waar Macron voor staat. Zijn nieuwe ‘arbeidswet’ gaat nog een pak verder dan de wet-El Khomri waar vorig jaar massaal tegen betoogd en gestaakt werd. Vandaag is er een eerste stakingsactie door de CGT. Andere vakbondsfederaties doen niet mee, maar afdelingen ervan wel. France Insoumise, de politieke beweging van Mélenchon, steunt de staking en wil deze versterken met een brede betoging op 23 september.
Het ziet ernaar uit dat de hete herfst in Frankrijk op gang getrokken wordt. Hieronder het pamflet dat onze Franse zusterorganisatie ‘Gauche Révolutionnaire’ de voorbije dagen verdeelde.
“Allemaal samen staken en betogen op 12 september. Weg met het beleid van Macron en zijn nieuwe arbeidswet!”
Macron toont elke dag dat hij wel degelijk de president van de rijken is. Hij besliste enerzijds tot de vermindering van de huursubsidies (APL), een verhoging van de bijdragen op lonen en pensioenen, afschaffing van ondersteuning van extrascolaire activiteiten, … De werkenden, armen en hun gezinnen worden in onzekerheid ondergedompeld. Anderzijds besliste Macron dat de rijksten zullen genieten van een quasi-afschaffing van de vermogensbelasting: een cadeau van 3 miljard euro. Dit beleid willen we niet, we moeten er samen tegen strijden.
Ons niet laten doen!
Op 31 augustus stelden Macron en minister Pénicaud de nieuwe arbeidswet voor. Deze maakt collectief en individueel ontslag gemakkelijker, de ontslagvergoedingen worden eveneens beperkt. Er is de mogelijkheid om de arbeidsovereenkomst op elk ogenblik aan te passen, niet alleen wat de duur ervan betreft maar ook inzake het loon, de gezondheid op het werk, de ‘mobiliteit’, … met uiteraard de mogelijkheid van ontslag bij weigering van de aanpassingen. Zelfs de duur van de proefperiode of de bepalingen inzake pauzes tijdens het werk kunnen aangepast worden.
In de droomwereld van Macron en co werken we 60 uur per week voor een minimumloon waarbij de overuren niet eens betaald worden. In die wereld zijn er enkel arbeidsovereenkomsten van bepaalde duur die steeds opnieuw moeten hernieuwd worden naargelang de werkgever dit wil. Het enige doel is om de grootste werkgevers toe te laten om steeds meer winst te maken op onze kap.
Het is een verderzetting van het asociale beleid van de afgelopen jaren die er al toe geleid heeft dat er 6,6 miljoen werklozen zijn. De werkloosheid neemt niet af omdat wie wel werk heeft harder moet werken tegen lagere lonen en in meer onzekere omstandigheden. Deze tweede arbeidswet die de regering wil doorvoeren met ordonnanties, dus zonder stemming in het parlement, is symptomatisch voor heel het beleid: een politiek van sociale afbraak.
Samen staken en betogen op 12 september
De vakbonden – vooral de CGT – roepen op om te staken op 12 september. Laten we massaal deelnemen aan deze dag van strijd! Waar mogelijk gebeurt dit best door te staken en door op te roepen om zo massaal mogelijk te staken. Laten we personeelsvergaderingen houden om de mobilisatie collectief te bespreken zodat iedereen mee beslist. We kennen op elke werkvloer problemen: gebrek aan collega’s, dictatoriale kleine bazen, te lage lonen, … We hebben er genoeg van!
Er is nood aan massale strijd waarin de meerderheid van de werkenden in zowel de publieke als de private sector, werklozen, jongeren, gepensioneerden, … actief kunnen zijn. Zo kunnen we Macron stoppen nu zijn populariteit al in vrije val is in de peilingen.
- Neen aan de arbeidswet
- Werk voor iedereen: voor een 32-urenweek
- Genoeg onzekerheid: geen enkel loon onder de 1.500 euro
- Aanwervingen op basis van de noden
Voor een strijdbare en consequente linkerzijde!
De staking van 12 september mag slechts het begin zijn. Het gaat niet enkel over de arbeidswet, maar over het volledige beleid. De meerderheid van de bevolking gaat gebukt onder onzekerheid en ongelijkheid. Op hetzelfde ogenblik maakten de grootste Franse bedrijven in de eerste zes maanden van dit jaar 51 miljard euro winst (11 miljard meer dan in dezelfde periode vorig jaar). Het project van Macron is erop gericht om wat nog rest van openbare diensten en sociale bescherming aan de multinationals en de superrijken over te dragen. Dat is waar het kapitalisme voor staat: de dictatuur van de superrijken en grote aandeelhouders.
Er is massale strijd nodig maar ook een politiek alternatief: een strijdbare linkerzijde en verzet zijn beiden noodzakelijk. Op 23 september is er een betoging in Parijs van Mélenchon en France Insoumise. Gauche Révolutionnaire neemt deel aan France Insoumise en steunt de oproep voor een betoging tegen het asociale beleid van Macron. Die datum moet gebruikt worden om de strijd te versterken en om te bouwen aan een nieuwe politieke kracht van werkenden en jongeren. Laten we deze kans grijpen!
Wij roepen op om de strijd tegen Macron te verbreden, voor een nieuwe politieke kracht van de werkenden en jongeren en voor de omverwerping van het kapitalisme. Doe mee!
-
In parlementsverkiezingen en op straat: verzet tegen Macron en zijn politiek
De media stelden de overwinning van Macron in de Franse presidentsverkiezingen voor als triomfantelijk en een overwinning voor een “vernieuwend politiek project.” Het recordaantal mensen dat niet ging stemmen (12 miljoen mensen of 25,4%, het hoogste aantal sinds 1969) en het aantal blanco en ongeldige stemmen (4 miljoen mensen of 11,5%, een absoluut record), zijn tekenend: er is geen enthousiasme voor een verderzetting van hetzelfde beleid. Een peiling naar de redenen waarom in de tweede ronde voor Macron gestemd werd, is veelzeggend: 43% deed dit om tegen Le Pen te stemmen, 33% wilde een “politieke vernieuwing” bekomen, 16% koos voor Macron omwille van zijn programma en 8% voor zijn “persoonlijkheid.” Dit was geen overtuigende steun aan het politieke project van Macron.door Stéphane Delcros uit maandblad ‘De Linkse Socialist’
Het Front National heeft niet gewonnen, maar we zijn er nog niet van af
Zelfs indien Marine Le Pen niet kon winnen, vormen haar campagne en resultaat een waarschuwing: 10 miljoen stemmen is een record voor extreemrechts. Hoe kan dit 15 jaar nadat Jean-Marie Le Pen naar de tweede ronde doorstootte?
Het FN heeft zich de voorbije maanden dan wel wat afgevlakt en de partij trekt (een beetje) minder de kaart van racistische provocaties. Maar het blijft een bijzonder reactionaire partij. Als het FN zich sociaal probeert voor te doen, is het vooral om een diepgaand asociaal beleid te verbergen. De voorstellen van het FN bestaan uit besparingen en haat. Le Pen probeert zich sociaal voor te doen omdat ze weet dat de centrale voorstellen van haar partij – racisme en vreemdelingenhaat – op zich onvoldoende gesteund worden onder de werkenden en jongeren om verder door te breken. De campagne van het FN was er dan ook op gericht om de afkeer tegen het establishment naar zich toe te trekken.
Het succes van Marine Le Pen is vooral gebaseerd op een woede tegen de afbouw van de levensvoorwaarden de voorbije decennia en op een algemene walging van de economische en politieke elite die niet in dezelfde wereld leeft en steeds de eigen belangen verdedigt. Er zijn 5,7 miljoen werklozen, 9 miljoen mensen leven onder de armoedegrens, 4 miljoen mensen hebben geen toegang tot degelijke huisvesting waaronder 150.000 daklozen. Dat heeft het succes van het FN de voorbije jaren versterkt.
De establishmentpartijen die dit beleid van sociale afbraak voerden, betaalden een prijs in de presidentsverkiezingen: de PS van Hollande en Valls staat op springen en haalde slechts 6% van de stemmen, de Republikeinen van Sarkozy en Fillon werden pas derde in een verkiezing die ze volgens alle peilingen tot zes maanden geleden zouden winnen. Geen van beide traditionele electorale blokken raakte in de tweede ronde.
Oude wijn in nieuwe zakken
Macron is de “mondialist”, de kandidaat “van het bankenstelsel en de sociale ellende,” verklaarde Marine Le Pen tussen de twee rondes in de presidentsverkiezingen. Ze had geen ongelijk. Macron is een voormalige zakenbankier bij Rothschild en was actief als minister van Economie in de regering Hollande-Valls. De nieuwe president gaf zijn naam aan de wet-Macron waarmee de flexibiliteit op de werkvloer werd verhoogd. Dat vormde ook de basis voor de gehate wet-El Khomri waarmee de arbeidswetgeving verder afgebouwd wordt.
Het programma van Macron? In de openbare diensten 120.000 jobs schrappen en 60 miljard euro besparen in de publieke uitgaven (wat exact evenveel is als François Hollande de afgelopen vijf jaar). Dit zal rampzalige gevolgen hebben op sociaal vlak. Daar komt nog eens de stigmatisering van de werklozen bovenop met een versterking van de controles en een verbod om meer dan één jobaanbod te weigeren. Het is weinig verrassend dat Macron in zijn campagne de steun kreeg van verschillende grote werkgevers.
Meteen na zijn verkiezing kondigde Macron overigens aan dat hij de Arbeidswet verder zal herzien. Hij wil dat deze zomer al doen om de flexibiliteit op te drijven en de mogelijkheid van ontslag eenvoudiger te maken. Macron wil met decreten regeren, zo kan hij de rol van het parlement beperken. Op deze manier wil de nieuwe president sneller gaan. De toon is dus gezet.
Macron zal mogelijk geen meerderheid hebben na de parlementsverkiezingen van 11 en 18 juni. Maar hij kan rekenen op steun van verkozenen van de PS en de Republikeinen, zowel binnen als buiten een regering. In dergelijke omstandigheden wordt duidelijk wie aan welke kant staat.
Je kan geen brand blussen door een pyromaan in te roepen
Le Pen verslagen? Mogelijk zal dit niet lang duren. Mélenchon merkte tussen de twee rondes van de presidentsverkiezingen op dat je geen brand kan blussen door beroep te doen op een pyromaan. Dat gevoel werd door velen gedeeld: tegen Le Pen stemmen in de tweede ronde in 2002 heeft niets uitgehaald. We kunnen extreemrechts niet stoppen met een beleid dat net toelaat dat het groeit.
De omstandigheden die Le Pen zo’n brede steun bezorgd hebben, zijn nog altijd aanwezig. Meer nog: ze dreigen versterkt te worden door de voortzetting van hetzelfde beleid als onder Sarkozy-Fillon en Hollande-Valls. Dat is het politieke project van Macron, ook al wordt het verpakt als “vernieuwend.”
De duidelijke boodschap van France Insoumise
Met meer dan 7 miljoen stemmen en 19,6% werd een stevige basis gelegd voor de strijd tegen het asociale beleid van president Macron. Eén op de drie jongeren stemde voor Mélenchon die daarmee veruit de populairste was onder de jongeren. France Insoumise is de grootste linkse kracht in Frankrijk, zowel op het vlak van stemmen als van aanhangers: er zijn al meer dan 530.000 leden.
Honderdduizenden militanten, van wie er velen hun eerste politieke ervaring opdeden, bouwden mee aan een gedurfde campagne op basis van een gedetailleerd programma dat niet gericht was op compromissen met de elite. Het programma “L’Avenir en commun” (zie onze bespreking ervan in de aprileditie van deze krant) vertrok van het principe: “vertrekken van de reële behoeften om vervolgens de nodige financiering te vinden.” Het is een programma waarmee we meningsverschillen hebben, maar dat duidelijk in de richting van een breuk met het neoliberalisme gaat. Zo verwerpt het de Europese besparingsverdragen en staat het voor een institutionele verandering met de vestiging van de Zesde Republiek, een verhoging van de publieke uitgaven met 173 miljard euro gekoppeld aan een plan van publieke investeringen voor 100 miljard euro om jobs te creëren, het minimumloon en de pensioenen op te trekken, een ecologische planning door te voeren om tot 100% hernieuwbare energie tegen 2050 te komen, de bouw van 200.000 sociale wooneenheden per jaar, volledig gratis onderwijs, volledige terugbetaling van gezondheidszorg, …
Massale politieke kracht nodig voor verkiezingen en voor strijd
De inzet van de parlementsverkiezingen is groot: zoveel mogelijk leden van ‘France Insoumise’ in het parlement krijgen om het beleid te kunnen bepalen of minstens bepaalde voorstellen van Macron te kunnen afblokken. Maar het is ook belangrijk om de stem van de werkenden en jongeren op nationaal vlak te laten horen, om strijdbewegingen op de politieke agenda te plaatsen en van ‘France Insoumise’ een sterk instrument ter verdediging van de belangen van de meerderheid van de bevolking te maken. Op deze manier kan de groei van het FN afgeblokt worden en tegelijk wordt een ander maatschappelijk project naar voor gebracht op basis van sociaal verzet tegen het beleid van Macron.
De afgelopen jaren was er geen echte linkse oppositie, zeker niet onder het mandaat van François Hollande. Het massale protest tegen de wet-El Khomri in de lente van 2016 en de campagne van France Insoumise tonen echter dat er een groot potentieel is.
France Insoumise heeft met haar campagne en verkiezingsresultaat misschien niet gewonnen, maar er is een belangrijke aanzet die nu moet doorgezet worden. Het zal daarbij nodig zijn om de beweging te structureren. Dat kan met behoud van de sterke punten zoals het inclusief en open karakter met een vrijheid om campagne te voeren zoals deelnemende leden en organisaties dit willen, het optimaal benutten van de eigen talenten en mogelijkheden, … Zo is het mogelijk om te gaan naar een echt strijdinstrument bij verkiezingen en op straat, met een strijdbaar links programma. Dit zou de basis vormen voor een nieuwe massale politieke kracht die iedereen die opkomt tegen het kapitalisme kan verenigen, rekening houdend met de specifieke gevoeligheden van alle partners.
-
Frankrijk: het verzet overal organiseren!
Macron, de kandidaat van de bankiers en de grote aandeelhouders, verkozen
De Franse presidentsverkiezingen toonden een historische verwerping van de gevestigde partijen. In de eerste ronde vielen de regerende PS van aftredend president Hollande en de rechtse LR (Les Républicains) van de president daarvoor, Sarkozy, al af. Het sociaal verzet kon zich duidelijk uiten met de 7 miljoen stemmen voor Mélenchon, voor een programma dat breekt met de besparingen en de niet aflatende afbouw van onze arbeids- en levensvoorwaarden. Maar het resultaat van Mélenchon volstond niet om het door Marine Le Pen in een nieuw kleedje gestoken Front National af te blokken. Le Pen ging naar de tweede ronde met Macron, de gedoodverfde kandidaat van het establishment.Door Leïla Messaoudi, Gauche Révolutionnaire (onze Franse zusterorganisatie)
Uiteindelijk haalde Macron het met 65,8% tegenover 34,2% voor Le Pen. De kapitalisten hebben hun marionet om het besparingsbeleid verder te zetten en op te voeren. Dit zal gepaard gaan met repressie tegen werkenden, jongeren, werklozen en migranten. De situatie is echter niet zo eenvoudig als het lijkt.
Recordaantal blancostemmen
Maar liefst 12% van de uitgebrachte stemmen waren blanco of ongeldig. Dit is een historisch record waardoor de media zich verplicht zien om de cijfers ervan mee te geven. Doorgaans worden deze stemmen nergens vermeld. Als we bovendien kijken naar de kiezers die niet stemden, blijkt dat 34% of 16 van de 47 miljoen stemgerechtigden besloot om niet te ‘kiezen’ tussen Le Pen of Macron.
Dit geeft aan dat Macron een beperkte basis heeft om te regeren en dat zijn bewind de komende maanden en jaren wel eens erg instabiel kan zijn. Achter het percentage dat Macron haalde, zit immers een minder overtuigende werkelijkheid: Macron was goed voor 20,4 miljoen stemmen en Le Pen 10,6 miljoen. Ondanks de dreiging van een overwinning van Le Pen slaagde Macron er slechts in om 43,6% van de stemgerechtigden achter zich te krijgen. De peilingen na de stembusgang bevestigen bovendien dat 43% van zijn kiezers enkel voor Macron stemde om Le Pen te stoppen. Amper 16% van de kiezers van Macron gaf zijn programma aan als belangrijkste reden voor deze stem.
Macron: een politiek tegen de werkenden en de jongeren
Macron heeft een doel: het beleid dat de afgelopen 15 jaar door Sarkozy en Hollande werd gevoerd verderzetten en opvoeren. Dit beleid bestond uit aanvallen op de openbare diensten, gemakkelijker maken van ontslag en flexibilisering van de arbeidsmarkt. Macron gaf aan dat hij op vijf jaar tijd 120.000 jobs in de publieke sector wil afbouwen. Hij zal het antidemocratische arsenaal van de Vijfde Republiek gebruiken om, zoals Valls destijds, wetten door te voeren op maat van de kapitalisten. Macron wil regeren bij volmacht en zoveel mogelijk het parlement en bijhorend debat over wetsvoorstellen vermijden. Het eerste voorstel waar Macron reeds in juni of juli mee wil uitpakken, is een nieuwe arbeidswet. Nadien volgen ongetwijfeld aanvallen op de werklozen, sociale zekerheid, …
De verwerping van dit beleid gebeurt op grote schaal en kwam tot uiting in de verkiezingen. Maar deze woede moet ook een sociale en politieke uitdrukking vinden om de belangen van de werkenden, jongeren en de meerderheid van de bevolking te verdedigen. Het gevaar is immers reëel dat het FN zich zal opwerpen als dé partij die zich verzet tegen de kapitalisten om zo de sociale woede om te zetten in racisme en andere vormen van discriminatie.
De politieke instabiliteit voor het establishment is groot. We moeten nu op straat komen om duidelijk te maken dat we het asociale beleid verwerpen. De vakbondsleidingen mogen niet stil blijven als er nieuwe aanvallen op de arbeidswet aangekondigd worden. Amper een jaar geleden kwamen er een miljoen mensen op straat tegen de wet-El Khomri, de vorige hervorming van de arbeidswet. We moeten ons organiseren en onze collectieve kracht tonen.
De rol van oppositie tegen Macron niet aan Le Pen overlaten!
Voor Le Pen en het FN was de campagne niet zo eenvoudig. Ze hadden gehoopt om op het algemene ongenoegen in te spelen en zo als grootste uit de eerste ronde te komen. De campagne van Mélenchon heeft daar echter een stokje voor gestoken. Le Pen haalde in de tweede ronde 10,6 miljoen stemmen of 3,5 miljoen meer dan in de eerste ronde. Wellicht haalde ze vooral de meest reactionaire kiezers van Fillon (Les Républicains) en van de rechtse kandidaat Dupont-Aignan (goed voor1,7 miljoen stemmen in de eerste ronde) binnen. Er waren ongetwijfeld ook enkele kiezers die de bankier Macron wilden afstraffen door voor Le Pen te stemmen, ook al is zij evenzeer een kapitalistische kandidate die ingaat tegen de belangen van de werkenden en hun gezinnen.
Le Pen wil na de presidentsverkiezingen haar project verderzetten. Ze was daar zondag in een eerste reactie op de resultaten al erg duidelijk over: Le Pen wil gaan naar een nieuwe partij in de komende maand om al wie zich verzet tegen het beleid van Macron te verenigen. Dit zal echter niet gebeuren zonder oppositie binnen het FN zelf, onder meer van de aanhangers van Marion Maréchal-Le Pen die hierin een toenadering zien tot delen van de klassieke rechterzijde. De inzet voor het FN bestaat uit het kapitaliseren van het ongenoegen, maar tegelijk willen de partijleiders ook hun eigen ambities waarmaken. Dit zal tot spanningen leiden, zeker als de echte oppositie tegen Macron, die van de werkenden en jongeren, actief ingaat tegen het beleid en ook tegen het programma van het FN.
Parlementsverkiezingen
Binnen een maand, op 11 en 18 juni, zijn er al parlementsverkiezingen. Dit zullen de derde en de vierde ronde vormen waarin de woede tegenover het establishment opnieuw tot uiting zal komen.
Het is meer dan ooit nodig dat de werkenden, jongeren en de volkse massa’s een onafhankelijke politieke uitdrukking hebben die los staat van de partijen die het kapitalisme beheren: ‘En Marche’, Les Républicains, FN, PS en groenen (die nu al een alliantie met de partij van Macron nastreven). In de zin van de campagne van Mélenchon is er nood aan kandidaten die breken met het besparingsbeleid. We kunnen geen akkoorden aanvaarden met partijen die een besparingsbeleid voeren, zoals de PS of sommige groenen. We hebben nood aan kandidaten die zich actief verzetten tegen afdankingen zoals die bij Whirlpool of Tati, die ingaan tegen de ontmanteling van de openbare diensten, strijden tegen milieuvervuiling en de aanvallen op onze planeet, opkomen voor hogere lonen en pensioenen en die pleiten voor arbeidsduurvermindering. Kandidaten die het verschil maken met de corrupte carrièristen van ‘En Marche,’ LR, PS of FN en die aan een gemiddeld loon van een geschoolde werknemer leven.
We zijn voorstander van eenheidskandidaten in elke kiesomschrijving rond dit programma. Het moet mogelijk zijn om campagne te voeren voor dezelfde kandidaat, of die nu van France Insoumise of van de PCF is, waarbij iedereen de vrijheid van eigen standpunten behoudt. We moeten tot een akkoord komen: als het niet lukt rond een programma, dan toch minstens voor een verdeling van de kiesomschrijvingen. Dat is belangrijk. Maar als de PCF, zoals het ernaar uitziet, eist dat het de centrale kandidaat levert in een overweldigende meerderheid van de kiesdistricten en enkel de plaatsen waar Mélenchon zwakker scoorde aan France Insoumise wil overlaten, dan zal er jammer genoeg geen akkoord mogelijk zijn rond het voorstel dat France Insoumise al deed: 26 districten waar de PCF kan winnen en 26 waar FI kan winnen waarbij er in deze districten geen confrontatie is tussen beide bewegingen.
Niet wachten om een strijdbare linkerzijde te creëren
Tegenover het beleid ten voordele van de kapitalisten, heeft de consequente linkerzijde een grote verantwoordelijkheid. Het mag het terrein niet aan het FN overlaten. De schitterende dynamiek van de campagne rond Mélenchon moet doorgezet worden. Het resultaat van Mélenchon bracht hoop onder de werkenden en hun gezinnen. Het plaatste een progressief programma dat de echte verantwoordelijken van de crisis aanpakt – de superrijken, bankiers, grote aandeelhouders, … – op de agenda. Het scheelde niet veel of Mélenchon had Le Pen in de eerste ronde ingehaald. Dit was overigens de grote vrees van de gevestigde media (9 miljardairs bezitten samen maar liefst 90% van de Franse media). Het offensief van de journalisten en het establishment tegen Mélenchon ging zelfs zo ver dat hij met Stalin werd vergeleken. Het maakte vooral duidelijk dat het establishment bang was dat het enthousiasme voor het economische en sociale programma van Mélenchon nog verder zou toenemen en dat de massa’s zouden proberen om dit programma effectief te realiseren. Na de tweede ronde toonden delen van het establishment openlijk hun opluchting dat een tweede ronde tussen Mélenchon en Le Pen of een spannende tweede ronde tussen Mélenchon en Macron werd vermeden.
Er is nood aan een nieuwe massale politieke krachtdie de woede en het verzet kan organiseren rond een economisch en sociaal programma gericht tegen de echte verantwoordelijken voor de crisis: de kapitalisten. Honderdduizenden kiezers van Mélenchon willen verdergaan. Het ontbrak in de laatste twee weken van de campagne aan een betere structurering van ‘France Insoumise’ om deze beweging sterker in te planten als militante en strijdbare organisatie. We moeten dringend in die richting gaan, de parlementsverkiezingen vereisen een zekere organisatie en de verkiezingscampagne kan verhinderen dat Macron over een parlementaire meerderheid beschikt. De campagne kan een onderdeel zijn van de uitbouw van een massastrijd tegen het beleid van Macron, een strijd met massabetogingen en stakingsdagen.
Wij zijn voorstander van zo’n strijdbare politieke kracht, een nieuwe partij die op democratische wijze werkenden, jongeren en al wie genoeg heeft van het kapitalisme verenigt. Er zijn geen tientallen manieren om tot verandering te komen: we moeten de kapitalistische dictatuur stoppen door hun greep op ons leven te breken. Daartoe moeten we de sleutelsectoren van de economie in publieke handen nemen, onder controle en beheer van de bevolking. Doorheen mobilisaties en discussie over een antibesparingsprogramma kan een nieuwe kracht opgebouwd worden. Wij zullen daarbij opkomen voor een democratisch socialistisch alternatief.
Met de score van Mélenchon en de campagne van France Insoumise is een grote stap in deze richting gezet. Hierdoor staat er tegenover de kapitalisten een echte oppositie en die zal enkel groter worden!
