Harde rechtse campagne en verkiezingsoverwinning in Zweden

Het blauw-bruine blok – met de racistische en seksistische ‘Zweden-democraten’ (SD) als grootste partij – heeft met een zeer kleine marge een meerderheid behaald bij de parlementsverkiezingen.

Artikel door Per Olsson (Rättvisepartiet Socialisterna, ISA in Zweden)

De verkiezingsuitslag is het schokkende hoogtepunt van de meest rechtse verkiezingscampagne in de moderne tijd, gekenmerkt door een opeenvolging van racistische uitbarstingen. De aandelenmarkt begroette de verkiezingsuitslag meteen met een opleving, waarbij vooral de aandelenkoersen van bedrijven in de gezondheidszorg en de private scholen sterk stegen.

Zelfs als de Zweden-democraten niet toetreden tot de nieuwe rechtse regering, zal deze meer uitgesproken racistisch zijn dan vorige regeringen van traditioneel rechts. De belofte van het “blauw-bruine” blok (bestaande uit de gematigden, christendemocraten, liberalen en Zweden-democraten) om “orde op zaken te stellen in Zweden” is een oorlogsverklaring aan het adres van lage lonen, vluchtelingen en de buitenwijken.

Aan de horizon ligt een meedogenloos rechts beleid dat de kosten van de snel naderende kapitalistische crisis probeert af te wentelen op de arbeidersklasse.

De verkiezingen hebben de politieke kaart verder hertekend – naar rechts – met de vorming van het blauw-bruine blok, waarna de ‘Gematigde partij’ een kopie werd van de Zweedse Democraten, nu de tweede grootste partij van het land.

Toen Ulf Kristersson van de Gematigde Partij de verkiezingscampagne startte, was dat met een lang eerbetoon aan het racisme van de Zweden-democraten. “Geen enkele andere partij waarschuwde zo hard dat Zweden niet zoveel migranten kan accepteren,” merkte hij begin augustus op. Het kopiëren van de Zweden-democraten zorgde ervoor dat nog meer kiezers overliepen. In 19 gemeenten van het land is extreemrechts nu de grootste partij en in bijna alle delen van het land is het vooruitgegaan.

Dat de blauw-bruine dreiging niet kon worden afgeslagen, dreigt de moedeloosheid en het pessimisme over de vooruitzichten van de strijd verder aan te wakkeren. Vakbondsleiders en werkgevers zullen proberen dit sentiment uit te buiten om snel nieuwe akkoorden te sluiten, tenzij er een beweging van onderop ontstaat om de dramatische reële loonverliezen van dit jaar goed te maken.

Maar de escalatie van het “hard tegen misdaad”-beleid, de herbewapening van de harde kern van de staat – politie en leger, controle en bewaking – samen met het racisme en de aanvallen die te wachten staan wanneer de regering probeert de kosten van de kapitalistische crisis op de arbeidersklasse af te wentelen, zullen een reactie en de wil om zich uit te spreken in de hand werken.

De rechtse reactie die de verkiezingen vertegenwoordigen schrijft het begin van een nieuw hoofdstuk in de moderne geschiedenis van het land. De stemmingen en politieke verwarring die uit de verkiezingsuitslag naar voren komen zijn echter niet in steen gebeiteld. De verschuiving in de opinie die tot uiting komt in de verkiezingsuitslag is niet permanenter dan elke andere opiniewind. Wat wel blijvend is, is de polarisatie die door de verkiezingen tot uiting komt – wat de Zweedse krant Sydsvenskan de dag na de verkiezingen omschreef als: “Zwak bestuur. Verdeeld land.”

De stemming van vandaag moet worden gezien tegen de achtergrond van eerst de pandemie en vervolgens de oorlog in Oekraïne, die een reeds ongewoon lange periode van rust in de strijd heeft verlengd. Voeg daarbij het verraad en de capitulatie van de vakbondsleiding en het groeiende vacuüm ter linkerzijde.

Het beeld is niet eenzijdig. Er zijn grote verschillen tussen de parlementsverkiezingen en de gemeentelijke en regionale verkiezingen. Ook zijn er grote verschillen in hoe mannen en vrouwen hebben gestemd bij de parlementsverkiezingen: “In TV4’s eigen verkiezingsonderzoek zijn de verschillen tussen hoe mannen en vrouwen hebben gestemd zeer groot. Als de laatsten hun zegje mogen doen, zal Magdalena Andersson de voor de hand liggende keuze zijn om premier te worden, aangezien de S-kant [de zogenaamde rood-groenen] maar liefst 61,2% van de stemmen zou krijgen – tegenover 40,2% als de mannen hun zegje mogen doen” (TV4 op verkiezingsdag, 11 september).

In de grote steden zijn de verkiezingsresultaten precies het tegenovergestelde van de rest van het land en heeft de linkse partij sterke vooruitgang geboekt; in Uppsala heeft de linkse partij haar beste verkiezingen ooit gehad en in Göteborg werd ze nipt niet de tweede grootste partij.

Het ziet ernaar uit dat rechts de macht verliest in de drie grootste regio’s van het land – Stockholm na 16 jaar rechts bewind, Västra Götaland en Skåne – en in de stad Stockholm en de gemeente Göteborg. In Stockholm ging de SD helemaal niet vooruit en in Malmö ging ze voor het eerst in 20 jaar terug.

De voorwaarden zijn er dus om verzet op te bouwen.

De partijen die waarschijnlijk deel zullen uitmaken van de te vormen rechtse regering – Gematigde Partij, Christendemocraten en Liberalen (hoewel het onduidelijk is of die laatste in de volgende regering zullen worden toegelaten) – behoren alle tot de verliezers van de verkiezingen. De Gematigde Partij heeft de slechtste verkiezingen sinds 2002 en in Stockholm sinds de jaren zeventig achter de rug, mede door de samenwerking met extreemrechts. De Gematigde Partij is niet de enige die wordt gestraft voor haar samenwerking met SD: de liberalen hebben de slechtste verkiezingen in meer dan 100 jaar achter de rug.

Een nieuwe regering onder leiding van de Zweden-democraten is mogelijk. De racisten van SD hebben het laatste woord of er een regering komt of niet. De nieuwe regering die de conservatieve leider wil vormen, zal van meet af aan een reactionaire crisisregering zijn, die alleen zijn tegenhanger heeft in de arbeidersvijandige regeringen die honderd jaar geleden het land regeerden, tijdens de crisisjaren 1920. Het zal niet lang duren voordat er een nieuwe regeringscrisis komt.

De verkiezingen hebben de politieke crisis verergerd en op lange termijn de weg vrijgemaakt voor verschillende regeringsconstellaties en voor de ineenstorting van één of twee van de traditionele rechtse partijen.

De dreiging van de blauw-bruinen versterkte de steun voor de sociaaldemocraten in de slotfase van de verkiezingscampagne, maar het resultaat van de partij bij de parlementsverkiezingen (30,5%) is het op twee na slechtste sinds de invoering van het algemeen kiesrecht meer dan 100 jaar geleden.

In het oude bolwerk Västernorrland in het noorden zette de neergang van de partij zich voort als gevolg van besparingen in de gezondheidszorg en de coalitie met de Gematigde Partij in de regio. De lichte stijging van de sociaaldemocraten, vanaf een historisch laag niveau, gaat ook ten koste van de twee partnerpartijen, de Centrumpartij en de Linkse Partij, zo blijkt uit de verkiezingsenquête van SVT. Beide zijn gedaald ten opzichte van de parlementsverkiezingen van 2018 en Annie Lööf heeft aangekondigd dat ze aftreedt als leider van de Centrumpartij. De Groene Partij verloor niet in de parlementsverkiezingen, maar wel in de regionale en gemeentelijke verkiezingen.

Het rechtse beleid van de sociaaldemocraten van de afgelopen vier jaar, samen met de ophitsing in de verkiezingscampagne tegen de buitenwijken en de boodschap van een “knuppel in het hoenderhok”, droegen niet alleen bij tot een verdere legitimering van extreemrechts, maar vormden ook een directe belemmering voor de mobilisatie tegen de blauw-bruine dreiging.

Daarom waren de verkiezingen van dit jaar geen herhaling van 2018, toen de wil om extreemrechts te stoppen de verkiezingen besliste in het voordeel van de sociaaldemocraten en partners. Toen was de opkomst ook de hoogste sinds 1985 (iets meer dan 87%), tegen 83% bij de verkiezingen van dit jaar.

Bijna een jaar geleden werd Magdalena Andersson gekozen als nieuwe leider van de sociaaldemocraten, nadat Stefan Löfven de handdoek in de ring had gegooid. Na diverse regeringscrises wist zij eind vorig jaar een nieuwe sociaaldemocratische regering te vormen.

Bij haar verkiezing kondigden de sociaaldemocraten een gedeeltelijk nieuwe politieke koers aan; het “knuppel”-beleid zou worden gecombineerd met welzijnsinvesteringen, het winstbejag zou worden beperkt, de marktscholen zouden worden afgeschaft en de groeiende ongelijkheid zou worden bestreden met onder meer een hogere belasting op kapitaal.

Dat de nieuwe leider zich op dat moment genoodzaakt voelde om linkser te klinken, had te maken met de druk waaronder de sociaaldemocraten stonden nadat de strijd tegen de hoge markthuurprijzen zowel de regering als het januariakkoord in 2021 ten val had weten te brengen.

In hun pogingen om de blauw-bruine partijen te evenaren, zorgden de sociaaldemocraten ervoor dat de verkiezingscampagne werd losgekoppeld van de ongelijkheid in de klassenmaatschappij.

De succesvolle strijd tegen de hoge commerciële huurprijzen zette sociale kwesties op de agenda, en het feit dat de linkse partij eindelijk haar hakken in het zand zette, leverde de partij recordcijfers op in de peilingen – 13,3% in het SVT/Novus-kiezersonderzoek van juli 2021 – en duizenden nieuwe leden.

Maar de leiding van de Linkse Partij bouwde niet voort op het momentum dat de strijd had opgeleverd. De leiding werd nog meer vastberaden om deel uit te maken van een sociaaldemocratische regering, wat zij duidelijk maakte door de strijd voor een nieuw sociaal huisvestingsbeleid niet voort te zetten, evenmin als Cementa in november 2021 kalksteen mag blijven winnen in Slite op Gotland.

De lijn van de linkse partijleiding verzwakte de druk van links die ontstond door de strijd tegen de hoge huurprijzen. De leiding van de sociaaldemocraten maakte vervolgens van de gelegenheid gebruik om de koers van de nog rechtsere Deense sociaaldemocratie te volgen.

In plaats van de linkse wending waarover Magdalena Andersson vorig jaar had gesproken, besloot een sociaaldemocratische regering, met behulp van de shockdoctrine, Zweden in de NAVO op te nemen, niet in de laatste plaats ten koste van de Koerden, om het dictatoriale regime van Turkije te paaien.

Toen de verkiezingscampagne begon, werd de toon gezet door minister van Integratie Anders Ygeman, die de racistische zogenaamde gettowetten wilde invoeren die in Denemarken bestaan. Iets wat zelfs de Zweden-democraten niet durven voorstellen. Volgens de minister van integratie zal niet meer dan de helft van de mensen met een “niet-Noordse achtergrond” in de 61 door de politie als kwetsbaar aangemerkte woongebieden mogen wonen.

“Het is een beleid dat niet gericht is op integratie, maar op desintegratie (…) Het is walgelijk,” aldus Petter Larsson in Aftonbladet. Dit werd gevolgd door de uitspraak van Magdalena Andersson dat “wij [de sociaaldemocraten] geen Chinatown in Zweden willen, we willen geen Somalitown of Little Italy” als onderdeel van de flirt met de racistische stromingen die er bestaan.

Desondanks was linkse partijleider Nooshi Dadgostar niet bereid in de verkiezingscampagne rode lijnen te trekken tegen de sociaaldemocraten en hun rechtse beleid, noch in de NAVO-kwestie. Meer dan ooit is er behoefte aan een linkerzijde die bereid is een echte oppositie te vormen tegen alle vormen van rechtse politiek.

Door het geringe profiel waren de parlementsverkiezingen van dit jaar een teleurstelling voor de Linkse Partij, die daalde van 8% in 2018 naar 6,7% vandaag.

In hun pogingen om blauw en bruin te evenaren, zorgden de sociaaldemocraten ervoor dat de verkiezingscampagne werd losgekoppeld van de ongelijkheid van de klassenmaatschappij. In plaats van sociale kwesties, welzijn, de sterk gestegen voedselprijzen, de crisis van het kapitalisme en het klimaat, domineerden de kwesties van rechts.

“We hebben het debat gewonnen,” schrijft de blauw-bruine megafoon Dagens Industri (DI) in een hoofdartikel, om vervolgens toe te geven dat er weinig debat was. De waarheid is dat de sociaaldemocraten en het Zweedse vakverbond (LO) en de daarbij aangesloten vakbonden het racisme van de blauw-bruinen in geen enkel debat, laat staan op straat, ter discussie hebben gesteld.

“Magdalena Andersson [de sociaaldemocratische leider] zegt meestal dat ze de werkelijkheid ziet zoals die is. Ze kan net zo goed zeggen dat ze nu de voorstellen van rechts ziet en ze zich eigen maakt, de een na de ander. Dit jaar regeert ze voor de derde keer op de begroting van rechts zonder met de ogen te knipperen. ‘Ik ben het eens met Ulf’ [de leider van de traditioneel rechtse Gematigde Partij] was haar meest gehoorde zin in de verkiezingsdebatten,” schrijft DI en voegt eraan toe: “Maar ze gaat verder dan dat. Ze heeft zich in hoog tempo de vlag, de liefde voor het land, de eigen auto en de wolvenjacht toegeëigend.”

Hoe langer de verkiezingscampagne duurde, hoe erger de haat van de blauw-bruinen tegen de buitenwijken en hoe sterker het opbod van racisme en aanvallen op migranten. Er was ook een opbod onder de blauw-bruine partijen om te zien wie de hoogste vluchtelingenmuren kan bouwen, het meest kan besparen op hulp en wie de meeste kernreactoren kan bouwen.

De Gematigde Partij, de Christendemocraten en de Liberalen willen allemaal de ziektekosten- en werkloosheidsverzekering verslechteren om de lage lonenmarkt te verruimen. Het extreemrechtse SD heeft zich bereid verklaard met de Gematigde Partij te praten over verlaging van de werkloosheidsuitkeringen. Het rechtse blok wil ook besparingen op de ontoereikende inspanningen om het milieu en de natuur te redden. Evenzo willen zij snijden in de financiering van openbare diensten en cultuur.

In hoeverre de crisis de volgende regering zal dwingen ook steun te zoeken bij de sociaaldemocraten en andere partijen valt nog te bezien. Hoewel de verkiezingsuitslag de deur naar “brede oplossingen over de blokgrenzen heen” tijdelijk gesloten heeft, zijn de crisis en de groeiende verdeeldheid in de samenleving geneigd de heersende elite te dwingen zich te verschuilen achter ‘consensus in het belang van de natie’.

“De ergste crisis in 40 jaar staat voor de deur,” schrijft Dagens Nyheter’s economisch commentator Carl Johan von Seth op 12 september, en voegt eraan toe: “De crisis neemt het karakter van stagflatie aan: een combinatie van hoge inflatie, stijgende werkloosheid en een verslechterende economie (…) Tijdens de pandemie werd het een gewoonte om buitengewone budgetten met miljarden uit te geven aan huishoudens en bedrijven. Maar met de situatie zoals die nu is, dreigen de subsidies een stimuleringsinjectie te worden die de Riksbank uit de economie zal moeten proberen te halen. Het wordt een beetje zoals Ebba Grön zingt in staten & kapitalet [De staat en het kapitaal]: de regering verhoogt de compensatie voor de elektriciteitsprijs, de Riksbank [de Zweedse centrale bank] de rente. Ook de loonvorming zal in de knel komen. Wie zal blij zijn met loonafspraken die 3% opleveren als voedsel 20% duurder wordt? Voor de volgende minister van Financiën wachten dus niet alleen slechtere tijden, maar ook een conflictrijker en moeilijker economisch landschap.”

Zonder een antwoord op de crisis, zullen de blauw-bruinen steeds meer op racisme leunen om hun macht te behouden, wat onderstreept hoe belangrijk het is om snel te proberen een verzet van onderaf op te bouwen en degenen die willen vechten te verenigen. Als je je wilt organiseren voor arbeiderspolitiek en socialisme, tegen racisme, seksisme, kapitalisme en rechtse politiek – neem dan contact op met Rättvisepartiet Socialisterna, ISA in Zweden.

 

Liv Shange Moyo aan de micro

Luleå: twee socialistische zetels behouden

Rättvisepartiet Socialisterna (RS) slaagde erin zijn twee zetels in de gemeenteraad te behouden. Dat gebeurde met een intensieve campagne aan de basis gericht tegen het racisme en de verdeeldheid van rechts en voor investeringen in zorg. Met 1543 stemmen (3,1%) werden Liv Shange Moyo en Jonas Brännberg opnieuw verkozen. Christin Holmström, een verpleegkundige in de ouderenzorg, wordt plaatsvervanger.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop