Your cart is currently empty!
Akkoord na staking Duitse havenpersoneel: aanvaardbaar, maar meer was mogelijk

De stakingen van 12.000 Duitse havenarbeiders trokken internationale aandacht. De eis van een compensatie op basis van de inflatie klonk militant. Het resultaat ligt boven dat van andere sectoren, maar betekent nog steeds een reële achteruitgang van de lonen in 2023.
Door Anne Engelhardt, SAV Duitsland
De crisis in de logistieke sector leidt niet alleen in de zeehavens tot protest en strijd. Het luchthavenpersoneel van Düsseldorf en London Heathrow ging eveneens over tot acties, waarbij tot 18% loonsverhoging werd afgedwongen. De werkdruk blijft echter: wie wil er na de pandemie terug naar zo’n onzekere en klimaatverwoestende sector? Veel vacatures raken niet ingevuld, wat de werkdruk verder verhoogt.
In de Duitse zeehavens waren loonsverhogingen zoals die aan de luchthavens zeker mogelijk geweest. Er werd een akkoord bekomen van 9,4% voor 2022 voor het personeel dat containers verwerkt. Dat omvat echter ook speciale bonussen die geen deel uitmaken van het normale maandloon. Het exacte bedrag van die bonussen is nog niet bekend. Voor het personeel dat stukgoed verwerkt of actief is in terminals buiten die voor volledige containers, is er voor dit jaar slechts een verhoging met 7,9%. Dit zal mogelijk het bedrag zijn dat voor het grootste deel van het havenpersoneel geldt. De containerterminals zijn wereldwijd goed voor minder dan een vijfde van de maritieme sector. In het tweede deel van het tweejarige akkoord komt er een loonsverhoging met 4,4% of 5,5% indien de inflatie hoger is dan het eerste cijfer. Als de inflatie hoger is dan 5,5% is er de mogelijkheid om nieuwe onderhandelingen op te starten. Op basis van de huidige vooruitzichten lijkt dat erg waarschijnlijk.
De Duitse ambtenarenbond ver.di eiste oorspronkelijk een “reële compensatie voor de inflatie” en een verhoging van het uurloon met 1,2 euro voor de ongeveer 12.000 arbeiders in de 58 bedrijven in de deelstaten Nedersaksen, Bremen en Hamburg die onder de cao vallen. Met lonen die momenteel variëren tussen iets minder dan 15 tot 28 euro per uur, zou dit een verhoging van maximaal 14% betekenen. De werkgevers boden twee verhogingen van 3,2% en 2,8% naast een eenmalige premie van 600 euro.
Kleine aardbeving
Het was de eerste zichtbare staking van het vaste personeel in 40 jaar. De afgelopen jaren staakten alleen collega’s van de algemene havenactiviteiten, die als flexibele werknemers te maken hebben met slechtere diensten en lagere lonen. Na verschillende mislukte loonrondes deden ze het dan toch: 12.000 arbeiders legden het werk in de havens eerst voor 24 en daarna voor 48 uur neer. Het personeel kwam samen voor betogingen in Hamburg en Bremen op het ogenblik van de onderhandelingen. De staking kwam niet alleen in het nieuws door problemen met leveringen, maar ook door het geweld van de politie tegen een betoging van havenpersoneel in Hamburg midden juli. Het geweld was niet alleen gericht tegen de havenarbeiders, maar tegen al wie vandaag durft te staken voor loonsverhogingen die compenseren voor de waanzinnige prijsstijgingen waar energie-, voedsel- en vastgoedbedrijven vandaag van profiteren.
Het politiegeweld en de golf van rechtszaken tegen de staking door de bedrijven, tonen de noodzaak van een bewust offensief in de verhouding tegenover de staat. Na een 48-urenstaking midden juli sloot verd.di een schikking met de bedrijven waarin een stakingspauze van zes weken was vastgelegd. Dit kwam neer op een stakingsverbod waarmee het momentum in de kiem werd gesmoord.
De vakbonden en het personeel moeten zich verzetten tegen aanvallen van de staat en de bedrijven en moeten daar consequent op reageren. Dit betekent ook ingaan tegen rechtszaken of pogingen om stakingen te verbieden. Dit moet op algemene vergaderingen aan bod komen om democratisch te beslissen hoe geantwoord wordt. Om piketten en betogingen te beschermen tegen politiegeweld, niet alleen in de havens, zijn de verkozen structuren van het personeel in de bedrijven belangrijk.
Daarnaast zijn de lonen niet het enige gevoelige thema. Er is ook nood aan strijd tegen de hoge werkdruk en voor een betere veiligheid en gezondheid op het werk. De werkgevers moeten daarvoor betalen.
Logistiek in de meervoudige crisis
Overal in Duitsland scholden gevestigde politici de havenarbeiders uit. Bedrijven vreesden een verstoring van de bevoorrading en klaagden dat het stakingsrecht ‘misbruikt’ werd. Het was niet de havenstaking die de crisis in de toevoerketens erger maakte, dat deed het systeem zelf. Het blijkt namelijk niet in staat de circulatie van goederen in stand te houden. Daar zijn er verschillende factoren voor.
Corona. Vooral de werknemers in de transportsector werden als eersten getroffen door de pandemie. Velen werden ziek, sommigen stierven, waardoor tekorten op het werk ontstonden. Heel wat transportbedrijven gebruikten de pandemie als excuus om jobs te schrappen en de groeiende omzet te realiseren met minder personeel. Velen raakten opgebrand door overwerk. Zelfs nu is 60 uur overwerk per maand de norm in de Duitse havens. Het personeel wil niet alleen meer loon, maar net als in de zorg en andere sectoren wil het niet langer uitgeperst worden.
Klimaatfactor. In Duitsland en veel andere landen gebeurt een deel van het goederenvervoer over rivieren. Het peil van de Rijn, de Elbe en de Donau is echter sterk gedaald als gevolg van de droogte, en in Italië is de machtige Po nog slechts een beekje. Als gevolg daarvan is het vervoer over de rivieren ernstig beperkt. Er is te weinig spoorinfrastructuur en personeel om dit via het spoor op te vangen. De klimaatcrisis leidt ook tot mogelijke overstromingen in havens, en in het algemeen bedreigt zij het wereldwijde verkeer van goederen. Tegelijkertijd worden havenarbeiders gedwongen te zwoegen bij recordtemperaturen van meer dan 40 graden tijdens de zomer.
De crisis in de logistieke sector is een systeemcrisis. Stakingen zijn een resultaat van de toegenomen uitbuiting en tonen tegelijk de reële macht die arbeiders in economisch kwetsbare fabrieken hebben.