Your cart is currently empty!
Schotse nationalisten winnen verkiezingen en maken zich op voor harde besparingen
De verkiezingen voor het Schotse regionale parlement werden overweldigend gewonnen door de Scottish National Party (SNP) dat 69 zetels binnen haalde, 23 meer dan in 2007. Hierdoor heeft de partij een meerderheid (er zijn in totaal 129 zetels) in het parlement, voor het eerst sinds de creatie van het Schotse parlement in 1999 kan een partij alleen besturen.
De SNP haalde maar liefst 45,4% van de stemmen, een toename met 12,5%, in de kiesdistricten en 44,1% (+13%) bij de regionale lijsten. Dit is het beste verkiezingsresultaat ooit voor de nationalisten, voornamelijk als gevolg van de ineenstorting van de resultaten van de Conservatieven en Liberaal-Democraten in Schotland. Zij verloren samen 11%, de Tories verloren 3% en de Liberaal-Democraten 8%. De Liberaal-Democraten verloren 11 zetels in het parlement en houden er nog 5 over.
De kiezers die de Conservatieven en Liberaal-Democraten verloren, trokken voornamelijk naar de SNP. Hierdoor haalde deze partij ook een aantal zetels binnen in voorheen veilige districten voor Labour, ook al verloor deze partij geen stemmen. Voor het eerst won de SNP een meerderheid van de zetels in Glasgow, Lanarkshire en het centraal gebied van Schotland. In het noord-oosten won de SNP alle zetels, ook in de grotere steden Dundee en Aberdeen was dit het geval. In Edinburgh haalde de SNP vijf van de zes zetels binnen. In het verleden moesten de nationalisten het meer hebben van de zetels op het Schotse platteland. Nu wonnen ze de zetels in 53 van de 73 kiesdistricten (tegenover 21 in 2007) en haalden ze ook nog 16 zetels via de regionale lijsten waarbij met evenredige vertegenwoordiging wordt gewerkt.
De historische overwinning van de SNP is het resultaat van een aantal factoren. De vorige minderheidsregering onder leiding van Alex Salmond van de SNP heeft de meeste besparingen uitgesteld tot na de verkiezingen om niet gezien te worden als een besparingsregering. Er moest 600 miljoen pond worden bespaard op de Schotse begroting, maar dit werd uitgesteld. Hierdoor zal er in 2011-12 1,3 miljard pond moeten worden bespaard. In februari werd dat voorstel goedgekeurd door de SNP, Liberaal-Democraten en Conservatieven. De meeste besparingen zijn nog niet voelbaar. Het ziet er evenwel naar uit dat de SNP nu van haar parlementaire meerderheid gebruik zal maken om harde besparingen door te voeren. De komende vier jaar moet 3,3 miljard pond worden bespaard op jobs en openbare diensten in Schotland.
Het feit dat de nationale regering in Westminister wordt gecontroleerd door de Conservatieven en Liberaal-Democraten maakt dat veel Schotse kiezers voor de SNP hebben gestemd in de hoop dat dit de tsunami van besparingen kan stoppen aan de Schotse grens. Dat zal niet het geval zijn, het verzet zal zich ook tegen de nieuwe SNP-regering keren zodra deze overgaat tot het doorvoeren van de besparingen die door de nationale regering worden geëist.
Vanaf eind jaren 1980 heeft de SNP doorheen Schotland een belangrijke electorale basis opgebouwd door zich te positioneren als een radicale nationalistische partij die linkser is dan de Labour-partij. Er was in de jaren 1990 en de afgelopen jaren een bocht naar rechts met een steeds meer neoliberale benadering, maar toch slaagt de SNP er nog steeds in om als “radicaal” te worden beschouwd door veel kiezers.
In zekere zin was de steun voor de SNP bij deze verkiezingen het resultaat van een aantal relatief progressieve maatregelen in 2007-2011, zoals het bevriezen van de gemeentebelastingen, het afschaffen van inschrijvingsgelden aan de universiteiten of het tegenhouden van een aantal plannen om de dienstverlening in de ziekenhuizen af te bouwen. Voor een deel van de bevolking is de SNP een radicaal alternatief op Labour. Dat toont het potentieel voor een nieuwe arbeiderspartij, zeker nu de SNP in tegenstelling tot voorheen wel zal moeten overgaan tot een hard besparingsbeleid.
Ramp voor Labour
De verkiezingen vormden een triomf voor de SNP en een ramp voor Labour. De partij verloor 7 parlementszetels. In de kiesdistricten verloor de partij 20 zetels waardoor er slechts 15 van de 73 districten door Labour werden gewonnen. Enkel door de regionale lijsten kon Labour de schade beperken waardoor het nog 37 parlementsleden over houdt.
Het is een open vraag of Labour in staat zal zijn om te herstellen van dit slechtste resultaat in Schotland in 80 jaar jaar. De partij voerde een rampzalige campagne waarbij het zich beperkte tot het overnemen van de standpunten van de SNP rond het bevriezen van de gemeentebelasting, het verzet tegen de inschrijvingsgelden,… Dit heeft Labour steeds verder ondermijnd en bovendien bleek de Schotse partijleider Iain Gray het in de debatten te moeten afleggen van de meer populistische spreker Alex Salmond van de SNP. Met een quasi identiek programma, met uitzondering van de kwestie van de onafhankelijkheid van Schotland en de eis om daar een referendum over te organiseren, was de verkiezing beperkt tot de vraag wie premier zou worden: Gray of Salmond. Die wedstrijd kon maar één winnaar opleveren, Gray was kansloos. Labour slaagde er niet in om de hypocrisie van de SNP omtrent de besparingen te benutten. Dat is niet moeilijk, in de aanloop naar de nationale verkiezingen van 2010 beloofde Labour zelf om harder te besparen dan Thatcher destijds.
Iain Gray heeft aangegeven dat hij na de zomer ontslag zal nemen als Labour-leider. Het is onduidelijk wie hem zal vervangen, een aantal mogelijke kanshebbers raakten niet opnieuw verkozen in het parlement en vallen hierdoor af. De nieuwe generatie van parlementsleden wordt algemeen beschouwd als weinig talentvol en er zitten heel wat figuren van het zevende knoopsgat tussen. Bovendien hebben de nieuwe parlementsleden geen banden met de vakbonden en de arbeiderklasse. Dit zal de neergang van Labour in Schotland, een langgerekt proces dat al langer bezig is, versterken. Het resultaat van de verkiezingen bevestigt het standpunt van de Socialist Party Scotland en het CWI dat Labour door brede lagen van de bevolking, zeker onder jongeren, niet langer wordt gezien als een partij van de arbeidersklasse. De partij kan een electorale basis behouden met het imago van het “minste kwaad”, maar verder dan dat gaat het niet.
SNP en de bedrijfswereld
Na de verkiezingen verklaarde Alex Salmond: “Wij zijn nu de nationale partij van Schotland en zullen handelen in het belang van Schotland.” In werkelijkheid zullen Salmond en de SNP-regering optreden in de belangen van de grote bedrijven en daartoe besparingen opleggen aan de meerderheid van de bevolking. Het is geen toeval dat de partij financieel werd gesteund door leidinggevende figuren uit de zakenwereld. Brian Souter, topman van de private busmaatschappij Stagecoach, gaf 500.000 pond aan het verkiezingsfonds van de SNP. Tom Farmer, miljonair en oprichter van Kwik-Fit, of George Mathewson, voormalige voorzitter van de Royal Bank of Schotland, zijn andere donateuren. De SNP heeft steeds opnieuw aangetoond dat het de belangen van de kapitalisten centraal stelt. Dat betekent dat de partij ook bereid is om de kost van de economische crisis op de kap van de arbeidersklasse af te schuiven. De brede steun voor de SNP in de traditionele media is daar het gevolg van en meteen een indicatie van de politieke koers die de nieuwe SNP-regering zal varen.
Referendum over onafhankelijkheid
Een van de belangrijkste gevolgen van dit verkiezingsresultaat, is de onvermijdelijkheid van een referendum over onafhankelijkheid. De SNP heeft vooralsnog enkel gesteld dat dit referendum “in de komende vijf jaar” zal worden gehouden. In de vorige parlementaire periode stelde de SNP voor om een referendum met verschillende opties te houden, waaronder de mogelijkheid van een optie voor meer regionale bevoegdheden naast de optie van volledige onafhankelijkheid. Wellicht zal dit ook de benadering zijn als het voorstel tot referendum effectief op tafel wordt gelegd in het parlement.
Wellicht zal de SNP ook proberen om de verkiezingsoverwinning te gebruiken om de wet over Schotland die in Westminster wordt besproken aan te passen. Deze wet voorziet in een beperkte uitbreiding van de bevoegdheden van het Schotse parlement. Na deze verkiezingen zal de druk op de heersende klasse en de nationale regering groter zijn met mogelijk een gedeeltelijke transfer van de bevoegdheid over een deel van de vennootschapsbelasting naar Schotland.
De SNP is erg voorzichtig en wil de kapitalisten die zich tegen onafhankelijkheid verzetten zeker niet afschrikken. Uit peilingen blijkt dat slechts een minderheid van de bevolking voor een volledige onafhankelijkheid is, terwijl een grote meerderheid meer regionale bevoegdheden wil. Voor de SNP zal een referendum met verschillende opties de voorkeur genieten. Zelfs indien de optie van onafhankelijkheid wordt afgewezen, kan dan van het referendum gebruik worden gemaakt om meer bevoegdheden te eisen. Zoals SNP-parlementslid Kenny Gibson stelde: “Meer bevoegdheden zijn een belangrijke tussenstap op de weg naar onafhankelijkheid.”
Socialisten en anti-besparingskandidaten
Geen enkele socialistische kandidaat werd verkozen. De beste resultaten bij de regionale lijsten was er voor de lijst ‘George Galloway – Coalition Against Cuts’ in Glasgow. Deze lijst werd ondersteund door Solidarity, Socialist Party Scotland en Socialist Workers Party. De lijst had een programma van verzet tegen alle besparingen en de noodzaak van een begroting die vertrekt van de behoeften van de bevolking. Er was steun van vakbondsmilitanten en lokale activisten tegen de besparingen. De Coalition Against Cuts haalde 6.972 stemmen (3,3%). Met 5.600 extra stemmen was Galloway verkozen geweest. Nu versloeg hij de Liberaal Democraten waardoor de lijst de vijfde van de 15 partijen was.
Naast de campagne van de Coalition Against Cuts waren er ook lijsten van Solidarity in de andere zeven regio’s. Zoals verwacht was het resultaat erg beperkt met een gemiddelde rond 0,2%. Dit was goed voor 2.837 stemmen in zeven regio’s. Het feit dat Tommy Sheridan, de leider van Solidarity, in de gevangenis zit en dus geen kandidaat kon zijn, vormde een belangrijke factor. Ongetwijfeld heeft de aanhoudende mediahetze tegen Sheridan ook een impact op bredere lagen. Maar samen met de Coalition Against Cuts in Glasgow waren er toch meer dan 9.000 stemmen voor een scherp en principieel verzet tegen alle besparingen.
Het resultaat van de Scottish Socialist Party, die in 2006 haar zes verkozenen verloor, was nog slechter dan voorheen. De partij was goed voor 8.200 stemmen of 0,4%. Ondanks de rol van de SSP in het ondersteunen van de campagne van de overheid en de media tegen Tommy Sheridan, moeten deze stemmen ook worden gezien als een verzet tegen de besparingen. De SSP had meer verwacht en stelde voor de verkiezingen dat het de Liberaal Democraten zou overtreffen om de vijfde partij te worden. Tenslotte was er ook de weinig actieve Socialist Labour Party die toch goed was voor 16.847 stemmen (0,8%).
Bouwen aan een alternatief
De resultaten van de socialistische linkerzijde waren erg zwak, met uitzonder van de lijst rond George Galloway in Glasgow. De belangrijkste reden hiervoor is het feit dat de electorale positie die tussen 1999 en 2007 leidde tot een aanwezigheid in het parlement compleet werd ondermijnd door de politieke fouten van de SSP-leiding. We moeten hierdoor opnieuw bouwen aan een nieuwe socialistische en anti-besparingsbeweging in Schotland.
De verkiezing van een nieuwe SNP-regering die overgaat tot harde besparingen maakt deze taak des te dringender. Alex Salmond en zijn nieuwe regering willen het personeel in de openbare sector een loonsstop opleggen, in de realiteit een loonsverlaging dus, en bovendien de hakbijl zetten in de arbeidsvoorwaarden. Tienduizenden banen in de openbare sector staan op het spel. Er is dus nood aan een georganiseerd verzet. De vakbonden moeten nationale en gecoördineerde stakingsacties opzetten tegen de besparingen. Ze mogen de besparingen niet aanvaarden. De Scottish Anti-Cuts Alliance kan lokale activisten organiseren.
Als onderdeel van de strijd tegen de besparingen, een strijd die zich de komende maanden snel kan verspreiden, zal er moeten worden gebouwd aan een politiek alternatief op de besparingen en het kapitalisme. Wij zullen ervoor pleiten dat de anti-besparingsbeweging, socialisten, vakbondsmilitanten en lokale activisten samen bouwen aan een strijdbare anti-besparingscoalitie voor de gemeenteraadsverkiezingen van volgend jaar. We moeten gemeenteraadsleden verkiezen die zich verzetten en die ingaan tegen zowel de nationale regering in Londen als de regionale regering van de SNP in Edinburgh. Dat kan een belangrijk onderdeel zijn van de heropbouw van een sterk socialistisch alternatief op de besparingspartijen.