Impact van de oorlog in Oekraïne op de Balkan

De Servische president Vučic op bezoek bij Poetin in 2019

De oorlog in Oekraïne maakt deel uit van een groter geheel met repercussies in heel Oost-Europa en de Balkan.

Artikel door Sonja Grusch

Op 11 maart stortte een Tu-141 verkenningsdrone neer in de Kroatische hoofdstad Zagreb. Volgens het Kroatische ministerie van Defensie vervoerde de drone een bom. Nadat het boven Oekraïne had gevlogen, stak het vervolgens ongehinderd het luchtruim van de NAVO over, waaruit het gebrek aan echte bescherming blijkt. Het incident viel samen met een aantal andere waarschuwingen voor de Servische luchtvaartmaatschappij en andere vliegtuigen die door de regio vlogen, of liever gezegd wilden vliegen, omdat zij gedwongen waren terug te keren naar Moskou.

Op 3 april werd Aleksandar Vučic herkozen als president van Servië. Het is bekend dat hij deel uitmaakt van de ploeg van vertegenwoordigers van de “illiberale democratie”, en dat hij nauwe contacten onderhoudt met Rusland en China.

Beide gebeurtenissen geven aan dat de oorlog in Oekraïne gevolgen heeft in heel de regio van Oost-Europa en de Balkan. De uitbreiding van de NAVO in de voormalige stalinistische landen na 1989/90 is een feit: Hongarije, Polen en Tsjechië traden toe in 1999, gevolgd door Roemenië in 2004. Roemenië maakt zich zorgen over de situatie in buurland Moldavië en zijn afgescheiden republiek Trans-Dnjestrië, die sterk onder Russische invloed staat.

Slowakije, Slovenië, Bulgarije en de drie Baltische staten traden in 2004 toe tot de NAVO, Albanië en Kroatië in 2009. In 2017 volgde Montenegro en recent was Noord-Macedonië in 2020 de laatste. Daarnaast zijn er troepen van de Europese Unie (EUFOR) gestationeerd in Bosnië-Herzegovina.

De Balkan was, en is nog steeds, van centraal economisch en geopolitiek belang, niet alleen voor het westerse kapitaal. De wedloop om invloed en activa begon al onder het oude Joegoslavië in de jaren tachtig en kreeg een turbo-aandrijving met het uiteenvallen van het stalinisme. De huidige oorlog in Oekraïne is zeker niet de eerste oorlog in Europa sinds 1945. De Balkanoorlog van de jaren negentig was een wrede en langdurige oorlog, waarin verschillende Europese actoren uiteenlopende belangen verdedigden. Frankrijk, Duitsland, Oostenrijk en andere westerse imperialistische naties keerden terug naar de regio.

Nu er in het kader van het proces van deglobalisering sprake is van ‘nearshoring’ (uitbesteding van productie naar relatief dichtbijgelegen landen met lagere lonen) staat de Balkan opnieuw meer in de belangstelling van de Europese mogendheden. Die beschouwen de Balkan immers als hun ‘legitieme achtertuin’. Ze zijn allesbehalve gelukkig met de groeiende invloed van China en Rusland in de afgelopen decennia. China beschouwt de Balkan en vooral Servië als een essentieel onderdeel van de nieuwe zijderoute. Het leidt tot Chinese investeringen waarbij een groot deel gaat naar infrastructuurprojecten zoals wegen en havens, die belangrijke schakels zijn in de handelsketen.

De historische banden tussen Rusland en Servië zijn de laatste jaren vernieuwd met de overname door Gazprom van het voormalig staatsoliebedrijf NIS in 2008. Russische banken hebben geïnvesteerd en de verkoop van Russisch militair materieel is toegenomen.

Covid-19 heeft deze banden versterkt als gevolg van het Chinese, en in mindere mate het Russische, vaccinatie-imperialisme. De Servische president Vučic vroeg zijn “vriend en broer” Xi Jinping om hulp tijdens de pandemie. Toen EU-landen stopten met de verkoop van essentiële medische apparatuur aan niet-EU-landen, stapten China en Rusland in het vacuüm. Terwijl het in de meeste West-Europese landen lange tijd moeilijk was om toegang tot een vaccin te krijgen, was dit in Servië niet het geval.

Het wantrouwen in de EU en de NAVO is begrijpelijk. Een belangrijke oorzaak van het wantrouwen zijn de bombardementen op Servië in 1999. Zoals in alle oorlogen, schreeuwen de heersende elites luidkeels over de oorlogsmisdaden van hun vijanden, en zwijgen ze over die van zichzelf en hun bondgenoten. Hetzelfde gebeurde in de Balkan, toen tijdens de verschillende oorlogen van de jaren negentig massamoorden op burgers plaatsvonden, er dodelijke oorlogskampen waren, etnische zuiveringen plaatsvonden, er structureel gebruik werd gemaakt van verkrachting en, natuurlijk, miljoenen hun huizen moesten ontvluchten. De NAVO bombardeerde Servië 78 dagen lang zonder zelfs maar de symbolische legitimiteit van een VN-mandaat. Ongeacht het ondemocratische en wrede karakter van het toen heersende Servische regime van Milosevic, trad de NAVO niet op om democratie te installeren, maar om geen twijfel te laten bestaan over de dominantie van het westerse imperialisme in de regio.

Zoals in veel neokoloniale landen, die hun eigen negatieve ervaringen hebben met de NAVO, het westerse imperialisme en zijn uitbuiting en overheersing, bestaat er in de Balkan een begrijpelijke afwijzing van de EU, de VS en de NAVO. Deze gevoelens worden uitgebuit door het Chinese en Russische imperialisme. Net als elders worden de gewone mensen ter plaatse niet beter behandeld dan pionnen in de spelletjes van de heersende elites!

De Balkanlanden zijn economisch afhankelijk van de EU-landen, maar ook van Rusland en China. Bosnië-Herzegovina, Servië en Montenegro zijn grotendeels afhankelijk van Russisch gas, en zijn doorvoerlanden voor de TurkStream en South Stream pijpleidingen, die Russisch gas naar Europa brengen.

Elke regering in de regio probeert een evenwicht te bewaren nu de omvang van de sancties duidelijk is geworden. Montenegro steunde ze pas nadat het jacht van de Russische oligarch Abramovitsj het land had verlaten. Anderen steunen de sancties slechts halfslachtig. Een conflict is opgelaaid nu Milorad Dodik, hoofd van de Republika Srpska, de Servische regio binnen het zeer onstabiele Bosnië-Herzegovina, Servische en Russische steun zoekt voor verdere onafhankelijkheid.

Meer dan 200 jaar lang werd, en wordt, de regio door de verschillende imperialistische landen gebruikt voor hun eigen belangen. Hieruit blijkt dat het kapitalisme geen veilige of stabiele toekomst voor de regio kan garanderen. Het heeft keer op keer geleid tot oorlogen, etnische zuiveringen en armoede. Net als Oekraïne is de Balkan een regio die de verschillende imperialistische landen hebben uitgekozen als strijdtoneel voor hun eigen belangen, terwijl ze de mensen ter plaatse laten opdraaien voor de gevolgen hiervan.

Een totale oorlog in de Balkan staat niet onmiddellijk op de agenda, maar de toegenomen spanningen kunnen ontploffen en tot nieuwe militaire conflicten leiden.

Aan de andere kant is er echter het feit dat in de afgelopen periode de klassenstrijd is teruggekeerd. Protesten van jongeren in Bosnië-Herzegovina hebben de regio door elkaar geschud, terwijl er bewegingen waren voor vrouwenrechten en ter verdediging van het milieu, alsmede stakingen op scheepswerven, in het openbaar vervoer, in de gezondheidssector, en elders.

Het electorale succes van Aleksandar Vučic in Servië moet worden gezien in de context van de oorlog. In perioden van instabiliteit worden regerende politici en partijen in de eerste maanden vaak sterker omdat mensen hopen op veiligheid en stabiliteit. Vučic heeft hiervan geprofiteerd, net als Orban, Johnson, Biden en Macron. Maar geen van hen heeft echt sterke steun. Hun toegenomen steun door de oorlog zal van korte duur kunnen zijn, zeker als er nieuwe protesten ontstaan als duidelijk wordt dat de arbeidersklasse de prijs voor de oorlog en de militarisering betaalt.

Oorlog is de voortzetting van politiek met andere middelen, maar het is ook de vroedvrouw van revolutie. De Balkanoorlogen aan het begin van de 20e eeuw waren de ouverture van de Eerste Wereldoorlog, en van de revolutionaire golf die daarop volgde. Laten we de oorlog deze keer overslaan, en meteen naar de revolutie gaan.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop