Your cart is currently empty!
Massaal protest dwingt regering van Kazachstan af te treden

2022 is nog maar net begonnen en nu al hebben massale protesten het aftreden van een regering afgedwongen.
Door verslaggevers van Sotsialisticheskaya Alternativa (ISA in Rusland)
Protesten tegen prijsstijgingen die op 1 januari begonnen in Mangystau, West-Kazachstan, verspreidden zich snel over het land met betogingen in onder meer Zhanaozen, Aktau, Aktobe, Taraz, Chimkent, Karaganda, Uralsk en de hoofdstad Astana, nu omgedoopt tot Nur-Sultan.
Na een betoging van duizenden mensen op het centrale Plein van de Republiek in Almaty gonsde het in de grootste stad van het land van het geluid van stungranaten en gemilitariseerde politievoertuigen. Er zijn berichten over schoten op betogers, mogelijk met rubberen kogels in ten minste twee steden. Op een video uit Almaty is te zien hoe pantserwagens zich terugtrekken voor betogers, terwijl in Aktau wordt gemeld dat de oproerpolitie zich bij de betogers voegt.
In de avond van 4 januari sprak president Kasym-Zhomart Tokaev het land toe en riep hij op tot “redelijkheid.” Hij waarschuwde de mensen om geen steun te geven aan “provocateurs” en “extremisten.” Bij het krieken van de dag op 5 januari kondigde hij aan dat hij de hele regering opdracht gaf af te treden en benoemde hij de voormalige vice-premier Alikhan Smailov tot waarnemend premier, en twee leiders van het Comité voor Nationale Veiligheid (KNB) tot vice-premier en staatssecretaris. Tegelijkertijd kondigde hij voor twee weken de noodtoestand af voor grote delen van het land, waaronder Almaty en de olie- en gasregio’s van Mangystau.
Internet, telegram en sociale netwerken zijn in het hele land gesloten.
De regio van Mangystau is al maandenlang het toneel van stakingen door verschillende groepen oliearbeiders. Deze regio heeft misschien wel de sterkste traditie van militante arbeidersbeweging in de gehele voormalige Sovjet-Unie na de zeven maanden durende staking van oliearbeiders, die tien jaar geleden met bruut geweld werd onderdrukt.
De laatste druppel die in Mangystau tot een algemeen protest leidde, was de aankondiging voor het nieuwe jaar dat de gasprijzen verdubbelen van 60 tot 120 tenge (11/22 eurocent) per liter. Dit heeft de bewoners van de regio, die het gas uit de grond pompen, meer dan woedend gemaakt. Omdat de regionale regering aanvankelijk weigerde aan de eis van lagere prijzen te voldoen, begonnen de betogers een verdubbeling van de lonen te eisen. De betogers wezen erop dat de prijzen van alle essentiële goederen, nutsvoorzieningen en belastingen snel stijgen, terwijl de heersende elite haar reeds obscene rijkdom verder vergroot.
Toen duidelijk werd dat de autoriteiten niet op de eisen zouden ingaan, namen de betogingen toe en verspreidden zij zich over de hele regio en vervolgens over het hele land. De belangrijkste spoorlijn naar het westen werd geblokkeerd en vluchten van de luchthaven van Almaty werden geannuleerd.
Er zijn nu veel berichten dat vooral jongere betogers zijn geradicaliseerd en roepen “Shal, ket!” – “Opa – ga!”. Deze eis raakt de echte wortel van het post-Sovjetregime, aangezien hij gericht is tegen Nursultan Nazarbajev, die eerder is afgetreden als president maar de werkelijke macht in handen houdt als ‘Leider van de Natie’.
De situatie op het moment dat dit artikel wordt geschreven, is dat president Takajev heeft bevolen dat de gasprijs gedurende zes maanden wordt verlaagd tot 60 tenge per liter, dat de staat de prijzen van gas, benzine en andere sociaal noodzakelijke producten zal reguleren, dat hij de huren voor arme gezinnen zal subsidiëren en een moratorium zal instellen op prijsstijgingen van nutsvoorzieningen. Hij belooft een speciaal fonds op te richten om de gezondheidszorg en de armoede onder kinderen aan te pakken. Hij waarschuwt er echter voor dat de verlaging van de gasprijs tijdelijk moet zijn, omdat de prijs op de wereldmarkt veel hoger ligt.
Of dit genoeg is om de protesten tot bedaren te brengen, moet nog blijken. Gezien de staat van dienst van de heersende elite zullen deze beloften waarschijnlijk loze woorden blijven. De woede is erg groot, en betreft niet alleen de prijzen. In december werden bijvoorbeeld alleen al in de regio Mangystau 30.000 oliearbeiders werkloos. Er is veel verontwaardiging over de voortdurende gevangenneming van politieke tegenstanders, waaronder veel vakbondsleden. De stakingen verspreiden zich over de regio en naar verluidt hebben zij de omvang van een regionale algemene staking bereikt.
Natuurlijk zeggen het regime zelf en zijn aanhangers in het Kremlin en het Wit-Russische regime dat dit een door het Westen uitgelokte ‘kleurrevolutie’ is. Spreekbuizen van het Russische regime beweren dat de protesten georkestreerd en gepland zijn. Zij noemen de oligarch in ballingschap Mukhtar Ablyazov als verantwoordelijke, en suggereren dat zij zijn georganiseerd om de voor volgende week geplande onderhandelingen tussen Rusland en de NAVO over Oekraïne te ondermijnen. Dit is natuurlijk niet meer dan de zoveelste samenzweringstheorie, verspreid door het regime met de bedoeling de steun voor de protesten te ondermijnen.
Het protest roept ondertussen de vraag op wat er in de plaats moet komen van ‘Opa’ Nazerbajev en het systeem dat hij opbouwde om niet alleen zijn belangen te verdedigen, maar ook die van de bedrijven die hem steunen. De stakers die tien jaar geleden bij de oliestaking in Zhanaozen betrokken waren, trokken verregaande politieke conclusies: zij riepen op tot de nationalisatie van de oliemaatschappijen onder arbeiderscontrole. In november 2011 richtten de stakers een verenigd arbeiderscomité op voor de hele regio, dat opriep tot een boycot van de parlementsverkiezingen wegens hun gebrek aan vertrouwen in de huidige politieke partijen en tot de oprichting van een nationale vereniging van strijdbare vakbonden met een eigen politieke partij.
De brute repressie die volgde op het bloedbad van Zhanaozen leidde tot een periode van terugtrekking van de arbeidersbeweging. Nu het protest een nationale omvang krijgt, is de tijd gekomen om deze kwesties weer op de agenda te zetten.