Your cart is currently empty!
Wordt de nieuwe koude oorlog wat heter?
Verschuivende standpunten over Taiwan en zijn internationale status verhogen de spanningen tussen de VS en China, terwijl een nieuwe wereldwijde wapenwedloop op gang komt.
Analyse door Vincent Kolo, chinaworker.info
Is er sprake van een tijdelijke dooi in het conflict tussen de VS en China? Dit idee won in september aan kracht na de vrijlating van Meng Wanzhou van Huawei door de Canadese autoriteiten, als gevolg van een – officieel ontkende – deal tussen China en de VS. Maar een nadere blik op de ‘hittekaart’ van de mondiale imperialistische spanningen laat zien dat de standpunten juist verharden. Dit geldt met name voor Taiwan.
Tijdens een interview met CNN in oktober zei president Joe Biden dat de VS een “toezegging” hadden gedaan om Taiwan militair te verdedigen in het geval van een Chinese aanval op het eiland. De opmerkingen van Biden deden bij sommigen de wenkbrauwen fronsen omdat ze duidelijk afwijken van het al lang bestaande standpunt van strategische ambiguïteit, wat betekent dat de VS Taiwan “beschermt” en wapens verkoopt, maar zich niet expliciet tot een oorlog verbindt. Ambtenaren van het Witte Huis brachten snel een rectificatie uit: “De president kondigde geen verandering in ons beleid aan en er is geen verandering in onze politiek.”
Dit was de tweede keer dat Biden de grenzen van de strategische dubbelzinnigheid overschreed. De eerste keer was in augustus, toen het Witte Huis een soortgelijke verklaring gaf. De diplomatieke taal over de kwestie Taiwan is vaak opzettelijk cryptisch en dubbelzinnig. Alle partijen, de heersende klassen van China, de VS en Taiwan, hebben hun eigen redenen om deze strategische mist in stand te houden. Bijgevolg is Taiwan veroordeeld tot de status van ‘niet-land’, dat officiële betrekkingen onderhoudt met slechts 15 meestal kleine landen, terwijl het voor het overige alle kenmerken van een onafhankelijke staat bezit.
Een gevaarlijk evenwicht
Hoewel elk Chinees regime sinds Mao deze regeling heeft aanvaard, heeft het dit tot nu toe met tegenzin gedaan, zonder ooit het doel van “hereniging” op te geven. Taiwan als een onvervreemdbaar deel van China is een kernovertuiging van het Chinese nationalisme en dus ook van de CCP. Het proces van kapitalistische restauratie in China, en daarmee de afbraak van basisvoorzieningen en werkzekerheid, en de groei van extreme ongelijkheid, heeft de CCP-dictatuur veel afhankelijker gemaakt van nationalisme als het politieke cement dat haar heerschappij bijeenhoudt. Vooral onder het bewind van Xi Jinping voert het regime, telkens wanneer het zich bedreigd voelt door sociale onrust, het nationalisme op, waarbij Taiwan en zijn “separatistische krachten” niet zelden het doelwit zijn.
In dit opzicht is de CCP, als symbolen en historische bagage buiten beschouwing worden gelaten, in feite veranderd in een 21e-eeuwse versie van de autoritaire nationalistische en kapitalistische Kwomintang (KMT). Dit verklaart ook de nauwere samenwerking in de afgelopen decennia tussen deze voormalige vijanden van de burgeroorlog, de CCP en de Taiwanese KMT. Deze samenwerking is de laatste tijd echter veel gecompliceerder geworden, omdat de massale vijandigheid tegenover de CCP onder de Taiwanese massa’s de KMT onder druk zet om een kritischer houding tegenover de CCP aan te nemen.
De oorverdovende propaganda van de CCP ter bevordering van het nationalisme en de visie van China als een grote mogendheid maken het voor Beijing ondenkbaar een formele onafhankelijkheidsverklaring van Taiwan te aanvaarden. Dit en aanverwante kwesties, zoals de stationering van Amerikaanse troepen op het eiland, zijn rode vlaggen die een oorlog kunnen ontketenen. Naarmate de spanningen oplopen en de regering-Biden een meer confronterend Taiwan-beleid gaat voeren, begeven we ons dus op gevaarlijk terrein.
In het verleden waren de VS van mening dat het evenwicht dat werd bereikt door hun doctrine van strategische ambiguïteit het best hun belangen diende. Dit was een voldoende afschrikmiddel tegen een Chinese aanval en weerhield de Taiwanese politieke groeperingen ervan “te ver” te gaan in de overtuiging dat het Amerikaanse leger aan hun kant stond. Tegenwoordig gaan er binnen het Amerikaanse kapitalistische establishment echter steeds meer stemmen op om van dit beleid af te zien, zoals de mogelijk onbedoelde opmerkingen van Biden suggereren.
Groeiende anti-China stemming
Begin oktober onthulde de Wall Street Journal dat een klein team van Amerikaanse elitetroepen en mariniers sinds vorig jaar in Taiwan is gestationeerd om lokale troepen te trainen, een besluit dat door de regering-Trump is genomen en door Biden is voortgezet. De timing van het nieuws was duidelijk bedoeld om de druk op China op te voeren en de reactie erop te testen. Beijing antwoordde dat de aanwezigheid van Amerikaanse troepen in strijd is met het verdrag tussen de VS en China van 1979.
De verschuivingen aan de top gaan samen met verschuivingen in de Amerikaanse publieke opinie, uiteraard gemanipuleerd door de kapitalistische media die – nog maar betrekkelijk kort geleden – de aandacht zijn gaan vestigen op de wrede repressiemethoden van de Chinese staat en zijn dwangbeleid jegens kleinere landen. Dit gebeurt alleen maar om de eigen onderdrukkende en vaak repressieve agenda van het VS-imperialisme op het gebied van het buitenlands beleid vooruit te helpen.
In een opiniepeiling van augustus (Chicago Council Survey) steunt voor het eerst 52% van de ondervraagden het inzetten van Amerikaanse troepen om Taiwan te verdedigen als China zou aanvallen. Er zijn ook duidelijke meerderheden voor Amerikaanse erkenning van Taiwan als een onafhankelijk land (69%) en voor de opname van Taiwan in internationale organisaties (65%).
Socialisten maken onderscheid tussen het potentieel progressieve bewustzijn aan de ene kant van die delen van de bevolking in de VS en andere landen die afkeer hebben van Xi Jinping’s dictatuur en nationalisme, en positief staan tegenover het recht van het Taiwanese volk om over hun eigen lot te beslissen, en de dubbelzinnige strategieën van de heersende klasse aan de andere kant, voor wie kwesties als dictatuur, democratie, het recht van naties op zelfbeschikking allemaal verhandelbare handelswaar zijn, waarbij de voortdurende dominantie van het VS-imperialisme het enige harde en vaste principe is. Zoals socialisten al vele malen hebben uitgelegd, is democratie niet van tel voor het VS-imperialisme: het steunt twee derden van de militaire dictaturen in de wereld en steunde in het verleden dictaturen in Taiwan en China.
De regering van de Democratische Progressieve Partij (DPP) in Taiwan en het burgerlijke Taiwanese nationalisme zien dit onderscheid niet, en willen dit ook niet zien. De DPP ziet geen alternatief en stelt zich tevreden met het spelen van de rol van schaakstuk van de VS tegen China. Op die manier geeft zij de bevolking van Taiwan een gevaarlijk vals gevoel van veiligheid. In navolging van de methoden van de CCP en het Chinese nationalisme, gebruikt het Taiwanese burgerlijke nationalisme de verdediging van Taiwan en de angst voor een Chinese aanval om de klassenstrijd op het eiland te dempen en de pro-kapitalistische agenda van de DPP af te schermen van de groeiende ontevredenheid.
De ‘doelpalen’ verzetten
Om economische, maar vooral geopolitieke redenen is Taiwan in het middelpunt van de nieuwe Koude Oorlog komen te staan. Zoals we eerder schreven: “Zowel het Amerikaanse als het Chinese kapitalisme willen het schaakstuk Taiwan in handen krijgen. Beter gezegd: ze willen koste wat het kost voorkomen dat de andere partij de controle overneemt. Om die reden is een geostrategische patstelling tot nu toe voor beide partijen aanvaardbaar geweest.” (‘Komt er een oorlog om Taiwan’, vertaling verschenen in september: https://nl.marxisme.be/2021/09/05/komt-er-een-oorlog-om-taiwan/)
In toenemende mate wordt deze decennialange patstelling van alle kanten onderworpen aan nieuwe druk, die het fragiele evenwicht in de Straat van Taiwan en de bredere regio dreigt te destabiliseren. In het ergste geval kan dit leiden tot een militair conflict. Het Chinese regime is verontrust over de koers van het Taiwan-beleid van de regering-Biden. Dit zal vrijwel zeker leiden tot een nog krachtiger militair antwoord van Beijing, zowel als waarschuwing aan Washington en Taipei als om het binnenlands nationalisme aan te wakkeren. Ongeacht of de laatste opmerkingen van Biden een verspreking waren of een bewuste verschuiving van het standpunt, is het duidelijk dat zijn regering een strategie is begonnen om de ‘doelpalen’ met betrekking tot Taiwan geleidelijk te verschuiven.
De formele onafhankelijkheid van Taiwan zal daarbij niet worden gesteund, want dat zou zeer waarschijnlijk een oorlog ontketenen. Maar zoals minister van Buitenlandse Zaken Antony Blinken onlangs verklaarde, is het beleid van de VS er nu op gericht de “zinvolle deelneming van Taiwan aan het gehele VN-systeem” pro-actief te steunen. Wat betekent dit en waarom wordt het voorgesteld?
Het VN-lidmaatschap voor Taiwan is een non-starter, dat weet Blinken, niet in de laatste plaats vanwege het veto van China als permanent lid van de Veiligheidsraad. Taiwan werd in 1979 uit de VN gezet als onderdeel van de historische deal tussen de Amerikaanse en Chinese regimes in het kader van een herschikking – ten koste van de stalinistische Sovjet-Unie – in de vorige Koude Oorlog. Daarom probeert de nieuwe VS-campagne het recht van Taiwan te verdedigen om toe te treden tot de periferie van de VN: agentschappen zoals de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en het klimaatproces. Het onvermijdelijke verzet van het Chinese regime tegen dergelijke schijnbaar redelijke voorstellen zal het verder ondermijnen in de mondiale, vooral westerse, publieke opinie en in het voordeel spelen van de VS in de mondiale machtsstrijd.
Verschuivingen in de EU
De VS hebben al enkele successen geboekt in de diplomatieke sfeer, door de kaart van Taiwan uit te spelen om Biden’s strategie van het bouwen van “democratische” coalities tegen China te bevorderen. Dit jaar hebben Japan, Australië en de ‘G7’ groep van geavanceerde kapitalistische economieën, in sommige gevallen voor de allereerste keer, verklaringen afgelegd waarin ze hun bezorgdheid over de vrede en veiligheid van Taiwan uiten. Dat gebeurde in bewoordingen die alleen maar woede kunnen opwekken in Beijing, dat volhoudt dat dit een “interne” Chinese aangelegenheid is. Een voorbeeld van het succes van de VS-strategie is de recente verschuiving in de EU, waarvan het regime van Xi Jinping eerder hoopte dat het een neutrale positie zou innemen ten opzichte van de zich ontvouwende Koude Oorlog.
Het Europees Parlement is een grotendeels machteloos orgaan dat niet veel verschilt van het Chinese Nationale Volkscongres. Maar het is toch significant dat het in oktober een allereerste verslag over Taiwan goedkeurde met een verpletterende meerderheid van 580 voorstemmen, 26 tegenstemmen en 66 onthoudingen. Het verslag is een politieke opsteker voor de Taiwanese regering van Tsai Ing-wen, hoewel het “niet-bindend” is voor de EU-toppen en daarom meer op symboliek dan op werkelijke gevolgen is gericht. Niettemin was dit een tegenslag, de laatste van vele, voor de Koude Oorlogsstrategie van Xi Jinping om de druk van de VS te beteugelen.
In het verslag van het parlement werd opgeroepen tot nauwere banden tussen de EU en Taiwan, de naamsverandering van het Europees Economisch en Handelsbureau in Taiwan tot het Europees Bureau in Taiwan (een verbale sneer naar Peking), een veroordeling van China’s “militaire strijdlust” en een solidariteitsverklaring met EU-lid Litouwen, dat de woede van Peking heeft opgewekt door zijn eigen betrekkingen met Taiwan op te waarderen. Tegelijkertijd maakte de Taiwanese minister van Buitenlandse Zaken, Joseph Wu, een rondreis door Litouwen en de EU-lidstaten Tsjechië en Slowakije, een verder teken van de verschuiving van de standpunten binnen de EU. Deze ontwikkelingen in Europa weerspiegelen de machtsstrijd tussen verschillende kapitalistische elites en staten die vechten om handel, investeringen en hun eigen nationale belangen binnen het 27 leden tellende blok.
Sommige landen, zoals de rechtse regering van Litouwen, neigen naar het kamp van de VS. Andere, zoals de rechtse regering van Hongarije, neigen uit eigenbelang naar China. Nog andere landen proberen te balanceren tussen Peking en Washington, opnieuw met winstoogmerk. Voorheen kon het regime van Xi rekenen op de Duitse kanselier Angela Merkel om het voor China op te nemen, wat de eisen van de Duitse kapitalisten, vooral in de auto-industrie, voor stabiele banden met hun grootste markt weerspiegelde. Maar na de verkiezingen in september zal er waarschijnlijk een minder China-vriendelijke regering komen in Berlijn.
Het sanctiegeschil tussen China en de EU in maart over de mensenrechten in Xinjiang was een belangrijk keerpunt. Vanuit het standpunt van Xi was dit een grote misrekening, waardoor delen van de politieke elite van de EU de nationalistische driftbuien van het Chinese regime konden evenaren bij hun protest tegen de “inmenging” van de CCP in de interne aangelegenheden van Europa. Terwijl de Taiwanese DPP regering dergelijke voorbeelden van “solidariteit” van Europese kapitalistische regeringen zal opvoeren als politieke overwinningen, waarschuwen socialisten dat dit in werkelijkheid slechts een theater is met lege voorstellingen, bedoeld om het volk voor de gek te houden.
De diplomatieke manoeuvres in de EU zijn niet bevorderlijk voor de strijd voor echte democratie en vrede in Taiwan, China of elders, inclusief Europa. De ‘democratische’ resoluties van de kapitalisten zijn een dekmantel voor economische plundering ten koste van de werkende mensen.
Kapitalisme is het probleem
De overgrote meerderheid van de arbeiders en jongeren in Taiwan wil niet geregeerd worden door de dictatuur van de CCP, die de vakbonden en alle democratische rechten met geweld onderdrukt. Angst voor de dictatuur vormt de basis van de steun voor de onafhankelijkheid van Taiwan. Socialisten erkennen dit en steunen het recht op zelfbeschikking voor het volk van Taiwan.
Tegelijkertijd waarschuwen wij dat onafhankelijkheid, vrede en veiligheid voor Taiwan, een onbereikbaar doel is op de grondslag van kapitalisme en imperialisme. De kapitalistische regimes in China en de VS verzetten zich om hun eigen redenen tegen onafhankelijkheid, terwijl de kapitalisten van Taiwan zich aan de hoogste bieder zullen verkopen.
De democratische en nationale rechten van het Taiwanese volk kunnen daarom alleen worden bereikt als onderdeel van een revolutionaire klassenstrijd tegen het Taiwanese kapitalisme en samen met de werkende massa’s in China en wereldwijd, tegen het Amerikaanse en Chinese imperialisme. Dit zou de vraag naar een socialistisch Taiwan opwerpen als onderdeel van een bredere regionale en mondiale strijd tegen het kapitalisme en het imperialisme en voor de opbouw van echte socialistische samenlevingen met volledige democratische rechten, waaronder het recht om te beslissen waar de staatsgrenzen liggen.
De DPP in Taiwan herhaalt alle fouten van de burgerlijke pan-democraten van Hongkong. De illusies van die laatsten zijn nochtans met brutale repressie verpletterd. Het doel van de pan-democraten was een beperkte vorm van democratie, beperkt tot Hongkong, die zelfs in een dergelijke “gematigde” vorm onmogelijk was op basis van het voortdurende dictatoriale bewind in China. Zij veronderstelden ten onrechte dat het kapitalisme de voorkeur zou geven aan democratie als ‘natuurlijke’ vorm van heerschappij, terwijl de kapitalisten in China en Hongkong reeds lang geleden kozen voor autoritarisme als het beste instrument voor hun heerschappij.
De pan-democraten vestigden hun hoop op redding op de regeringen van de VS, de EU en de “internationale gemeenschap” (d.w.z. het wereldkapitalisme). Maar de belangrijkste, machtigste en enige echte bondgenoot in het verzet tegen de dictatuur is de enorm onderdrukte arbeidersklasse van het vasteland van China, Azië en de rest van de wereld. Het verschil tussen Taiwan en Hongkong vanuit het perspectief van het Amerikaanse en westerse kapitalisme is dat zij in het geval van Taiwan uit eigen economisch en geopolitiek eigenbelang bereid zijn veel meer middelen in te zetten om de macht van China in te dammen.
Nieuw militarisme
Hoewel er op diplomatiek vlak belangrijke verschuivingen waren, bevinden de meest dramatische recente ontwikkelingen zich op het gebied van de “harde macht” – de militaire aspecten van de nieuwe Koude Oorlog.
In de eerste vijf dagen van oktober heeft de Chinese luchtmacht haar grootste operaties ooit uitgevoerd in de luchtverdedigingsidentificatiezone van Taiwan, met de inzet van in totaal 150 gevechts- en bommenwerpers. Dit bracht het totaal tot nu toe op 600 Chinese militaire vluchten dit jaar, tegen 380 in 2020. Het doel van deze oefeningen is piloten te trainen voor een toekomstige oorlog en druk te blijven uitoefenen op zowel de DPP-regering als de door de VS geleide alliantie. De acties van beide partijen leiden alleen maar tot een escalatie van de spanningen.
In plaats van de steun voor de regering van Tsai Ing-wen te doen afnemen, versterkt de druk van de CCP haar positie in eigen land en verlengt zij de crisis in de oppositionele Kwomintang, die gedwongen is zich aan te passen aan de heersende stemming van Taiwanese nationalisme en haar steun voor nauwere banden met China af te zwakken. In een artikel in Foreign Affairs (5 oktober) riep president Tsai de internationale gemeenschap op om haar te steunen, waarbij zij beweerde dat Taiwan zich “in de frontlinie van een nieuwe botsing van ideologieën” bevond.
In werkelijkheid heeft de huidige wereldwijde botsing natuurlijk niets te maken met ideologie, maar alles met de vraag welke imperialistische heersende klasse in de komende jaren de wereldeconomie zal domineren. Het VS-imperialisme en de Taiwanese kapitalistische tycoons hadden geen probleem met het Chinese autoritarisme toen Beijing er genoegen mee nam de rol van mondiale onderaannemer te spelen op basis van zijn gigantische reservoir van goedkope arbeidskrachten.
De verscherping van de retoriek aan Taiwanese zijde, een onvermijdelijk onderdeel van de interne politieke strijd op het eiland, kan gevaarlijke repercussies hebben door de bezorgdheid van Beijing te vergroten, wat nog wordt versterkt door de verschuivingen in het Taiwan-beleid van Biden. In een redactioneel commentaar waarschuwde de Financial Times (12 oktober) voor “de acute gevaren van een conflict over Taiwan.”
Er treedt nu een nieuw militarisme op de voorgrond naarmate de standpunten van de Koude Oorlog verharden. Dit omvat de ontwikkeling van een angstaanjagende nieuwe generatie kernwapens. China’s succesvolle test van een hypersonische raket met nucleaire capaciteit in augustus zorgde ervoor dat het Pentagon meteen een nog groter wapenbudget eiste. Een Pentagon-rapport van november waarschuwde dat China zijn kernwapenarsenaal snel uitbreidt en tegen 2030 1000 kernkoppen kan hebben, drie keer zoveel als vandaag. Maar zelfs dit aantal loopt nog ver achter op de Amerikaanse nucleaire voorraad van 3.750 kernkoppen.
Na de lancering van AUKUS, een anti-Chinees defensiepact waarbij Australië, Groot-Brittannië en de VS betrokken zijn, kondigde de regerende Liberaal-Democratische Partij van Japan een plan aan om het defensiebudget van het land te verdubbelen van 1 naar 2 procent van het BBP. Het officiële “pacificisme” van Japan sinds 1945 behoort nu tot het verleden. De imperialistische Koude Oorlog is een bedreiging voor de arbeiders overal ter wereld, voor de democratische rechten en de wereldvrede. Het antwoord is niet de kant te kiezen van een fictief ‘minder kwaad’, maar een massaal socialistisch alternatief te bouwen voor imperialisme en oorlog.
Meng Wanzhou vrijgelaten
Toen Meng Wanzhou, de topvrouw van telecomgigant Huawei, in september werd vrijgelaten, had ze bijna drie jaar vastgezeten door de Canadese autoriteiten in afwachting van een mogelijke uitzetting naar de VS om te worden berecht voor het overtreden van sancties.
Meng is de oudste dochter van Huawei’s eigenaar Ren Zhengfei (China’s 150e rijkste man in 2020) en het equivalent van een CCP-‘royalty’. Op dezelfde dag dat zij naar China vloog, stapten de “twee Michaels” (Spavor en Kovrig) vanuit Beijing op het vliegtuig terug naar Canada. Chinese functionarissen haalden niet nader genoemde “medische redenen” aan voor hun vrijlating. Hoewel dit voor velen leek op een klassieke gevangenenruil uit de Koude Oorlog, hebben de regeringen van de VS en Canada met klem ontkend dat er een deal was gesloten. Waarschijnlijk heeft Joe Biden de vrijlating van Meng mogelijk gemaakt door het regime van Xi Jinping een niet-strategisch bot toe te werpen, zodat er ruimte komt voor de echte strategische zaken van het Amerikaanse imperialisme, namelijk de versterking van het beleid om China in te dammen.
“We houden van je!”
Het onthaal dat Meng bij haar terugkeer ten deel viel, lichtte een tipje van de sluier op over een aantal processen die zich vandaag in China afspelen. De staatsmedia draaiden op volle toeren – naar verluidt keken 100 miljoen mensen naar de live-uitzending van Mengs aankomst op de luchthaven van Shenzhen, waar sommigen in de speciaal gemobiliseerde menigte riepen: “Je bent een heldin. We houden van je!” Topambtenaren van de regeringen van Shenzhen en de provincie Guangdong leidden deze ontvangst. Het ‘communistische’ Volksdagblad riep de terugkeer van Meng uit tot een “grote overwinning van het Chinese volk,” die aantoonde dat “geen enkele macht de opmars van China kan tegenhouden.”
Voor propagandadoeleinden en de voortdurende behoefte van het Chinese regime om het nationalisme aan te wakkeren, werd Meng, het boegbeeld van een bedrijf dat in verband wordt gebracht met de wrede ‘996’-werkroosters (12 uur per dag, zes dagen per week) en de ‘wolvencultuur’, omgevormd tot een nationale held. In de ogen van de staatsmedia was de terugkeer van de “Huawei-prinses” te vergelijken met het Zuid-Afrikaanse Mandela-moment of zelfs met de aankomst van Lenin op het Finland-station in 1917!
“Zonder een sterk moederland zou er geen vrijheid zijn zoals ik die vandaag heb,” vertelde Meng aan de camera’s. “Dank u, mijn lieve moederland, en de partij en regering. Het is het schitterende Chinese rood dat het vuur van het geloof in mijn hart ontsteekt, de donkerste momenten van mijn leven verlicht en mij leidt op de lange reis naar huis.”
Dat dergelijke overdreven uitingen van nationalisme niet bij iedereen in de smaak vallen, blijkt uit een online protestactie tegen het besluit van de regering van Shenzhen om de skyline van de stad te verlichten met de slogan “Welkom thuis, Meng Wanzhou” in een tijd van verlammende stroomstoringen in heel China. Meng is vrijgesteld van een bizarre rechtszaak, maar hetzelfde kan niet worden gezegd van Huawei, dat nog steeds in de frontlinie van de tech-oorlog tussen de VS en China staat. De campagne van de VS en andere westerse regeringen om Huawei’s 5G-infrastructuur van de wereldwijde telecommarkten te weren, is alleen maar intensiever geworden sinds de VS het bedrijf in 2019 op een zwarte lijst plaatste. In augustus zei Huawei’s voorzitter Eric Xu dat het “doel is om te overleven”, terwijl hij een omzetdaling van 30% in de eerste helft van 2021 meldde.
De affaire-Meng heeft een grote impact op de betrekkingen tussen Canada en China. Uit een peiling die na de vrijlating van Meng werd gepubliceerd, bleek dat 76 procent van de Canadezen (tegen 53 procent in 2019) wil dat de regering Huawei verbiedt om deel te nemen aan de 5G-netwerken van het land. Bijna evenveel Canadezen waren tegen onderhandelingen over een handelsovereenkomst met China. De gevangenneming van de “twee Michaels” door het Chinese regime, een beleid dat wordt gedicteerd door de constante behoefte van Xi Jinping om thuis een sterk nationalistische houding aan te nemen (de zogenaamde “wolfkrijger”-diplomatie), heeft de wereldwijde positie van China alleen maar verder ondermijnd, de gewone mensen van zich vervreemd en de anti-China-strategie van Biden en het VS-imperialisme vergemakkelijkt.