Your cart is currently empty!
Buitengewone solidariteit na overstromingsramp – een ooggetuigenverslag

Tijdens de overstromingen van deze zomer zijn in België 41 mensen om het leven gekomen. In 120 steden en gemeenten werd de situatie als natuurramp erkend. Meer dan 50.000 woningen liepen schade op. De dramatische beelden van het stijgende water, de kracht van de rivieren in de overstroomde straten, het instorten van gebouwen … De beelden staan in ons geheugen gegrift. Wat ook bijblijft, is de enorme solidariteit onder de bevolking.
Overal leenden buren hun pompen uit om kelders droog te maken en organiseerden ze zich om puin te ruimen. De aanbiedingen van onderdak en hulp waren alomtegenwoordig op de sociale media. De reactie van gewone mensen was overweldigend. Veel huizen werden plots ‘crisiscentra’ waar tientallen mensen werden ondergebracht. Boeren brachten hun tractoren mee, bouwvakkers hun materieel. Anderen kwamen met motorboten of ander drijvend materieel. Deze solidariteit hield niet op in de nasleep van de tragedie. We spraken met Clément, één van de duizenden mensen die slachtoffers hielp.
“Het is een understatement om te zeggen dat we allemaal diep geschokt waren door de beelden in de media op de sociale netwerken. Nog voor we klaar waren met opruimen wat we voor het overstromingsgevaar hadden omhoog gezet, werden mijn partner en ik overvallen door een gevoel van urgentie om te gaan helpen in de gebieden die minder fortuinlijk waren geweest.”
“Op zaterdag, de dag na de ergste overstromingen, gingen we naar de hardst getroffen buurt, zonder echt te weten wat te doen of hoe. We waren met zovelen om te helpen dat het heel moeilijk was om te parkeren.”
“Daar aangekomen zagen we eerst de gemeentelijke diensten aan het werk met het opruimen van het grootste deel van het puin, de wegen, enz. Verderop vonden we meteen werk. Er was geen gebrek aan. Het is niet correct om te zeggen dat de politie, brandweer en zo niet aanwezig waren. In verhouding met het aantal mensen dat kwam helpen, waren ze niet talrijk. Het volstond niet voor de omvang van de ramp. Maar ze waren er wel.”
“De solidariteit werd betrekkelijk spontaan georganiseerd. Naast het opruimen zagen we al snel mensen komen met eerste levensbehoeften (tandpasta, tandenborstels, etc.), voedsel, etc. Al deze zelforganisatie was zeer indrukwekkend. Tientallen zelfhulpgroepen werden opgericht via sociale netwerken met zeer genereuze aanbiedingen, waaronder meubilair, toen de schoonmaak net begon.”
“Daarnaast waren er initiatieven van de gemeenten of van het Rode Kruis. De autoriteiten hadden gevraagd om via het Rode Kruis contact op te nemen in plaats van rechtstreeks ter plaatse te gaan. Ik ken mensen die vandaag nog steeds wachten op een reactie nadat ze zich hadden opgegeven… Gelukkig dat veel mensen lukraak ter plaatse gingen helpen.”
“In het tweede weekend werd het ernstiger. Ik ontmoette mensen die in hun huis een soort ‘backoffice’ hadden opgezet nadat het was schoongemaakt. Daar werd een permanent kantoor opgezet en werd via WhatsApp een organisatie opgezet om materiaal op te halen en om in kleine teams van ongeveer tien personen van de ene plaats naar de andere te gaan.”
“Het is onmogelijk om een overzicht te geven van alle initiatieven. In ontmoette enkele mensen uit Henegouwen. Een half dozijn stevige kerels die van deur tot deur gingen om de zwaarste voorwerpen te verplaatsen. Anderen volgden om schoon te maken, op te ruimen … Een Brico-manager verkocht materiaal tegen kostprijs en bood gratis basisuitrusting aan zoals handschoenen, schrapers … Iemand anders betrok het huis van een vriend die elders was ondergebracht. Hij maakte de keuken in orde en maakte er een kantine van waarbij aangegeven werd wanneer er eten beschikbaar zou zijn. Wekenlang trokken mensen naar de getroffen gemeenten met honderden bereide maaltijden voor de slachtoffers.”
“Het viel me op dat de enorme solidariteit ervoor zorgde dat racisme afnam. We waren allemaal verenigd in de inspanning om elkaar te helpen. In zo’n situatie houden vooroordelen geen stand. Ik hoorde iemand verbaasd zeggen: ‘Ik kom uit een klein dorp, ik had geen idee van al deze diversiteit’. Dat zei hij toen hij de solidariteitsteams aan het werk zag en de mengeling van afkomst en huidskleur daarbij.”
“Uiteraard moet deze ongelooflijke energie worden georganiseerd om zichzelf op lange termijn in stand te houden en efficiënter te worden. We moeten de middelen voor de civiele bescherming, brandweer, gemeentediensten … drastisch verhogen. Ik had het eerder over mensen die niet werden gecontacteerd nadat ze zich hadden opgegeven om te helpen. Dat is wellicht omdat die diensten overstelpt waren. We moeten ons voorstellen welke rol een democratisch georganiseerd en voldoende gefinancierd systeem voor civiele bescherming kan spelen om de spontane solidariteit van de bevolking, die we zo prachtig aan het werk zagen, ten volle tot haar recht te laten komen.”