Your cart is currently empty!
Massaal verzet en internationale solidariteit nodig tegen Taliban-bewind

De chaos op de luchthaven van Kaboel geeft aan hoe angstig veel Afghanen zijn voor het nieuwe Taliban-bewind. Ze weten wat de Taliban de vorige keer betekende voor vrouwen, werkenden en onderdrukten. Deze extreem conservatieve islamistische groepering kon enkele dagen na het vertrek van de Amerikaanse troepen zonder veel problemen de Afghaanse hoofdstad innemen en is terug van nooit echt weg geweest. Voor het VS-imperialisme is dit een vernederend einde van 20 jaar oorlog en bezetting waarvan enkel grote bedrijven, in het bijzonder in de militaire industrie, profiteerden.
Artikel door Geert Cool uit maandblad De Linkse Socialist
Taliban tegen rechten van vrouwen, werkenden en armen
Op 20 jaar tijd heeft de VS meer dan 2 biljoen dollar uitgegeven aan deze oorlog en bezetting. De gemiddelde Afghaan ging er echter niet op vooruit. Veel geld verdween in de zakken van grote bedrijven, maar via corruptie en omkoping ook in die van lokale krijgsheren en topfiguren. Na 20 jaar is Afghanistan nog steeds een sociale woestijn van ellende en tekorten voor de massa’s. Dat is een context waarin islam-fundamentalisme kan groeien.
Mogelijk zal een deel van de bevolking een afwachtende houding innemen: na al die jaren is er oorlogsmoeheid en een roep om stabiliteit en vrede. De Taliban zal dit niet bieden; zowel intern als op internationaal vlak zit de Taliban in een onmogelijke positie.
Het nieuwe Taliban-bewind is een ramp voor de Afghaanse bevolking. De Taliban blijft in essentie een plattelandsbeweging die haar bijzonder gekleurde versie van een maatschappijmodel uit de 19e eeuw met brutaal geweld wil opleggen. Voor vrouwenrechten, laat staan LGBTQI+-rechten, zijn daarin geen plaats. Minderheden worden onderdrukt. Werkenden die voor hun rechten opkomen, worden het zwijgen opgelegd.
Dit Taliban-regime zal het echter niet gemakkelijk hebben. In vergelijking met hun vorige bewind tussen 1996 en 2001 is er een veel sterkere verstedelijking en verjonging van de bevolking. Kaboel telt vandaag meer dan vier keer zoveel inwoners als 25 jaar geleden: er wonen 4,5 miljoen mensen of ongeveer 10% van de totale bevolking. Bijna de helft van de Afghanen is jonger dan 15 jaar.
De afgelopen 20 jaar zijn er voorzichtige en ontoereikende stappen vooruit gezet inzake vrouwenrechten en onderwijs. Dit gebeurde niet op het niveau dat nodig was, maar in de context van een wereldwijde opgang van feministisch protest droeg het wel bij aan een groter bewustzijn. Moderne communicatiemiddelen zijn niet algemeen verspreid, maar via vele familieleden die gevlucht zijn, is er wel enige toegang tot de buitenwereld.
Komen daar nog tal van andere interne problemen bij zoals de etnische verdeeldheid en strijd tussen diverse krijgsheren die de voorbije jaren wapens en middelen kregen vanuit de illusie dat dit voor vrede zou zorgen. Er is ook de drugsproductie en -handel die nog steeds een belangrijke rol spelen. De Taliban kondigde aan dat het tegen drugs zal optreden. In het verleden deed de Taliban dit ook al: de productie en handel werden toen aan banden gelegd om de marktprijzen op te voeren en zo de bijhorende winsten, inclusief belasting aan de Taliban, te herstellen. Klimaatverandering en extreem weer bedreigen de landbouw in het land en kunnen tot honger leiden. En dan zijn er nog de extreme armoede, het tekort aan vaccins voor Covid-19, het gebrek aan infrastructuur en vele andere problemen die de bevolking hard raken, maar het de Taliban tevens moeilijk maken om een stabiel regime te vestigen.
Mislukte oorlog
Sommigen vragen zich af of het niet beter was geweest dat de Amerikaanse troepen langer in Afghanistan waren gebleven. De anti-oorlogsbeweging verzette zich in 2001 al tegen de inval en bleef nadien oproepen voor de terugtrekking van de troepen. Het feit dat de Taliban zo snel de macht kon nemen, toont het complete falen van de bezetting.
De afgelopen 20 jaar ging de meerderheid van de bevolking er niet op vooruit. Voormalig president Ashraf Ghani moest zelf erkennen dat 90% van de Afghanen een inkomen heeft van minder dan 2 dollar per dag. Slechts 43% kan lezen en schrijven, 55% heeft geen schoon water en 31% heeft geen sanitaire voorzieningen. Moest het imperialisme niet in oorlog en corruptie geïnvesteerd hebben, maar in een echte ontwikkeling van de economie en de infrastructuur, dan zou het fundamentalisme vandaag niet zo sterk gestaan hebben. De belangen van de meerderheid van de bevolking zijn echter nooit een punt op de imperialistische agenda.
De VS en hun bondgenoten vestigden pas vanaf 2001 de aandacht op Afghanistan. Toen waren de Taliban al vijf jaar aan de macht en de onderdrukking van vrouwen en minderheden waren algemeen gekend. Het was pas nadat Al Qaeda op 11 september 2001 overging tot vreselijke aanslagen in de VS, dat de nationalistische oorlogstrom werd bovengehaald en op Afghanistan gericht. Het Taliban-regime weigerde, in tegenstelling tot het meer opportunistische Pakistaanse regime, om zich van de ene op de andere dag af te keren van Al Qaeda. George W. Bush wilde het door de aanslagen geknakte prestige van de VS herstellen met een snelle militaire overwinning in Afghanistan. Twintig jaar later is het duidelijk dat niet alleen de Afghaanse bezetting maar heel de oorlog tegen terreur mislukt is.
Nieuwe koude oorlog
De Taliban zijn een product van de vorige koude oorlog. Die was anders dan vandaag: het ging toen om twee verschillende systemen die met elkaar botsten, met name het kapitalistische imperialisme en de bureaucratische planeconomie van het stalinisme. De Taliban komen voort uit de door de VS en Saoedi-Arabië ondersteunde strijd tegen de Russische troepen in Afghanistan vanaf 1979. Ze zijn grotendeels opgeleid in Pakistaanse koranscholen in de jaren 1980, toen de rechtse dictatuur van Zia ul-Haq repressief optrad tegen de dreiging van massabewegingen van werkenden en jongeren en tegelijk een vreselijke afbouw van regulier onderwijs en andere openbare diensten doorvoerde.
Vandaag is de Amerikaanse internationale strategie vooral gericht op de nieuwe koude oorlog met het opkomende kapitalistische China. Op het geopolitieke strijdtoneel gaat het nooit om democratie of vrouwenrechten, maar wel om prestige, strategische posities, toegang tot grondstoffen … De vernederende aftocht van de Amerikaanse troepen in Afghanistan werd meteen in de verf gezet door zowel het Chinese als het Russische regime. De vreugde om de Amerikaanse nederlaag wordt echter getemperd door eigen problemen. Zowel China als Rusland zijn bereid om met de Taliban samen te werken, maar stellen voorwaarden en zijn voorzichtig. Een versterking van Oeigoerse militanten in China of van fundamentalistische groeperingen in Centraal-Azië bedreigen immers hun belangen. Vandaar hun oproep om een ‘brede’ regering in Kaboel te vormen en om zich niet te moeien met buitenlandse aangelegenheden. De Pakistaanse legerleiding zit in een gelijkaardige situatie: het instabiele regime wil de historische banden met de Taliban niet doorknippen, maar wordt zelf ondermijnd door een virtueel bankroet, geweld van een lokale variant van de Taliban en groeiend protest van de eigen bevolking, onder meer tegen Chinese projecten in het land.
Stabiliteit kan niet verwacht worden van de Taliban, het imperialisme en de regionale machten.
Welk antwoord?
Meer dan tien jaar geleden verklaarde wijlen VRT-journalist Jef Lambrecht in een gesprek met de Pakistaanse auteur Ahmed Rashid: “Zonder veiligheid is er geen ontwikkeling mogelijk, maar zonder ontwikkeling is er geen veiligheid.” Hij vergeleek het met de discussie over de kip en het ei: wat was er het eerste, maar vooral: wat indien beide afwezig zijn? Zonder een klassenbenadering is het inderdaad moeilijk om een oplossing te zien, laat staan om de beschikbare middelen en rijkdom in te zetten voor de belangen van de meerderheid van de bevolking.
Noch de Taliban noch het imperialisme doen dit. Het grootste obstakel voor de Taliban is de bevolking van Afghanistan zelf. Er waren al de eerste bijzonder moedige protestacties die onze solidariteit verdienen. Internationale protestacties zijn essentieel om de Afghaanse massa’s te ondersteunen. De vrouwenbeweging kan het lot van de Afghaanse vrouwen opnemen tijdens de actiedagen van 25 november en 8 maart.
De arbeidersbeweging moet zich organiseren om het recht op asiel voor Afghaanse vluchtelingen te eisen, naast verzet tegen reactionair rechts, imperialisme en kapitalisme.
Er is nood aan een massabeweging in verzet tegen de Taliban en tegen het imperialisme, waarbij de werkende klasse, arme boeren, vrouwen en jongeren samen opkomen voor een eigen democratische regering.
Dit kan enkel slagen als het gebeurt als onderdeel van een internationale strijd waarin de werkende klasse van andere landen in de regio, in het bijzonder Pakistan maar ook Iran, een essentiële rol te spelen heeft. Er zijn tradities van massabewegingen in die landen die meermaals het potentieel toonden om een einde te maken aan reactionaire regimes en aan kapitalistische onderdrukking. De ellende die eigen is aan het kapitalisme brengt ons barbaarse toestanden. Daartegenover plaatsen wij strijd voor een socialistische samenleving.