Na 20 jaar oorlog in Afghanistan trekt het VS-imperialisme zich terug

Foto: Wikimedia Commons

Door Eddie McCabe

De 20-jarige oorlog van het VS-imperialisme in Afghanistan is tot een einde in mineur gekomen met de definitieve terugtrekking van de 2.500 resterende troepen deze maand.

De terugtrekking komt twee maanden voor Biden’s deadline van 11 september, de 20ste verjaardag van Al-Qaeda’s misdadige terreuraanslagen op de Twin Towers in New York. Deze reactionaire terreurgroep, en het Taliban-regime waarmee zij banden had, waren nakomelingen van het buitenlandse beleid van de VS.

Beide zijn voortgekomen uit de islamitische fundamentalistische Moedjahedien in de jaren tachtig, die door de Verenigde Staten en hun Pakistaanse en Saoedische bondgenoten werd gefinancierd en bewapend om te vechten tegen het Sovjetleger dat Afghanistan in 1979 was binnengevallen. Het brein achter de aanslagen van 9/11, Osama Bin Laden, vocht in deze oorlog en beschreef de aard van de steun: “Ik zette mijn eerste kamp op waar deze vrijwilligers werden getraind door Pakistaanse en Amerikaanse officieren. De wapens werden geleverd door de Amerikanen, het geld door de Saoedi’s.”

De Taliban ontstond uit de chaos rond de terugtrekking van de Sovjet-Unie in 1989 en werd in 1996 aan de macht geholpen door de Pakistaanse inlichtingendienst ISI. Deze hoopte in Afghanistan een cliëntstaat te vestigen om zijn macht in de regio te versterken, met name in zijn conflict met India.

Een mislukte oorlog

Het aanvankelijke doel van het VS-imperialisme om in 2001 oorlog te voeren in Afghanistan was om het land te bevrijden van de Taliban en een meer volgzame regering te installeren, maar twintig jaar later is het duidelijk mislukt in zijn opzet. De Taliban winnen weer terrein en beweren nu 85% van het land in handen te hebben.

De oorlog en de bezetting van Afghanistan hebben de gruwelen die de bevolking worden aangedaan alleen maar verergerd. De presidentschappen van George W. Bush, Barack Obama, Donald Trump en hun NAVO-bondgenoten hebben deze bloedige oorlog en bezetting, waarbij naar schatting 175.000 Afghanen om het leven zijn gekomen, meedogenloos voortgezet. In de afgelopen twee decennia was het een laboratorium voor nieuwe dodelijke oorlogswapens, met name het gebruik van drone-aanvallen.

Een rapport beschreef de impact van deze aanvallen op de bewoners van een Afghaans dorp:  “[zij] worden al jaren achtervolgd door Amerikaanse drone-aanvallen, waarbij hun lot vaak wordt genegeerd door zowel het Amerikaanse leger als de Afghaanse regering in Kaboel.  ‘Ze blijven zeggen dat ze terroristen doden. Maar dat is niet waar. Boeren, herders en vrouwen zijn geen terroristen. Eén van de slachtoffers, Naqib Jan, was een 2-jarig kind’, zei Khan, die als leraar werkt in een plaatselijk dorp. In de afgelopen maanden en jaren zijn verschillende familieleden en leden van zijn familie gedood door drone-aanvallen. Hij beweert dat zijn stamgenoten doodsbang en depressief zijn, lijden aan trauma’s, en dat veel kinderen bang zijn om buiten te spelen.”

Martelingen

Naast de imperialistische wreedheden en vernietiging werd ook marteling gemeengoed in Afghanistan, berucht in de luchtmachtbasis Bagram in Kaboel, van waaruit de VS-strijdkrachten onlangs vertrokken. Het was hier dat gevangenen die door Amerikaanse troepen werden vastgehouden, “wekenlang werden vastgehouden, voortdurend geboeid, opzettelijk wakker gehouden voor langere perioden, en gedwongen te knielen of te staan in pijnlijke posities gedurende langere perioden. Sommigen zeggen te zijn geschopt en geslagen bij hun arrestatie, of later als onderdeel van pogingen om hen wakker te houden. Sommigen zeggen dat ze in de winter werden overgoten met ijskoud water.”

Gevangenen in Irak en anderen die willekeurig werden vastgehouden in het kader van de ‘oorlog tegen het terrorisme’ zouden een gelijkaardige behandeling krijgen. In de weken na de invasie van Afghanistan arriveerden de eerste gevangenen in Guantanamo Bay, de Amerikaanse basis in Cuba. Het beeld van gevangenen in oranje overalls, opgesloten in kleine kooien, vaak tot in de eeuwigheid, vatte de meedogenloze minachting voor de mensenrechten samen van de regering-Bush en haar opvolgers.

De aanslagen van 11 september waren voor de regering-Bush het voorwendsel om haar ‘oorlog tegen het terrorisme’ te beginnen. De eerste salvo’s ervan werden gelost in Afghanistan, dat in oktober 2001 werd binnengevallen. Na de snelle val van het Taliban-regime richtten de oorlogszuchtige haviken, met name de onlangs overleden Donald Rumsfeld en vice-president Dick Cheney, en de hen omringende kliek van neoconservatieve ‘intellectuelen’ zoals Paul Wolfowitz, hun vizier op Irak.

Onbegrensde macht

Aan het eind van de jaren negentig begonnen deze neoconservatieve ideologen zich te verenigen in denktanks zoals het ‘Project voor een Amerikaanse Eeuw’, met als argument dat in het tijdperk na het einde van de Koude Oorlog en de ineenstorting van het stalinisme, alle belemmeringen, of vermeende belemmeringen, voor het Amerikaanse imperialisme moesten worden weggenomen. De oorlog in Afghanistan vloeide voort uit de onmiddellijke noodzaak om het prestige van het VS-imperialisme te herstellen na de aanval op de Twin Towers, maar meer algemeen werd snel naar wapens gegrepen om de neoconservatieven in staat te stellen hun fantasieën over een onbelemmerde wereldheerschappij in praktijk te brengen.

Dit gebeurde in de vorm van oorlogen voor ‘regimeverandering’, met name in Irak. Deze oorlogen zouden het Iraakse volk en de wijdere regio onnoemelijke ellende bezorgen, waarvan de gevolgen vandaag nog merkbaar zijn en dat nog jaren zullen blijven. Voor ‘s werelds grootste militaire macht zijn deze oorlogen grotendeels rampen gebleken en de imperialistische overmoed van de regering)Bush lijkt niet veel meer dan een bittere herinnering te zijn. International Socialist Alternative (toen nog onder de naam CWI) voorspelde dat de beperkingen van de macht van het Amerikaanse imperialisme al gauw een rol zouden spelen.

Oorlog – een instituut van het kapitalisme

Oorlogen en politieke instabiliteit zijn slechts enkele van de problemen waarmee het kapitalisme tegenwoordig te kampen heeft. Twintig jaar later overheersen de economische en ecologische crises, zowel in de vorm van de pandemie als van de klimaatverandering.

Met Orwelliaanse ironie werd de oorlog en de invasie in Afghanistan in 2001 ‘Operation Enduring Freedom’ genoemd. Weinig Afghanen zullen zichzelf als vrij of op enigerlei wijze veilig beschouwen, en zeker niet dankzij dit imperialistische avontuur van twee decennia, dat nu ten einde is. De woorden van de Romeinse historicus Tacticus, die de oorlogen van het keizerlijke Rome beschreef, dringen zich op: “Ze creëren een woestijn en noemen het vrede.” Natuurlijk zullen veel Afghanen met een gevoel van angst uitkijken naar het vooruitzicht dat de Taliban hun onderdrukkende bewind opnieuw zullen laten gelden of dat Afghanistan verder zal afglijden naar een langduriger burgeroorlog.

Oorlog is een instituut van het kapitalisme en het imperialisme, een voortzetting van zijn systematische streven om de wereld uit te buiten ten koste van de werkenden en arme massa’s. Dit bloedige systeem moet verdwijnen en vervangen worden door een socialistische wereld, waar de natuurlijke en economische grondstoffen in handen zijn van de gemeenschap, democratisch gecontroleerd worden en gepland worden door de werkende klasse en de onderdrukten. Dit is de enige materiële basis waarop een samenleving van harmonie, vrede en rechtvaardigheid kan worden gebouwd.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop