Your cart is currently empty!
Een relanceplan voor onze noden, niet de winsten van de grote bedrijven

De aankondigingen van kolossale stimuleringspakketten volgen elkaar al maanden op. Het doet de overheidstekorten nog verder oplopen. Dit is een monumentale verandering ten opzichte van de voorgaande decennia die een piek vormden voor het neoliberalisme.
Artikel door Stéphane Delcros
De heersende klasse doet dit niet vanuit een plotseling ontstaan sociaal en humanitair bewustzijn, maar eenvoudigweg om een ineenstorting van de economie (en dus van haar winsten) te voorkomen en om te trachten de sociale onrust te beperken. Terwijl een deel van deze directe of indirecte steunplannen bestemd is voor de werkenden (zonder te voldoen aan wat nodig is), komt het grootste deel ervan hoofdzakelijk ten goede aan de eigenaars van grote ondernemingen, waarbij elk plan natuurlijk zijn eigen nuances heeft. Eén ding is zeker: er zal veel meer nodig zijn om de sociale crisis op te vangen en decennia van desinvestering te compenseren.
Wat met de schulden?
In januari stelde Jean-François Tamellini, algemeen secretaris van het Waalse ABVV, aan de Waalse minister van Begroting Jean-Luc Crucke (MR) voor om de interesten op de Waalse schuld in 2021 en 2022 te “neutraliseren”. “Banken en de financiële sector moeten bijdragen aan de stimuleringsmaatregelen van Wallonië,” betoogde hij. Tamellini vroeg Crucke om manieren te vinden om “de verstikking van de burgers en een terugkeer naar fiscale soberheid te voorkomen.”
Verwacht wordt dat de (rechtstreekse) overheidsschuld van het Waals Gewest tegen eind 2021 bijna 20 miljard euro zal bedragen. Net als de andere gefedereerde entiteiten en de federale staat zal Wallonië overgaan tot een jaarlijkse “aflossing” van deze schuld, en ook tot de betaling van de daaraan verbonden interesten, die zullen worden terugbetaald ten belope van 300 miljoen euro per jaar. Bevriezing van de rentebetalingen gedurende twee jaar zou 600 miljoen opleveren. Tamellini stelt voor om de schuld nadien opnieuw te onderhandelen om de jaarlijkse interest te verminderen. Er gaapt een enorme kloof tussen deze voorstellen en de realiteit van de crisis voor de meerderheid van de bevolking.
We hebben nood aan een kwijtschelding van de staatsschuld, en wel onder druk van een strijdbare en offensieve arbeidersbeweging. Na deze annulering zouden kleine schuldeisers natuurlijk kunnen worden vergoed op basis van bewezen behoeften. Maar het leeuwendeel van de publieke schulden zijn in handen van grote speculanten. Zij hebben de afgelopen decennia hun zakken al genoeg op onze kap gevuld.
Welk relancebeleid is er nodig?
Het is niet de arbeidersklasse die vandaag beslist over de richting van het relancebeleid. Dat zou nochtans beter zijn. Het zijn de werkenden die alles doen draaien, niet de aandeelhouders. Een echt herstelplan zou moeten vertrekken van wat dringend nodig is: een algemene verhoging van lonen en uitkeringen; massale overheidsinvesteringen in zorg, onderwijs, openbaar vervoer en infrastructuur (inclusief digitale infrastructuur); het creëren van honderdduizenden degelijke en sociaal nuttige jobs; de bouw van ziekenhuizen, sociale woningen, scholen en publieke kinderdagverblijven … Dit alles moet bovendien gericht zijn op een echte ecologische transitie.
Uiteraard werpt dit meteen de vraag op hoe een dergelijk beleid wordt gefinancierd. Naast de kwijtschelding van de publieke schulden, is het onder openbaar beheer en toezicht brengen van de banken en de volledige financiële sector belangrijk om de noodzakelijke investeringen collectief te kunnen plannen. Het lijdt geen twijfel dat een grote collectieve strijd nodig zal zijn om de uitdaging aan te gaan en een krachtsverhouding tot stand te brengen die het mogelijk maakt om een dergelijk beleid af te dwingen.
“Dit is geen bolsjewistisch voorstel,” zou de vertegenwoordiger van het Waalse ABVV tegen de minister van Begroting hebben gezegd. Om de minister helemaal gerust te stellen, zei hij in november ook nog: “Ik behoor niet tot degenen die vinden dat de schuld niet moet worden afgelost.” Een welwillende en vriendelijke opstelling van de arbeidersbeweging tegenover vertegenwoordigers van de bazen werkt nooit. Het is niet omdat je lief bent tegen een tijger dat die plots een katje wordt.