Indische boeren houden tractorparade. Gezamenlijk protest arbeiders en boeren opvoeren!

Artikel door Mohammed Nawaz Tahir vanuit India

Elk Indisch kind groeit op met het zingen en leren van de slogan ‘Jai Jawan, Jai Kisan’ op school. Het betekent: ‘Lang leve de soldaat, lang leve de boer’. Op dit moment staan deze twee groepen, die zogezegd de ruggengraat van de Indiase samenleving vormen, oog in oog. De boerenbeweging is de grootste in de recente geschiedenis en kan rekenen op een brede steun onder de arbeiders. Zij zijn het die in India worden aangeduid als ‘Ann Daata’, oftewel de leveranciers van voedsel voor de natie. De boeren zijn vastbesloten om hun protestbeweging tegen de regering voort te zetten. Ondanks de zinderende kou hebben ze geen andere keuze: het gaat om het verdedigen van hun levensonderhoud, dat door het kapitalisme op het spel wordt gezet.

Hoe het begon: de drie wetten

De centrale regering van India nam drie wetten aan die de boeren in protest de straat op brachten:

  • De Farmers’ Produce Trade and Commerce Act.
  • Farmers Agreement on Price Assurance and Farm Services Act
  • De Essential Commodities Act

De regering beweert dat deze wetten het inkomen van de boeren zullen verhogen en de productiviteit van de landbouw zullen helpen ontwikkelen door private investeringen aan te trekken en door de boeren op te nemen in de toeleveringsketens van de wereldmarkt. De boeren staan echter weigerachtig tegenover de grote bedrijven en wat wordt voorgesteld als de ‘volgende groene revolutie’.

De meeste Indische boeren drijven handel met de private sector en gaan gebukt onder een grote schuldenlast. De meest succesvolle en rijkste boeren in India komen uit de noordelijke deelstaten Punjab en Haryana. Dit is gedeeltelijk te danken aan het bestaan van het Agriculture Produce Market Committee (APMC). Dit is een vorm van door de overheid gereguleerd systeem met lokale markten waar de boeren tegen een minimumprijs kunnen verkopen. Deze minimumprijs (MSP) is hoger dan de normale prijzen op de vrije markt. De openstelling van de markt voor grote bedrijven zal nieuwe tussenpersonen introduceren en de grote bedrijven in staat stellen de prijzen vast te stellen volgens hun eigen winstmarges.

Hoewel de regering zegt dat de MSP zal blijven bestaan en hoewel het niet uitgesloten is dat de grote bedrijven in het begin meer voor de oogst zullen betalen, zal het invoeren van een vrije markt op termijn deze minimumprijs onvermijdelijk ondermijnen. Kopers hoeven immers niet deel te nemen aan de door de overheid gecontroleerde markt. Bovendien zullen de grote bedrijven meer mogelijkheden krijgen om de plaatselijke winkeliers in heel India failliet te laten gaan, door concurrentie met inbegrip van tijdelijk lagere prijzen van de bedrijven die de detailhandel in handen willen krijgen. Lagere prijzen zullen de boeren onder nog grotere druk zetten. Zwaar in de schulden gestoken met hoge rentetarieven zullen zij volledig afhankelijk worden van de grote bedrijven.

Boeren komen in actie

De boeren zijn onmiddellijk begonnen met het organiseren van hun protest. Boeren en hun organisaties, waaronder vakbonden, gingen naar de dorpen om de maatregelen en de noodzaak van protest uit te leggen. Ze besloten dat het genoeg was en kondigden een mars naar de hoofdstad Delhi aan. Duizenden namen deel aan deze mars, maar werden aan de grens van Delhi tegengehouden door politie en leger. De autoriteiten gebruikten hiervoor het voorwendsel van Covid-19. In de zinderende kou werden de boeren tegemoet getreden met waterkanonnen en traangas, maar ze gingen door en begonnen protestkampen aan de grens van Delhi op te zetten. Via hun organisaties en de brede solidariteit krijgen de deelnemers aan deze kampen voedsel en kleding uit hun dorpen.

In Punjab, een van de bolwerken van deze beweging, werd in bijna elk dorp een comité opgericht. Deze comités beslissen welke boeren afwisselend per week naar de protestlocatie gaan. De achterblijvende boeren zorgen voor voedsel en kleding voor degenen die naar de protestplaatsen gaan en dragen zorg voor de gezinnen. Op deze basis is het mogelijk de beweging over een langere periode voort te zetten. Het toont ook de kracht van de samenwerking tussen de boeren.

Aanvankelijk beweerde de regering dat het boerenprotest gebaseerd was op linkse propaganda of beriep zij zich zelfs op de nationale kwestie, vooral met betrekking tot de Sikh-boeren uit Punjab. Dit werkte niet: de beweging verspreidde zich over heel India en zelfs boeren in de gelederen van de extreemrechtse RSS begonnen zich bij de protesten aan te sluiten. De dynamiek van klassenstrijd overwint de verdeeldheid die door de regering wordt gestimuleerd.

Hoe verder?

De beweging heeft brede steun. Vakbonden van de arbeidersklasse, onder meer in de banksector of bij de taxichauffeurs, hebben zich aangesloten bij een massale algemene staking met 250 miljoen deelnemers op 26 november. Dit helpt om een sterker klassenbewustzijn te creëren. De boerenstrijd versterkt de arbeidersstaking en vice versa.

Tegelijkertijd is er internationale druk op de regering, op basis van steun voor de beweging van Indische gemeenschappen in landen als Canada. De regering heeft haar houding moeten afzwakken door in te stemmen met een nieuwe dialoog, maar tegelijkertijd blijft de regering onwillig om de wetten in te trekken. Het Hooggerechtshof besloot de wetten op te schorten, waardoor de druk op de regering toenam.

De beweging moet nu doorgaan. De boeren besloten het protest op te voeren met een tractoroptocht tijdens de viering van de Dag van de Republiek op 26 januari. Het Hooggerechtshof weigerde dit protest te verbieden en dwong de politie van Delhi te onderhandelen met de boerenleiders over de voorgestelde routes voor de tractoroptocht. De actiedag van 26 januari is een belangrijke stap, maar moet worden gevolgd door andere actiedagen om de boeren en de arbeiders te mobiliseren om de wetten en het volledige beleid dat de gewone mensen aanvalt omwille van de winsten van de bedrijven, ten val te brengen. Een oproep tot acties in zoveel mogelijk steden met boeren en arbeiders die de strijd van de boeren steunen en hun eigen eisen verdedigen, zou een goede volgende stap zijn om de brede steun te mobiliseren die de boeren op dit moment krijgen. De arbeidersbeweging moet een actieve rol spelen aangezien zij de economische macht heeft om alles te stoppen door het stakingswapen te gebruiken.

Het APMC-systeem heeft de afgelopen jaren geleden, maar toont zijn belang in de staten Punjab en Haryana, die bekend staan als de broodmand van India. Om haar aanval te rechtvaardigen, zegt de regering dat 96% van de boeren al handel drijft met de private sector. Het openbare marktsysteem moet worden versterkt in plaats van het verder af te bouwen in het belang van de grote bedrijven. Een openbare markt met gegarandeerde minimumprijzen is noodzakelijk voor het overleven van meer dan 170 miljoen gezinnen die in de landbouw werkzaam zijn. De regering geeft enorme bedragen uit om grote bedrijven te steunen tijdens de pandemie, maar toont minder belangstelling voor de miljoenen boeren. Waarom gebruiken we ons belastinggeld niet om de boeren te steunen en meer technologische vooruitgang te genereren die door de boeren en de bredere samenleving wordt gecontroleerd?

De strijd tegen de landbouwwetten is tegen de toepassing van het kapitalistische beleid in de landbouw. Dit beleid is niet in het belang van de boeren, noch in het belang van de arbeidersklasse. De enorme beweging laat een groeiend klassenbewustzijn zien. Dit kan worden gebruikt om de eisen voor een betere levensstandaard en controle door de boeren en de arbeidersbeweging op de productie en distributie van voedsel op te voeren. Het kapitalisme verstikt de boeren, die vroeger de trots van de natie werden genoemd. Door eendrachtige actie kunnen de arbeidersklasse en de boeren hun krachten versterken om met het kapitalisme te breken en een socialistisch alternatief te ontwikkelen.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop