Your cart is currently empty!
Recht op abortus door strijd verworven – ook de versoepeling zal strijd vergen!

De onzekerheid blijft over het lot van het wetsvoorstel om de termijn voor legale abortus te verlengen naar 18 weken, de bedenktijd te verkorten van een week naar 48 uur en abortus volledig uit de strafwet te halen. Wie zal een stap nemen in het uitbouwen van een beweging die de steun onder de bevolking mobiliseert?
Artikel door Anja Deschoemacker uit maandblad ‘De Linkse Socialist’
Van de indieners van het wetsvoorstel zijn er minstens twee politieke families in wie we geen enkel vertrouwen kunnen hebben. De liberale familie van Open VLD en MR verkoos in 2018 de regeringssamenhang in de rechtse regering Michel, met een “versoepeling” van de toegang tot abortus die er geen was, boven de stemming in het parlement. Begin dit jaar gaf Magnette al aan dat het voor de PS mogelijk was om het wetsvoorstel over een versoepeling te verhuizen naar de regeringsonderhandelingen met CD&V, dat zich steeds tegen deze versoepeling heeft uitgesproken. De sp.a is bereid tot alles om in een regering te stappen en het verleden van de groene partijen laat vermoeden dat ook zij bereid zijn dit thema terzijde te schuiven voor een plaatsje in de regering.
Blijven nog over: Défi en PVDA/PTB. Maar tot nu toe heeft geen van beiden in de afgelopen twee jaar een stap gezet om reële druk te zetten om dit thema erdoor te krijgen. Nochtans toont de geschiedenis van de strijd voor het recht op abortus dat een beweging opbouwen, die de ideeënstrijd aangaat in de klassieke en sociale media, maar vooral ook de strijd op straat brengt, de enige kans biedt om een reële verbetering af te dwingen.
Recht op abortus verkregen door 20 jaar strijd
Het recht op abortus was wereldwijd één van de belangrijkste strijdpunten van de tweede feministische golf in de jaren 1960 en ‘70. Ook in België verdedigden organisaties als Dolle Mina en het Vrouwen Overleg Komitee dit fundamentele recht onder de leuze “baas in eigen buik”.
Een belangrijke rol werd gespeeld door enkele dokters rond Dr. Willy Peers, die in 1973 openlijk verklaarden abortussen te plegen. De aanhouding van W. Peers leidde tot de oprichting van een Peers-comité, dat campagne voerde voor zijn vrijlating en voor de legalisering van abortus, met steunacties, petities, infoavonden en betogingen. Het thema begon zo de actualiteit te beheersen.
In 1977 werd Dolle Mina Anne Léger opgepakt wegens het voeren van propaganda voor het recht op abortus. In die propaganda werden vrouwen verwezen naar twee abortusklinieken in Nederland, wat verboden was bij wet. De arrestatie en het protest ertegen leidde de beweging tot een nieuw hoogtepunt. Met een solidariteitscampagne en massale acties werd haar vrijspraak verkregen. In de jaren erop werd abortus in verschillende ziekenhuizen uitgevoerd zonder echte vervolging.
In de jaren 1980 waren er een reeks processen tegen dokters en verpleegkundigen. Onder druk van protest kwam het steeds tot tijdelijke akkoorden die niet verder gingen dan de niet-vervolging.
Gevestigde partijen: machtspositie belangrijker dan vrouwenrechten
De twee politieke families – sociaaldemocraten en liberalen – die voor het recht op abortus pleitten, verkozen echter de kans om in een regering te stappen met de anti-abortuspartij CVP (nu CD&V), die toen nog incontournable was. Dat veranderde pas tegen het einde van de jaren ’80. Pas in 1990 werd de wet gestemd die abortus mogelijk maakte. Dit gebeurde met een meerderheid van sociaaldemocraten en liberalen tegen CVP en PSC (nu CDH) in.
Voor de traditionele partijen ging de machtspositie steeds voor op een principiële houding tegenover vrouwenrechten. Ze namen nooit het voortouw in de beweging. Dat blijft zo vandaag. Sociaaldemocraten en liberalen tonen dat ze het recht wel in woorden verdedigen, maar dat de daden achterblijven.
Dat de vorming van een federale regering nog steeds op zich laat wachten, maakt dat het koffiedik kijken is of er ooit nog een parlementaire stemming komt en of daar een meerderheid voor zal zijn. Op 11 juli zette N-VA-voorzitter Bart De Wever de toon met uitspraken die als niets anders dan chantage begrepen kunnen worden. Zijn partij gaat niet onderhandelen met een partij die “een wet die ik echt schandelijk vind” goedkeurt. In de voorlopige regeringsnota van De Wever en Magnette –aanvaard als basis voor de bubbel van vijf (N-VA, PS, sp.a, CD&V en CDH) – zou een verlenging naar 16 weken vermeld zijn. Wat met de volledige depenalisering en de wachttijd? Waarom wel 16 en geen 18 weken?
De enige manier om verbetering in de nabije toekomst te garanderen, is het opbouwen van een beweging. Als er geen buitenparlementaire druk wordt gezet, wordt het de partijen gemakkelijk gemaakt om dit fundamentele vrouwenrecht als pasmunt te gebruiken. We roepen de PVDA/PTB op om die buitenparlementaire druk mee te beginnen opbouwen. Campagne ROSA volgt de zaak op de voet en roept alle vrouwenorganisaties op zich klaar te houden voor het opstarten van een campagne in het najaar.