Your cart is currently empty!
Covid-19 en een nieuwe crisis voor de Europese Unie

De Covid-19-crisis heeft alle tegenstrijdigheden in het hart van het kapitalistische systeem blootgelegd. Naast een menselijke tragedie die zich ontvouwt, hebben we te maken met een economische crisis die volgens veel commentatoren dieper zal zijn dan de Grote Recessie van 2008. Deze crisis zal grote gevolgen hebben voor de Europese Unie, die door de vorige crisis al is ondermijnd. Een illustratie van de ernst hiervan was de zeldzame interventie van Jacques Delors – de voormalige voorzitter van de Europese Commissie die toezicht hield op de invoering van de interne markt – die waarschuwde voor “een dodelijk gevaar voor de Europese Unie.”
Artikel door Kevin Henry, Socialist Party (Ierland)
Deel van het probleem
Het vermogen van de gezondheidsdiensten in de hele wereld om deze pandemie aan te pakken is ondermijnd door jarenlange besparingen en decennia van neoliberaal beleid. De nationale regeringen – en in sommige gevallen de regionale overheden, zoals de regering van Stormont in Noord-Ierland – waren de sleutel tot de uitvoering van dit beleid. De EU is echter ook een belangrijke en drijvende kracht geweest achter de privatiseringen en besparingen.
Dit is gebeurd door middel van neoliberale regels, zoals die van het Stabiliteits- en groeipact, dat de lidstaten verplicht hun begrotingstekort onder de 3% van het BBP te houden. In het geval van de landen van de eurozone kunnen regeringen worden beboet als ze zich niet aan de limiet houden. Deze regels zijn opgesteld in het belang van de Europese financiële markten en bankiers om ervoor te zorgen dat hun schulden worden betaald ten koste van de openbare diensten. Uit een rapport dat vorige maand verscheen, bleek dat de Europese Commissie (een van de niet-gekozen instanties die de EU domineert) 63 individuele eisen stelde aan lidstaten om tussen 2011 en 2018 te besparen op zorg en/of om de gezondheidszorg te privatiseren.
Deze eisen hadden vooral betrekking op “perifere” landen die in de jaren 2010 zwaar werden getroffen door de EU-schuldencrisis, namelijk Griekenland, Spanje, Italië, Ierland en Portugal. Onze gezondheidsdiensten werden in het hakblok gezet, zodat de Europese private banken en obligatiehouders konden worden gered. Jarenlang hebben politici van het establishment herhaald dat ze vanwege de Europese regels niet konden investeren in openbare diensten en geen overheidsinterventies in de economie mochten doen. Nu is de EU gedwongen om deze regels op te schorten als gevolg van deze crisis. Het lijkt echter allemaal te weinig en te laat.
“Europese solidariteit bestaat niet”
Een illustratie van de omvang van de crisis in de EU vinden we in de opmerkingen van de Servische president Aleksandar Vu?i?, die er eerder op aandrong dat Servië lid zou worden van de EU. Hij merkte op dat “Europese solidariteit niet bestaat. Dat was een sprookje op papier.” Zijn oplossing was om “een brief te sturen naar de enigen die kunnen helpen, en dat is China.”
In werkelijkheid reageerde Vu?i? op de ervaring in Italië. Ondanks het feit dat de Italiaanse regering in februari het EU-mechanisme voor civiele bescherming activeerde met de vraag om medische apparatuur te leveren, kwam er wekenlang geen hulp. Op 10 maart schreef de Italiaanse EU-ambassadeur dat “geen enkel EU-land reageerde op de oproep van de Commissie.” Pas op 15 maart heeft de EU-commissaris voor Industrie laten weten dat er beademingsmachines en medische benodigdheden uit Frankrijk en Duitsland onderweg waren. Ondertussen leverde China snel medische benodigdheden in de hele wereld, ook aan Ierland. China oefent “soft power” uit om zijn positie op het wereldtoneel te versterken.
Verschillende lidstaten, waaronder Duitsland, hebben in het begin van de crisis zelfs beperkingen opgelegd aan de export van medische benodigdheden en hebben deze beperkingen alleen onder druk opgeheven. Een ongelooflijk voorbeeld van de aanpak van ‘iedere natie voor zich’ werd gezien toen medische voorraden uit China bestemd voor Italië onderweg in beslag werden genomen door de Tsjechische overheid.
Vier vrijheden
Dit is een opschorting van één van de ‘vier vrijheden’ van de Europese Unie: het vrij verkeer van goederen. Maar het is niet de enige vrijheid die opgeschort is. Het vrije verkeer van werknemers binnen de Europese Schengen-ruimte is ook opgeschort, net op het ogenblik dat Schengen zijn 25e verjaardag zou vieren.
Het is veelzeggend dat deze opschorting geen deel uitmaakte van een gecoördineerde aanpak van de EU. Toen zij op 17 maart een opschorting van het Schengenakkoord voor 30 dagen aankondigde, was dit al een voldongen feit, aangezien de meeste lidstaten op dat moment al beperkingen van het vrije verkeer hadden aangekondigd of zich daarop voorbereidden.
Coronabonds
De belangrijkste beslissingen van de Europese instellingen is het besluit van de Europese Centrale Bank (ECB) om een stimuleringsprogramma van 750 miljard euro te lanceren. Dit is voor een groot deel te wijten aan de bezorgdheid over de ontwikkeling van een nieuwe schuldencrisis. De rente op Italiaanse obligaties begon in maart te stijgen, waardoor het voor Italië duurder werd om geld te lenen en de vrees ontstond dat het land zijn bestaande schuld, momenteel 2 biljoen euro, niet zou kunnen afbetalen. Het was ook een besef dat de eerdere voorspelling van een korte, scherpe “V-vormige” recessie niet met de realiteit overeenstemt.
De Europese regeringen willen dat er verdere maatregelen worden genomen. Negen van hen schreven aan de voorzitter van de Europese Raad, Charles Michel, voorafgaand aan een digitale EU-top over de crisis. Ze riepen op tot “een gemeenschappelijk schuldinstrument dat door een Europese instelling wordt uitgegeven om op dezelfde basis en ten voordele van alle lidstaten middelen op de markt aan te trekken.” In werkelijkheid is dit voorstel voor een ‘Coronabond’ een herformulering van de ‘Eurobond’ – het idee dat de EU collectief obligaties uitgeeft, waardoor economisch zwakkere lidstaten gemakkelijker toegang krijgen tot krediet tegen lagere rentevoeten, omdat de aflossing door het hele blok wordt gegarandeerd. Dit is een voorstel waartegen verschillende lidstaten, waaronder Duitsland en Nederland, zich tijdens de crisis in de eurozone in het begin van het afgelopen decennium consequent hebben verzet. Zij hebben er nog steeds grote bedenkingen bij, ondanks de diepte van de economische crisis die zich in Europa ontwikkelt.
De voorkeur van de Duitse premier, Angela Merkel, is dat deze regeringen via het Europees Stabiliteitsmechanisme toegang proberen te krijgen tot contant geld. Dergelijke “steun” zou waarschijnlijk gepaard gaan met voorwaarden zoals een verdere verlaging van de sociale uitgaven, wat in deze crisis uiterst onpopulair zou zijn. Een meer botte aanpak werd voorgesteld door de Nederlandse minister van Financiën, Wopke Hoekstra, wiens regering aanvankelijk een eigen variant van ‘groepsimmuniteit’ voorstelde. Hij stelde dat de EU “onderzoek moet doen naar landen als Spanje die zeggen dat ze geen begrotingsmarge hebben om de gevolgen van de crisis die door het nieuwe coronavirus wordt veroorzaakt, aan te pakken, ondanks het feit dat de eurozone gedurende zeven opeenvolgende jaren is gegroeid.” Dit idee werd door de Portugese premier António Costa ondiplomatisch als “weerzinwekkend” bestempeld.
Deze verdeeldheid heeft sleutelfiguren in de EU verlamd en het dwingt hen tot bochten. Dit bleek duidelijk uit het commentaar van het nieuwe hoofd van de ECB, Christine Lagarde, die verklaarde dat het niet de taak van de ECB was om “de spread” op de markten voor staatsobligaties te sluiten. De nieuwe voorzitter van de Europese Commissie, Ursula Von der Leyen, stelde dat het idee van Coronabonds “eigenlijk slechts een slogan” was. Nu hebben ze allebei bochten gemaakt, waarbij ze stellen dat alle opties op tafel liggen. Dit weerspiegelde het feit dat Charles Michel, het nieuwe hoofd van de Europese Raad, op de Europese Top een compromis moest sluiten dat de kwestie van de Coronabonds in feite wat voor zich uit schuift.
EU en de natiestaat
Wat in deze crisis, net als tijdens de crisis in de eurozone, wordt aangetoond, is dat “de middelpuntvliedende krachten van Europa krachtiger worden in de pandemie”, zoals een redactioneel artikel in de pro-EU Guardian het op 2 april verwoordde. Dit is vooral te zien in het debacle met betrekking tot de Coronabonds, waar de belangen van de perifere landen, de zwakkere en kleinere kapitalistische economieën van de EU, op gespannen voet staan met de “kernlanden”, in het bijzonder Duitsland en Nederland. Deze crisis vormt opnieuw een reële existentiële bedreiging voor de euro en zelfs voor de EU zelf op middellange tot lange termijn.
In wezen is gebleken dat de EU, ondanks de lange weg die afgelegd is naar ‘Europese integratie’, de beperkingen van de natiestaten niet heeft overwonnen. Dit is een beperking die inherent is aan het kapitalisme. Elke kapitalistische staat strijdt om de belangen van de eigen grote ondernemingen te verdedigen. De EU is geen eenheidsentiteit met één kapitalistische klasse, maar eerder het samenkomen van nationale kapitalistische klassen uit het hele continent. Het is in de eerste plaats een gemeenschappelijke markt, waarbinnen een muntunie functioneert, waarin staten met elkaar samenwerken in concurrentie met andere handelsblokken. Deze crisis legt echter de realiteit bloot dat ze niet bereid zijn elkaars lasten te dragen.
Het holle karakter van de “solidariteit” van de EU in deze crisis kan ook de weerstand tegen de EU doen toenemen – zoals blijkt uit het feit dat Italiaanse burgemeesters (vaak van rechtse partijen) de EU-vlag hebben afgenomen. Dit in een land waar zelfs vóór Covid-19 (volgens een opiniepeiling van het Europees Parlement eind 2019) slechts 37% van de burgers EU-lidmaatschap als iets positief zag.
Een socialistisch Europa is mogelijk
Socialisten hebben de verantwoordelijkheid om zich consequent tegen de Europese Unie te verzetten, dit Europa van het kapitaal is immers niets anders dan een bazenclub. Het is opmerkelijk dat sommige linkse krachten die in het recente Brexit-debat voor de EU hebben gepleit, gedwongen zijn de realiteit te erkennen. Zo zei Yanis Varoufakis, voormalig Grieks minister van Financiën en prominent campagnevoerder voor de hervorming van de Europese Unie, naar aanleiding van de Coronavirus-crisis: “Ik denk niet dat de EU iets anders kan dan kwaad doen.” Hij voegde eraan toe dat de mensen in Groot-Brittannië gelijk hadden om voor een exit uit de EU te stemmen.
Tegelijkertijd moeten we duidelijk zijn dat het alternatief voor de EU niet een terugval in bekrompen nationalisme is, zoals rechtse tegenstanders van de EU denken. In plaats daarvan hebben we behoefte aan echte solidariteit en echt internationalisme. In de loop van deze crisis hebben mensen uit de arbeidersklasse beide elementen laten zien, inclusief het toepassen van vergelijkbare strijdmethoden zoals het sluiten van niet-essentiële werkplekken en het eisen van voldoende gezondheids- en beschermingsmaatregelen. Een gemeenschappelijke strijd in heel Europa tegen het kapitalisme kan de basis leggen voor een heel ander Europa – een socialistisch Europa, gebaseerd op de echte solidariteit van de arbeidersklasse.