Deze regering zal pas toegeven als ze in haar bestaan bedreigd wordt 

Als het patronaat piept, vergeet de regering het onderling gekibbel en springt ze gezwind in het gelid. De vakbonden daarentegen worden steevast weggezet als ‘wereldvreemd’  en bijgevolg ‘irrelevant’. De staking van 10 oktober bij de openbare diensten had nochtans aangetoond dat de ACOD ook op haar eentje, zonder ACV en ACLVB, een niet te onderschatten kracht is. Sindsdien betoogden 10.000 arbeiders in een solidariteitsmars in Charleroi, nog eens 10.000 “tegen de sociale hold-up” in Luik, 5.000 op een Tax Pride in Antwerpen en liefst 40.000 in gemeenschappelijk vakbondsfront tegen de afbraak van de pensioenen in Brussel. De regering geeft echter geen kik.

Edito door Eric Byl uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

Die tienduizenden zijn diegenen die bereid zijn loon of vrije dagen op te offeren om voor hun rechten en die van hun collega’s op te komen. Ze doen dat ondanks het feit dat men geen krant kan openen, geen magazine kan lezen, geen radio of televisie kan aanzetten, zonder dat de patroons en hun marionetten in de regering hun standpunten uitgebreid toelichten. In de media worden de beweegredenen voor hun acties zelden belicht; doorgaans worden vooral werkwilligen of gestrande reizigers aan het woord gelaten of wordt de lengte van de files benadrukt. Politici van oppositiepartijen, op de PVDA na, geven hooguit kritiek in de marge maar stellen geen fundamenteel ander beleid voor. De weinige keren dat de vakbondsleiders aan het woord worden gelaten, gaan die vooral in het defensief terwijl er nochtans honderden redenen zijn om in het offensief te gaan.

We zien het de patroons, de regering of om het even welke andere vereniging dan de vakbonden nog niet klaar spelen om op enkele maanden tijd verschillende keren tienduizenden op de been te brengen. Dat is enkel mogelijk doordat die tienduizenden op hun beurt vele honderdduizenden anderen vertegenwoordigen. Die zien zich net zomin werken tot hun 67 en verwerpen eveneens de aanvallen op de pensioenen, de sociale dienstverlening, de arbeidscondities en de sociale zekerheid. Ook zij zijn de flexibele, deeltijdse, onzekere en slecht betaalde jobs meer dan moe. Er zijn echter allerlei redenen waarom zij (nog) niet in actie gaan: vanuit een verkeerde principiële opstelling, omdat ze niet zien wat het uit zou maken, omdat ze geen alternatief zien of omdat ze niet geloven in de bereidheid van de vakbonden om voet bij stuk te houden en ook werkelijk te gaan voor overwinningen.

Dat fatalisme keren, zal niet lukken door tot aan de verkiezingen betoging na betoging te houden in de hoop op een alternatieve meerderheid. Het is helaas de houding die de top van het ACV en de meeste van haar centrales wellicht zullen innemen. Het ABVV daarentegen heeft wel begrepen dat meer vereist zal zijn. Op haar federaal comité van 23 januari zal een voorstel van algemene staking voor de eerste week van februari besproken worden. Een algemene staking organiseren op twee weken tijd had kunnen lukken tijdens het actieplan van het najaar van 2014, toen de vakbonden het terrein grondig hadden voorbereid. Sinds de pensioenbetoging van 18 december in Brussel is echter alweer meer dan een maand verstreken.

Men had die tijd kunnen gebruiken om op personeelsvergaderingen op de werkvloer en regionale militantenvergaderingen de krachten voor te bereiden en meteen ook het ACV en de ABVV-centrales die nog twijfelen of ronduit tegenwerken onder druk te zetten. In Wallonië en Brussel kan zo een algemene staking van bovenaf op enkele dagen tijd nog wel lukken omwille van het grotere reservoir aan strijdsyndicalisten, maar zelfs daar was het beter geweest de nodige voorbereidingen te treffen om ook bredere lagen op sleeptouw te nemen. In Vlaanderen versterkt dat soort knipperlichtstakingen echter vooral de vleugel die de regering liever uitzit. Communautaire scherpslijpers zullen het wellicht aangrijpen om de federale eenheid van het ABVV in vraag te stellen.

Deze regering zal geen millimeter toegeven, tenzij wanneer een sociale beweging haar ten val kan brengen. Enkel een goed voorbereid offensief actieplan waarvan de acties en de inzet vooraf uitgediscussieerd werden op de werkvloer en door de vakbondsleiding gerespecteerd worden, kan de sociale afbraak stoppen.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop