Jaaroverzicht (4) Traditionele partijen zijn het noorden kwijt – De terugkeer van de krokodillen

Jaaroverzicht (4)

Zowat iedere traditionele partij kende problemen en elementen van crisis dit jaar. De politieke onstabiliteit van 2008 is niet verdwenen. De tactiek van Van Rompuy om de problemen aan te pakken door er niet over te spreken, werd beloond met het Europees presidentsschap. De zoektocht naar een nieuwe grijze muis om premier te worden, leverde ons de vorige premier op: Yves Leterme, bijgestaan door oudgediende Dehaene. Ook elders was er een terugkeer van de krokodillen.

2009: bijna een volledig jaar dezelfde premier…

Na de verkiezingen van juni 2007 kende ons land weinig politieke stabiliteit. Aan surrealisme was er geen gebrek, alle tegenstellingen maakten “normaal bestuur” nagenoeg onmogelijk. Eind vorig jaar werd Van Rompuy aangesteld als nieuwe premier en dit moest stabiliteit brengen door over de problemen te zwijgen. Van Rompuy hield het amper een jaar vol, dat volstond immers om als oppergrijze muis tot Europees president te worden gekroond.

De politieke onstabiliteit werd als iets nieuw gezien, maar in perioden van crisis moet de heersende klasse nieuwe manieren vinden om haar systeem recht te houden en dat leidt ertoe dat regeringen de neiging hebben om het niet lang vol te houden. In de jaren ’30 waren er 10 regeringen op 10 jaar tijd, waarvan eentje het slechts zes dagen volhield. Ook op het einde van de jaren ’70 leidde de voor de burgerij noodzakelijke aanpassing van de socio-economische politiek – en de onenigheid hierover tussen en binnen de politieke partijen – tot hevige instabiliteit met acht regeringen tussen juni ’77 en december ’81.

CD&V stelt de belangen van de heersende klasse voorop en brak daarom het kartel en liet alle mogelijke oude “krokodillen” terugkeren. Eerst Van Rompuy en nadien nogmaals Martens en Dehaene. Die laatste moet de tweede poging van Leterme als premier begeleiden. Leterme moest een jaar aan de zijlijn blijven, officieel omwille van de bankencrisis. Vreemd genoeg werd vooral een probleem gemaakt van onderlinge contacten tussen topfiguren uit het politieke en gerechtelijke establishment en niet van de schandalige uitverkoop van Fortis, waarom werd Fortis niet in gemeenschapshanden gehouden (en onder controle van vertegenwoordigers van de gemeenschap geplaatst) om de belangen van de spaarders en de werknemers centraal te kunnen stellen?

De aanstelling van Van Rompuy als Europees president leidde ertoe dat Leterme kon terugkeren, voor CD&V was dat de enige optie en het maakte meteen duidelijk dat het Europees presidentschap van Van Rompuy ook een operatie versterking CD&V was.

Barsten in het establishment – samenleving in crisis

Bij de andere partijen was 2009 het jaar van de onstabiele voorzitters: Gennez werd meermaals betwist in de SP.a, bij Open VLD haalde een nieuwkomer met de juiste familienaam het bij de voorzittersverkiezingen, bij Groen (voor de fusie met SLP) was er amper één kandidaat voor het voorzitterschap, Bart De Wever zoekt al lang een opvolger maar vindt niemand en Bruno Valkeniers van het VB staat niet bepaald gekend als de sterkste man van het Blok.

Dit jaar werd ook gekenmerkt door een nieuwe crisis in het gerechtelijk apparaat. Het bekend raken van corruptie in de hoogste gerechtelijke kringen, verbaasde sommigen. Eigenlijk maakte het vooral duidelijk dat de top van het bedrijfsleven, de politiek, justitie en politie een klein wereldje vormt waar iedereen elkaar kent. Dat is op zich geen nieuwe vaststelling, wel opvallend is het feit dat onderlinge confrontaties dit jaar op straat werden uitgevochten. De wijze waarop het gerecht functioneert als waakhond van het grote patronaat, bleek in december nog met de uitspraak in de fraudezaak van KBLux. Fraudezaken als KBLux of Beaulieu slepen jarenlang aan en worden moedwillig gesaboteerd. In 2007 haalden enkele onderzoekers uit naar de wijze waarop hun werk in grote fraudedossiers onmogelijk werd gemaakt. 14 speurders traden toen naar buiten met een scherpe boodschap: “Deze dossiers werden en worden gesaboteerd, door zowel de fiscale administratie als door het gerecht.” Beide zaken zijn elk goed voor 400 miljoen euro!

Het wantrouwen in de traditionele politici en hun vrienden in de bedrijfswereld, bleek nogmaals in het Antwerpse referendum over de Lange Wapper. SP.a-burgemeester Janssens maakte met zijn partij een bocht om het project – dat destijds vanuit SP.a-kringen was opgezet – af te schieten. Er kwamen heel wat politieke spelletjes aan te pas, maar uiteindelijk werd in een referendum duidelijk gemaakt dat het project van de Lange Wapper brug niet wordt gesteund door de bevolking. LSP voerde campagne met een oproep om NEEN te stemmen, ook wij hebben ons verzet tegen die brug. Ons antwoord bestaat uit een alternatief mobiliteitsbeleid met meer openbaar vervoer, een planning van het transport,…

Het vertrouwen in politici, gerecht, bedrijfsleiders, bankiers,… staat op een dieptepunt. Het wegvallen van het sociale weefsel zorgt bovendien voor steeds meer drama’s van “zinloos geweld”: een jongen die wordt vermoord voor een MP3 of een sigaret, agressie tegen treinbegeleiders en buschauffeurs, een willekeurige slachting van baby’s,… Maar ook gezinsdrama’s bij de vleet: een moeder die haar vijf kinderen vermoordt, een mentaal gehandicapte jongen van 17 die door zijn stiefvader en moeder gefolterd en uiteindelijk uitgehongerd wordt, ex-partners die hun voormalige echtgenoten neerknallen,… Of nog: groepsverkrachtingen van zeer jonge meisjes door even jonge jongens (gemiddeld twee verkrachtingen per week in onze scholen),… De vervreemding neemt toe en de samenleving is aan het “ontmenselijken”.

Nog een opvallend gegeven van 2009: de crisis treft niet alleen de armen, werklozen, werkenden, gepensioneerden,… Ook de boeren werden hard geraakt dit jaar en gingen over tot acties. De landbouwsector wordt in een periode van schrijnende armoede geconfronteerd met overproductie. De logica van het kapitalisme is soms niet alleen onlogisch maar ook erg cynisch.

Verkiezingen van juni

De Europese en regionale verkiezingen van juni hebben geen fundamentele verschuivingen teweeg gebracht. Er was een roep naar zekerheid. CD&V bleef de sterkste langs Nederlandstalige kant, de PS langs Franstalige kant. VLD en SP.a sukkelden verder naar beneden, het VB kreeg opnieuw klappen. N-VA haalde meer dan verwacht en LDD lijkt de interne crisissen amper te boven te komen. De MR werd niet zoals het zelf had gehoopt de belangrijkste Franstalige formatie en werd na de verkiezingen geconfronteerd met interne tegenstellingen.

Tientallen miljoenen euro’s spenderen de traditionele partijen voor verkiezingsdrukwerk met vage, nietszeggende slogans of beloftes die nooit zullen worden ingelost. Reclamebureau’s worden ingehuurd om woordspelingen te zoeken en een imago te creëren. De ideeën en het programma werden bijkomstig. Het is de uitdrukking van een politieke neoliberale eenheidsworst die alle partijen voorstaan. Ondanks het failliet van het liberalisme en de vrije markt blijven alle klassieke partijen hun variante van het liberalisme, van de vrije markt, verdedigen, licht gecorrigeerd, groen gecorrigeerd, niet gecorrigeerd, racistisch gecorrigeerd. Het verkiezingsdebat was niet representatief voor wat vandaag leeft onder de bevolking. De verkleutering van de politiek moet verbergen dat de traditionele partijen in feiten geen oplossing hebben voor deze crisis.

Franstalig België

In tegenstelling tot Groen is Ecolo er in Franstalig België wel in geslaagd een grote doorbraak te maken. Samen met het uitblijven van een zware afstraffing voor de PS in Wallonië was dit het belangrijkste fenomeen van de verkiezingen. Om het nieuwe – de doorbraak van Ecolo – correct te kunnen inschatten, moeten we eerst het “oude” – de blijvende macht van de Waalse PS – analyseren. Ook de regionale verschillen in beide fenomenen zijn van belang. De PS werd afgestraft, maar de MR van Reynders veel meer omwille van haar harde neoliberale profiel. Dat heeft tot discussie geleid binnen de MR. De angst voor een sociaal bloedbad onder een mogelijke MR-regering was het overwegende element in de hoge score voor de PS.

De doorbraak van Ecolo kan niet gezien worden als een “ruk naar links”. Ecolo is in haar programma en retoriek duidelijk een pak minder “links” dan de PS, zeker op de klassieke sociaaleconomische thema’s. Ecolo profiteert van de toenemende aanvaarding dat er iets moet gedaan worden aan de milieuproblematiek. Zeker nu dit (eindelijk) ook in regeringskringen en allerlei internationale instellingen erkend wordt. Het maakt dat de boodschap van de Groenen in het algemeen wat uit de wollige sfeer raakt. Maar Ecolo kon die score ook enkel boeken omdat het zich kon profileren als het enige “niet-rechts en sociaalvoelend alternatief” op de PS.

Flink-rechtse concurrentie

Ter rechterzijde wordt de concurrentie opgedreven. Het Vlaams Belang moet rekening houden met zowel de N-VA van Bart De Wever als Lijst-Dedecker. Anti-fascisten moeten niet rekenen op rechts-populisten om het VB te stoppen. Ook mogen we ons niet blind staren op de electorale achteruitgang en bijhorend intern geruzie bij het VB. Zolang de voedingsbodem blijft bestaan waarop het VB destijds groot werd, blijft het gevaar van extreem-rechts overeind. Dat is de afgelopen jaren in Oostenrijk voldoende aangetoond.

LDD bleef bij de verkiezingen van juni onder de verwachtingen en dat leidde tot interne spanningen waarbij Dedecker duidelijk maakte dat hij – en hij alleen – het voor het zeggen heeft in zijn partij. Uiteraard gebeurt dat volstrekt democratisch. LDD staat voor een politiek van patronale agressie, dit extremisme manifesteerde zich zelfs fysiek.

De opgang van populistische formaties is op zich geen nieuw fenomeen. Reeds midden de jaren ’80 was er de opkomst van zich van het populisme bedienende partijen, vaak met een neofascistische karakter. Ze teren op het groeiende sociale ongenoegen over de algemene daling van de levensstandaard en ondermijning van de loon- en arbeidsvoorwaarden, die ook in een periode van economische groei, alsmaar verder wordt doorgedreven.

Vandaag is het palet van populistische partijen gevarieerder dan twintig jaar geleden. Maar het zijn allemaal kleinburgerlijke formaties die teren op het vacuüm dat is ontstaan door het verdwijnen van de arbeiderspartijen als bewuste arbeiderspartijen. Het gebrek aan collectieve strijd die het klassenbewustzijn bevordert en een reële weg vooruit kan aanduiden, leidt tot de zoektocht naar individuele oplossingen. Het verdwijnen van de klassentegenstellingen van het politieke toneel zorgen er daarbij voor dat de meest verscheidene elementen van verdeling belangrijker lijken voor een groot aantal kiezers.

Weinig overtuigende oppositie van SP.a

Nu de SP.a federaal in de oppositie zit, hadden sommigen gehoopt op een iets scherpere kritiek op het kapitalisme. Dat bleek ijdele hoop, de SP.a werd dit jaar vooral gekenmerkt door intern geruzie en carrièrisme waarbij er van politieke standpunten amper sprake was. Dat is niet verwonderlijk, voorzitter Gennez omschreef haar socialisme dit jaar als “een geëvolueerde vorm van het liberalisme”. Hoe kun je dan een ernstig antwoord formuleren op de kapitalistische crisis?

Bij SP.a werd iedere belangrijke beslissing van partijvoorzitster Gennez betwist. Erg subtiel werd dan ook niet bepaald tewerk gegaan. Om voormalig Spiritist Bert Anciaux over de brug te halen om bij de SP.a aan te sluiten, kwam het bijna tot een naamsverandering die via de media aan de leden werd meegedeeld. Dit leidde zelfs bij oudgedienden – krokodillen in SP.a-jargon – als Tobback en Willockx tot zure oprispingen. Gennez moest het idee om van SP.a voortaan het “sociaal-progressief alternatief” te maken, intrekken.

Deze crisis was amper voorbij of Gennez ging over tot “l’assassinat du prince”. Vandenbroucke moest er aan geloven in een staaltje van “people management” in de partij. Bij de samenstelling van de Vlaamse regering keken alle partijen naar voormalige woordvoerders van het patronaat of grote bedrijven om de functies in te vullen. N-VA trok voormalig VOKA-voorzitter Muyters aan, CD&V had eerder al Kris Peeters bij Unizo weg gehaald, SP.a deed het met Ingrid Lieten, de vroegere topvrouw van De Lijn. Die verklaarde over de coalitie van CD&V, N-VA en SP.a dat deze laatste twee partijen “wel vaker dicht bij elkaar staan.” Een commentator merkte in De Standaard terecht op: “De zwakke positie van de voorzitter zal er voor zorgen dat de verzamelde socialisten opnieuw niet toekomen aan wat de hoofdvraag zou moeten zijn: wat doet onze partij eigenlijk in de Vlaamse regering? De SP.a-excellenties worden tot nu toe vooral geassocieerd met harde bezuinigingen (…). Voor de SP.a wenkt daarom het SPD-scenario.” Dat laatste uiteraard met dit verschil dat de SP.a moeilijk nog eens meer dan 10% kan verliezen.

Ook Groenen flirten met links-liberalen

Groen trok naar de verkiezingen met een zekere kritiek op het neoliberalisme en het “casinokapitalisme”. Maar dit was van meet af aan beperkt. In de groene “New Deal” die werd opgesteld door de partij stond bijvoorbeeld: “Binnen de ecologische economie erkennen wij de verdiensten van de markt om vraag en aanbod op elkaar af te stemmen. We erkennen eveneens dat de private sector haar efficiëntie, haar innoverend karakter en welvaartscreërend vermogen ruimschoots bewezen heeft. We geloven in een economie van duurzame projecten, waarin de private sector verder gestimuleerd wordt binnen een groen kader.” Het klinkt als de sociaal-gecorrigeerde markteconomie waar de sociaal-democratie in de jaren 1990 voor pleitte en die ondanks sociaal-democratische regeringsdeelname niet kon verhinderen dat het aantal armen in ons land meer dan verdubbelde tot 15% van de bevolking.

Het jaar werd voor Groen afgesloten met een opvallende beslissing om het overblijfsel van de Spiritisten, de Sociaal-Liberale Partij (SLP) van Geert Lambert, over te nemen. De groenen hebben blijkbaar geen probleem met de links-liberalen. Voorzitter Van Besien benadrukte dat er veel gelijkenissen zijn tussen beide formaties. Wie zijn wij om hem op dat vlak tegen te spreken? Het falen van de SLP zou tot nadenken moeten stemmen bij SP.a (de vorige kartelpartner van Lambert en co) en Groen. Het is immers ook het failliet van het links-liberalisme terwijl beide partijen de afgelopen jaren steeds meer de liberale logica gingen omarmen en overnemen. Diegenen die dachten dat Groen op dat vlak “linkser” was dan SP.a, werden nu geconfronteerd met de realiteit. Op een ogenblik dat er massaal wordt afgedankt, dat ook in eigen land de kloof tussen rijk en arm onhoudbaar wordt en dat het milieuprobleem een anti-kapitalistisch antwoord vereist, zal de linkerzijde er met flauwe links-liberale vaagheden niets van bakken. We hebben nood aan een andere linkerzijde die resoluut kant kiest tegen het liberalisme en tegen het kapitalisme en die kiest voor socialistische antwoorden. Geen links-liberalisme, maar links-socialisme!

Wat met radicaal-links?

Links van de sociaal-democratie en de Groenen is er nood aan een offensieve linkse kracht. In de buurlanden kenden “flink” linkse partijen een opmars. Bij ons nog niet omwille van de zwakte van links. ‘Eenheid tot elke prijs’ is de strohalm waaraan velen zich vastklampen om de opgang van rechts te stoppen. In Wallonië en Brussel zijn dat het racistische FN en de ultra-liberale MR. In Vlaanderen was dat ooit Verhofstadt, dan Dewinter en nu het bonte allegaartje van Dedecker over Dewever tot Dewinter. Met teruglopend resultaat roept het ABVV steeds weer op om te stemmen voor de SP.a. LSP is voorstander van linkse eenheid, maar dan wel om in te gaan tegen het neoliberale beleid. Ook bij deze verkiezingen ondernamen we pogingen. Langs Franstalige kant kwam het tot een kartel met LCR voor de Europese verkiezingen, in Brussel was er een eenheidslijst voor de regionale verkiezingen. Aan de PVDA en SPa-Rood schreven we open brieven met voorstellen tot samenwerking, zonder antwoord. Bij de verkiezingen kregen PVDA en SP.a-Rood heel wat media-aandacht, maar dit leidde niet tot electorale doorbraken. Bovendien dreigen er gevaren bij pogingen om al te gematigd over te komen. Dat kan ertoe leiden dat deze stromingen door de gebeurtenissen ingehaald en achtergelaten worden.

Er is dringend nood aan ideologisch debat. Om dit debat te kunnen winnen heeft de linkerzijde een socialistische ideologie en programma nodig dat concreet beantwoordt aan de noden van vandaag, maar tegelijkertijd kan verklaren waarom het socialisme van de 20e eeuw heeft gefaald.

Welk beleid kunnen we verwachten?

De komende jaren zal er fors moeten bespaard worden, maar voorlopig houden de regeringen het op “gematigde besparingen”. Nochtans is het duidelijk dat ook deze onze welvaart verder zullen ondermijnen. De komende twee jaar zal een inspanning moeten geleverd worden als in 1986 met het Sint-Annaplan om gevolgd te worden door vier jaar waarin iets meer bespaard moet worden als met het Globaal Plan in 1993. Het Sint-Annaplan omvatte o.a. de beslissing tot het optrekken van de pensioenleeftijd tot 65 jaar voor iedereen (om recht te hebben op een volledig pensioen) en harde besparingen in het onderwijs en de openbare diensten. Het Globaal Plan voerde o.a. de gezondheidsindex en de loonnorm in.

Hoe dan ook zal op alle niveaus bespaard moeten worden. Tekorten in de steden en gemeenten (alle 19 Brusselse gemeenten, 42% van de Waalse gemeenten en 57% van de Vlaamse gemeenten zullen in 2009 tekorten hebben geboekt) zullen moeten gedragen worden door de regionale overheden. Het onderwijs moet niet rekenen op meer middelen, gezien ook de Gemeenschappen zullen moeten besparen. Dat kunnen ze bijna enkel in het onderwijs. Het ambtenarenapparaat zal geraakt worden met afvloeiingen en met nieuwe aanvallen op hun statuut. En de federale overheid zal de sociale zekerheid moeten aanpakken en nog maar eens de openbare diensten. En ook in de privé-sectoren is het onheil pas begonnen – de Nationale Bank voorspelt meer jobverliezen in 2010 dan in 2009. Als we niet met zijn allen vastberaden de strijd plannen en aangaan, zullen wij de enigen zijn die opdraaien voor de crisis.

Fons Verplaetse, voormalig topman van de Nationale Bank, verklaarde in Knack: “Over één zaak mogen we ons geen illusies maken: de saneringsinspanningen zullen worden gedragen door de gezinnen. Ik weet wel dat de overheid ook een bijdrage zal vragen aan de banken en aan de elektriciteitsproducenten, maar je moet er niet aan twijfelen dat die de gevraagde inspanning zullen doorrekenen aan de gezinnen. Gevolg is dat hoe dan ook vooral de gezinnen zullen opdraaien voor de crisis.” Zo hoor je het eens van een ander.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop