Your cart is currently empty!
Geen tweede Generatiepact!
Waarom ouderen langer laten werken als jongeren geen werk vinden?
In het regeerakkoord van maart 2008 stond dat samen met de sociale partners een nationale conferentie voor de pensioenen zou worden georganiseerd. Het doel hiervan was om het pensioenstelsel te hervormen en te versterken. De regering en de werkgeversorganisaties willen dat iedereen langer werkt om de pensioenen te financieren. De vakbonden willen een verhoging van de pensioenen en behoud van de verworven rechten. Eind 2009 moet er een rapport op tafel liggen om op deze basis gesprekken te voeren over een hervorming.
Artikel door Karel (Brugge) uit de decembereditie van Socialistisch Links
De werkgeversorganisaties en de meeste traditionele partijen willen een vervolg op het Generatiepact van 2005 omdat het eerste pact volgens hen niet ver genoeg ging. De economische omstandigheden zijn ondertussen drastisch gewijzigd. De werkgevers grijpen dit aan om te stellen dat we langer moeten werken. Tegelijk zetten ze zonder blikken of blozen tienduizenden mensen op straat.
Op een moment dat er in Europa miljoenen mensen op straat worden gezet, gaan verschillende landen over tot het verhogen van de pensioenleeftijd van 65 naar 67 jaar. Het voornaamste argumenten daarbij zijn de betaalbaarheid van de pensioenen en de stijgende levensverwachting. Steeds minder werkenden moeten de pensioenen en de gezondheidskosten van steeds meer senioren financieren. In ons land staat een verhoging van de wettelijke pensioenleeftijd nog niet direct op de agenda, maar wordt wel geprobeerd om ons langer aan het werk te houden. De nationale pensioenconferentie moet plannen opmaken om die doelstelling te realiseren. Een tweede Generatiepact dus, maar dan wel met een andere naam.
De stelling dat we langer moeten werken om de pensioenen betaalbaar te houden, gaat voorbij aan het elementair probleem dat er op dit moment onvoldoende banen beschikbaar zijn voor alle werklozen. Bovendien is het hypocriet dat werkgevers die gisteren pleitten tegen het brugpensioen, er vandaag gebruik van maken om afdankingen door te voeren. Een verhoging van de uittredingsleeftijd zal onder de actuele economische omstandigheden enkel leiden tot een stijging van de werkloosheid en/of een daling van de pensioenen van wie alsnog de “keuze” maakt om vroeger op pensioen te gaan. En dat op een ogenblik dat onze pensioenen reeds tot de laagste van Europa behoren. Een verstrenging van de voorwoorden om van een volwaardig pensioen te kunnen genieten, zal de situatie er niet op verbeteren.
Het is cynisch dat het argument van de betaalbaarheid van de pensioenen wordt gebruikt op een ogenblik dat in heel Europa maatregelen worden genomen om de patronale “lasten” te verlagen. Dat ondermijnt de financiering van de sociale zekerheid. Ook de fiscale fraude, in ons land op zowat 30 miljard euro geschat, speelt een rol. Die massale fiscale fraude belette de Financial Times overigens niet om financieminister Reynders te loven en tot de derde beste fnancieminister van Europa uit te roepen. Vanuit het standpunt van de zakenwereld is dat wellicht logisch.
De vermindering van de patronale bijdragen loopt op tot 7 miljard euro en daar komen nog enkele miljarden euro bovenop met de notionele intrestaftrek. Niet verwonderlijk dat er dan tekorten zijn in de sociale zekerheid. Het afschaffen van de cadeaus aan het patronaat zou volstaan om de openbare pensioenen betaalbaar te houden en meteen op te trekken tot een menswaardig niveau. Dit zou tevens een antwoord bieden op de sluipende privatisering van de pensioenen via de zogenaamde tweede en derde pijlers, waarbij er aan individueel pensioensparen wordt gedaan. Het is onder meer met dit spaargeld dat druk wordt gespeculeerd op de financiële markten.
Het probleem is niet zozeer de betaalbaarheid van de pensioenen, maar wel waarvoor de bestaande middelen worden aangewend. Voor het patronaat zijn de bijdragen aan de sociale zekerheid (en dus aan de pensioenen) een kost, terwijl het deze middelen liever zou uitkeren aan de aandeelhouders.
In Europa concurreren de regeringen met elkaar om een zo gunstig mogelijk klimaat te creëren voor de ondernemingen. Dat gebeurt in de veelal ijdele hoop dat het banen zal opleveren. De kosten hiervan worden doorgeschoven naar de gemeenschap. Het is aan ons om ervoor te zorgen dat we de aanwezige welvaart gebruiken met het oog op de maatschappelijke noden en niet om de zakken van de grote aandeelhouders te vullen.