Your cart is currently empty!
Hoe vermijden dat wij de crisis moeten betalen?
Op 9 oktober werd in Charleroi betoogd en vond in Brussel een militantenconcentratie plaats. De centrale vraag op beide syndicale bijeenkomsten was: hoe vermijden dat wij de crisis moeten betalen?
Waakzaamheid volstaat niet
Op de bijeenkomst in Tour&Taxis waren er tussen de optredens en video’s enkele toespraken met terechte vaststellingen over hoe er wordt geprobeerd om de gevolgen van de crisis op de arbeiders en hun gezinnen af te wentelen. Het probleem was dat het bij vaststellingen bleef. De bijeenkomst zelf – met minimale quota per vakbond en per regio – werd voorgesteld als een “waarschuwing” aan het patronaat en de regering. Er werd afgesloten met de oproep om “waakzaam” te zijn.
Dan was de optocht in Charleroi een pak strijdbaarder. Daar werd tenminste actie gevoerd en dat door meer dan 12.000 aanwezigen zonder enige nationale mobilisatie. De betoging werd gedragen door metallos (van onder meer Caterpillar), leraars, postmensen, werklozen en zelfs de boeren namen deel. De massale opkomst toonde het potentieel voor acties tegen de pogingen om ons de crisis te laten betalen.
Het ontbreken van een sterk syndicaal antwoord op de aanvallen van regeringen en patronaat is een handicap voor de arbeidersbeweging. Doorheen acties in navolging van de succesvolle betoging in Charleroi zou een antwoord tot stand kunnen komen in de vorm van duidelijke eisen gekoppeld aan een actieplan.
Niet “anders” besparen
Volgens de OESO zullen er 220.000 werklozen bijkomen in ons land. 135.000 jongeren hebben geen werk en geen toekomst. De openbare diensten en de pensioenen liggen onder vuur. Op de meeting in Brussel verklaarden zowel Cortebeeck en Rollin (ACV) als Demelenne en De Leeuw (ABVV) dat de rekening moet worden gepresenteerd aan de echte verantwoordelijken voor de crisis.
Ze hebben echter geen antwoord op de vraag hoe dat moet gebeuren en komen na de retoriek steeds opnieuw terecht bij voorstellen om “anders” te besparen zodat het “sociaal” zou zijn. In het eisenplatform van de vakbonden dat werd verdeeld op de concentratie in Tour&Taxis heet dat: “gespreide inspanningen die het economisch herstel niet in de kiem smoren”. Met andere woorden: trager besparen, maar wel besparen.
Breek de banden
Een belangrijk element voor de syndicale impasse bij het beantwoorden van de crisis, is de blijvende band met traditionele partijen. Amper twee dagen na de bijeenkomst in Tour&Taxis zat de ABVV-leiding op een congres van de PS waar Demelenne verklaarde: “Als er één partij in de regering is die naar ons luistert en onze eisen verdedigt, dan is het de PS.” Nog eens twee dagen later kwam de regering met haar besparingsplannen naar buiten.
Zolang we blijven meestappen in de logica van het “minste kwaad” wordt niet ingegaan tegen de logica van dit systeem en de oorzaken van de crisis. Alle traditionele partijen hebben de neoliberale logica aanvaard en mee uitgevoerd. Waarom blijven de vakbondsleiders aan partijen als de PS vasthouden? Trekken ze dan geen enkele conclusie uit 20 jaar onafgebroken regeringsdeelname van die partij? Hoeveel Generatiepacten zullen daarvoor nog nodig zijn?
Alle traditionele partijen proberen de crisis van het kapitalisme onder controle te houden. Uiteindelijk is dat enkel mogelijk door de prijs ervan af te wentelen op de kap van ofwel de kapitalisten ofwel de arbeiders en hun gezinnen. Alle traditionele partijen kiezen voor de laatste optie met enkel meningsverschillen over het ritme. Door banden te behouden met dergelijke partijen, is het onmogelijk om een strijdbeweging te ontwikkelen die ervoor kan zorgen dat de echte verantwoordelijken de crisis betalen.
Anti-crisisprogramma
Er is nood aan een anti-crisisprogramma dat vertrekt van de behoeften en bekommernissen van de arbeiders en hun gezinnen: het behoud van tewerkstelling door het beschikbare werk te verdelen (bijvoorbeeld met een arbeidsduurvermindering tot 32 uur per week zonder loonsverlies en met bijkomende aanwervingen), jongeren kans op een degelijke en vaste job geven wat ook betekent dat het brugpensioen moet worden behouden, de verdediging en uitbreiding van de openbare diensten en het statuut van het personeel in deze diensten, het behoud en optrekken van het wettelijk pensioen tot een leefbaar niveau,… Hiertoe is het noodzakelijk om het verzet te organiseren tegen afdankingen, onder meer door de sleutelsectoren van de economie onder gemeenschapscontrole en -beheer te plaatsen.
Rond een dergelijk programma zou een bredere mobilisatie en discussie mogelijk zijn waardoor het een instrument wordt om een krachtsverhouding uit te bouwen. Het zou verzet tegen besparingen kunnen verenigen (acties van de leraars, verzet tegen de mogelijke sluiting van Opel, protest tegen de aanvallen op de ambtenaren,…) en omzetten in gezamenlijke actie op basis van een democratisch bediscussieerd intersectorieel actieplan.
Nieuwe arbeiderspartij
We zullen deze eisen enkel kunnen afdwingen op basis van strijd op zowel syndicaal als politiek vlak. Een mobilisatie rond een anti-crisisprogramma kan de basis vormen voor discussie over een eigen politieke vertegenwoordiging die zich baseert op de ervaring van de syndicale basis. Het bestaan van een principiële arbeiderspartij zou een einde maken aan het politieke vacuüm waarmee syndicalisten worden geconfronteerd, het zou bovendien de kunstmatig grote steun voor allerhande rechtse en populistische formaties (LDD, N-VA,…) een halt toeroepen.