Donderdag waren er in Gent twee debatten naar aanleiding van de verkiezingen op 7 juni. Een eerste was voor zowat 300 studenten sociaal werk op de Hogeschool Gent. Daar werd gedebatteerd door vertegenwoordigers van de democratische partijen die een Europese lijst indienden. Voor het debat werd gestemd en nadien opnieuw. Voordien was LSP zowat de kleinste partij met 1% van de stemmen. Maar dat zou niet zo blijven…
Bart Vandersteene, Europees lijsttrekker voor LSP kon zich profileren als een kandidaat van een partij die een alternatief vormt op de neoliberale eenheidsworst die in de programma’s van alle traditionele partijen terug te vinden valt. Het standpunt van LSP over Europa is duidelijk: dit Europa is een Europa van het kapitaal, waarbij de belangen van de werkende klasse niet verdedigd worden.
Alle traditionele partijen droegen bij aan dat neoliberale project door onder andere het verdrag van Lissabon mee goed te keuren. Open VLD, CD&V, SLP, enz. hadden allemaal een vage visie op Europa en slaagden er min of meer in om het sociaal en progressief te laten klinken, maar het kwam uiteindelijk absoluut niet over. Wie niet in die val trapte was de vertegenwoordiger van Lijst Dedecker. Tot drie keer toe beweerde hij zowaar lid te zijn van een revolutionaire partij, die ‘noch bij links, noch bij rechts hoort’. Een partij van ‘het gezonde verstand’, dus. Dat LDD precies pleit voor nog meer liberalisme en staat voor een extreem asociaal programma, vermeldde hij er logischerwijs niet bij. Het neoliberalisme is immers failliet en de enige manier om een asociaal programma zonder schroom aan mensen te verkopen is door plat populisme en vooral veel ontwijkend gezever te hanteren.
Op het einde van het debat oogstte Bart nog eens applaus door te stellen dat er 600 miljoen euro nodig is om de wachtlijsten in de gehandicaptensector weg te werken. Daar zou in Vlaanderen geen geld voor zijn, en toch werd in één weekend 20 miljard euro gevonden om de banken te redden…
Na het debat werd opnieuw gestemd en toen haalde LSP een uitstekende score van zowat 10%. SP.a verloor fors in het debat (omdat het geen vertegenwoordiger stuurde). LDD kwam er als eerste partij uit. Maar radicaal-links met LSP en PVDA haalde samen zowat 20% (PVDA haalde één stem meer dan LSP), samen waren we wellicht de grootste formatie geweest. Dat toont het potentieel indien radicale standpunten wel aan bod komen in een debat. Uiteraard zijn studenten sociaal werk niet representatief voor de hele samenleving, maar het geeft wel aan dat een ernstig debat een verschil kan maken. Voordien was LSP amper bekend en haalden we 1%, nadien bijna tien keer zoveel.
Later op de avond was er nog een debat aan de universiteit. Het was een debat onder “linkse kopstukken”, vreemd genoeg zonder LSP. Onder de organisatoren bevond zich nochtans ook Comac, de jongerenorganisatie van PVDA. Wij dienden overal lijsten in en hebben Europese lijsten in Vlaanderen en langs Franstalige kant (daar samen met LCR). We nemen overigens deel aan alle linkse eenheidslijsten langs Franstalige kant.
Naar de redenen voor onze niet-uitnodiging hadden we het raden, maar het makke optreden van het debatpanel maakte al snel veel duidelijk. Tegenover de achtergrond van de ergste economische crisis ooit is het blijkbaar nog steeds een taboe om woorden als ‘kapitalisme’, ‘nationaliseringen’ of ‘socialisme’ in de mond te nemen. Een LSP-delegatie confronteerde de sprekers daar dan ook mee in de tweede helft van het debat, en meteen werd duidelijk dat de geloofwaardigheid van onder andere Sp.A en Groen! als zogenaamde ‘linkse’ organisaties zeer gering is. Zij hebben immers mee het neoliberale beleid van de afgelopen jaren bepaald.
LSP stelt zich in alle debatten, al dan niet vanuit de zaal, op als een consequent anti-kapitalistisch alternatief. Bij deze verkiezingen willen we het systeem in vraag stellen en de noodzaak van een breed links alternatief naar voor brengen. Worden we op sommige debatten niet uitgenodigd omdat wordt gevreesd dat er wel degelijk een openheid bestaat voor onze ideeën?