Your cart is currently empty!
Eerste maanden van “communistische” president in Cyprus
De nieuw verkozen president Christofias beloofde een beleid dat de kant van de arbeiders zou kiezen en oplossingen voor het nationale vraagstuk. De centrale vraag bij velen is of hij daar effectief in zal slagen. De verkiezingen eerder dit jaar in het zuidelijke, voornamelijk Griekse, deel van Cyprus waren van historisch belang. Na 48 jaar onafhankelijkheid won voor het eerst een linkse kandidaat, Demetris Christofias van de AKEL (de “communistische” partij). Hij haalde het van ex-president Papadopoulos van de DIKO (centrum-rechts) en Kasoulides van DISI (een traditioneel rechtse partij).
In de eerste ronde van de presidentsverkiezingen kreeg Papadopoulos de steun van de meest reactionaire delen van de samenleving met steun van gevestigde extreem-rechtse partijen zoals Euroko of Neoi Orizontes maar ook van neo-fascistische groepen als Chrysi Avgi of Efen. Hij kreeg de steun van de aartsbisschop van het eiland. Voor het eerst in de geschiedenis van de Cypriotische kerk sprak de aartsbisschop zich openlijk uit voor een kandidaat.
Kasoulides probeerde zich voor te doen als de “progressieve Europese kandidaat” die van Cyprus een “echt Europees land” wou maken. Hij liet bewust de nationalistische slogans van zijn partij achterwege.
Christofias werd gesteund door de arbeiders, dat was al duidelijk va bij het begin van zijn campagne. Een grote meerderheid van de partijconferentie van AKEL stemde voor een kandidatuur van Christofias, ook al werd er in de leiding getwijfeld.
De pré-electorale periode duurde acht maanden, het langste ooit in de geschiedenis van Cypriotische verkiezingen. Voor het eerst ook bleken de peilingen foutief te zijn. Voor de verkiezingen gaven alle peilingen aan dat Papadopoulos op kop lag en makkelijk naar de tweede ronde zou gaan. Papadopoulos werd evenwel verslagen waarop Christofias en Kasoulides naar de tweede ronde trokken. Zij werden door Papadopoulos voorgesteld als “verraders” die op zoek waren naar een akkoord door te buigen voor de imperialisten (van de VS en Groot-Brittannië).
Nederlaag voor het nationalisme
Papadopoulos wou van de presidentsverkiezingen een nieuw referendum maken over de nationale kwestie. Hij probeerde zich te baseren op de 76% van de kiezers die “neen” stemden in het referendum van 2004 over het voorstel van Kofi Annan (destijds algemeen secretaris van de VN) rond een “oplossing” voor de Cypriotische kwestie. Papadopoulos slaagde er echter niet in om zelfs maar de helft van die kiezers te bereiken, hij haalde 31,79%.
De eerste ronde van de presidentsverkiezingen van 2008 werden gekenmerkt door een nederlaag voor het nationalisme en het “einde van een tijdperk”, zoals het door de massamedia werd omschreven. Het regime dat Papadopoulos probeerde op te bouwen – met een autoritaire macht voor de president, intimidatie van politieke tegenstanders en censuur op artistiek en cultureel vlak – behoort tot het verleden.
Christofias was niet bereid om in de tweede ronde van de presidentsverkiezingen naar buiten te komen met een duidelijk programma in het belang van de arbeiders en dus met een verzet tegen het neoliberalisme en het kapitalisme. Christofias riep op tot samenwerking met de partijen die de uitgaande regering vormden onder leiding van Papadopoulos (Diko en Edek). Christofias kreeg uiteindelijk de steun van deze partijen, waardoor hij als president mee gebonden is aan het programma van deze rechtse partijen. Christofias ging naar een vergadering van de patroonsfederatie om hen te vertellen dat hij hun belangen niet zou doorkruisen.
De andere kandidaat in de tweede ronde, Kasoulides, kreeg enkel steun van Disi en trok daarom de uiterst rechtse kaart. Kasoulides probeerde de Cypriotische variant van het McCarthyisme nieuw leven in te blazen door Christofias voor te stellen als een “atheïst en communist” en bijgevolg een “gevaar” voor de Grieks-orthodoxe identiteit van de Grieks-Cyprioten.
Kasoulides kreeg de steun van extreem-rechtse elementen die aanvankelijk Papadopoulos hadden gesteund in de eerste ronde. Hij kreeg ook de steun van acht rechtse voetbalclubs uit de eerste klasse, de aartsbisschop,… Kasoulides gebruikte smerige methoden om aanhangers te winnen, maar dat leidde vooral tot een polarisatie en een nederlaag voor Kasoulides.
“Communist” verkozen
Christofias won de verkiezingen met 7% voorsprong (53,4% tegenover 46,6% voor Kasoulides). De buitenlandse media had het over de “enige communistische president” in Europa. Klopt dat ook? Christofias komt van een arbeidersachtergrond en heeft een links verleden. Hij herdenkt de Russische Revolutie in oktober en spreekt over de arbeidersklasse en de armen. Zijn politieke programma was ook gebaseerd op eisen van de arbeiders, zo verzet hij zich tegen een verhoging van de pensioenleeftijd en komt hij op voor goede en degelijke gezondheidszorg en onderwijs.
Hij slaagde erin om de hoop te wekken dat hij een oplossing had voor het nationale vraagstuk. Christofias slaagde erin om de kleine minderheid van Turkse Cyprioten in het zuiden van het eiland rond zich te verenigen. Hij stelde op te komen voor een “rechtvaardige oplossing voor iedereen”. De verwachtingen zijn hooggespannen onder de arbeiders. Bovendien toont het electoraal succes aan dat de polarisatie rond het referendum van 2004 grotendeels achter de rug ligt. Nu werd vooral op klassenbasis gestemd.
Drie maanden na de verkiezingen
Drie maanden later is het duidelijk dat de presidentsverkiezingen een keerpunt vormden. Op economisch vlak kwamen er een aantal toegevingen en beloften voor de arbeiders. Zo kwamen er toegevingen voor het gezondheidspersoneel en de boeren. Christofias kondigde aan dat de pensioenen zouden worden verhoogd. Bij de eerste persconferenties met de Turks Cypriotische journalisten was er een opvallende wijziging: Christofias en andere leiders van de AKEL spraken met de journalisten in het Turks. Geen enkele voormalige Grieks-Cypriotische president heeft hem dat voorgedaan.
Christofias blijft erop aandringen dat het nationale vraagstuk door de twee gemeenschappen zelf moet worden opgelost en hij lijkt daar steun voor te krijgen vanuit internationale instellingen (VN, EU,…). Hij ontmoette Talat, de president van het Turks-Cypriotische deel van het eiland, op 21 maart. Ze hadden een discussie onder vier ogen. De twee presidenten stemden ermee in om technische werkgroepen op te zetten die de nationale kwestie zullen onderzoeken.
Christofias en Talat besloten ook een open doorgang te maken in het centrum van Nicosia, de hoofdstad van Cyprus, waardoor er uitwisseling mogelijk is van beide gemeenschappen (Grieks en Turks) in de stad. Dat is een symbolische stap aangezien de doorgang de afgelopen periode steeds afgesloten was waardoor de bevolking van het eiland letterlijk in twee wordt gedeeld. Bij al deze acties kreeg Christofias de steun van de traditionele rechtse partijen (ook al beweerde Disi voor de verkiezingen dat Christofias Cyprus zou kapot maken). De sociaal-democratische Edek probeert opnieuw een “linkser” imago naar voor te brengen en stelt zelfs dat het veel gemeen heeft met AKEL waardoor het hoopt dat het mogelijk zal zijn om op langere termijn samen te werken.
Zal Christofias succesvol zijn?
Christofias is algemeen secretaris van AKEL, een zogenaamd “communistische” partij. Op sociaal-economisch vlak is zijn programma echter verre van “communistisch”. Hij stelt immers de fundamenten van het kapitalistisch systeem niet in vraag. Er zijn eisen die de belangen van de arbeiders verdedigen, maar in essentie staat hij voor een “gemengde economie” op basis van samenwerking tussen arbeiders, patroons en de staat.
Tot wat zal zo’n beleid van een “gemengde economie” leiden? Vandaag staat de Cypriotische economie er nog relatief goed voor, maar de ontwikkelende economische crisis op wereldvlak zal ook hier hard aankomen. Wat zal de opstelling van Christofias zijn bij een economische recessie? Eerder verklaarde hij reeds dat hij geen keuze heeft en een aantal (neoliberale) maatregelen die door de EU worden opgelegd wel moet doorvoeren.
De verwachtingen van de arbeiders in Cyprus zijn groot, zowel op sociaal vlak als wat het nationale vraagstuk betreft. De toenadering van de twee gemeenschappen op het land is positief, maar de samenwerking van Christofias met nationalistische partijen en de tegengestelde belangen van de heersende klassen op het eiland zullen het moeilijk maken om effectief tot akkoorden te komen. De Turks-Cypriotische heersende klasse heeft vandaag veel minder nood aan een oplossing voor de nationale kwestie door de belangrijke economische groei in het noorden van het eiland op basis van toerisme en de bouwsector.
Wat zal het presidentschap van Christofias in de toekomst brengen? Processen ontwikkelen zich nooit in een rechte lijn, zeker in Cyprus niet. Het nationale probleem is bovendien erg dominant in de politiek en het dagelijkse leven. Het is echter duidelijk dat de arbeiders Christofias tijd zullen geven, mogelijk zelfs een langere periode van wittebroodsweken. Bij iedere ernstige confrontatie met de belangen van de grote bedrijven, zal Christofias echter de strijd ontlopen en toegeven. Met een dergelijke opstelling, zeker tegen de achtergrond van een economische crisis, kan Christofias eindigen zoals zoveel andere “reformistische” leiders in het verleden, met aanvallen op de belangen van de arbeiders. De arbeidersklasse zal zich daarbij moeten verdedigen tegen de “linkse” en “communistische” leiders.
De Cypriotische arbeiders, langs beide kanten van de nationale scheidingslijn, hebben nood aan een oprechte politieke vertegenwoordiging in de vorm van massale arbeiderspartijen die een socialistisch programma vooropstellen tegenover het nationalisme en het kapitalisme. De verkiezing van een “communistische” president geeft aan dat het potentieel voor een socialistisch alternatief groot is.