Your cart is currently empty!
Thailand. Militaire staatsgreep na politieke impasse. Leger onderdrukt democratische rechten
Op 19 september vond een militaire staatsgreep plaats in Thailand. Dit is de 17de staatsgreep sinds de oprichting van een constitutionele monarchie in 1932. De staatsgreep die de eerste minister Thaksin Shinawatra van de macht verdreef, werd geleid door Sonthi Boonyaratglin, de stafchef van het leger. Shinawatra is een miljardair die zijn fortuin maakte in de telecomsector om daarna in de politiek te gaan.
Sinds 2001 won Thaksin Shinawatra 2 verkiezingen met zijn ‘Thai Rak Thai’ partij (TRT – “Thai’s houden van Thai’s”) vooraleer hij werd geconfronteerd met grote straatprotesten tegen corruptie. Het wordt algemeen aangenomen dat koning Bhumibol groen licht gaf aan het leger voor de staatsgreep. Het leger maakte gebruikt van de algemene vijandigheid tegen Thaksin Shinawatra, vooral in de steden, in Bangkok, om de staatsgreep uit te voeren zonder een schot te lossen en één druppel bloed te spillen. De staatsgreep werd uitgevoerd om een einde te maken aan de politieke impasse die Thailand meer dan een jaar in haar greep hield.
De val van Thaksin
Thaksin kwam in 2001 aan de macht door in spelen op de impact van de opgelegde hervormingen van het IMF in 1997 tijdens de economische crisis in Azië. Hij won veel steun, en dan vooral in landelijke gebieden op basis van een populistisch programma voor de boeren en armen zoals de belofte van goedkope toegang tot gezondheidszorg. Tegelijkertijd voerde hij een aantal protectionistische maatregelen door om de economische belangen van zijn zakenvrienden te verdedigen.
De 5 jaar dat Thaksin aan de macht was waren gekenmerkt door een zakelijke manier van regeren. Door economische druk van de rest van de wereld herviel Thaksin in een neoliberaal beleid, zoals de privatisering van openbare voorzieningen. Hij ondertekende ook vrijhandelsakkoorden om buitenlandse investeringen binnen te kunnen halen.
Dit beleid zorgde voor ongenoegen onder de lokale economische elite en kleine zelfstandigen en handelaars, zowel als onvrede bij de stedelijke bevolking die te kampen had met inflatie dat een 6 jarige piek kende. De bevolking was ook boos over Thaksin’s controle over de media, misbruik van democratische rechten en zijn constante pogingen om instellingen te vullen met zijn bondgenoten en vrienden. Een ander probleem was zijn brutale aanpak van de drugsproblematiek (wat een vrijbrief was voor extra-legale moorden) en onderdrukking van een moslim opstand in het zuiden van het land waardoor de separatistische tendensen werden versterkt.
Het stedelijke protest nam enorm toe toen de familie-Thaksin de meeste van haar aandelen in de telecomgigant Shin Corp verkocht aan Tamasek Holdings uit Singapore voor 1,88 miljard dollar. Dit maakte het de belangrijkste verkoop in de geschiedenis van Thailand. Geen eurocent belasting werd er betaald op de verkoop!
Dit leidde tot grote protesten en betogingen in Bangkok in februari en maart van dit jaar met mensen uit de middenklasse, middenveld, studenten, intellectuelen, oppositiepartijen, religieuze organisaties en arbeiders. In die periode steunde Thaksin op zijn populariteit in landelijke gebieden waar meer dan 60% van de bevolking leeft. De verdeeldheid tussen de steden en platteland werd door Thaksin gebruikt om via een verdeel- en heersstrategie de verkiezingen te winnen.
De spanningen tussen Thaksin en de oppositiepartijen bereikte de laatste 2 maanden een piek. Thaksin probeerde om het ongenoegen in de kiem te smoren door vervroegde verkiezingen uit te schrijven op 2 april. De oppositiepartijen boycotten de verkiezingen waardoor er onvoldoende kiezers waren om de verkiezingen geldig te kunnen verklaren. Vervolgens beloofde Thaksin om op te stappen als er een nieuw kabinet was gevormd. Dit was wellicht het advies dat koning Bhumibol had gegeven aan Thaksin om een einde te maken aan de politieke impasse. De impasse bleef echter bestaan wat Bhumibol er toe aanzette om de rechters de opdracht te geven om deze zaak uit te klaren.
De rechters verklaarden de verkiezingen in april ongeldig en later werden 3 mensen die de verkiezingen organiseerden door de correctionele rechtbank veroordeeld. Eerder deze maand werden er nieuwe mensen aangesteld om verkiezingen te organiseren. Het leek er op dat Thailand op weg was naar nieuwe verkiezingen, misschien reeds in november. Daarbij zouden de oppositiepartijen dit keer wel deelnemen. De verkiezingen zouden wellicht geen einde gemaakt hebben aan de politieke impasse aangezien er werd verwacht dat Thaksin die verkiezingen opnieuw zou winnen door zijn steun op het platteland. Zelfs indien Thaksin was opgestapt als eerste minister, zoals hij had aangegeven, dan nog had hij de agenda van de volgende regering kunnen bepalen via de TRT.
Ondertussen werden bepaalde lagen van de heersende klasse in toenemende mate ongerust over de politieke en economische gevolgen van het aanslepende conflict tussen Thanksin en de oppositie. Hoe langer het conflict aansleepte hoe groter de impact zou worden op de aandelenkoersen, de waarde van de munt en buitenlandse investeringen. Een groot deel van de bevolking zou ook haar ongenoegen beginnen te uiten als de economische situatie verslechterde.
Een andere aanleiding voor de staatsgreep zou de maneuvers geweest zijn van Thanksin tegen leidinggevende figuren binnen het leger waaronder generaal Sonthi, die kritisch stond tegenover de eerste minister. In de media verschenen berichten dat in juli meer dan 100 lagere officieren in Bangkok die trouw waren aan Thaksin, van sleutelposten werden verdreven. Recent plande Thaksin om 2 van zijn bondgenoten te installeren op sleutelposities in Bangkok die handelden over de veiligheid in Bangkok.
Sinds de staatsgreep stellen de generaals dat Thaksin, die momenteel in Londen verblijft, welkom is om terug te keren naar Thailand en zelfs mag opkomen in de volgende verkiezingen. Tegelijkertijd, rapporteerde Reuters dat twee rechters en een voormalige voorzitter van de nationale bank in een werkgroep zouden zitten met nog 3 anderen om een onderzoek in te stellen naar de financiële verrichtingen van Thaksin, zijn familie en een aantal van zijn vrienden. Er zijn reeds verschillende rechtszaken tegen Thaksin en nu hij geen eerste minister meer is zullen er wellicht nog meer volgen.
De koning en het leger
Thailand, het enige land in Zuidoost Azië dat nooit gekoloniseerd is geweest door een Europese koloniale mogendheid, was gedurende meer dan 4 eeuwen een absolutistische monarchie tot er in 1932 een einde werd gemaakt aan de absolute macht van de monarchie.
Hoewel de koning officieel minder macht heeft, blijft hij populair onder de bevolking en is hij zeer invloedrijk. Meer dan twee derde van de afgelopen eeuw waren de militairen de dominante kracht in Thailand. Er was een opeenvolging van militaire dictators. De dag na de militaire staatsgreep verscheen de 6 koppige militaire junta voor de wereldpers om te verkondigen dat ze niet de intentie hebben om aan de macht te blijven. Ze beloofden na twee weken op te stappen en het land te laten leiden door burgers. De generaals stelden dat er een nieuwe grondwet zou worden opgesteld dat door een referendum moet worden goedgekeurd waarna er verkiezingen zullen volgen.
Hoewel er sinds 1932 al 15 verschillende grondwetten zijn geschreven, geloven veel Thaise politici en academici dat een nieuwe grondwet een groot succes zal worden. The Economist schreef: “Wanneer de laatste grondwet was geschreven in 1997, waren de meesten ervan overtuigd dat de grondwet goed in elkaar zat. Enerzijds kreeg de uitvoerende macht meer invloed en werden politieke partijen in Thailand versterkt waardoor men verwachtte dat regeringen het langer zouden uithouden. Anderzijds werden er nieuwe controlemechanismen ingevoerd zoals een nieuwe rechtbank en een sterke anti-corruptiedienst. Vandaag wordt de grondwet van 1997 gezien als de reden waarom Thaksin in staat was om de staat te domineren en zijn bevoegdheden als eerste minister te misbruiken. Er is een wenslijstje opgesteld van veranderingen zoals het makkelijker maken voor parlementsleden om van partij te veranderen. Het is echter onwaarschijnlijk dat zelfs indien al die veranderingen worden ingevoerd, ze de mirakels zullen opleveren die men verwacht.”
De militaire junta die zichzelf de “Raad voor Democratische Hervormingen” heeft genoemd, stelt dat het haar doelstelling is om de Thaise democratie te redden van de corrupte praktijken van de regering-Thaksin en om een einde te maken aan de verdeeldheid die Thaksin had gezaaid in Thailand. Als we de recente geschiedenis van Thailand bekijken dan merken we militaire staatsgrepen de problemen niet oplossen.
Deze week, nadat het leger de controle nam over Bangkok en de omliggende gebieden, was de eerste maatregel van de generaals om alle protesten en publieke bijeenkomsten van meer dan 5 mensen te verbieden. Vervolgens verbood het nieuwe regime alle politieke partijen om bijeenkomsten te houden en om enig andere activiteit uit te oefenen. Deze beslissing werd genomen om een eventuele tegen-staatsgreep van sympathisanten van Thaksin in het leger en op het platteland in de kiem te smoren. Op 21 september gaf het militair regime zichzelf wetgevende macht en werden mediaberichtgevingen die “negatief” waren verboden, werden de regels die opgelegd waren aan politieke partijen nog strikter. Er werd niet gezegd hoelang deze regels van toepassing zouden blijven. Het is ook verboden om nieuwe politieke partijen op te richten.
De stafchef van het leger, Sonthi Boonyaratglin, die 22 september officieel werd ingezworen als hoofd van de militaire junta past niet in het profiel van vorige coupplegers. Vorige coupplegers die regeerden over Thailand waren gewoonlijk arrogante en egoïstische figuren, kenmerken die tot zover niet van toepassing zijn op Sonthi. “In mijn contacten met generaal Sonthi vond ik dat hij oprecht, bescheiden, beleefd en professioneel was,” stelde Surin Pitsuwan, een voormalig minister van buitenlandse zaken en een leider van de “Democratische partij”. Sonthi zal proberen om zijn gematigd imago te gebruiken om zowel de Thaise bevolking en de internationale zakenwereld gerust te stellen dat het leven onder zijn regime vredig en voorspoedig zal zijn. Als de politieke en de economische situatie er echter niet op verbetert, kan de militaire junta hardere maatregelen gebruiken tegen de oppositie.
De leiders van de staatsgreep zullen wellicht een interim-premier aanstellen die de multinationals en ondernemers moet paaien en het signaal geven dat de op export gebaseerde economie in veilige handen is. Speculatie over wie belangrijke functies zal krijgen in de nieuwe regering concentreert zich op Supachai Panitchpakdi, voormalig voorzitter van de Wereldhandelsorganisatie, en de voorzitter van de Centrale Bank Pridiyathorn Devakula. Wie er echter ook de eerste minister wordt, men verwacht dat de militaire junta en de koning het beleid zullen bepalen van deze interim-regering.
De multinationals die sinds 2001 veel hebben geprofiteerd van het neoliberaal beleid van de eerste minister Thaksin zullen de staatsgreep verwelkomen als het een einde maakt aan de politieke impasse die een negatieve impact had op de economische groei. Economen stellen dat de impact van de staatsgreep op de Thaise economie beperkt zou blijven zolang de situatie kalm blijft en er snel een einde kwam aan de militaire dictatuur. Politoloog Somjai Phagaphasvivat van de universiteit van Thammasat te Bangkok stelde: “Ik zie weinig impact op de globale economie, die ironisch genoeg wellicht meer schade had geleden indien Thaksin aan de macht was gebleven. De economie leed veel schade door de politieke impasse en de verdeeldheid in de samenleving. Hoe de situatie zal evolueren is afhankelijk van hoe de coupleiders de situatie aanpakken en of ze hun belofte dat er snel nieuwe verkiezingen zullen worden uitgeschreven ook nakomen. “
Hoewel landen als de VS en het Verenigd Koninkrijk verklaringen deden waarin ze hun bezorgdheid uitdrukten over de staatsgreep in Thailand, kwamen er geen zware veroordelingen. De leiders van deze landen hebben er geen problemen mee als militairen een dictatuur installeren, zolang dit maar hun politieke en economische belangen dient. Tot zover dus het idee van Bush en andere Westerse leiders over democratische revoluties in het Midden-Oosten en de rest van de neo-koloniale wereld… De oppositiepartijen in Thailand, de stedelijke bevolking en het middenveld die de laatste maanden op straat waren gekomen tegen Thaksin verwelkomenden tot op zekere hoogte de militaire interventie. Ze denken dat de generaals een einde kunnen maken aan de politieke onzekerheid dat heerste onder het bewind van Thaksin. De leiding van deze organisaties hebben geen programma om een einde te maken aan de politieke en economische crisis. Dit veronderstelt immers een einde aan een systeem gebaseerd op winstmaximalisatie.
Stedelijke en landelijke bevolking
Op verschillende momenten heeft de geschiedenis in Thailand aangetoond dat wanneer er een politiek en economische crisis is, de heersende klasse beroep doet op de monarchie, leger, of wanneer ze kunnen het parlementair systeem om het ongenoegen in de samenleving te stoppen en het kapitalistisch systeem te verdedigen. De staatsgreep van afgelopen week had een gelijkaardige doelstelling. De tussenkomst van het leger had als doel om een einde te maken aan de politieke crisis die een negatieve impact had op industrie en de economie en dan vooral in Bangkok dat het hart is van de economie.
Onder het militaire regime kunnen een aantal hervormingen plaatsvinden die tegemoet komen aan de verzuchtingen van bepaalde secties van de bevolking, zoals de armen op de platteland. Hervormingen kunnen echter niet standhouden onder het kapitalistisch systeem. Het kapitalistisch systeem is niet in staat om tegemoet te komen aan de fundamentele noden van de arbeiders en armen. De Thaise arbeidersklasse en arme boeren zullen geconfronteerd worden met meer onzekerheid en aanvallen op hun levensstandaard in de komende jaren, wat op haar beurt zal leiden tot politieke instabiliteit en massaprotest.
Tijdens twee vorige opstanden waren er veel illusies in de zogenaamde progressieve burgerij, en dan vooral onder een groot deel van de middenklasse, studenten en boeren, die hoopten een aantal democratische rechten te verkrijgen tijdens acties tegen militair bestuur. Op 14 oktober 1973 werd een militair regime omvergeworpen in een beweging geleid door studenten. Dit duurde tot 1976 toen rechtse krachten en militairen op een brutale manier een einde maakte aan de studentenbeweging.
In mei 1992 werd een andere militaire dictator, Suchinda Kraprayoon, van de macht verdreven door de Thaise bevolking. Ze waren ontevreden over zijn antidemocratische maatregelen. Suchinda Kraprayoon werd vervangen door een rechtse regering dat niet in staat bleek om een einde te maken aan de sociale en economische problemen waar een groot deel van de bevolking mee te kampen had.
Deze gebeurtenissen illustreren dat Thaise arbeiders en kleine boeren geen illusies kunnen hebben in de zogenaamde “progressieve” en “democratische” vleugel van de kapitalistische klasse. Al de verschillende secties van de Thaise heersende klasse en hun politieke vertegenwoordigers zullen in eerste instantie hun eigen belangen verdedigen zelfs als ze daarvoor een militair regime moeten installeren.
De politieke crisis dit jaar legde de verschillende agenda’s bloot van de organisaties die deel uitmaken van de oppositie, waaronder politieke partijen, NGO’s, vakbonden en anderen die zich verenigden onder het vaandel van de Volksalliantie voor Democratie. Ze sloten hun rangen toen Thaksin ervan werd beschuldigd om zijn macht te misbruiken, en dan vooral om zichzelf te verrijken door de verkoop van zijn aandelen in zijn telecombedrijf. De groepen die deel uitmaken van die alliantie tegen Thaksin verschillen echter van mening over de vraag wat er nu moet gebeuren met Thaksin en zijn partij, welke grondwettelijke hervormingen er moeten gebeuren en de vrijhandelsakkoorden die men met de VS wil sluiten.
Rechtse oppositiepartijen zoals de Democratische partij die aanvallen uitvoerde op de arbeidersklasse en arme boeren toen zij aan de macht waren, concentreren zich nu vooral in het ondermijnen van de positie van Thaksin’s partij. De eisen van de Democratische partij voor veranderingen in de grondwet zijn in een eerste instantie een poging van de partij om haar positie in de samenleving te verbeteren. Vakbonden, drukkingsgroepen en studentenorganisaties willen vedergaande veranderingen in de samenleving zoals een einde aan de privatiseringen en de neoliberale aanvallen op werkenden. Dit is echter niet het programma van de alliantie en de Democratische partij.
De meeste politiek partijen en massaorganisaties drukken hun hoop uit dat de koning de situatie kan kalmeren en hun leven in gunstige zin kan veranderen. De geschiedenis van Thailand en de verschillende staatsgrepen die er plaatsvonden tonen echter dat de koning telkens de staatsgrepen en militaire regimes steunde waaronder die van Shonti. De monarchie steunde de regimes van Thaksin en steunt vervolgens staatsgrepen om een einde te maken aan dat regime. De koning steunt regimes die anti-arbeiders en anti-boeren maatregelen nemen.
Een belangrijke reden voor de instabiliteit in Thailand – met verschillende moslimopstanden en separatistische eisen in het zuiden van het land – kunnen niet opgelost worden op basis van een kapitalistisch systeem. Alleen gemeenschappelijke actie van de arbeidersklasse, in een strijd voor democratische rechten, sociale en economische hervormingen en socialisme kan reële rechten afdwingen voor onderdrukte minderheden.
Ervaringen van massabewegingen uit het verleden hebben aangetoond dat ondanks het heroïsme van boeren, studenten of de middenklasse, deze niet in staat zijn om de leiding te nemen in de omverwerping van het kapitalisme. Op dit moment ziet het er uit dat de plattelandsbevolking, vooral boeren, die de meerderheid vormt in Thailand, leiders zoals Thaksin steunt. De arbeidersklasse is de enige klasse die het systeem omver kan werpen en die steun kan winnen van zowel de kleine boeren, studenten als de arme moslims in het zuiden. Om dit te realiseren is het noodzakelijk dat werk wordt gemaakt van de oprichting van een arbeiderspartij. Een dergelijke partij met steun van grote delen van de bevolking op basis van een socialistisch programma zou de arbeidersklasse het vertrouwen geven om de leiding te nemen in oppositiebewegingen.
Een partij van arbeiders en kleine boeren moet de eisen voor democratische rechten en sociale en economische hervormingen verbinden met de eis voor een arbeidersstaat. Een socialistisch Thailand zou steun vragen aan arbeiders in geheel Zuidoost Azië en de rest van de wereld.
Onze eisen
- Totale oppositie tegen de coup
- Neen aan de heerschappij van militaire dictators en corrupte miljonairs
- Neen aan de onderdrukking van democratische rechten en recht op vrije media.
- Voor een massabeweging om democratische rechten af te dwingen, waaronder recht voor werkenden om zich te organiseren, protesteren en te staken.
- Voor onafhankelijk strijdbare en democratische vakbonden en organisaties van kleine boeren.
- Vakbondsrechten voor de soldaten –win arme soldaten voor de strijd van de arbeiders en kleine boeren.
- Voor de opbouw van een massale partij van arbeiders en kleine boeren.
- Voor een gemeenschappelijke strijd van de arbeiders en kleine boeren om het militair regime en haar marionettenregering omver te werpen.
- Voor een echte, representatieve grondwettelijke vergadering
- Afschaffing van de monarchie
- Voor een regering van arbeiders en kleine boeren
- Volledige rechten voor onderdrukte moslims en andere minderheden
- Neen aan neoliberale maatregelen zoals privatisering en deregulering
- Nationalisering van grote ondernemingen, sleutelsectoren, grootgrondbezit en banken
- Voor een geplande economie om tegemoet te komen aan de noden van de arbeiders en kleine boeren onder democratische controle en bestuur van verkozen comités van de arbeidersklasse en kleine boeren.
- Voor een socialistisch Thailand, als onderdeel van een socialistische federatie in Zuidoost Azië.