Your cart is currently empty!
Promoot de VS een ‘kleurenrevolutie’ in Hong Kong?
Angstcampagne van Peking stemt niet met realiteit overeen
Analyse door Dikang, Socialist Action
De door de Chinese Communistische Partij (CCP) gecontroleerde media in Hong Kong beweren dat het massale protest vanuit het Westen is opgezet om China te verdelen en de economische opkomst te stoppen. Deze beweringen vormen een belangrijk onderdeel van de nationalistische agenda van Xi Jingping waarbij eisen voor meer democratie in China aan de kant worden geschoven met de stelling dat deze eisen een buitenlandse samenzwering vormen en enkel leiden tot ‘chaos’ en ‘wanorde’.
Het verhaal van de ‘kleurenrevolutie’ wordt op het terrein door heel wat feiten tegengesproken. Socialisten en andere linkse activisten die zich actief verzetten tegen het VS-imperialisme en de militaire agressie van dat imperialisme zijn erg actief in de strijd voor democratie, zelfs indien we op dit ogenblik slechts een minderheid vertegenwoordigen binnen de beweging. Socialist Action organiseerde bijvoorbeeld protestacties om de Amerikaanse klokkenluider Edward Snowden te verdedigen of uit solidariteit met Gaza (tegen de door de VS gesteunde Israëlische staatsterreur) of nog tegen de Amerikaanse oorlogen in Irak en Syrië. Een verzet tegen zowel de Amerikaanse als de Chinese regering is zeker niet tegenstrijdig, beiden vertegenwoordigen de belangen van de miljardairs en onderdrukken de overgrote meerderheid van hun eigen bevolking.
Daarnaast zien we door de hypocrisie van de Chinese dictatuur heen. Die gebruikt de ‘Amerikaanse dreiging’ selectief naargelang de propagandadoeleinden. Feit is dat de Chinese heersende elite vast zit in een uitgebreide en complexe economische verhouding met het VS-kapitalisme. Deze verhouding wordt turbulenter naargelang de Chinese opkomst ingaat tegen de belangen van de VS in grote delen van de wereld. Op economisch vlak is dit de belangrijkste en grootste relatie in de geschiedenis van het wereldkapitalisme. Het dwingt beide regeringen tot voorzichtigheid in de onderlinge verhouding.
De twee economieën hebben enorme handels- en financiële banden, China bezit verder ook een groot deel van de Amerikaanse overheidsschulden. Alle grote Amerikaanse bedrijven zijn belangrijke investeerders in China. Veel van deze bedrijven – zoals General Motors, Yum Brands (KFC), Boeing en Apple – verkopen meer in China dan in de VS. Maar dit jaar was er ook een belangrijke historische verandering, de Chinese investeringen in de VS waren voor het eerst omvangrijker dan de Amerikaanse investeringen in China. Kijk maar naar de recordintroductie van Alibaba op de beurs van New York, een introductie waarbij meteen 25 miljard dollar werd opgehaald waardoor voorzitter Jack Ma direct de rijkste man in China werd en nog tien andere kopstukken van het bedrijf multimiljonair werden.
De lucratieve banden verklaren waarom zowel de Amerikaanse als de Chinese regeringen de ontwikkelingen in Hong Kong proberen te minimaliseren en er alleszins voor zorgen dat het de zakelijke banden niet bedreigt. Zoals de voormalige minister van buitenlandse zaken, Hillary Clinton, zou gezegd hebben: “Het is geen goed idee om je bankier de les te spellen over mensenrechten.” Dat is alleszins hoe het Amerikaanse consulaat in Hong Kong reageerde op de aanvallen met traangas op 28 september. Er kwam toen een verklaring dat de VS “geen kant kiest in de discussie over de politieke ontwikkeling van Hong Kong.”
De Chinese verklaringen over ‘Amerikaanse inmenging’ of over een ‘kleurenrevolutie’ komen doorgaans van de meer oorlogszuchtige delen van de staatsmedia, zoals de Global Times, af en toe komt het ook van het Volksdagblad maar de top van de partijleiding houdt zich ver van deze verklaringen. Dat is de rol van deze publicaties, het laat de woordvoerders van de regering toe om nadien ‘redelijk’ over te komen.
Vriendschap met Amerikaanse neo-conservatieven
Het klopt dat verschillende figuren van de pan-democratische elite banden hebben met rechtse politici in de VS en elders. Recent werd bekend dat de voormalige (onverkozen) Britse gouverneur Chris Patten voor de overdracht van Hong Kong aan China aan Jimmy Lai Chee-ying, de baas van Next Media, aanbood om hem de Britse nationaliteit te geven. De regering van Patten weigerde dit voor honderdduizenden gewone inwoners van Hong Kong. De kranten van Lai geven kritiek op het establishment in Peking, maar Lai is zelf een ‘goede vriend’ van de bekende Amerikaanse neoconservatief Paul Wolfowitz, de architect van de rampzalige invasie in Irak in 2003. Als de terreurgroep IS vandaag zo sterk kan groeien, hebben we dat mee aan Wolfowitz te danken.
De politieke adviseur van Lai, Mark Simon, was een leidinggevende figuur in de lokale afdeling van ‘Republicans Abroad’ (Republikeinen in het buitenland) in Hong Kong. Hij voerde campagne voor George W Bush. De prominente Amerikaanse neoconservatieve Ellen Bork beweert goede vrienden te zijn met Martin Lee Chu-ming, de voormalige leider van de Democratische Partij. De rol van de denktank National Endowment for Democracy (NED) kreeg heel wat aandacht in de Chinese media. NED is een rechtse denktank die vanuit de VS wordt gefinancierd. De groep verdeelde in 2012 maar liefst 755.000 dollar in Hong Kong. Vorig jaar was dat 695.000 dollar. Het geld ging naar diverse NGO’s.

Socialisten zijn niet verbaasd van de politieke banden tussen leidinggevende pan-democraten in Hong Kong en vertegenwoordigers van het ondemocratische Amerikaanse kapitalisme. Maar de ‘paraplurevolutie’ brak niet uit op initiatief van deze leiders, het gebeurde eerder ondanks hen. Het toont de politieke tegenstrijdigheden van de pan-democraten. Hun perspectief van democratie baseert zich op het vrijemarkt kapitalisme. Ze staan consequent voor compromissen en stapsgewijze hervormingen, ook al heeft deze benadering de afgelopen 30 jaar enkel tot mislukkingen geleid. De Chinese dictatuur heeft machtige vrienden in de grote bedrijven die – net zoals de tyconen van Hong Kong – de mening van de CCP delen dat democratie slecht is voor China.
De pan-democratische leiders en hun Amerikaanse vrienden zijn bang dat massastrijd tegen de dictatuur niet zal stoppen bij de eis van democratische vrijheden, maar zal verdergaan naar sociale verandering die een bedreiging vormt voor het kapitalisme. Dat blijkt nu in de ‘paraplurevolutie’, een beweging die deze leiders niet zagen komen en ook niet wensten.
In plaats van tot revolutie aan te zetten, hebben de ‘Amerikaanse vrienden’ onder de pan-democratische leiders het massaprotest net ontmoedigd. We zien dat in de neutrale verklaring van het Amerikaanse consulaat, maar ook in de geruchten dat Wolfowitz eerder dit jaar Jimmy Lai ontmoette op een yacht in Sai Kung en daar aandrong om Occupy Central uit te stellen (los van het waarheidsgehalte van dit gerucht, stellen we vast dat dit uitstel er effectief kwam).
Deze positie is volledig consistent met het Amerikaanse beleid tegenover Hong Kong. Toen 2010 vijf parlementsleden met ontslag dreigden om een ‘de factor referendum’ voor algemeen stemrecht te organiseren, was er een ontmoeting tussen vertegenwoordigers van het Amerikaanse consulaat en de Liga van Sociaaldemocraten (LSD) waarbij de Amerikanen vroegen om zo’n scherpe confrontatie met het Chinese regime te vermijden. De kranten van Lai namen het in 2010 niet op voor de tactiek van het ‘referendum’, ze steunden integendeel de pan-democraten die op een compromis aandrongen. Dat compromis bleek een inhoudsloos akkoord te zijn rond een electorale hervorming. Bij de toenmalige ‘onderhandelingen’ met de dictatuur was ook Chan Kin-man betrokken, de huidige leider van de grotendeels voorbijgestoken beweging ‘Occupy Central’.
Amerikaanse ‘spil voor Azië’
De aanhangers van samenzweringstheorieën die de CCP-dictatuur steunen en de democratische eisen in Hong Kong afdoen als een Amerikaanse samenzwering – dit standpunt is ook aanwezig onder een laag van de voormalige stalinistische linkerzijde – wijzen op het Amerikaanse Azië-beleid om hun stellingen te onderbouwen. Het klopt dat de regering-Obama nieuwe militaire en economische allianties in Azië probeert uit te bouwen om de economische opmars van China onder controle te houden. Maar dit betekent niet dat de VS belang heeft bij een onmiddellijk conflict met Peking over Hong Kong. Het idee dat de Amerikaase kapitalisten opkomen voor ‘liberaal democratische’ regimeverandering in China is verkeerd. Het Amerikaanse beleid is erop gericht om China onder controle te houden, maar er wordt wel de voorkeur gegeven aan samenwerking met de huidige dictatuur die garant staat voor winstgevende ‘stabiliteit’ terwijl niet duidelijk is welk ander bewind in de plaats zou kunnen komen.
Zeker nu er een acute crisis is in Irak en Syrië, waar IS zowat een derde van beide landen controleert, en het falen van de door de VS geleide luchtaanvallen, zal Washington spanningen met China willen vermijden. De VS wil ook geen aanleiding geven voor een versterking van de banden tussen het Chinese regime en het Rusland van Poetin. Zoals de Wall Street Journal op 29 september opmerkte: “Met een reeks andere geopolitieke kwesties op de agenda, zal de Amerikaanse regering wellicht erg voorzichtig zijn in de diplomatieke benadering van Peking.”
Ook de rechtse Britse regering doet er alles aan om een conflict rond Hong Kong te vermijden. De door de CCP gecontroleerde media benadrukten de beslissing van het Britse parlement om een onderzoeksteam naar Hong Kong te sturen, maar in werkelijkheid gaat het om een betekenisloos symbool. Toen de Chinese premier Li Keqiang in juni in Groot-Brittannië op bezoek was, had premier Cameron maar één grote bekommernis, garanties voor de 40 miljard pond Chinese investeringen in energie, spoorwegen en banken. Londen stelde de Chinese delegatie gerust dat er geen ‘lessen over mensenrechten’ zouden gegeven worden en dat Cameron niet opnieuw zoals in 2012 een ontmoeting zou hebben met de Dalai Lama, een ontmoeting waarvoor Peking verontschuldigingen vroeg en kreeg.
Pro-democratische politici zoals Anson Chan Fang on-sang en Martin Lee Chu-ming trokken afgelopen zomer naar Groot-Brittannië in een mislukte poging om daar steun te krijgen van Britse gevestigde politici. Het was veelzeggend dat Cameron weigerde om de twee te ontmoeten. Hij behield een volledige radiostilte. Volgens de Wall Street Journal heeft hij de ‘kwestie Hong Kong’ volledig overgelaten aan zijn vicepremier Nick Clegg. Clegg is de partijleider van de kleine Liberaal Democratische Partij.
Socialisten verwerpen het standpunt van de pan-democratische leiders dat de strijd voor democratie steun moet zoeken bij buitenlandse regeringen en zakenlui. De massa’s in Hong Kong moeten bondgenoten zoeken, maar dan wel bij de arbeiders en jongeren in andere landen en zeker in China waar de strijd tegen de CCP-dictatuur zal beslist worden. Het is opmerkelijk dat sommige zogenaamd ‘nativistische’ groepen zichzelf compleet belachelijk maakten door met de Britse koloniale vlag te zwaaien, het symbool van een regering en een kapitalistische klasse die totaal niet in hun protest geïnteresseerd is omdat ze te druk bezig is om zaken te doen met Peking.