Your cart is currently empty!
Onaanvaardbare voorstellen! Regering houdt vast aan aanval op brugpensioenen
De nieuwe regeringsnota draagt de misleidende titel “Een nieuw contract voor groei, werk en sociale bescherming”. De sociale bescherming voor wie op brugpensioen wil, wordt alvast drastisch beperkt indien de regeringsvoorstellen worden doorgevoerd. De vakbonden leggen ten onrechte de nadruk op het feit dat heel wat afgedwongen is. De meeste zogenaamde ‘overwinningen’ van de onderhandelingen hebben betrekking op het behoud van de situatie zoals ze was.
Geert Cool
Brugpensioen: leeftijd en loopbaanvereiste omhoog
Integenstelling tot wat het ACV in haar krantenadvertentie beweerde, wordt het brugpensioen op 58 jaar niet gevrijwaard. Toch niet voor de meerderheid van de werknemers. Voor het conventioneel brugpensioen wordt de leeftijdvereiste van 58 op 60 gebracht. Bovendien zal een brugpensioen niet langer kunnen na een loopbaan van 25 jaar, maar na 30 jaar. Voor mannen gaat die regeling al in 2008 in, voor vrouwen gaat de loopbaanvereiste geleidelijk omhoog naar 30. (2008: 26 jaar, 2012: 28, 2016: 30).
(Punt 54 van de regeringsnota)
Om te voldoen aan de voorwaarden van de CAO 17 inzake brugpensioen zal zelfs een loopbaanvereiste van 35 jaar worden ingevoerd. Daarmee is het voorstel niet ver weg van de oorspronkelijk door Van den Bossche voorgestelde loopbaanvereiste van 40 jaar.
Die 40 jaar wordt zelfs uitdrukkelijk voorzien. In 2011 moet er een evaluatie komen van de activiteitsgraad van oudere werknemers op basis waarvan zal beslist worden om al dan niet de loopbaanvereiste op te trekken tot 40 jaar.
(Punt 55 van de regeringsnota)
Nochtans bleek uit eerdere cijfers van de RVA dat het invoeren van een loopbaanvereiste van 40 jaar zou betekenen dat 70% van de mannen en 84% van de vrouwen geen kans meer maakt op brugpensioen.
De enige toegevingen in de regeringsnota hebben betrekking op het behoud van een aantal voordeliger brugpensioenregelingen, onder meer voor wie actief is in de bouwsector of wie nachtarbeid verricht. Wie een lange loopbaan had, kan op 58 jaar op brugpensioen (“lange” loopbaan betekent tegen 2014 38 jaar voor mannen en vrouwen, de grens wordt geleidelijk opgetrokken). Hetzelfde blijft mogelijk voor wie een “zwaar beroep” uitoefent. Die term moet wel nog gedefinieerd worden.
(Punt 55 van de regeringsnota)
Het blijkt dus dat de aanval op het brugpensioen behouden blijft. De leeftijdvereiste gaat voor de meerderheid van de werknemers omhoog naar 60 jaar en ook aan de loopbaanvereiste wordt geraakt. Het ACV stelt het ten onrechte voor alsof brugpensioen op 58 zal blijven, die verworvenheid wordt geleidelijk aan volledig afgebouwd.
Tijdskrediet
Het tijdskrediet blijft behouden, maar er komt een verstrenging voor het voltijds tijdskrediet. De mogelijkheid voor werknemers boven de 55 jaar om 4/5 te werken blijft, maar zonder vervangingsplicht. Dit betekent dat in de praktijk van oudere werknemers die 4/5 werken, zal geëist worden dat ze hun normale voltijdse job presteren op 4 dagen in plaats van op 5 dagen.
(punt 47 van de regeringsnota)
Canada Dry
Het pseudobrugpensioen of “Canada Dry” stelsel wordt sterk afgebouwd. De sectorale aanvullingen mogen blijven bestaan, maar er moet wel een bijdrage betaald worden indien de aanvulling op de werkloosheidsuitkering meer dan 130 euro bedraagt, of als de ontslagen werknemer nog geen 55 jaar is. Bij een individuele regeling komt er een hogere belasting dan bij het brugpensioen. Behalve bestaande regelingen, wordt een canada dry in de praktijk zowat onmogelijk.
(punt 52 van de regeringsnota)
Herstructureringen
Bij herstructureringen wordt veel gebruik gemaakt van het brugpensioen als onderdeel van een sociaal plan. De regering stelde voor om oudere werknemers die op brugpensioen gaan bij een herstructurering van een bedrijf voortaan ‘beschikbaar’ te laten zijn voor de arbeidsmarkt. Dat betekent dat ze op een jobaanbod moeten ingaan en kunnen gesanctioneerd worden indien ze dat niet doen. Na de onderhandelingen met de vakbonden is er enkel beslist om criteria in te voeren voor de jobs die moeten worden aanvaard en wordt de sanctionering beperkt in het geval een aangeboden job wordt geweigerd.
(punt 38 van de regeringsnota)
Wie bij een herstructurering op brugpensioen wil, zal nu aan de leeftijdvereisten moeten voldoen op het ogenblik van de aankondiging van de herstructurering en niet langer gedurende de volledige duur van de CAO over de herstructurering. Hierdoor is er een de facto stijging van de brugpensioenleeftijd.
(punt 32, 4° van de regeringsnota)
Uitkeringen
Er zijn een aantal zaken afgedwongen in het overleg met de regering. Daaronder is de verbetering van de sociale uitkeringen het opvallendst. Er komt een welvaartaanpassing voor een aantal uitkeringen en een betere kinderbijslag voor gehandicapte kinderen. Wel kunnen vragen gesteld worden bij de middelen die voorzien worden voor deze maatregelen. Bovendien is er geen aanpassing van de werkloosheidsuitkering.
(bladzijde 26 van de regeringsnota)
Financiering van de sociale zekerheid
Voor de financiering van de sociale zekerheid wordt niet teruggekomen op de cadeaus aan het patronaat van de afgelopen jaren. Om de tekorten die ontstaan door die cadeaus op te vullen, wordt gekeken naar andere financieringsbronnen. Zo zullen er sommen komen van de BTW, accijnzen op tabak, roerende voorheffing,… Daarnaast is er sprake van een “bredere” financiering van de gezondheidszorg, maar dat wordt niet verder gespecifieerd.
(bladzijde 27-28 van de regeringsnota)
De alternatieve financiering van de sociale zekerheid dient enkel om de patronale bijdragen (en dus de globale lonen) verder af te bouwen, evenals de dotatie die de staat zelf doet. Bovendien heeft de arbeidersbeweging ook iets te zeggen over wat ze zelf financiert: de huidige sociale zekerheid is ook na de ontmanteling van de laatste 25 jaar nog steeds een systeem van rechten dat in stand gehouden wordt door de solidariteit binnen de klasse zelf. De beste optie voor de arbeidersklasse is dan ook het behoud van de sociale zekerheid zoals die nu bestaat en de strijd tegen de verdere afkalving van de zogenaamde patronale bijdragen en de staatsdotatie.
Cadeaus aan het patronaat
Het patronaat mag tevreden zijn met de regeringsvoorstellen. Bovenop de eerdere 5 miljard lastenverlagingen krijgen ze nog eens 960 miljoen euro. Dat komt vooral van lastenverlagingen voor jonge werknemers (240 miljoen), oudere werknemers (272 miljoen) en een daling van de bedrijfsvoorheffing bij ploegenarbeid met 5,63% en in 2007 mogelijks zelfs 10,7% (430 miljoen).
(bladzijde 25 van de regeringsnota)
Verdere actie blijft nodig!
De regering is bijzonder gul voor het patronaat en eist van de werknemers dat ze langer werken. Het is duidelijk aan welke kant deze regering staat en welke belangen ze verdedigt. Het zijn alvast niet de belangen van de arbeiders en hun gezinnen. Verdere actie tegen de regeringsplannen blijft dan ook noodzakelijk. De algemene staking van 7 oktober mag geen eindpunt zijn, maar het begin van het volledig verwerpen van de aanvallen op het brugpensioen!