Sri Lanka. Provinciale verkiezingen tonen potentieel van verzet tegen Rajapaksa

Het dictatoriale regime van de familie Rajapaksa stond onder druk om provinciale verkiezingen te organiseren, ook in het noorden van het land waar dit 25 jaar geleden was. Er waren 3.785 kandidaten voor 142 zetels in de drie provincies waar er verkiezingen waren op 21 september. De verkiezingen kwamen er als compromis van Rajapaksa om in november een top van het Gemenebest (COHGM), de vroegere Britse kolonies, te organiseren in Colombo.

Heel wat medestanders van Rajapaksa waren geen voorstander van verkiezingen in het noorden. Met veel terughoudendheid en nadat werd aangekondigd dat de macht over de politie en het grondgebied niet naar de provinciale autoriteiten zou gaan, werd met verkiezingen ingestemd. De tactiek van de heersende UPFA (United People’s Freedom Alliance) mislukte. Ze leden een historische nederlaag in de Noordelijke Provincie. De Tamil National Alliance (TNA) won de verkiezingen. Basil Rajapaksa, de broer van de president en minister van economische ontwikkeling, sprak op 16 september op een verkiezingsbijeenkomst in de westelijke provincie waarbij hij stelde: “Een grote overwinning is van groot belang om te vermijden dat de TNA aan de wereld kan tonen dat ze een mandaat heeft om het land te verdelen als het de noordelijke provinciale verkiezingen wint met een racistische separatistische agenda.” Maar de regering leed een zware nederlaag in het noorden. In de twee andere provincies slaagde de UPFA er wel in om haar basis te behouden met 55,6% van de stemmen (en 77 zetels).

De heersende alliantie had miljoenen roepees in de campagne gestopt en er werd niet geaarzeld om overheidsfaciliteiten in te zetten om campagne te voeren. In de campagne werd vooral gesproken over “internationale samenzweringen” die zouden aangewend worden om het land “de vruchten van de oorlogsoverwinning te ontzeggen” en de belofte van “ontwikkeling”. Vanuit het noorden kwam er evenwel een stem van verzet. De TNA haalde 78,48% van de stemmen bij een recordopkomst van maar liefst 68%.

Het gebrek aan een alternatief, zeker gezien het falen van de kapitalistische oppositiepartij UNP (United National Party), zorgde ervoor dat de UPFA in de andere provincies kon scoren. De UNP leed een historische nederlaag met slechts 28 zetels met 21,86% van de stemmen.

De regering benadrukt nu vooral de grote overwinning in het zuiden. Er waren verschillende factoren die aan die overwinning bijdroegen. Zo stapte Dayasiri Jayasekara over van UNP naar UPFA. In Panduwasnuwara haalde hij maar liefst 84,43% van de stemmen, een record voor een de heersende partij. De UNP leed een historische nederlaag in dit gebied en de meeste stemmen werden ingepikt door de UPFA. Doorheen de campagne van de UPFA werden steeds overlopers van UNP op de podia gebracht. De Dayasiri-factor speelde ook in naburige districten een rol.

Gewelddadige confrontaties

In de centrale provincie werd de campagne gekenmerkt door geweld tussen de Ceylon Workers’ Congress (CWC) en de National Workers’ Union (NWU). Het leidde tot geweld en een campagne waarbij de nadruk lag op het uitdelen van gratis gadgets en goederen aan arme families om zo stemmen te winnen. De leiders van beide partijen – Arumugam Thondaman en P Digambaram – zijn beiden deel van de regeringscoalitie rond UPFA. Thondaman was minister in de UPFA-regering, Digambaram was verkozen voor de UNP maar stapte over naar de UPFA. Naar verluidt stond daar wel wat tegenover. De belangrijke overwinning voor de heersende UPFA in deze provincie was in grote mate te danken aan de beide kemphanen. De CWC haalde zes zetels onder de vlag van de UPFA en twee op onafhankelijke basis. De NWC haalde drie zetels.

De enige partij die voordeel wist te halen uit het gebrek aan een duidelijk alternatief was die van de voormalige generaal Sarath Fonseka die met zijn Democratische Partij (DP) vijf zetels haalde. Met 3,39% van de stemmen beweert de DP dat het een ‘derde kracht’ in het land kan worden.

De huidige gang van zaken heeft de positie van de Singalese nationalistische krachten grotendeels geconsolideerd, wat de basis vormde voor de overwinning van de UPFA en het resultaat van de DP. Het huidige regime probeerde Fonseka te discrediteren door zijn rol in de oorlogsoverwinning te minimaliseren, maar hij geniet nog steeds de steun van een aantal Singalese nationalistische elementen. Zijn voormalige bondgenoten van de JVP proberen hun chauvinisme wat aan de kant te schuiven om zich revolutionair voor te doen. De partij verloor de nationalistische basis en leed een vernederende nederlaag. De JVP haalde slechts een zetel binnen met 1,25% van de stemmen, bij de vorige verkiezingen haalde de partij nog 3,5%.

De grote nederlaag in het noorden heeft het regime op verschillende vlakken verzwakt. In de aanloop naar de verkiezingen moesten president Rajapaksa en anderen toegeven dat ze niet zouden winnen. Maar ze hoopten toch twee vliegen in een klap neer te slaan. Ten eerste wilde de regering de kritiek op de top van het Gemenebest in Sri Lanka de mond snoeren door te wijzen op de ‘vrije en eerlijke’ verkiezingen in het noorden, de eerste sinds eind jaren 1980. Ten tweede hoopte hij aan te tonen dat de regering ook onder de Tamil bevolking een significante steun geniet. Beide vliegen bleven ongedeerd.

Marionet van regering leidt nederlaag

De belangrijkste nederlaag was voor de marionet van de regering, de EPDP (Eelam People’s Democratic Party). De partij hield de regio Kayts vlakbij Jaffna een lange tijd onder controle, desnoods gewapenderhand. Maar zelfs in dit bastion kwam het tot een revolte. Na de nederlaag werden tientallen TNA-aanhangers in de buurt aangevallen toen de verkiezingsresultaten bekend gemaakt werden.

Angajan Ramanathan, de organisator van de heersende UPFA in Jaffna, kwam in hetzelfde district op als Douglas Devananda van de EPDP. Dat ondermijnde de resultaten van beide kandidaten. Er waren heel wat gewelddadige incidenten, waarbij zelfs geschoten werd, tussen beide regeringsgezinde groepen. De bewering van de regering dat de cultuur van geweld was gestopt, kreeg een serieuze deuk.

De resultaten wijzen op een grote polarisering in de samenleving. De historisch hoge opkomst in het noorden toont het verzet en de afkeer tegenover de regering. Dat beperkte de resultaten voor de andere partijen. Met de United Socialist Party (USP) kwamen we op met een socialistisch alternatief. We legden uit dat veel Tamils hun protest tegen de regering zouden uiten in een stem voor de TNA en dat de verkiezing op zich een overwinning was voor de Tamilbevolking. Het pamflet benadrukte dat er geen illusies mogen zijn in India of andere imperialistische krachten. We riepen op tot de opbouw van een onafhankelijke en strijdbare organisatie die de belangen van de Tamilsprekende bevolking verdedigt. De bijna 200 stemmen die we haalden, zijn geen accurate weerspiegeling van het warme onthaal dat ons pamflet kreeg.

in het district Nuwara Elliya haalden we meer dan 500 stemmen, een opvallend resultaat gezien de corruptie en de rol van gratis goederen in de campagne. Met weinig middelen, maar veel moed, gingen USP-leden in tegen de corrupte kandidaten van CWC en NWU.

Nu wordt de noordelijke provincie de enige die door een oppositiepartij wordt geregeerd. Zoals ons pamflet uitlegde, zal de TNA niet in staat zijn om de strijd van de Tamil bevolking vooruit te helpen. Er waren al indicaties dat de TNA bereid is om zich aan het regime aan te passen. Ze beloofden de massa’s investeringen door de zogenaamde ‘internationale gemeenschap’. Het economische standpunt van de TNA is niet erg verschillend van dat van de UNP, namelijk voor winstgevende kapitalistische ‘ontwikkeling’.

Arbeiders en oppositiekrachten moeten kans grijpen om tegen het regime in te gaan

De Sri Lankese economie vertraagt steeds meer. Dit begint een impact te hebben. Het aantal bankleningen loopt terug en de faciliteiten voor kleine bedrijfjes worden afgebouwd. Dat leidt tot faillissementen en sluitingen. Er waren een reeks zelfmoorden als gevolg van de moeilijkheden in de kleine bedrijven. In het noorden verloor een oudere vrouw haar spaargeld en haar kleine kleermakerszaak. Ze dreigde zichzelf voor de Indian Overseas Bank van kant te maken.

De prijzen van basisproducten blijven toenemen. Geen enkele kapitalistische partij, ook de TNA niet, biedt daar een antwoord op. Als de economie verder vertraagt, kan de crisis niet ontlopen worden. Het zal leiden tot vernietiging van duizenden levens en een catastrofale neergang van de levensstandaard. Dit zal de polarisering tussen Tamils en Singalezen verder in de hand werken, met mogelijk nieuwe gewelddadige uitbarstingen.

Campika Ranawak van de racistische Boeddhistische monnikenpartij JHU (Jathika Hela Urumaya) waarschuwde dat de TNA van “Wellawatta een Nanthikadal” wil maken. Nanthikadal is de lagune waar tienduizenden Tamils vermoord werden bij het einde van de oorlog in 2009, Wellawetta is de buurt in de hoofdstad Colombo waar er vooral Tamils wonen. Deze uitspraak heeft tot woede geleid onder de Tamils, waaronder de stedelijke Tamils. Maar ondertussen steunt de regering die steeds meer dictatoriale trekjes vertoont op dergelijke racistische krachten om zichzelf overeind te houden.

De verkiezingen tonen aan dat tegen het regime kan ingegaan worden. De werkende bevolking en de oppositie moet van de gelegenheid gebruik maken om tegen het regime van Rajapaksa in te gaan en aansluiting te zoeken bij de beste tradities van de Sri Lankese arbeidersklasse. De uitbouw van een links alternatief met een duidelijk perspectief is van cruciaal belang. We moeten de strijd tegen het regime en de strijd van de onderdrukte Tamil massa’s koppelen aan de noodzaak om het kapitalistische systeem zelf van tafel te vegen, dat systeem is immers de ultieme oorzaak van de problemen. Dit bewerkstelligen, is de enorme uitdaging die voor ons ligt.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop