Your cart is currently empty!
De panda-isering van de Belgische politiek
De gevestigde politici zijn de afgelopen dagen uit vakantie terug gekeerd naar de vertrouwde parlementaire hangmatten. Dat zorgde meteen voor enkele debatten in de gevestigde media: wie mag van N-VA premier worden? Hoe komt het dat ‘links’ in het slop zit? En vooral: waarom gaan die twee Chinese panda’s naar Bergen en niet naar Antwerpen? Als het toch nergens over gaat, zijn die panda’s natuurlijk het interessantste voorwerp van een ‘politiek’ debat in verkiezingsmodus.
Het belooft voor de debatten van de komende maanden. De toon is de afgelopen dagen gezet en meteen valt op dat er wel bijzonder weinig wordt gesproken over zaken die er voor ons toe doen. N-VA is al bezig met de postjes te verdelen en de kandidaten voor deze postjes in stelling te brengen, zowel in de eigen partij als daarbuiten. Als er uit N-VA-hoek iets inhoudelijk wordt gezegd, is het om de slachtoffers van de sluiting van Ford Genk nog een sneer te geven of om te pleiten voor de afschaffing van het havenstatuut. Het opvallendste daarbij is dat de N-VA er zo gemakkelijk mee weg komt zonder enig wederwoord.
Een ander ‘debat’ in de media handelt dan ook over de zwakke positie van de officiële linkerzijde in Vlaanderen. Professor Devos stelde voor dat SP.a zichzelf afschaft om een brede centrumlinkse formatie te vormen met ook ACW’ers en groenen. Een idee dat zo oud is als de straat werd plots de actualiteit (of was het de waan?) van de dag. Bruno Tobback en Wouter Van Besien mochten het idee afgelopen weekend in De Morgen afschieten. In plaats van deze kans aan te grijpen om ook iets inhoudelijk voor te stellen, bleven beiden vooral steken op het niveau van de nietszeggendheid. En als er al iets gezegd werd, was het om de dominante neoliberale logica te aanvaarden.
Terwijl 22,4% van de Belgische jongeren zonder werk zit en wanhopig zoekt naar een job en een toekomst, acht Tobback het nodig om vooral te benadrukken dat zijn partij de hangmatten van de werkloosheid niet verdedigt. Het was zijn partijgenote Monica De Coninck die eerder verklaarde dat “al wie oren en poten heeft” moet werken. Vanuit de parlementaire hangmatten is het moeilijk om de dagelijkse overlevingsstrijd van tienduizenden jongeren en andere werklozen te zien. Het is gemakkelijker om mee te stappen in de logica dat de verantwoordelijkheid voor de werkloosheid bij de werklozen zelf ligt. Met zo’n linkerzijde kan de rechterzijde op beide oren (én poten) slapen. SP.a en Groen omarmen immers de dominante neoliberale ideologie.
Het voorbeeld van Sint-Niklaas is onthullend. Je kan daar de vraag stellen of de SP.a en Groen door de N-VA worden meegesleept in het project om de afvalophaling te privatiseren of als het niet omgekeerd is. In de Wase stad wordt al spottend gezegd dat er momenteel drie burgemeesters zijn: de N-VA-burgemeester, de vorige SP.a-burgemeester en Freddy Willockx die achter de schermen de touwtjes stevig in handen houdt. De voorzitter van de intercommunale die verantwoordelijk zou worden voor de uitbesteding van de afvalophaling is de vorige SP.a-burgemeester. Groen, de zogenaamde voorstander van meer democratie en inspraak, was er even snel bij om het referendum waarbij een meerderheid tegen de privatisering stemde naast zich neer te leggen. Neen, van deze ‘linkerzijde’ hoeft de N-VA niets te vrezen.
Het ‘hoogtepunt’ van het politieke debat van de afgelopen weken was ongetwijfeld de communautaire rel rond de komst van twee panda’s in een dierentuin in Bergen. Twee panda’s die naar ons land komen en niet naar de zoo van Antwerpen gaan, maar naar een privaat initiatief in de achtertuin van Di Rupo, als we de MR mogen geloven een bolsjewistische versie van Berlusconi. Dat was duidelijk een transfer teveel voor de confederalisten in het noorden van het land! Aangezien de gevestigde politici zich niet met de stijgende jongerenwerkloosheid moeten inlaten – ‘dat die jongeren zelf maar uit hun hangmat komen!’ – laat staan met de slachtoffers van de kapitalistische crisis – ‘hebben die Ford-arbeiders na 52 jaar hun poten en oren nog niet gevonden?’ – kunnen ze zich richten op wat er echt toe doet: de bestemming van Chinese panda’s in ons land.
Ongetwijfeld ergeren velen zich aan dergelijke ‘debatten’ en zijn er nog veel meer anderen die er de schouders bij ophalen en denken dat politiek niets voor hen is. De nietszeggendheid van de gevestigde politiek – de panda-isering van het debat – is een uitdrukking van de algemene consensus onder deze politici bij het aanvaarden van de dominante neoliberale ideologie. Onder de oppervlakte sudderen in de samenleving echter andere debatten zoals de roep naar werk, diensten en een toekomst. Daar heeft geen enkele gevestigde partij een antwoord op, waardoor het debat zich bijna op natuurlijk wijze beperkt tot de panda’s.
Om een andere stem te laten horen en het debat te verschuiven naar zaken die er echt toe doen (werk, sociale zekerheid, voldoende plaats op school, degelijke gezondheidszorg,…) kunnen we niet rekenen op de gevestigde partijen. We zullen zelf geduldig moeten bouwen aan een eigen brede politieke vertegenwoordiging waarbij radicaal wordt gebroken met de neoliberale logica die de verantwoordelijkheid voor alle problemen bij de slachtoffers ervan legt om tegelijk de kleine groep van superrijken verder met een gouden dienblad van fiscale cadeaus en rijkelijke dividenden wordt voorzien.