Cyprus. Neoliberale kandidaat Nikos Anastasiades wint presidentsverkiezingen

Nadat vijf jaar een regering onder leiding van ‘communisten’ aan de macht was – met de ‘communistische’ president Demetris Cristofias – haalde de neoliberale kandidaat Nikos Anastasiades het vorige week in de tweede ronde van de presidentsverkiezingen met 57,48%, het hoogste percentage uit de recente geschiedenis van het land (sinds het tijdperk van Makarios, de eerste president van Cyprus na de onafhankelijkheid).

Artikel door Athina Kariati, Nieuw Internationalistisch Links (het CWI in Cyprus), vanuit Nicosia

De tweede kandidaat was Stavros Malas, een onafhankelijke ‘centrum-linkse’ kandidaat die de steun van de AKEL (de communistische partij van Cyprus) kreeg. Hij haalde 42,52%. Dat is het laagste resultaat ooit voor een kandidaat die door de AKEL wordt gesteund.

De overwinning voor de neoliberale rechterzijde was het gevolg van het beleid dat de regering onder Cristofias en de AKEL de afgelopen vijf jaar heeft gevoerd. Het maakt duidelijk wat er gebeurt als de linkerzijde niet ingaat tegen de belangen van het grootkapitaal en er niet in slaagt om een beleid in het voordeel van de arbeiders en armen te voeren. Door zich binnen het kapitalistische systeem te plaatsen, slaagde de AKEL er niet in om oplossingen aan te bieden voor de enorme sociale problemen als gevolg van de dieper wordende economische crisis in Cyprus.

Neoliberale aanvallen op arbeidersrechten

Anastasiades is voorzitter van de traditionele neoliberale partij van de heersende klasse in Cyprus, de DISY, een trouwe aanhanger van de Trojka en het ‘memorandum’-beleid van harde besparingen in ruil voor reddingsoperaties door IMF, EU en ECB. De partij is ook een consequente voorvechter van privatiseringen en liberaliseringen.

Wat er eerder in andere Europese landen gebeurde, komt nu ook naar Cyprus. Toen de AKEL nog aan de macht was, werd een eerste stap naar deze sociale ramp gezet. De regering vroeg toen immers een zware lening aan het ESM (Europees Stabiliteitsmechanisme). De nieuwe president, Anastasiades, is een voorstander van het beleid van de Duitse kanselier Merkel en voert trouw de dictaten van het kapitaal uit.

De campagne van Stavros Malas was een verderzetting van het beleid dat zorgde voor een verwerping van de AKEL bij de verkiezingen. Malas bood geen echt alternatief aan. Hij was ook voorstander van het memorandum en het besparingsbeleid van de Trojka. De enige verandering die hij voorstelde, was de vraag voor een onmiddellijke herkapitalisatie van de banken door het ESM en een ‘menselijker memorandum’. Dat was iets waar de regering van Cristofias, een regering van de ‘Communistische Partij en de linkerzijde’, niet in was geslaagd.

De verkiezing van Cristofias in 2008 gaf hoop dat de werkende bevolking eindelijk verandering zou kennen. In de eerste twee jaar van zijn presidentschap verhoogde Christofias het minimumloon en uitkeringen, het openbaar vervoer kwam in overheidshanden en er waren onderhandelingen met de Turkse Cypriotische president in een poging om een oplossing te vinden voor de verdeeldheid op het eiland.

Toen de economische crisis in Cyprus toesloeg, werd dit door de ‘communistische’ regering van Christofias niet aangegrepen m het rotte kapitalistische system aan te klagen. De regering hield het op de ‘antwoorden’ van het internationale en nationale kapitaal. Toen in mei 2012 de eerste Cypriotische bank (Laiki-Marfin) viel, bleek de omvang van de crisis in Cyprus. De Cypriotische banken waren in sterke mate bloot gesteld aan slechte schulden en overheidsobligaties, in het bijzonder Griekse. Christofias vroeg het ESM om geld om de banken te redden. Vanaf juni 2012 waren er onderhandelingen tussen de regering van Christofias en de Trojka om een “mild” memorandum op te maken. Maar gelijk welk akkoord zou nog leiden tot een daling van de lonen, een vermindering van jobs in de openbare sector, verhogingen van BTW en taksen, besparingen in openbare diensten en op uitkeringen.

Vanaf 2011 voerde de AKEL-regering drie besparingsoperaties door, waardoor de levensstandaard van personeelsleden in de publieke sector met 10% afnam en die van werknemers uit de private sector met nog meer.

Dat dit beleid geassocieerd werd met een ‘linkse regering’ die instond voor besparingen, armoede en werkloosheid, gaf extra ruimte aan de rechterzijde. Die speelde in op het ongenoegen van de bevolking en deed dit met een mengeling van populisme, nationalisme en racisme. De rechterzijde stelde zich voor als de ‘redder’ van het volk, ook al werd de regering van Christofias steevast opgeroepen om meer te besparen en ook al stemde de rechterzijde in het parlement voor ieder voorstel van besparing.

Neo-fascistische kandidaat

Tijdens de afgelopen vijf jaar wonnen de conservatieve, nationalistische en neoliberale stromingen aan populariteit binnen de rechterzijde. Er is ook het neofascistische ELAM dat het voorbeeld van haar Griekse zusterorganisatie, Gouden Dageraad, volgt. ELAM-aanhangers vielen migranten aan en organiseerden soepbedelingen voor Grieken. Het feit dat Gouden Dageraad verkozenen haalde in het Griekse parlement zette ELAM ertoe aan om publieke meetings te houden met parlementsleden van Gouden Dageraad.

ELAM kwam in 2011 voor het eerst op en haalde toen 1,08% (4.354 stemmen). Ondanks de campagne en de activiteiten met parlementsleden van Gouden Dageraad verloor ELAM nu terrein tot 0,88% (3.899 stemmen). Deze neergang werd bij veel jongeren en arbeiders met een zucht van opluchting onthaald. Maar het betekent enkel dat de linkerzijde en de antifascisten iets meer tijd krijgen om een massale beweging uit te bouwen op basis van een programma dat ingaat tegen racistische verdeeldheid door op te komen voor werk, huisvesting en sociale zekerheid voor iedereen. Zoniet dreigen ook in Cyprus gewelddadige neofascistische straatvechters zoals Gouden Dageraad terrein te winnen.

Grote toename van kiezers die niet stemmen

Het percentage van kiezers dat niet ging stemmen in zowel de eerste als de tweede ronde was historisch hoog. In de eerste ronde waren de kiezers die niet opdaagden samen met blanco en ongeldige stemmen goed voor 18%, in de tweede ronde liep dit op tot bijna 25%. Deze cijfers geven aan dat grote delen van de samenleving ontgoocheld zijn in de gevestigde partijen en zich niet vertegenwoordigd voelen door een van de kandidaten. Het wijst op het politieke vacuüm in de samenleving. Dat kan gevuld worden met een echte linkse antibesparingskracht die beschikt over een programma dat de noden van de arbeiders en armen centraal stelt. Als links niet met zo’n programma naar voor komt, is er een reëel gevaar dat het politieke vacuüm rechtse en mogelijk zelfs extreemrechtse krachten meer ruimte biedt.

Nood aan nieuwe linkse kracht met socialistisch programma

In de vijf jaar dat Christofias president was, heeft Nieuw Internationalistisch Links (het CWI in Cyprus) er steeds voor gepleit dat de AKEL een socialistisch programma naar voor moest brengen. Zeker nadat de economische crisis toesloeg was dit noodzakelijk. Bij het begin van het presidentschap van Christofias waren de statistieken voor de Cypriotische economie erg goed (zelfs beter dan die van Duitsland!) met een publieke schuld van minder dan 60% van het BBP en een overschot op de begroting. De problemen die ontstonden, waren in essentie veroorzaakt door de crisis in de banksector. In deze omstandigheden had de AKEL een andere koers moeten varen en moeten ingaan tegen het beleid dat door de trojka werd geëist. De eerste maatregelen hadden onder meer moeten bestaan uit de nationalisatie van de banksector onder controle van het personeel en de gemeenschap. De AKEL deed dat niet, redde de Marfin Laiki Bank, zadelde de gemeenschap met een enorme schuld op en liet het oude management van de bank gewoon verder doen.

Een socialistisch beleid voeren, zou betekenen dat de AKEL de steun van de arbeiders en jongeren mobiliseert in een confrontatie met de belangen van de heersende klasse. De partij zou op die manier een campagne kunnen voeren rond een duidelijk linkse kandidaat met een socialistisch alternatief op het memorandum en de kapitalistische economische crisis.

In plaats van de macht van het kapitaal te bestrijden en een eigen kandidaat naar voor te schuiven, besloot de leiding van de AKEL om het systeem te beheren als ze aan de macht was om vervolgens een centrumlinkse kandidaat te steunen. Bij gebrek aan een strijdbare socialistische kandidaat kon de rechterzijde de macht overnemen.

Ondanks de verkiezingsnederlaag lijkt de AKEL-leiding niet bereid om conclusies te trekken. De partijleiders verklaarden dat ze een ‘verantwoordelijke oppositie’ zullen voeren. En dat wordt bevestigd in de eerste verklaringen na de verkiezingen. De partij verklaarde dat het de belangen van de werkende bevolking wil verdedigen “in aansluiting met de algemene belangen van de samenleving” – wat meteen de deur open zet voor een brede interpretatie die een steun aan het besparingsbeleid toelaat. De AKEL-leiders gingen nog verder en verklaarden met de andere partijen te willen samenwerken voor de cruciale uitdagingen waar het land voor staat. De partij wil met andere woorden samenwerken met neoliberale partijen, zelfs als het tegen de belangen van de bevolking ingaat.

De beperkingen van de AKEL maken het steeds meer noodzakelijk om tot een nieuwe massale linkse oppositie te komen. Een strijdbare socialistische kracht zou opkomen rond volgende eisen:

  • Tegen het memorandum en de trojka
  • Voor de nationalisatie van de banken onder de controle en het beheer van het personeel en de samenleving
  • Stop de afbetaling van de schulden
  • Belast de rijken en de kerk
  • Tegen besparingen
  • Voor banden met het verzet tegen de besparingen in het zuiden en noorden van Europa, voor het omverwerpen van het kapitalisme en de opbouw van een democratische en vrijwillige socialistische federatie doorheen Europa
0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop