Eind december werden actievoerders die protesteerden tegen nieuwe homofobe wetten hardhandig aangepakt door de politie. Een tiental onder hen werd opgepakt. Igor Yashin, een prominent lid van het CWI in Rusland en actief in de holebibeweging, was een van hen. Hij beschrijft wat er gebeurde bij het protest en hoe de strijd tegen homofobie er in Rusland voor staat.
Op 19 december werden een 15-tal mensen opgepakt bij een protest voor het Russische parlement in Moskou. Op dezelfde dag zou het parlement een eerste discussie voeren over een wet die “homoseksuele propaganda onder minderjarigen” aan banden moet leggen. De wet is er in werkelijkheid op gericht om de rechten en vrijheden van de volledige LGBT-gemeenschap (lesbiennes, gays, biseksuelen en transgenders) te beperken. Het dreigt ook te leiden tot een toename van homofobe vooroordelen en het zal enorme problemen creëren voor LGBT-tieners.
Rusland kent een van de hoogste niveaus van geweld binnen het gezin en van zelfdoding onder tieners. In het westen ligt het zelfmoordcijfers van LGBT-tieners drie tot vier keer zo hoog als onder hetero-tieners. In Rusland wordt dergelijke informatie niet eens bijgehouden. De frauduleus verkozen parlementsleden verbergen zich achter ‘morele waarden’ in een poging om in te spelen op breed verspreide vooroordelen. Ze doen dit voor eigen gewin en gaan volledig voorbij aan het welzijn van kinderen en tieners.
Samen met deze wet werd ook gediscussieerd over een wet om de adoptie van Russische wezen door Amerikaanse gezinnen te verbieden. Nochtans kennen wezen in Rusland een weinig benijdenswaardig lot. De parlementsleden vonden het echter nodig om ‘wraak’ te nemen omdat de VS de ‘Magnitskii wet’ goedkeurde, een poging om op te treden tegen Russische bureaucraten die bij corruptie betrokken zijn. De Russische wezen worden ingezet als een pion in het steekspel tussen Poetin en het westen. De ‘patriotten’ van de Russische Communistische Partij stemden bijna allemaal voor deze nieuwe wetten.
De nieuwe homofobe wet wordt door het regime door het parlement gejaagd als onderdeel van een reeks antidemocratische en asociale wetten. De heersende elite wil haar machtspositie behouden, ook indien er massaal protest is. Op regionaal vlak werden ook al dergelijke wetten gestemd en dit nog voor de verkiezingen van december 2011 die leidden tot massale acties. De heersende partij, Verenigd Rusland, weet dat haar positie in de samenleving verzwakt is. Ze probeert gebruik te maken van bestaande vooroordelen om het tij te keren.
Eerder werden ook in Sint-Petersburg homofobe regels opgelegd, daar gebeurde dat onder het mom van de ‘bescherming van kinderen’. Na de verkiezingen trok de regionale gouverneur van Sint-Petersburg alle anti-democratische regels in, met uitzondering van de homofobe wetten.
Reactionaire aanvallen
De reactionaire aanvallen door de autoriteiten blijven aanhouden. Leden van de punkgroep Pussy Riot werden tot twee jaar gevangenisstraf veroordeeld omwille van een vreedzaam protest in een kathedraal. De regering overweegt een nieuwe wet om de rechten van ‘gelovigen’ te beschermen. Er is censuur om het internet af te schermen. En ondertussen blijven corruptieschandalen uitbreken aan de top van de regering en onder de kerkelijke overheden.
De negatieve gevolgen van de antidemocratische en homofobe wetten laten zich al gevoelen in verschillende regio’s. De wetten zijn slecht opgesteld waardoor ze vaak moeilijk afdwingbaar zijn, maar het bestaan ervan levert LGBT-organisaties veel problemen op. Veel mensen zijn bang om LGBT-groepen te ondersteunen of om zich publiekelijk uit te spreken tegen homofobie. Er waren ook al verschillende openlijke fysieke aanvallen op activisten en tegen culturele en sociale evenementen van LGBT-groepen.
In Moskou bestond er nog geen anti-LGBT wet, maar de autoriteiten weigeren wel toelating te geven aan iedere protestactie van LGBT-activisten. Die weigering wordt gerechtvaardigd met het argument dat zo’n protestacties ‘negatieve reacties in de samenleving’ zouden teweegbrengen, dat ze ‘provocatief’ zijn en dat ze ‘morele schade veroorzaken onder kinderen en tieners’.
Op 19 december namen leden van het CWI met andere LGBT-activisten deel aan een protestactie voor het parlement. Het ging om een ‘individueel piket’, een protestactie waarvoor geen toelating door de overheid vereist is omdat er slechts één persoon is met een protestbord. Op de borden stonden slogans als: ‘We willen geen homofobe wetten, maar gratis kinderopvang, onderwijs en ziekenhuizen’ en ‘Homofobie is de vijand van de arbeiders – eenheid tegen verdeeldheid, voor democratische en sociale rechten’. We stonden anderhalf uur in de extreme koude om beurtelings te protesteren.
Tegen de middag waren er een 30-tal betogers en werd besloten om een flashmob te houden waarbij de betogers elkaar op de trappen van het parlement zouden kussen. De regeringsgezinde ‘Russische orthodoxe activisten’ begonnen met rotte eieren naar de betogers te gooien. De politie deed daar niets tegen, maar besloot integendeel om de LGBT-activisten aan te pakken. Ik werd opgepakt omdat ik de politie vroeg waarom ze de conservatieve aanvallers ongemoeid lieten. Uiteindelijk werden 10 LGBT-activisten opgepakt en ook 5 conservatieven.
‘Hooliganisme’
We zaten 30 uur vast in de cel. Ondanks een enorme protestcampagne tegen onze arrestatie werden na een aantal uren slechts enkele mensen vrijgelaten. We kregen te horen dat we zouden vervolgd worden wegens ‘hooliganisme’ en tot 15 dagen in de cel zouden blijven. Tegen de avond mochten we de beschuldigingsakte zien. Daarin stond dat we hadden geroepen en gevochten.
Zelfs de politie op het kantoor was niet opgezet met de wijze waarop we behandeld werden. Ze gaven toe dat ze ons niet wilden houden, maar dat er orders ‘van bovenaf’ waren gekomen en dat de autoriteiten bij ieder telefoongesprek van mening veranderden over wat er met ons moest gebeuren. Op het einde van de nacht werd een van ons vrijgelaten, de journaliste Elena Kostyuchenko die onder meer als eerste verslag uitbracht van de schokkende gebeurtenissen in Zhanaozen in december 2011. Op 16 december sprak Elena nog op de betoging in Moskou waar de slachtoffers van het bloedbad in Zhanaozen werden herdacht.
De dag na onze arrestatie werden we voor de rechter gebracht. Op dat ogenblik waren we er met onze advocaten in geslaagd om meer dan tien ooggetuigen te verzamelen en was er ook videomateriaal. Rechter Borovkova staat er echter voor bekend dat ze oppositiestemmen liefst naar de gevangenis verwijst. Ze weigerde onze zaak te nemen en verwees naar fouten die de politie zou gemaakt hebben bij het invullen van de beschuldigingsakte. We werden terug naar het politiekantoor gestuurd. Onze advocaten slaagden er in om daar tot een akkoord met de politie te komen. We kregen elk een boete van 500 roebel (12 euro) wegens ‘hooliganisme’. Na 30 uur in de cel kwamen we vrij.
De parlementaire discussie wordt verdergezet op 22 januari. LGBT-activisten en sympathisanten zullen eens te meer hun verzet laten zien. Het is duidelijk dat het homofobe beleid van de autoriteiten verbonden is met de economische en politieke crisis in het land. Het is dan ook noodzakelijk om solidariteit te zoeken bij andere groepen die vandaag in strijd gaan. Steeds meer LGBT-activisten richten zich ook op verschillende protestacties voor de verdediging van democratische rechten. Op 1 mei vorig jaar sloten tientallen LGBT-activisten en vrouwenactivisten zich aan bij het blok van het CWI om samen sociale eisen en de roep naar gelijke rechten te ondersteunen.
Nikolai Kavkazskii – maandenlang in de cel
De repressie tegen de oppositie treft ook LGBT-activisten. Een van de bekendste activisten is Nikolai Kavkazskii. Hij verbleef al maandenlang in de cel na arrestaties in het kader van de betoging op 6 mei waar de politie erg brutaal tegen optrad. Hij werd ook opgepakt toen hij terugkeerde vanop het zomerkamp van het CWI. Een andere LGBT-activist moest naar Europa vluchten toen duidelijk werd dat hij zou opgepakt worden.
Jammer genoeg zijn er ook in de Russische linkerzijde heel wat vooroordelen tegenover LGBT-activisten. Op 7 november – de dag van de revolutie – gingen enkele ‘linkse’ militanten over tot een aanval op iemand die een regenboogvlag had meegebracht, ze riepen dat de LGBT-beweging ‘burgerlijk’ zou zijn. De activist die werd aangevallen, een sympathisant van het CWI, was een jonge elektricien die net vanuit het verre oosten van Rusland naar Moskou was verhuisd om werk te zoeken. Terwijl deze zogenaamde ‘linksen’ problemen hebben met de aanwezigheid van LGBT-activisten, hebben ze veel minder problemen met de aanwezigheid van grote groepen extreemrechtse nationalisten op hun betogingen.
Het geeft aan hoe breed homofobe en nationalistische vooroordelen verspreid zijn, ook binnen de Russische linkerzijde. Het leidt echter ook tot discussie over deze vooroordelen. Vertegenwoordigers van de onafhankelijke vakbonden hebben de LGBT-beweging gecontacteerd om samen op te komen voor gelijke rechten.
Vandaag liggen niet alleen de rechten van LGBT-activisten onder vuur, het gaat om de rechten en vrijheden van de meerderheid van de bevolking, de arbeiders, studenten en gepensioneerden. Vandaag moeten we meer dan ooit de oude vooroordelen overstijgen om samen te strijden voor onze rechten. Op 22 januari zal er opnieuw protest zijn, wij roepen LGBT-groepen, activisten en sympathisanten op om solidair te zijn.