Your cart is currently empty!
Recht op abortus moet nog steeds worden afgedwongen
Het nieuws dat in Ierland vorige maand een jonge vrouw overleed nadat haar een abortus werd geweigerd, sloeg in als een bom. Acties en marsen volgden en ook in Brussel werd protest georganiseerd om deze situatie aan te klagen. Hoe komt het dat in de eenentwintigste eeuw het recht op abortus in Ierland – en in vele andere landen- nog niet bestaat? En waarom moeten we ook in België steeds blijven vechten voor het behoud van deze rechten?
Artikel door Marlies uit de december/januari-editie van ‘De Linkse Socialist’
Op 21 oktober werd Savita Halappanavar opgenomen in het ziekenhuis van Galway, waar duidelijk werd dat ze een miskraam zou krijgen. Meermaals vroeg de vrouw om de zwangerschap te beëindigen, maar haar verzoek werd geweigerd aangezien er nog een foetale hartslag was. Na twee dagen hevige pijn volgde een spontaan miskraam en werd de vrouw in kritieke toestand geopereerd. Op 28 oktober stierf Savita ten gevolge van een bloedvergiftiging en multi-orgaanfalen. Iets wat vermeden had kunnen worden, mocht er sneller ingegrepen zijn.
Eens het nieuws bekend raakte, volgde er een storm van protest. In Dublin kwamen twintigduizend mensen op straat voor het recht op abortus, dat in Ierland onbestaand is. Nochtans werd in 1992 door het Hooggerechtshof besloten dat er een uitzondering kan worden gemaakt op het verbod wanneer het leven van de vrouw in gevaar komt. Geen van de vijf regeringen die sindsdien aan de macht waren, hebben de uitzondering in de wet opgenomen. Ook nu gaf eerste minister Enda Kenny, een christendemocraat, reeds te kennen dat er geen snelle aanpassing van de wetgeving zal volgen.
De helft van de abortussen die wereldwijd plaatsvinden, worden door een verbod nog steeds onveilig uitgevoerd en een op acht vrouwen laat hierbij het leven. Een onderzoek van de Wereld-gezondheidsorganisatie wees uit dat in de voormalige Sovjetrepublieken, waar abortuswetgeving veelal onder kerkelijke druk wordt beperkt, de kans dat vrouwen tijdens hun zwangerschap sterven vier keer hoger ligt dan in de Europese Unie. Het gebrek aan mogelijkheden om op een legale manier een zwangerschap af te breken, leidt onder meer tot doe-het-zelfsituaties waarvan onvruchtbaarheid en sterfte het gevolg kunnen zijn.
Sommige vrouwen trekken naar het buitenland voor een abortus, maar dat is niet vanzelfsprekend voor wie daar de middelen niet toe heeft. Vaak zijn het net vrouwen in moeilijke financiële situaties die geen geld uittrekken voor voorbehoedsmiddelen, als die al aanwezig zijn. Financiële redenen zijn overigens nog vaak een argument dat wordt aangehaald om een zwangerschapsonderbreking te ondergaan. Opkomen voor het recht om een kind te kunnen houden, is evenzeer een onderdeel van de vrouwenstrijd.
Op 21 november vond er aan de Ierse ambassade in Brussel een protestactie plaats tegen de abortuswetgeving, waarop een honderdtal mensen hun verontwaardiging uitten. Ook in Schotland, Duitsland, Zweden, Hong Kong, India en de VS vonden die dag protesten plaats na een oproep van het Ierse europarlementslid Paul Murphy.
In België organiseert de Belgische pro-lifebeweging elk jaar een ‘mars voor het leven’ waarop abortus vanuit religieus standpunt wordt betwist. Aan verschillende abortuscentra worden vrouwen door leden van die beweging een schuldgevoel aangepraat over hun beslissing. Het is niet enkel in Ierland, maar ook in landen zoals België, waar abortus wel wettelijk is, dat de strijd nog niet is gestreden en we onze verworven rechten moeten blijven verdedigen.