Peiling na peiling blijft de N-VA scoren. De resultaten variëren, maar zitten steevast boven de kaap van 30% en gaan tot 38,4% in een peiling van De Morgen. De partij van Bart De Wever is euforisch en ziet hierin graag een steun aan haar programma. Studies over de kiezers van N-VA spreken dat tegen. En de ‘alternatieven’ van N-VA op sociaaleconomisch vlak zijn allerminst een lachertje voor de meerderheid van de bevolking.
Artikel door Geert Cool uit de aprileditie van ‘De Linkse Socialist’
Wie stemt N-VA?
Een studie van Marc Swyngedouw en Koen Abts (KULeuven) na de verkiezingen van 2010 geeft aan dat de N-VA een bijzonder divers kiespubliek aanspreekt. Alle gevestigde partijen verloren kiezers aan De Wever. Dat gebeurt niet zozeer op basis van de aantrekkingskracht van het nationalisme.
Volgens een peiling van De Morgen en VTM meent 25% van de Vlaamse bevolking dat de staatshervorming van de regering Di Rupo een slechte zaak is. Het feit dat slechts 17% stelt dat het een goede zaak is, betekent dat de overige 58% zich niet interesseert voor deze kwestie of een neutrale positie inneemt. Slechts een minderheid van de bevolking heeft een uitgesproken mening over wat voor de N-VA ‘core-business’ is.
De overtuigde flaminganten stemmen volgens professor Swyngedouw al langer N-VA, ook toen de partij met de kiesdrempel streed. “Sinds 1991 merken we dat die groep even groot blijft, dus ik denk niet dat daar nieuwe kiezers zitten. Als de N-VA spreekt van mensen die zich bekeren tot een Vlaamsgezindheid die er bij hen niet ingebakken zit, is dat in hoofdzaak wishful thinking”, aldus de professor.
N-VA heeft vooral kiezers gewonnen bij ondernemers die teleurgesteld waren in Open Vld, foertstemmers die voorheen VB of LDD stemden en apolitieke stemmers die kiezen voor wie “sympathiek” over komt. Indien N-VA vandaag zo’n hoge toppen scheert, wijst dat vooral op het bestaan van een grote en groeiende groep anti-establishmentkiezers. De grootste sterkte van de N-VA is de zwakte van de anderen. Eens duidelijk wordt dat het ‘alternatief’ van N-VA uit meer van hetzelfde beleid bestaat, dreigt dan ook een erg groot vacuüm te ontstaan.
In woelig vaarwater met De Wever
N-VA weet dat het niet scoort omwille van haar programma. De partij maakte zelfs bekend dat het een gedetailleerd alternatief op de begroting van de regering liever niet naar buiten brengt omdat het “politiek niet opportuun” is. De partijleiders beseffen dat de asociale voorstellen van N-VA heel wat kwaad bloed zouden zetten en dus willen ze een discussie daarover vermijden.
De N-VA staat voor het onverkort uitvoeren van de aanbevelingen van de EU en het IMF. Meer nog, de partij zou er graag nog een besparingsschepje bovenop doen. Dat betekent dat de indexering van de lonen en uitkeringen op de helling wordt gezet, dat de pensioenleeftijd omhoog moet, de werkloosheidsuitkering in de tijd beperkt,… De Wever verklaarde vorig jaar in een interview dat 15 miljard euro kan bespaard worden in de sociale zekerheid. Hoe dat zou kunnen zonder sociaal bloedbad, maakte hij niet duidelijk. Volgens CD&V zou een dergelijke operatie de minimumpensioenen gemakkelijker 100 euro per maand lichter maken.
In de nota “Besparen en groeien” stelt N-VA bijna terloops voor om in 2012 de indexering van de lonen en de sociale uitkeringen te stoppen. De partij gaat hiermee verder dan wat de EU en het IMF voorstellen. Geen hervorming of aanpassing van de index voor de Vlaams-nationalisten. Neen, zij gaan voor de volledig afschaffing.
Een dergelijk programma zou natuurlijk leiden tot een harde confrontatie met de arbeidersbeweging. De pensioenhervorming van de regering gaat volgens De Wever niet ver genoeg, maar het botste wel op een betoging met 80.000 deelnemers en een algemene staking. Wat zou de reactie zijn als het programma van De Wever wordt voorgesteld?
Volgens professor Swyngedouw is de harde confrontatiekoers van N-VA net een reden waarom een aantal ondernemers wantrouwig blijven. “Volgens mij beseffen zij dat het programma van de N-VA niet gelijk staat aan sociale vrede. Als het wordt uitgevoerd, dreigen we in woelig vaarwater te belanden.”
Oppositie niet aan N-VA overlaten
Uit een peiling van De Morgen blijkt dat er een uitgesproken polarisatie is rond thema’s als werkgelegenheid, koopkracht en pensioenen. Vlak voor de staking van 30 januari werd ons gezegd dat slechts een minderheid het protest steunde, maar nu blijkt dat 71% de maatregelen negatief inschat. Bovendien meent 78% dat het de foute kant uitgaat met de koopkracht, in Vlaanderen is 73% die mening toegedaan. Dit soort cijfers geeft aan in welke mate de electorale steun voor N-VA op een zeepbel is gebaseerd.
Als N-VA van het toneel verdwijnt, staat het VB klaar om in navolging van Marine Le Pen in Frankrijk een nieuwe opleving te maken. We mogen de oppositie tegen de besparingsregering niet overlaten aan andere besparingspartijen. We moeten met de arbeidersbeweging zelf bouwen aan een eigen politieke stem.