Your cart is currently empty!
Tag: rechtse regering
-
Het leugenpaleis van Michel 1

Foto: PPICS We hebben in ‘De Linkse Socialist’ de regering-Michel steeds omschreven als Thatcheriaans. De genomen maatregelen zijn effectief geïnspireerd door het neoliberalisme van Ronald Reagan en Margaret Thatcher in de jaren 1980. Het resultaat bestond toen uit een toegenomen ongelijkheid en armoede, een grotere publieke schuld en een fenomenale toename van de rijkdom van de allerrijksten. Hetzelfde doen leidt doorgaans tot dezelfde resultaten. De maatregelen van de regering-Michel zijn helemaal niet modern. Het zijn dezelfde oude leugens maar dan in een nieuwe verpakking.
Artikel door Alain (Namen) uit maandblad ‘De Linkse Socialist’
Jobs, jobs, jobs…
De Duitse kanselier Helmut Schmidt verklaarde in 1974: “De winsten van vandaag zijn de investeringen van morgen en de jobs van overmorgen.” De regering-Michel heeft deze oude leugen overgenomen om een cadeaubeleid voor de werkgevers te voeren. Na de tax shift wordt nu gesproken over een verlaging van de vennootschapsbelasting tot ongeveer 20%. Het argument hiervoor: “jobs, jobs, jobs.”
Nochtans maken de recente afdankingen bij ING, Caterpillar, P&V, Axa, CP Bourg, MS Mode, Douwe Egbert en tal van andere bedrijven duidelijk dat dit beleid niet werkt. Bij Caterpillar worden al sinds 1990 grote dividenden uitbetaald. In 2014 bijvoorbeeld kregen de aandeelhouders 1,2 miljard dollar of 43% van de winst. De winsten van vandaag zijn met andere woorden niets anders dan de winsten van vandaag.
Deze regering (en zijn voorgangers) kent maar één manier om het aantal werklozen te verminderen: massale uitsluiting waarbij tienduizenden mensen tot nog ergere armoede veroordeeld worden. De werkgelegenheidsgraad is tussen het eerste kwartaal van 2015 en het eerste kwartaal van 2016 met 0,5% gedaald. Enkel de uitsluiting van 45.000 werklozen (met een inschakelingsuitkering) droeg bij tot de ‘daling’ van de werkloosheidscijfers.
De koopkracht neemt toe
Op 23 juli 2014, tijdens de regeringsvorming, verklaarde Charles Michel dat het verbeteren van de koopkracht een absolute prioriteit was. Daartoe herneemt Michel de oude ideeën van de economische school van Chicago die beweerde dat rijkdom aan de top van de samenleving doorsijpelt naar de rest. Dat was hoe Ronald Reagan zijn fiscale cadeaupolitiek voor de rijksten verdedigde.
Reeds in de jaren 2000 ging de regering-Verhofstadt over tot het afschaffen van de hoogste belastingschijven en het verminderen van werkgeversbijdragen aan de sociale zekerheid. In de huidige context van de crisis worden de cadeaus aan de rijksten betaald door drastische besparingen op de sociale zekerheid. Dat zet het sociaal weefsel onder druk waarbij steeds meer mensen uit de boot vallen. Het doet bovendien de publieke schuldenberg aangroeien. Vandaar dat dit en volgend jaar nog eens 2,4 miljard euro moet bespaard worden. De tax shift is nog niet volledig gefinancierd en er komt al een verlaging van de vennootschapsbelasting. Dit terwijl de gewone werkenden al sinds 2009 loonmatiging ondergaan gevolgd door een indexsprong, versnelde daling van de werkloosheidsuitkeringen en afbouw van de sociale zekerheid.
De rijkdom sijpelt niet door naar de grote meerderheid van de bevolking, het blijft steken bij de superrijken. De rijken dragen niet bij tot de ontwikkeling van de samenleving, maar tot de economische, sociale en ecologische vernietiging ervan. In 2014 sliep er maar liefst 240 miljard euro in de koffers van de niet-financiële Belgische bedrijven. De regering zou dat geld moeten activeren om de vele tekorten aan te pakken. De infrastructuur is er bijvoorbeeld slecht aan toe, wat toekomstige economische ontwikkeling nog meer ondermijnt.
Creatieve vernietiging
Er verdwijnt dan wel productie, maar dit biedt volgens de neoliberalen ruimte voor nieuwe initiatieven. “Snoeien om te bloeien,” heet het dan. Dat idee komt van de Oostenrijkse econoom Joseph Schumpeter. Innovatie werd omschreven als het hart van economische groei. Economische vernietiging werd gezien als de basis voor de creatie van een nog grotere welvaart in de samenleving. Vernietiging als opstap naar creatie dus.
Vandaag blijft er weinig van die mythe overeind, enkel de economische vernietiging blijft over. De besparingen leiden niet tot nieuwe bloei. Een econome van ING moest erkennen dat het harde besparingsbeleid in Nederland een rem vormt op groei: “We weten nu: je moet niet snoeien in de tuin als het vriest. Zeker niet als je tegelijk hervormt. Pas met de wijsheid achteraf zie ik dat snijden in de economie op het verkeerde moment soms groei kost.”
Nieuwe sectoren leiden evenmin tot een forse toename van de productiviteit. Wie dacht dat de nieuwe deeleconomie op basis van internet 2.0 of zelfs 3.0 hiervoor zou zorgen, werd met beide voeten op de grond gezet door het failliet van Take Eat Easy (4.500 jobs weg) of de strijd van het personeel bij Uber of Deliveroo.
De oude paradox van Solow duikt opnieuw op: “We zien overal computers behalve in de productiviteitscijfers.” Economen hebben het zelfs over het gevaar van een eeuwige stagnatie. Voor België wordt door het Planbureau een economische groei van ongeveer 1,5% voorzien in de periode tussen 2016 en 2021. Dat is dan nog zonder de hypothese van een grote economische schok die de vooruitzichten onderuit haalt.
Voor een betere toekomst, moeten we strijden!
Het beleid van de regering-Michel is achterhaald en het falen ervan wordt elke dag opnieuw aangetoond. Het bestaat uit oude recepten die reeds meermaals gefaald hebben en in laatste instantie enkel tot doel hebben om de door arbeid gecreëerde meerwaarde voor de grote bedrijven te vergroten. De arbeidersbeweging heeft methoden en organisaties ontwikkeld om daartegen in te gaan. We moeten deze methoden en tradities opnieuw opnemen om voor onze rechten op te komen en een alternatief uit te bouwen op het falende neoliberalisme.
-
Allemaal samen naar de betoging van 29 september
Twee jaar Michel 1: de rijken ontvangen, de rest betaalt
Je merkt het in je portemonnee: alles wordt duurder. Van voeding over telecom tot elektriciteit. De inflatie in België is opgelopen tot 1,6%, het hoogste niveau in heel Europa. De stijgende levensduurte is het gevolg van het regeringsbeleid met de verhoging van de BTW op elektriciteit, accijnzen en tal van taksen voor de bevolking.Artikel door Boris (Brussel)
De vermindering van onze lonen heeft de zogenaamde ‘loonhandicap’ tegenover de buurlanden weggewerkt. Maar voor deze regering volstaat dit niet. Ze wil nu ook de ‘wet van 1996 op het concurrentievermogen’ herzien om de lonen de komende tien jaar op dieet te zetten. De hervorming van de arbeidsmarkt, de wet-Peeters, had aanvankelijk tot doel om het werk haalbaar te maken ter compensatie van de verhoging van de pensioenleeftijd tot 67 jaar. Maar dat is omgevormd tot een voorstel om een einde te maken aan de 38-urenweek waardoor straks werkweken van 45 of zelfs 50 uur mogelijk worden.
Langs de andere kant heeft de regering maar liefst 12 miljard euro cadeau gedaan aan de grote bedrijven via allerhande fiscale voordelen. Voor multinationals is België een fiscaal paradijs. Het gaat zo ver dat een aantal technieken om belastingen te ontwijken onaanvaardbaar zijn voor de OESO en de Europese Commissie. De excess profit rulings en de notionele intrestaftrek moeten hierom herzien worden. In plaats van de grote bedrijven te laten bijdragen, wil de regering de vennootschapsbelasting verlagen en ondertussen de besparingen doorzetten waarbij de sociale zekerheid wellicht opnieuw in het vizier komt te liggen.
Twee jaar Michel, twee jaar besparen. Betoging op 29 september
In het kader van het tweede actieplan tegen het asociale beleid organiseren de vakbonden een nieuwe nationale betoging in Brussel op 29 september. Die betoging is gericht tegen alle asociale maatregelen die de regering de afgelopen twee jaar nam. In het actieplan werd dit gekoppeld aan een nationale algemene staking op 7 oktober, de verjaardag van het aantreden van de regering.
Heeft het zin om te betogen en actie te voeren? Als we met weinig zijn, zal de regering daar zelfvertrouwen uit halen om de aanvallen verder te zetten. Als we echter weer met 100.000 of meer zijn, zal de regering een andere toon moeten zoeken en kunnen we het klimaat creëren om meer mensen mee te trekken in de staking van 7 oktober en in de opbouw van de druk na die staking.
Redenen om te protesteren zijn er genoeg. De vele voorbeelden van sociale wantoestanden in de zorgsector, het onderwijs, de noodcentrales, de sociale sector, … bevestigen dit. Blijf niet aan de kant staan en doe mee. Iedereen kan een actieve rol spelen. Spreek over de betoging met je collega’s, vraag aan je syndicale afvaardiging om een personeelsvergadering te organiseren indien dit nog niet voorzien is. Stel aan vrienden of familieleden voor om mee te betogen. Hang een affiche aan je raam of bij handelaars in de buurt. Op school kan een klein mobilisatiecomité opgezet worden onder jongeren om samen met het personeel naar de betoging te gaan.
De regering-Michel staat op geen enkel vlak sterk. De arbeidersbeweging heeft de mogelijkheid om deze regering ten val te brengen. Maar dan is er ook nood aan eigen politieke stemmen. Als de vakbonden hun banden met de traditionele politieke partners breken en een kordaat initiatief nemen dat openstaat voor nieuwe sociale bewegingen, de PVDA en andere linkse organisaties zoals LSP, dan kan het politieke landschap van dit land hertekend worden. LSP wil daaraan meewerken en tegelijk zal het blijven opkomen voor een perspectief van socialistische maatschappijverandering.

Foto: PPICS -
Van ongenoegen tot massabeweging – de strijd tegen ‘Thatcher in België’
Met een actieplan dat opbouwt naar een algemene staking op 7 oktober weten we wat ons de komende maanden te doen staat: het ongenoegen op de werkvloer maar ook daarbuiten zoveel mogelijk omzetten in een actieve beweging waarmee we de regering doen vallen. Het eerste actieplan in 2014 toonde het potentieel: we deden de regering wankelen en zetten onze bekommernissen op de agenda van de publieke opinie. Maar toen viel het stil en kon de Thatcheriaanse regering overeind kruipen waarna nieuwe aanvallen volgden. Deze regering moeten we stoppen; ze uitzitten is onverantwoord voor onze levensstandaard.dossier door Geert Cool uit maandblad ‘De Linkse Socialist’
Actieplan van 2014 toonde het potentieel
Nog voor het aantreden van de rechtse regering in 2014 was er protest. Wat er zou komen was immers al duidelijk met de maatregelen van de gelijkaardig samengestelde Vlaamse regering. Die kondigde in de zomer van 2014 onder meer een forse verhoging van de inschrijvingsgelden voor het hoger onderwijs aan naast verhogingen van de zorgpremie en extra besparingen. Tegen de federale regering-in-vorming was er op 23 september 2014 een eerste militantenconcentratie met 7.000 aanwezigen in Brussel. Toen al was er sprake van een indexsprong, aanvallen op pensioenen en afbouw van het stakingsrecht. We zouden een ander type van regering krijgen, de slogan ‘Geen Thatcher in België’ vond gretig ingang op de militantenconcentratie.
In het pamflet dat wij verdeelden op 23 september deden we volgende voorstellen voor de strijd: “Waarom geen informatiecampagne, met degelijke argumentatie, pamfletten en affiches om collega’s op de werkvloer aan te spreken en te motiveren. Liefst met een concreet ordewoord zodat we gezamenlijk reageren en niet alle richtingen tegelijk uitgaan. Dat kan een nationale betoging of meerdere provinciale betogingen en meetings zijn om de strijdvaardigheid te meten. We kunnen er algemene vergaderingen tijdens de werkuren op de werkvloer aankondigen. Daar kan dan een actieplan ter discussie worden voorgelegd, met provinciale beurtstakingen en betogingen die uitmonden in een nationale 24- of 48-urenstaking. Als de regering tegen dan nog niet toegegeven heeft of gevallen is, kan een week later op algemene vergaderingen op de werkvloer de idee van een dagelijks hernieuwbare staking worden voorgelegd, gestemd en georganiseerd.”
Er kwam effectief een nationale betoging op 6 november, gevolgd door provinciale stakingen op 24 november, 1 december en 8 december om een hoogtepunt te kennen met de algemene staking van 15 december 2014. Waar er personeelsvergaderingen gehouden werden, versterkte dit de strijd. Maar het bleef beperkt tot enkele werkplaatsen. Het initiatief bleef grotendeels in handen van de vakbondsleidingen, wat het mogelijk maakte om begin 2015 de beweging stil te leggen. Dit gebeurde niet zonder moeite.
Een wel erg nipte meerderheid in de ACV-Raad van 10 februari – 49% voor, 45% tegen, 6% onthouding – stemde voor het loonakkoord met een marge van maximaal 0,8%, maar met behoud van de indexsprong. Er werd hoop gevestigd in het overleg, onder meer in het kader van een tax shift die voor eerlijker fiscaliteit moest zorgen. Die tax shift werd echter een nieuwe aanval op onze koopkracht en een nieuw cadeau aan de grote bedrijven. Het overleg leverde niets op en als er al een kleinigheid dreigde afgedwongen te worden via het overleg, schoof de regering dit meermaals gewoon aan de kant, denk maar aan de correcties voor de eindeloopbaan of de beschikbaarheid van oudere werklozen. Voor harde aanvallen als de afschaffing van de 38-urenweek en het overloon, werd zelfs geen sociaal overleg meer georganiseerd. Ondertussen werden de acties in de eerste maanden van 2015 beperkt tot ‘thematische’ acties zonder perspectief of enthousiasme.
Het einde van het eerste actieplan in 2014 was ontgoochelend voor veel militanten. Maar we mogen de positieve elementen ervan niet vergeten: het opbouwend karakter van de acties waarmee we onze krachten versterkten, de offensieve acties waarmee we ook andere lagen meetrokken en de publieke opinie aan onze kant kregen, het feit dat we met onze acties de regering konden doen wankelen. Velen zagen het potentieel van deze beweging, waardoor de ontgoocheling door het niet realiseren ervan groter was.
Een nieuw actieplan vertrekt vandaag van de ervaringen en verworvenheden van het actieplan in 2014. De basis van de vakbonden is groter geworden, het recordaantal kandidaten bij de sociale verkiezingen (132.750!) bevestigt dit. Dit zijn meer kandidaten dan in 1979, na de eerste protestgolf tegen de aanzetten tot neoliberaal besparingsbeleid met onder meer de vrijdagstakingen van 1977 tegen de rooms-blauwe regering Tindemans-De Clercq die onder druk van het protest viel. Daarna duurde het tot 1981 vooraleer een nieuwe rechtse regering de neoliberale draad terug oppikte. Sindsdien zijn heel wat industriële bastions verdwenen, maar toch waren er dit jaar meer kandidaten bij de sociale verkiezingen. Ook blijkt de betrokkenheid bij de vakbonden groter te zijn, zo stelt een studie van interimkantoor Randstad dat 53% van de werknemers zich vandaag sterk betrokken voelt bij de vakbond, tegenover 44% bij de vorige sociale verkiezingen in 2012. Ook dit is het resultaat van het opbouwend karakter van het actieplan in 2014.
Daarnaast kunnen we vandaag verder bouwen op de ervaring van een offensieve strijd waarmee we onze eisen brede ingang lieten vinden waardoor we andere lagen meetrokken. Eind 2014 gaf een peiling van VTM en Knack aan dat maar liefst 85% van de Vlamingen voorstander was van een vermogensbelasting, ook stelde 55% begrip te hebben voor het vakbondsprotest. Op de betogingen en stakingen was er telkens ondersteuning door jongeren – zeker in Gent waar er een beweging tegen de verhoogde inschrijvingsgelden werd uitgebouwd – en vanuit de socio-culturele sector met onder meer Hart boven Hard. In een offensieve strijd is hetgeen ons verenigt evidenter dan wat ons verdeelt.
Na het actieplan van 2014 stelt de vraag zich wel hoe we zelf meer controle op onze strijd kunnen hebben, zodat er niet gewoon van bovenaf op een pauze- of stopknop wordt geduwd. Het voorstel dat wij in september 2014 al deden rond personeelsvergaderingen om het actieplan te bespreken en te stemmen, heeft niet enkel tot doel om de betrokkenheid bij de acties te vergroten. Het stelt ook de vraag wie er de verantwoordelijkheid voor de acties neemt, dus ook voor het stopzetten ervan. Zo kunnen we de grotere actieve basis van de vakbonden consolideren en ten volle benutten.
In 2014 was de regering aan het wankelen, net voor de algemene staking van 15 december stond volgens een peiling van La Libre en RTBF nog slechts 20% positief tegenover de regering-Michel, tegenover 43% negatief en 39% onbeslist. Tegenover de Vlaamse regering stonden meer mensen negatief (29%) dan positief (28%). Met een Thatcheriaanse regering die na elke slag terug overeind probeert te kruipen om des te harder terug te slaan, weten we dat overleg ons nergens zal brengen. De regering uitzitten in de hoop op beterschap na volgende verkiezingen, betekent dat we zeker in de huidige context van economische problemen nog jaren van besparingen laten passeren. En dan nog is het resultaat onzeker. De Britse vakbondsleiding volgde deze strategie maar de conservatieven van Cameron wonnen de volgende verkiezingen en zetten het besparingsbeleid verder. Dit kunnen we in België niet riskeren, de inzet van ons protest moet de val van de regering zijn. Gelijk welke regering daarna komt, zal rekening moeten houden met een zelfbewustere arbeidersklasse.
Samengevat: we moeten ons sterker organiseren om de betrokkenheid te maximaliseren en de beweging te versterken, maar meteen ook onze democratische controle op onze strijd te vergroten. Hiermee kunnen we het ongenoegen omzetten in een brede massabeweging waarmee we op basis van een opbouwend actieplan de rechtse regering en het besparingsbeleid wegstaken. Wie de strijd aangaat, kan verliezen. Wie ze niet aangaat, is al verloren.
Algemene staking: ‘als uw machtige arm het wil, ligt heel het raderwerk stil’
Onderhuids groeit het ongenoegen bij brede lagen van de bevolking. Tegelijk is de heersende retoriek van de gevestigde politici en de traditionele media bijzonder rechts. Sommigen leiden daaruit af dat er een verrechtsing zou zijn en dat het draagvlak voor de vakbondsacties en –standpunten beperkt zou zijn. Als we op de media afgaan, klinkt dit aannemelijk en het heeft ongetwijfeld een zeker effect. Maar het onderhuidse ongenoegen tegenover de enorme ongelijkheid en de besparingen die telkens opnieuw onze levensstandaard ondermijnen, verdwijnt niet omdat het in de kranten wordt weggeschreven.
In feite is er een groeiende kloof tussen de heersende retoriek en wat er door brede lagen van de bevolking wordt ervaren en gedacht. Gevestigde partijen die zich links noemen, zoals de sociaaldemocratie (PS, SP.a) en de groenen kijken vooral naar boven en passen zich makkelijk aan de rechtse retoriek aan. Dit isoleert hen van het breed gedragen ongenoegen en maakt het ook erg moeilijk om daar een politieke vertaling aan te geven.
Doorheen onze acties, zeker in het kader van een opbouwend actieplan dat meerdere maanden duurt, kunnen we wat onbewust aanwezig is bewust maken. Elke strijdbeweging is rijk aan lessen en nieuwe activisten die ervoor zorgen dat we op grotere schaal onze eisen en bekommernissen naar voor kunnen brengen. Een algemene staking vormt daar een hoogtepunt van, het toont immers aan dat de gewone werkenden in staat zijn om de economie plat te leggen. Zonder onze arbeidskracht is hun kapitaal niets waard. “Als uw machtige arm het wil, ligt heel het raderwerk stil,” was de slogan van de Nederlandse spoorstaking van 1903.
De nadruk bij een algemene staking in de huidige context ligt vooral op het eenmakende karakter ervan: we staken allemaal samen, niet sector per sector of regio per regio. Maar een algemene staking gaat verder dan dat. Het betekent een mobilisatie van de arbeidersklasse tegen de kapitalisten en tegen de kapitalistische staat, zelfs indien niet alle deelnemers van de staking zich daar ten volle bewust van zijn. Een algemene staking legt immers het volledige systeem plat en zorgt ervoor dat duidelijk wordt dat de gewone werkenden, de arbeidersklasse, in staat zijn om de samenleving in handen te nemen.
Bij een algemene staking van langere duur waarbij stakerscomités de bevoorrading gaan organiseren, stelt dat zich nog scherper. Dan hebben we in feite twee machten: de verlamde kapitalistische en het embryo van een nieuwe arbeidersstaat. De burgerij zal nooit zomaar de macht uit handen geven, we zullen georganiseerd moeten zijn en afrekenen met alle mogelijke wapens van de kapitalistische staat. Een algemene staking vandaag is vooral gericht op het tonen van de sterkte en de solidariteit van de arbeidersbeweging, het kan lagen meetrekken die voorheen nog niet tot actie bereid waren. Bovendien wordt doorheen deze strijd veel geleerd, praktische ervaringen wegen altijd sterker door. Daar moeten we ook iets mee doen: een krachtsverhouding uitbouwen waarmee we doorheen algemene stakingen tot een breuk met het kapitalisme komen en kunnen beginnen met de opbouw van een ander systeem, een socialistische samenleving.
Een eigen politiek alternatief voor de arbeidersbeweging
De regering en het besparingsbeleid wegstaken is mogelijk. Maar wat komt er daarna?
Een terugkeer van een centrumlinkse regering onder leiding van de sociaaldemocratie die hetzelfde beleid op een trager ritme voert, is geen alternatief. Natuurlijk zou een regering die aantreedt nadat haar voorganger is gevallen onder druk van arbeidersprotest, op haar tellen moeten passen. Na de val van de regering Tindemans-De Clercq in 1977 duurde het vier jaar voor er een regering kwam die opnieuw dezelfde aanvallen durfde doorvoeren. Na de val van de regering Martens-Verhofstadt in 1987 onder druk van het protest tegen het Sint Annaplan in 1986, verdwenen de liberalen voor meer dan 10 jaar uit de regering. Een regering die volgt op een weggestaakte regering – ook al wordt die val uiteindelijk communautair ingekleurd zoals het in 1977 en 1987 gebeurde – moet rekening houden met een meer zelfbewuste arbeidersklasse.
De ambitie van de arbeidersbeweging mag zich niet beperken tot het wegstaken van een rechts beleid. We moeten eigen alternatieven naar voor schuiven en bouwen aan eigen politieke instrumenten om die alternatieven te bekomen. Er ontstaan wereldwijd nieuwe linkse krachten die met meer of minder doorzettingsvermogen de kwestie van een ander beleid op de agenda zetten, denk maar aan Syriza (Griekenland), Podemos (Spanje), Jeremy Corbyn (Groot-Brittannië) of Bernie Sanders. Ook bij ons moet de ambitie zijn om te komen tot een kracht die in staat is om onze eisen en bekommernissen op grote schaal politiek te vertalen.
De vooruitgang van PTB/PVDA in de verkiezingen zorgt ervoor dat er eindelijk een radicale linkse stem in het parlement aanwezig is. Zo weerklinkt het standpunt van moegewerkte werknemers of van mensen die het niet breed hebben tenminste tot in het parlement. De PVDA richt zich vandaag heel sterk op een electorale benadering: wie niet tevreden is met het huidige beleid moet een volgende keer maar voor PVDA stemmen zodat er drie of vier extra linkse parlementsleden zijn. Die kunnen dan in het beste geval wegen op het beleid, zo luidt het. Voor de gemeenteraadsverkiezingen wordt dit vertaald in een oproep om in Antwerpen tot een ‘links kartel’ met SP.a en Groen te komen. We begrijpen de bezorgdheid van velen die een einde willen maken aan het bewind van ‘keizer De Wever’, maar moeten we daartoe de ambitie van links beperken tot die van een kleine partner die in zee gaat met partijen die staan voor een tragere variant van hetzelfde besparingsbeleid?
Wij denken dat de ambitie van de arbeidersbeweging op het politieke terrein groter moet zijn. Het actieplan mag zich niet beperken tot het stoppen van de regering en de besparingen, we moeten in de bedrijven, op de straat, in de wijken de krachten bundelen waarmee we een andere politiek zullen afdwingen. Een campagne als die van Sanders toont het potentieel voor een partij die breekt met de politiek van Wall Street. Een kordaat initiatief in die richting vanwege de vakbonden, dat open staat voor nieuwe sociale bewegingen, de PVDA en andere krachten van radicaal links, zou een verpletterend enthousiasme opwekken en op enkele maanden tijd het politieke landschap in ons land kunnen hertekenen.
Een socialistische samenleving
Na jaren van neoliberaal offensief is er een groeiend ongenoegen tegen de ongelijkheid en de gevolgen van de besparingen.
Maar tegelijk blijft het bewustzijn van brede lagen van de bevolking getekend door het ideologische offensief van de neoliberalen, in het bijzonder na de val van de stalinistische dictaturen in het Oostblok. Die regimes waren karikaturen van socialisme, de afwezigheid van arbeidersdemocratie werd een absolute rem op de bureaucratisch geplande economieën. Maar het verdwijnen ervan eind jaren 1980 had toch een groot en negatief effect op de arbeidersbeweging, er verdween immers een ‘reëel bestaand alternatief’ wat voeding gaf aan de propaganda van diegenen die stelden dat er ‘geen alternatief’ op het kapitalisme mogelijk was.
Dit speelt tot op vandaag een rol in het bewustzijn. Er is nog geen breed gedragen steun voor een socialistische samenleving als concreet alternatief op de crisis en chaos van het kapitalisme. Doorheen bewegingen blijkt wel woede tegen dit systeem, maar terwijl de situatie overrijp is voor een andere samenleving blijft het bewustzijn daarrond achterop hinken. Dit laat ruimte voor de ontwikkeling van allerhande eerder utopische visies en praktijken, die eerder doen denken aan de eerste ontwikkeling van de arbeidersbeweging in de 18de eeuw.
Voor socialisten komt het erop aan om het potentieel van een nieuw ontwaken van een zoektocht naar alternatieven positief te benaderen. We moeten er op een consequente wijze inhoud aan geven door te wijzen op de kracht van de georganiseerde arbeidersbeweging die in staat is om heel het systeem plat te leggen en de basis te leggen voor een samenleving waarin de bestaande middelen ingezet worden om te voorzien in de behoeften en noden van iedereen en waarbij op democratische wijze kan beslist worden over hoe de samenleving beheerd wordt. Dat is de socialistische samenleving van de toekomst waar wij voor opkomen. Bouw mee aan LSP, dat is de beste garantie om stappen te zetten in de richting die we in dit dossier beschrijven.
-
Mobiliseer mee voor de staking van 24 juni
De rechtse regering Michel krijgt haar afbraakbeleid niet meer verkocht. De ene beroepsgroep na de andere beklimt de barricades. Het pamperen van de rijken terwijl werkenden, werklozen, gepensioneerden en invaliden kaal geplukt worden, ligt aan de basis ervan. Het ondermijnt de legitimiteit van Michel en bereidt het sociale klimaat voor om komaf te maken met deze regering.
Ten laatste op 24 juni zullen alle sectoren, publiek en privé, op initiatief van het ABVV en enkele ACV-centrales samen staken. Noteer ook 29 september. Dan willen we massaal betogen in Brussel in aanloop naar de algemene staking van 7 oktober in gemeenschappelijk vakbondsfront. Dat biedt sectoren die wat achterop blijven de kans om aansluiting te zoeken, maar het mag uiteraard niet dienen om spontane uitbreiding van onderuit strikt onder controle te houden.
Investeringen? 62 miljard naar Luxemburg !De regering, het front van patroons, de grote persgroepen en internationale instellingen blijven er maar op hameren dat de besparingen nodig zijn om de competitiviteit van de bedrijven te herstellen. Intussen worden diezelfde bedrijven leeggeplunderd door vetbetaalde managers en inhalige aandeelhouders. Investeren? Na Luxleaks, Swissleaks en Panama-papers komt nu ook aan het licht dat de Belgische bedrijven in 2014 voor 62 miljard euro naar Luxemburg versleepten. Dat is bijna evenveel als het volledige budget van de sociale zekerheid.
Fils à papa De Croo wil met de NMBS herhalen wat met Belgacom en bpost gebeurde. De privatisering werd er een succes voor de aandeelhouders en de directie, maar niet voor het fors afgeslankte personeel, de arbeidscondities en de dienstverlening. Nam De Croo zich de moeite om het aantal burn outs en depressies op te tellen? Belt de postman sinds georoute nog aan bij ouderen om te zien of ze geen hulp nodig hebben? Wacht hij even om een aangetekend schrijven of een pakje af te leveren, of vind je gewoon een briefje in de bus? Valt je telefoon regelmatig weg zoals recent bij telenet? En is je factuur stilaan een omgekeerd lotto-biljet geworden?
Inschikkelijke vakbondsleiders worden voorbij gestoken
Scheepsloodsen, luchtverkeersleiders, bagageafhandelaars, penitentiaire agenten en spoormannen en vrouwen pikken dat niet langer. Worden ze bij de aanwerving geslecteerd op een genetische afwijking waardoor ze voortdurend in actie gaan of zou het kunnen dat daar gegronde redenen voor zijn? Blijkbaar stellen alleen de vakbonden zich die vraag nog. Geen wonder dat alle peilingen de hetze tegen de vakbonden tegenspreken. Terwijl de regering aan legitimiteit inboet, wint haar hoofdvijand, de vakbonden, er voortdurend bij.
De situatie is zo schrijnend dat vakbonden die zich te toegeeflijk tonen, steeds frequenter voorbij gestoken worden door de basis. Had jij ooit al gehoord van de ‘orde van luchtverkeersleiders’? De franstalige liberale bond bij de gevangenisbewaarders loopt letterlijk leeg sinds die het akkoord tekende met Geens. Nog een geluk dat de franstalige bonden niet kunnen recruteren in Vlaanderen want anders waren de Vlaamse takken wellicht ook leeggelopen. We raden sommige Vlaamse vakbondsleiders aan om zich niet blind de staren op het gegeven dat Vlaamse werknemers meer organisatie en structuur willen vooraleer in actie te gaan. Het ongenoegen zit er even diep als elders in het land en de actiebereidheid is vergelijkbaar.
Deze regering inbinden? Daarvoor moet ze vallen!
De regering sleept alles uit de kast. Stakers worden steevast door het slijk gehaald in de pers. Hun lonen worden te grabbel gegooid. Zelfs het leger wordt op humanitaire missie gestuurd naar de gevangenissen, alsof de regering niet wist dat de condities er al meer dan 20 jaar onmenselijk zijn. Er wordt gedreigd en met sancties gezwaaid, maar als intussen niets verandert aan de omstandigheden, koopt dat hooguit uitstel. De magistraten, de brandweer, buschauffeurs van de Waalse TEC, de Vlaamse zorgsectoren, de franstalige ambtenaren die de lonen van de leraars uitbetalen, de postmannen en de Metaalsector in Wallonië en Brussel zijn ofwel in actie of hebben al aangekondigd dat ze de komende dagen in actie zullen gaan. Benieuwd wat de dokwerkers zullen doen na het referndum over hun statuut.
De regering tracht dat uit te zitten, maar het is geen toeval dat het VBO waarschuwt dat de regering ten val brengen geen oplossing zal brengen. Het ziet de bui al hangen. Wie denkt dat deze regering op haar maatregelen terug zal komen, is naïef of van kwade wil. Deze regering kent een unieke samenstelling, daarvan geen gebruik maken om “het DNA in België te wijzigen” zoals Michel zei, is geen optie. Enkel door deze regering ten val te brengen, kunnen we haar maatregelen stoppen. Voor veel werknemers die nu al gebukt gaan onder een ondraaglijke druk is dat een absolute noodzaak.
Wat kan je zelf doen?
Op de rijken na, wordt iedereen geviseerd door de regering. Uiteraard worden de meesten zich daar pas bewust van als ze zelf getroffen worden. Stilaan sijpelt het besef echter door dat wat de spoormannen en vrouwen ondergaan, deel is van wat ons allen te wachten staat. Elk apart staan we zwak, maar allemaal samen zijn we een onweerstaanbare kracht.
Hang als wijkbewoner een affiche aan je raam en spreek als je buren aan. Bezoek als student de stakers of doe een solidariteitsactie. Organiseer personeelsvergaderingen op het werk of vraag het aan een delegee. Geef er toelichting, maar leg het actieplan ook voor zodat het gedragen wordt door een collectieve beslissing die niet zonder boe of ba door de vakbondsleiding kan stilgelegd worden. Denk na hoe je een piket zal organiseren en werk specifieke eisen uit voor een werking van het bedrijf en de sector in het belang van heel de gemeenschap, niet de winst.
Er is wel een alternatief
Eigenlijk zegt het VBO dat er geen alternatief is op haar programma van steeds meer competitiviteit. Dat is er wel: een samenleving gebaseerd op solidariteit, maar dat wordt te weinig bediscussieerd en uitgewerkt. Het zal zeker arbeidsduurverkorting zonder loonverlies, het volledige herstel van de index, de verdediging en het optrekken van de pensioenen, herstel van brugpensioenen en alle uitkeringen moeten bevatten. Politici en vakbondsleiders die beweren dat men nu de regering niet ten val moet brengen, doen dat omdat ze ondanks hun retoriek niet bereid zijn dat alternatief gestalte te geven.
Dat opleggen vereist immers een breuk van de Belgische vakbonden met hun traditionele ‘partners’ en een kordaat politiek initiatief dat open staat voor nieuwe sociale bewegingen, de PVDA en andere krachten van radicaal links, ook LSP. Wij zijn ervan overtuigd dat dergelijk initiatief een verpletterend enthousiasme kan opwekken en op enkele maanden tijd het politieke landschap in ons land kan hertekenen zoals de campagne van Sanders dat doet in de VS, de verkiezing van Corbyn als voorzitter van Labour in Groot-Brittanië of de samenwerking van Podemos en Verenigd Links in Spanje. Als de arbeidersbeweging echter geen alternatief biedt, dan zullen rechts populisten en extreem-rechts, zoals in Oostenrijk, het ongenoegen aanwenden om zich te versterken. Peilingen wijzen nu al op een terugkeer van het Vlaams Belang.
Wil je daarop niet wachten , maar helpen bouwen aan een solidaire, echt democratische en socialistische maatschappij, niet alleen in woorden of ergens in een verre toekomst, maar vanaf vandaag? Neem contact op met LSP.
-
Hoezo, “vakbonden blazen sociaal overleg op”?
Het klinkt nogal gewelddadig en negatief als de vakbonden verweten worden dat ze het sociaal overleg “opblazen.” Helemaal vreemd is het dat de verantwoordelijkheid voor het falen van het sociaal overleg bij de vakbonden wordt gelegd als de regering eerst de maatregelen beslist en vervolgens enkel ruimte laat voor overleg over de toepassing van wat al beslist is. Het enige wat opgeblazen wordt, is onze levensstandaard.De maatregel over de arbeidsduur is een regelrechte aanval op alle werkenden. De afschaffing van de vaste werkweek die plaats moet maken voor een arbeidsduur op jaarbasis, betekent dat we teruggeslingerd worden naar het begin van de 20ste eeuw. De regering besliste en vroeg vervolgens aan de sociale partners om een advies te geven over deze beslissing. De werkgevers waren uiteraard razend enthousiast over deze nieuwe voorstellen van hun regering, het mocht nog een pak verder gaan. Waarom de werkweek tot 45 uur beperken, leek in die hoek de enige vraag te zijn.
Hoe kan er overleg zijn op deze basis? Hoe kan er overleg zijn als het resultaat op voorhand wordt vastgelegd? Wie blaast er dan eigenlijk het overleg op? Deze regering staat niet voor een overlegmodel, ze gaat voor een confrontatiepolitiek. Elk schijnoverleg dient slechts om de confrontatie des te harder te kunnen spelen. Na een indexsprong, verhoging van de pensioenleeftijd, tal van nieuwe taksen en accijnzen, aanvallen op de openbare diensten en nu een aanval op de arbeidsduur en de pensioenen in de publieke sector, is het opmerkelijk dat het zo lang geduurd heeft vooraleer de conclusie werd getrokken dat er enkel sprake is van “schijnoverleg.” Het ‘overleg’ heeft maanden boven zijn stand geleefd.
Deze regering van rijken verstaat de taal van het overleg niet, ze begrijpt enkel de taal van actie. Vandaar de hysterische reacties zodra de vakbonden tot acties overgaan en de pogingen om het stakingsrecht aan banden te leggen. Ondertussen genieten de vakbonden meer vertrouwen dan de politici en is een grote meerderheid in alle delen van het land overtuigd van de rol van de vakbonden als verdediger van sociale rechten.
Nu is het aan de vakbonden om de confrontatie ook langs onze kant te organiseren, de andere kant is al georganiseerd. De eerste militantenconcentraties waren veelbelovend, een nieuw actieplan dringt zich op. Een grote betoging eind mei (ondertussen circuleert de datum van 24 mei) gevolgd door een actie in juni en oplopende acties na de zomer met ook algemene stakingsdagen, kan een einde maken aan deze regering en het volledige besparingsbeleid.
-
Enkel strijd zal deze Thatcheriaanse regering stoppen
Nog voor het aantreden van de federale regering was het duidelijk dat deze een ander karakter zou aannemen. Er werd gesproken over een Thatcheriaanse regering naar het model van de Britse regering onder het harde neoliberale besparingsbeleid van Thatcher. Na het actieplan van 2014 leek dit soms vergeten te worden, er werd gehoopt om via onderhandelingen enkele scherpe kantjes van de genomen maatregelen af te zwakken. Maar kenmerkend voor een Thatcheriaanse regering is dat deze niet stopt na de eerste slagen die ze heeft uitgedeeld. De maatregelen in het kader van de begrotingscontrole bevestigen dit. Tenzij we dit beleid stoppen met onze strijd, zullen de aanvallen steeds harder en verregaander worden.Besparingsbeleid werkt niet
Het is opmerkelijk dat de rechtse regering na alle eerdere genomen maatregelen en ondanks de lage rentevoeten nu al opnieuw naar miljarden op zoek moest en overigens al aankondigt dat deze operatie ook volgend jaar zal herhaald worden. De rechtvaardiging van het besparingsbeleid met het argument dat het tot economische groei zou leiden, blijkt niet te kloppen. Meer nog, de aanhoudende aanvallen op de koopkracht van de werkende bevolking ondermijnen mee de mogelijkheden van groei. Als de regering hiermee wegkomt, is het vooral door gebrek aan een voldoende sterke en consequente linkse oppositie. Elke zwakheid langs onze kant zet aan tot agressie van de overkant.
Eveneens veelzeggend is de durf van deze regering om op het ogenblik dat de Panama Papers aangeven waar er miljarden verstopt zitten, de middelen toch bij de gewone werkenden, gepensioneerden, uitkeringstrekkers, … te zoeken. In de reeks maatregelen moet verwijzen worden naar de Panama Papers, maar de regering denkt slechts 65 miljoen euro te vinden in de strijd tegen fiscale fraude. Dat is minder dan de helft van wat ze aan extra taksen op diesel en tabak zal binnenhalen. Het is ook minder dan de wat de regering hoopt te besparen door een strijd tegen sociale fraude. Werklozen zullen dus meer bijdragen dan de Panama-gang(st)ers. Het vat het beleid van deze regering goed samen.
Werken tot je erbij neervalt
De regering maakte van de gelegenheid gebruik om een nieuwe harde aanval op de werkenden in te zetten. De extreme flexibilisering van de arbeidstijd is daar het meest bekende onderdeel van. Door van de 38-urenweek af te stappen om de arbeidstijd op jaarbasis te berekenen, kan de werkgever de werkdruk opvoeren en moet niet langer extra betaald worden voor overuren. Op piekmomenten extra personeel inzetten, hoeft niet meer voor de werkgevers. De werkmieren zullen de pieken wel opvangen en werken tot ze er ziek van worden. Daar kunnen ze de opgespaarde uren dan voor gebruiken. Volgens minister De Croo is een maximum van 45 uur per week nog minimaal, een 48-urenweek vindt hij ‘moderner’. Alles wat in de 19de eeuw de norm was (verbod op stakingen, 10 of 12-urenwerkdag, lage lonen, …) vinden de liberalen vandaag ‘modern’. Hun teletijdmachine is ergens in een ver verleden blijven hangen.
Het opdrijven van de werkdruk is de doelstelling van deze maatregel. Daar was de N-VA in haar verkiezingsprogramma al duidelijk over: de berekening van de arbeidstijd op jaarbasis moet mee de concurrentie met lageloonlanden mogelijk maken. Dit heeft niets te maken met extra flexibiliteit aan de werknemers aanbieden. Deze regering rijdt voor de rijken en de werkgevers, niet voor de werknemers.
Dat blijkt ook uit andere maatregelen. Wat dacht je van een een uitzendovereenkomst van onbepaalde duur? Uitzendarbeid is nu officieel beperkt tot gevallen van een tijdelijke vermeerdering van werk waarbij iemand tijdelijk wordt aangeworven voor dit extra werk. De regering wil uitzendarbeid ook voor onbepaalde duur mogelijk maken. Deeltijdse arbeid zou soepeler moeten kunnen, zodat de werkgevers nog meer flexibiliteit kunnen eisen van hun onvrijwillig deeltijds personeel. En afwezigheid door overmacht, bijvoorbeeld om zwaar zieke kinderen op te vangen, zou enkel nog kunnen door verlofdagen van collega’s te bedelen.
Langdurig zieke werknemers zouden sneller terug aan de slag moeten. De regering wil het opleggen van sancties gemakkelijker maken. In Groot-Brittannië werden al maatregelen genomen om langdurig zieken sneller aan het werk te zetten. Het leidde er tot een forse toename van het aantal langdurig zieken dat kort na de herstart van arbeid overleed. Werken tot je erbij neervalt, is dat. Letterlijk.
Werken tot je erbij neervalt, is wat de regering wil. Wellicht daarom dat er meteen aangekondigd wordt dat er op de pensioenen bespaard wordt. Eerst worden de pensioenen in de publieke sector aangepakt, maar het is duidelijk dat dit slechts een opstap is. Door de berekening te wijzigen, zouden de pensioenen met enkele honderden euro per maand kunnen afnemen. De pensioenen in de publieke sector zijn vandaag hoger dan die in de private sector. Voor de regering is dat een reden om tot een neerwaartse harmonisatie te komen. Dat de lonen voor gewone werkenden in de publieke sector lager zijn (maar gecompenseerd worden, beter gezegd: werden, door hogere pensioenen) wordt gemakshalve vergeten. Misschien om straks te eisen dat de lonen in de private sector verder dalen?
Strijd nodig!
De vakbonden hebben het terecht over een nieuwe horrorcatalogus. Ze roepen op tot militantenconcentraties op 19 april (ABVV) en 20 april (ACV). Elke illusie in onderhandelingen met deze regering is eens te meer doorprikt. Het idee dat CD&V een sociale noot aan deze regering zou toevoegen, blijkt eens te meer een waanidee te zijn. Een Thatcheriaanse regering is niet op overleg gericht, maar op een harde confrontatie waarbij onze levensstandaard opgeofferd wordt aan de grote bedrijven en hun grote aandeelhouders die de extra winsten doorsluizen naar Panama en andere belastingparadijzen.
Als de rechtse regering en CD&V in het bijzonder keer op keer aangeven dat er niet mee onderhandeld kan worden (tenzij om hun maatregelen mee door te voeren), dan moeten de vakbondsleidingen daar conclusies uit trekken. Blijven illusies koesteren, kan aanvankelijk in het beste geval van naïviteit getuigen, maar op een bepaald ogenblik slaat de naïviteit om in medeplichtigheid waarmee ook de vakbonden zelf ondermijnd worden.
Het enige ogenblik waarop onze eisen en bekommernissen centraal op de agenda en de publieke opinie stonden, was tijdens het actieplan eind 2014. Enkel door strijd zullen we de Thatcheriaanse regering stoppen, een confrontatiemodel beantwoorden met methoden van het overlegmodel is gedoemd om te mislukken. We moeten zelf de confrontatie beantwoorden en dat antwoord organiseren. De militantenconcentraties zijn een uitstekende gelegenheid als eerste stap daartoe. Zullen daar nieuwe acties aangekondigd worden, zal er een nieuw opbouwend actieplan worden opgesteld? Het potentieel hiervoor is nog steeds aanwezig, zelfs indien het moet heropgebouwd worden. De periode van sociale verkiezingen met een grote betrokkenheid van onderuit bij de vakbondswerking, biedt een kans om ons verzet te versterken. Als sociale verkiezingen niet gaan over de verdediging van onze levensstandaard en werkomstandigheden, waarover gaan ze dan wel?
Een alternatief op de besparingen
Tegelijk met het heropbouwen van onze strijd is er nood aan een offensief alternatief op het besparingsbeleid. De middelen hiervoor bestaan, dat is na LuxLeaks, SwissLeaks en nu de Panama Papers wel duidelijk.
In het pamflet dat we verdeelden op de militantenconcentratie van september 2014 in aanloop naar het actieplan gaven we een aanzet van hoe ons programma er kan uitzien. Hieronder hernemen we het voorstel van eisenplatform dat we toen deden.
We moeten strijden voor een programma dat de reële behoeften vervult van de overgrote meerderheid van de bevolking, niet het winstbejag van een handvol superrijken.
- Volledig herstel van de index, vrije loonsonderhandelingen en een minimumloon van 15€ bruto/uur
- Geen ondermijning van de arbeidscontracten door onderaanneming, interim of andere precaire banen
- Handen af van het statuut van de openbare ambtenaren, geen afbouw van de openbare diensten, geen privatisering en liberalisering, insourcing in plaats van outsourcing
- Herstel brugpensioen, handen af van het vervroegd pensioen en eindeloopbaansystemen met ADV
- Optrekken van de pensioenen tot minimum 75% van het laatst verdiende loon met een minimum van 1500€ per maand
- Stop jacht op werklozen, geen degressiviteit, geen gemeenschapsdienst, maar volledige tewerkstelling door een veralgemeende arbeidsduurverkorting tot 32u/week zonder loonverlies
De patroons vinden dit onbetaalbaar. We hebben nochtans nog nooit zoveel rijkdom geproduceerd als vandaag. Niet de middelen, maar de politieke wil ontbreekt. Ook LSP wil rechtvaardiger fiscaliteit, maar kapitaalbezitters en huiseigenaars zullen de toegenomen fiscale druk doorrekenen aan consumenten, werknemers of huurders. Enkel de nationalisatie van de sleutelsectoren van de economie onder democratische controle door de gemeenschap biedt daaraan garanties. We willen een einde aan dit voorbij gestreefd systeem van privaat bezit en winstbejag en een modern democratisch socialisme met vrij gebruik van kennis en middelen ten behoeve van allen.
-
Welke perspectieven voor de strijd tegen de regering-Michel 1?
De vakbondsbetoging van de 100.000 op 7 oktober had een opstap kunnen zijn naar een nieuw actieplan zoals dat van eind 2014. Toen werd een grote betoging gevolgd door provinciale stakingen en een grote nationale algemene staking op 15 december. Voor 7 oktober dit jaar was er twijfel, maar de betoging werd een overweldigend succes. Ze toonde het potentieel voor een succesvolle strijd tegen deze regering van rijken.Analyse door Ben (Charleroi)
Hiertoe is er nood aan klare ordewoorden en doelstellingen. We drukken ons zacht uit als we zeggen dat dit vandaag niet het geval is. Het was misschien beperkt, maar eind 2014 waren er tenminste de vier centrale breukpunten van het gemeenschappelijk vakbondsfront die breed besproken werden: bescherming en behoud van koopkracht, verdediging van sociale zekerheid, investeringen om tot economisch herstel en werkgelegenheid te komen en meer fiscale rechtvaardigheid. Vandaag is het meer dan ooit duidelijk dat het niet mogelijk is om verbeteringen te bekomen doorheen onderhandelingen met de regering. We zullen de regering-Michel moeten wegkrijgen.
Een deel van de vakbondsleiding lijkt daar niet van overtuigd. Er wordt openlijk gezegd dat we moeten wachten tot de volgende verkiezingen. ACV-topman Leemans verklaarde: “Ons doel is een evenwichtig regeringsbeleid, niet de regering doen vallen.” Zijn ABVV-collega De Leeuw verklaarde voor de betoging van 7 oktober dat hij er alles aan wil doen opdat er geen regering-Michel II komt. Dit is een gevaarlijke gok. Twijfel en gebrek aan strijd zullen Michel en zijn bende nog arroganter maken in de pogingen om onze levensstandaard te ondermijnen. De werkgevers en hun regering zullen niet stoppen, haaien die bloed geproefd hebben willen meer bloed! Zwakheid langs onze kant, zet aan tot agressie van hun kant.
Wat hebben we bekomen?
Tot enkele jaren geleden was het idee van massastrijd nog redelijk abstract voor veel jonge werkenden, maar ook voor minder jonge werkenden. Sinds het opbouwende actieplan van eind 2014 hebben we een concrete ervaring waarop we verder kunnen bouwen en die we verder kunnen verfijnen met volgende actieplannen. Een werkpunt is bijvoorbeeld dat we onze strijd van onderuit in handen moeten nemen zodat de dynamiek aan de basis niet zomaar van bovenaf kan gestopt worden.
Het feit dat er na het actieplan eind 2014 geen vervolg kwam, zorgde voor ontgoocheling en zelfs demoralisatie onder militanten. Maar tegelijk hebben nieuwe lagen van werkenden hun eerste ervaringen met vakbondsacties en strijd opgedaan. Die ervaring gaat niet verloren. Het verklaart overigens mee het succes van de betoging op 7 oktober.
De sociale verkiezingen van 9 tot 22 mei 2016 vormen een kans om deze laag van nieuwe strijdbare militanten een grotere rol te laten spelen in de syndicale delegaties. Dit is cruciaal inh et versterken van de vakbonden op basis van strijd, in plaats van ons te verzwakken door toegevingen en begeleide afbraak.
Nieuwe bewegingen zijn onvermijdelijk
Het feit dat de regering doorgaat met de afbraak van onze sociale verworvenheden en het ontbreken van een perspectief van economische groei, maken nieuwe harde aanvallen op onze levensstandaard onvermijdelijk. Het leidt ook tot een toename van woede en bereidheid tot strijd. De kwestie van massastrijd zal terug op de agenda komen. Veralgemeende strijd van alle sectoren is de komende maanden misschien niet waarschijnlijk, maar het blijft wel mogelijk.
Verdeeldheid onder de vakbondstop en een gebrek aan klare ordewoorden en een coherente strategie vormen een rem op de ontwikkeling van algemene strijd. De aanslagen in Parijs en het klimaat van angst dat erna volgde, helpen ons ook zeker niet vooruit. Maar waar het vooral aan ontbreekt, zijn enkele sterke syndicale bastions die van onderuit acties op gang kunnen trekken en de meer terughoudende lagen meetrekken.
Wellicht zullen we wel strijd in sectoren zien, denk maar aan de NMBS waar de regering 20% van de middelen wil schrappen. Het spoorpersoneel kan een locomotief voor strijd vormen. Maar het actieplan van ACOD-Spoor was tot nu toe vooral radicaal in woorden en niet zozeer in daden. De omvang van de aanvallen maakt dat er een bereidheid tot strijd aanwezig is. Een ernstig actieplan dat opbouwend en mobiliserend werkt onder de collega’s kan ook andere sectoren inspireren. Een regionale vakbondsafdeling kan ook een locomotiefrol spelen, denk maar aan het succes van de regionale staking in Henegouwen op 23 november.
De steun voor massabewegingen opbouwen en de doelstellingen van onze strijd verduidelijken, kan het best door personeelsvergaderingen en interprofessionele militantenbijeenkomsten te organiseren. Dergelijke vergaderingen die open staan voor iedereen, zowel meer ervaren als nieuwe militanten, laten ons toe om democratisch de discussie aan te gaan en twijfelende collega’s te overtuigen. Op zulke vergaderingen kunnen we ingaan op het falen van het overleg of collectief overleggen hoe we kunnen antwoorden op de verschillende complicaties voor onze strijd als gevolg van de actualiteit, welk soort campagne we nodig hebben om tot een nieuw actieplan te komen, hoe we andere lagen kunnen meetrekken, …
Een overwinning in de strijd tegen het besparingsbeleid en voor een andere samenleving is mogelijk indien we de collectieve kracht van de georganiseerde arbeidersbeweging opbouwen. Dit proces van opbouw gebeurt niet rechtlijnig. Het gebeurt met vallen en opstaan, met nederlagen, mislukkingen en stappen vooruit. Maar wat we nu al kunnen vaststellen, is dat dit proces vandaag bezig is en dat de arbeidersbeweging zich versterkt. We moeten er allemaal onze rol in spelen. Tegen besparingen, barbarij en kapitalisme plaatsen wij strijd, solidariteit en socialisme.
-
Regering blijft besparen. Onze strijd doorzetten!
Met opnieuw meer dan 100.000 deelnemers was de nationale betoging tegen de brutale besparingsregering Michel I een overdonderend succes. Er werd duidelijk gemaakt dat verzet op de agenda blijft. Tegelijkertijd liet de regering duidelijk weten daar geen rekening mee te willen houden: ze heeft voor de confrontatiepolitiek gekozen en zal die blijven doorzetten. We zijn gewaarschuwd: als de werkende bevolking deze strijd wil winnen, zal ze van het opgebouwde elan gebruik moeten maken om door te gaan en de rechtse regering finaal op de knieën te dwingen.Door Jarmo (Antwerpen)
De indexsprong, verhoging van het inschrijvingsgeld, aanvallen op de pensioenen, … De regering-Michel heeft er in het eerste jaar van haar termijn geen gras over laten groeien. Gelukkig kunnen we van de georganiseerde arbeidersbeweging hetzelfde zeggen: het actieplan van vorig jaar was een schitterend voorbeeld van hoe het momentum opgebouwd kan worden om een regering te doen vallen. Jammer genoeg zwichtten de vakbondsleiders voor het idee dat met deze regering onderhandeld zou kunnen worden en werd onze strijd op een zijspoor gezet. Maar de betoging van 7 oktober maakte duidelijk dat de wil om verder te gaan nog zeer aanwezig is onder bredere lagen.
Dat zal nodig zijn ook. Ondanks het feit dat de aandacht van de media zich de afgelopen periode vooral op de terreurdreiging toespitste, heeft de regering het geweer niet van schouder veranderd: ze blijft haar brutaal besparingsbeleid op de meest arrogante wijze verdedigen. De omvang van de besparingen die we al door de strot geramd kregen, is enorm, maar er komt nog meer.
Met opnieuw begrotingstekorten van 113 miljoen euro dit jaar en 456 miljoen euro volgend jaar en een tax shift die volgens Eric Van Rompuy (CD&V) nog eens 3 miljard euro extra zal kosten, mag het duidelijk zijn dat we voor het behoud van elke verworvenheid zullen moeten vechten. Deze regering heeft immers al duidelijk aangetoond dat ze vastberaden is om elke eurocent bij de werkende bevolking te gaan halen. Een tweede indexsprong wordt steeds waarschijnlijker als we ons niet verzetten, de Vlaamse regering voorzag alvast geen verhoging van de middelen voor de indexering van de kinderbijslag.
Veel van de acties die deel uitmaakten van het huidige actieplan werden voor onbepaalde duur opgeschort omwille van de terreurdreiging. We begrijpen dat veiligheid een ernstige prioriteit is en dat er onder brede lagen van de bevolking een terechte angst is. Maar de regering stelt zich niet terughoudend op. Tijdens de hoogste terreurdreiging werd de mogelijke volledige privatisering van Proximus en Bpost bijvoorbeeld goedgekeurd. De MR diende op 20 november een wetsvoorstel in om het stakingsrecht met de grond gelijk te maken.
We mogen deze regering in geen geval het idee geven dat we zouden meestappen in een ‘nationale eenheid’ waarbij sociale vrede met het geweer tegen het hoofd afgedwongen wordt. Het momentum van de voorbije periode mag in geen geval verloren gaan; er moet zo snel mogelijk verdergegaan worden met ons verzet. Een regering als Michel I zal elke zwakheid of terughoudendheid aangrijpen om een nog agressievere houding tegenover de arbeidersbeweging aan te nemen.
Er moet opnieuw aangeknoopt worden met personeelsvergaderingen en discussies over de besparingsmaatregelen. Terreur en aanslagen mogen absoluut niet als vrijgeleide dienen om de arbeidersklasse nog maar eens de prijs te laten betalen. De besparingsmaatregelen zullen bovendien de problemen rond radicalisering en terrorisme enkel versterken.
Strijd blijft nodig, het actieplan eind 2014 deed de regering wankelen. Daar moeten we bij aansluiten door onze acties terug op te bouwen, bijvoorbeeld te beginnen met algemene vergaderingen op de werkvloer en regionale betogingen om grotere acties en stakingen voor te bereiden. Deze regering uitzitten, is geen optie. Dan zal ze onze levensstandaard steeds verder ondermijnen om de winsten van de grote bedrijven op te krikken. De inzet van onze acties is de val van deze regering en het volledige besparingsbeleid. Doorheen onze acties bouwen aan een politiek alternatief van de arbeidersbeweging is nodig om dit terrein niet aan rechts over te laten.
-
Als de vakbondsleiding deze regering wil “uitzitten”, zal de prijs voor de werkenden enorm zijn!
Strategie nodig om te winnen!
Toen vorig jaar één van de grootste strijdbewegingen in de Belgische geschiedenis tot stand kwam, wankelde de rechtse regering. Indien het actieplan in januari hernomen was en verdere uitbreiding had gekend – wat de overgrote meerderheid van de vakbondsbasis ook wou – dan was het een kwestie van weken, hoogstens maanden geweest om de regering ten val te brengen. In plaats daarvan zagen we een leiding – zowel van ACV als van ABVV – die schrok van haar eigen macht.Standpunt door Anja Deschoemacker
Een enorme kans is gemist en we hebben ervoor betaald met nog wat meer afbraak van onze verworvenheden en besparingen op onze rug. De massale betoging van 7 oktober toonde desondanks dat de bereidheid tot strijd van de basis nog steeds enorm is en dat we misschien een veldslag verloren hebben, maar de oorlog nog steeds kunnen winnen… mits een correcte strategie.
Tot nog toe lijkt het er echter op dat de vakbondsleiding – van het ACV, maar ook van het ABVV – beslist heeft dat ze deze regering zal “uitzitten”, in de hoop dat een volgende regering er eentje wordt zonder N-VA. Ze neemt daarmee een risico waarover alvast de Britse arbeidersklasse een woordje kan meespreken. Toen daar de regering-Cameron aan de macht kwam en een massale aanval uitvoerde op levensstandaard van werkenden en uitkeringsgerechtigden, weigerde de vakbondsleiding een ernstig gevecht op te zetten. Ze dacht dat na zo’n besparingsplan hun “bevoorrechte partner” – de Labour Party – zeker terug aan de macht zou komen. Maar Cameron zit nog altijd op zijn plaats. Indien de arbeidersbeweging deze regering niet omverwerpt, zijn we in Groot-Brittannië opnieuw vertrokken voor enkele jaren hard besparingsbeleid opdat de rijkste 1% nog wat rijker kan worden.
Harde besparingsregeringen wekken woede op bij brede lagen van de bevolking, maar zonder uitzicht op een alternatief wil dat niet noodzakelijk zeggen dat ze niet herkozen worden. Het gebrek aan strijd versterkt immers het TINA-gevoel – There Is No Alternative, ‘er is geen alternatief op de besparingen’.
Moest Labour aan de macht gekomen zijn zonder massale strijd van de vakbondsbasis tegen rechts, dan had deze Labour-regering de besparingen van Cameron niet teruggeschroefd. De ervaring van 13 jaar Labour-beleid na Thatcher toont dat meer dan genoeg aan. Alle anti-vakbondswetten van Thatcher zijn nog steeds van kracht. Ook dat is een belangrijke les voor de Belgische syndicalisten en hun leiding. Wie gelooft dat een klassieke tripartite onder leiding van de PS de maatregelen van de huidige regering zou terugschroeven? De enige manier om ervoor te zorgen dat een dergelijke regering ook maar enige reële toegeving zou doen, is door de huidige regering te doen vallen. Dan zou iedere nieuwe regering op haar tellen passen.
Toegeven aan TINA, zelfs tijdelijk, houdt enorme gevaren in. De burgerij wil terugkomen op de verworvenheden van de naoorlogse strijd en kan daar met een rechtse regering ook deels in slagen. Bovendien zou de wijdverspreide ontgoocheling onder brede lagen van de bevolking ook aanleiding kunnen geven voor een nieuwe uitbarsting van de communautaire kwestie.
Als collectieve strijd van de Belgische arbeidersbeweging niets oplevert, kunnen nationalistische gevoelens zowel in Vlaanderen als in Wallonië de kop opsteken. Dat kan in de illusie op regionaal vlak wel een alternatief of minstens een “zachter” besparingsbeleid te bekomen. In Vlaanderen “omdat dan niet meer betaald moet worden voor Wallonië”, in Wallonië “omdat je met de Vlamingen nooit een echte strijd kunt voeren”. De kwestie-Voeren, die van de late jaren ’70 tot ’86 in het middelpunt van de aandacht stond, toont dat de Belgische burgerij niet terugschrikt voor verhitte communautaire gevechten indien dat de aandacht kan afleiden en eengemaakte nationale strijd van de arbeidersklasse kan bemoeilijken.
-
Met Michel 1 is het elke dag Sinterklaas voor de rijksten en Halloween voor ons
De afgelopen maanden kregen we opnieuw een reeks besparingen opgelegd: aanval op de pensioenen, nieuwe fiscale amnestie voor rijke fraudeurs, historische daling van de werkgeversbijdragen die de gemeenschap 2,8 miljard euro zullen kosten. Verder nog extra belastingen op alcohol, frisdrank en tabak onder het mom dat dit gezondheidsmaatregelen zijn, maar waarvan de opbrengst niet naar gezondheidszorg gaat. De accijnzen op diesel nemen toe, de BTW op elektriciteit stijgt opnieuw. En dit alles bovenop een indexsprong die ons 2% koopkracht kost en gevolgen heeft voor 8,7 miljoen mensen in dit land: 6,6 miljoen mensen die een uitkering krijgen (gepensioneerden, werklozen, zieken, invaliden, gehandicapten, ouders die kinderbijslag genieten), 1,2 miljoen werknemers in de privé en 780.000 ambtenaren.Artikel door Ben (Charleroi) uit maandblad ‘De Linkse Socialist’
an de bevolking en de cadeaus aan de superrijken en de werkgevers te verantwoorden, verwijzen de rechtse partijen steeds weer naar de belofte van jobs. Er wordt ook geschermd met de 100 euro extra die werkenden zouden krijgen. En dan zijn er nog enkele kleine maatregelen zoals de speculatietaks die volgens premier Charles Michel zelf in L’Echo van 17 oktober een grotendeels symbolische maatregel is. Eerder waren er ook symbolische maatregelen als de kaaimantaks of de diamanttaks, overigens ingevoerd op vraag van de diamantsector zelf.
100 euro extra per maand?
Om de vele aanvallen op onze koopkracht te verbergen, schermt de regering met de aangekondigde nettoverhoging van ons loon met 100 euro. Dit cijfer werd door de minister van financiën naar voor geschoven die meteen ook de site mijntaxshift.be lanceerde waar je op basis van een brutoloon kan zien hoeveel je nettoloon zou stijgen. Uiteraard wordt daarbij geen rekening gehouden met de vele specifieke situaties die het bedrag naar beneden kunnen trekken. Maar dat is nog niet de ergste leugen.
De grootste leugen is natuurlijk dat het niet correct is om deze verhoging van het nettoloon – die we overigens zelf betalen door de mindere inkomsten voor de gemeenschap en de sociale zekerheid – te bekijken zonder rekening te houden met de prijsverhogingen voor elektriciteit (BTW-verhoging en langs Vlaamse kant ook de Turteltaks), de extra kosten voor dieselwagens, de extra taksen op frisdrank, alcohol en tabak, … En dan is er nog de grootste inlevering, met name die van de indexsprong waarmee we 2% van onze koopkracht moeten afgeven. Nadat we er zelf dubbel en dik voor betaald hebben, krijgen we dus misschien ooit 100 euro terug?
Het ABVV heeft de berekening gemaakt waarbij de nettoverhoging van het loon samen met de besparingen in rekenschap werd gebracht. Het resultaat is duidelijk: een gepensioneerde of werkloze verliest gemiddeld 45 euro per maand, een alleenstaande werknemer die 1.560 bruto per maand verdient verliest niets, een gezin met twee werkenden die respectief 3.000 en 1.600 euro bruto per maand verdienen en een kind verliest 48 euro per maand en als ze twee kinderen hebben is dat 66 euro per maand. (De Nieuwe Werker 18 september). Ook het ACV publiceerde een simulator om te berekenen hoeveel je verliest door de regeringsmaatregelen.
Algemeen bekeken, vormt de verhoging van het nettoloon een uitgave van 1,7 miljard euro. De verhoging van de BTW op elektriciteit moet 712 miljoen euro opbrengen en de nieuwe taksen op diesel, tabak, frisdranken, … moeten 908 miljoen euro opleveren. We betalen met andere woorden zelf voor onze netto loonsverhoging en betalen nog een tweede keer door het bruto gedeelte dat we verliezen.
Job, jobs, jobs?
Dat is de slogan van Charles Michel en zijn regering om ons van de besparingen te overtuigen. Maar er zijn geen cijfers en geen garanties. Minister Van Overtveldt (N-VA) verklaarde zelfs: “Iedereen zal het ermee eens zijn dat een beleid dat het behoud van jobs een duw in de rug geeft, ook een hele verdienste is.” Het beleid waarover hij spreekt, is dit van cadeaus aan grote bedrijven die ook door de vorige regering al goed bediend werden.
Als Kris Peeters gevraagd wordt waarom er geen garanties van nieuwe jobs geëist worden in ruil voor de verlagingen van de patronale bijdragen, antwoordt hij: “We leven nu eenmaal niet in een communistische economie.” En nog: “Met het concurrentiepact van Elio Di Rupo voerden we ook lastenverlagingen door zonder voorwaarden inzake werkgelegenheid.” Peeters geeft er de voorkeur aan om vertrouwen te stellen in de werkgevers. (L’Echo van 17 oktober).
Het doel van de bedrijven is niet om werk te creëren, maar om hun winsten te maximaliseren. Het is duidelijk dat een verlaging van hun bijdragen voor 2,8 miljard euro die winsten zal opkrikken. Het kan gebruikt worden om de geldberg van 240 miljard euro cash waar de Belgische bedrijven al op zitten verder aan te dikken. Dit geldt wordt niet in reële productie geïnvesteerd, het wordt vooral doorgeschoven naar de zakken van de aandeelhouders.
En ondanks de slogan over de jobcreatie roept de regering ook al excuses in voor het geval er geen nieuwe jobs komen. Daarbij verwees Van Overtveldt naar het Volkswagenschandaal en de economische problemen in China.
Komt er ooit een einde aan de besparingen?
De liberale obsessie voor een “begrotingsevenwicht” maakt dat er ongetwijfeld nieuwe besparingen zullen volgen. De zakenkrant L’Echo stelde op 20 oktober de vraag of de begroting van de regering-Michel zal werken? Als gevolg van de tax shift en de verschillende maatregelen zouden er volgens de krant wel eens slechte verrassingen kunnen opduiken. In juli van dit jaar verklaarde de regering dat er tegen 2019 1,5 miljard extra moet gevonden worden. Sindsdien zijn de berekeningen al bijgestuurd en wordt gesproken over 6 miljard. Niemand weet hoe de regering die 6 miljard euro denkt te vinden, maar iedereen weet dat ze deze niet in de zakken van de werkgevers en de superrijken zal zoeken.
