Tag: Ierland

  • 100 jaar geleden: de Ierse Paasopstand

    1916-rebellion-1024x718

    Hieronder een vertaling van een artikel over de Paasopstand van 1916 uit het maandblad ‘The Socialist’ van onze Ierse zusterpartij. Een dossier door Cillian Gillespie.

    Dit weekend wordt de 100ste verjaardag van de Paasopstand tegen de Britse heerschappij over Ierland gevierd. Voor veel gewone werkenden is deze belangrijke gebeurtenis een keerpunt in de Ierse geschiedenis. De deelnemers en leiders van de opstand genieten tot vandaag een grote autoriteit.

    Hun acties worden vandaag gezien als een zware slag tegen de koloniale heersers. Gedurende een week bood een kleine groep het hoofd tegen de militaire macht van het Britse rijk, destijds de grootste imperialistische macht ter wereld. Een groot deel van deze kleine groep activisten van zowel het Irish Citizens Army als de Irish Volunteers bestond uit gewone arbeiders of mensen van de lagere middenklasse.

    Het kapitalistische establishment in Ierland viert vandaag de opstand van honderd jaar geleden, maar de voorlopers van dit establishment namen een andere houding in tegenover zowel de opstand als wie eraan deelnam. Dit blijkt nergens sterker dan in een editoriaal uit de krant Irish Independent van 10 mei 1916 met een foto van James Connolly ernaast. Het edito stelde dat “de ergste bendeleiders er moeten uitgepikt worden en de behandeling moeten krijgen die ze verdienen.”

    Een dodelijk gewonde Connolly werd twee dagen later geëxecuteerd. De krant was eigendom van William Martin Murphy, de voortrekker van de 404 werkgevers die de arbeidersklasse van Dublin in 1913 aan een lock-out hadden onderworpen. De krant voerde campagne voor de executie van Connolly. Het was pas nadat Connolly dood was dat de krant tot verzoening opriep.

    In Noord-Ierland is de Paasopstand een meer verdelende kwestie. De verdeeldheid weerspiegelt de verschillende aspiraties van de protestantse en katholieke werkenden op vlak vna de nationale kwestie. Er is de afgelopen 25 jaar veel gesproken over verzoening en vrede, maar het kapitalisme is niet in staat om het Noord-Ierse conflict op te lossen. De geschiedenis is net zoals veel aspecten van de Noord-Ierse samenleving een sectair slagveld geworden.

    De oudste Britse kolonie

    De Paasopstand vond zijn oorsprong in de eeuwenlange onderdrukking door het Britse imperialisme. De koloniale onderdrukking van Ierland leidde niet alleen tot het ontzeggen van het recht op politieke vrijheid en onafhankelijkheid, maar ook tot een economische verstikking van het eiland.

    Dit werd eerst gedaan door Ierland als concurrent voor het Britse kapitalisme uit te schakelen in de nasleep van de Act of Union in 1801. Er volgende een massale emigratie uit Ierland, zeker in de jaren van de hongersnood midden 19de eeuw. Deze emigratie zorgde voor goedkope arbeidskrachten in de Britse steden. Ierland werd ook de “broodmand” van de Britten, het leverde onafgewerkte landbouwproducten, vooral vlees voor de stedelijke bevolking.

    Dit is waarom James Connolly kort na zijn aankomst in Ierland opmerkte: “De strijd voor Ierse vrijheid heeft twee aspecten: het is nationaal maar het is tevens sociaal.”

    De Britse heersende klasse probeerde de controle en economische uitbuiting van Ierland te behouden door sectaire tegenstellingen in d ehand te werken. Het is op dit eiland dat de tactiek van “verdelen om te heersen” werd geperfectioneerd. Later zou het Britse imperialisme dit op andere kolonies door de hele wereld toepassen.

    Connolly stelde dat enkel een revolutionaire beweging van de arbeidersklasse waarbij zowel protestantse als katholieke arbeiders verenigd waren en hun strijd koppelden aan een socialistische samenleving, een einde kon maken aan de koloniale overheersing.

    Connolly en de Paasopstand

    Samen met Jim Larkin speelde Connolly een belangrijke rol in de strijd van de Ierse arbeidersbeweging na het opzetten van de Irish Transport and General Workers Union (TGWU) in 1909. Deze strijd kende een hoogtepunt in de lock-out van Dublin in september 1913. (over 1913 publiceerden we dit artikel: http://www.socialisme.be/nl/12774/dublin)

    Het resultaat in 1913 was geen volledige nederlaag, maar het stopte wel het momentum dat de IGTWU en de Ierse arbeidersbeweging in het algemeen kenden in de voorafgaande jaren. Twee andere gebeurtenissen hadden een negatieve impact op de arbeidersbeweging.

    Het eerste was het gevaar van een opdeling van Ierland. Dit werd openlijk besproken door delen van de Britse heersende klasse. Connolly voorzag dit als een onvermijdelijke uiting van de reactie. Een dergelijk scenario zou, zoals de geschiedenis nadien overigens aantoonde, leiden tot een toename van sectaire verdeeldheid tussen de werkende bevolking wat het imperialisme en kapitalisme ten goede komt.

    De tweede gebeurtenis met een negatieve impact was het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. Dit was rampzalig voor de arbeidersbeweging en de socialistische beweging in Ierland en de rest van Europa. Het was een oorlog tussen kapitalistische staten in Europa gericht op het maximaliseren van de winsten van de verschillende kapitalistische klassen door een grotere controle op de wereldmarkt. Deze oorlog was op zich geen verrassing voor socialisten zoals Connolly, maar de steun van de officiële leiders van de socialistische bewegingen in Europa was dat wel.

    Deze steun ging regelrecht in tegen de basisprincipes van arbeiderssolidariteit. De socialistische leiders stelden zich schaamteloos achter hun eigen heersende klasse in een oorlog waarin miljoenen soldaten uit de arbeidersklasse het leven lieten of gewond raken. De oorlog bereikte een nieuw hoogtepunt van barbarij.

    John Redmond, de leider van de beperkte vorm van zelfbeschikking die aan Ierland toegekend werd, haastte zich om de oorlog te steunen en vroeg de leden van de Irish Volunteers om zich bij het Britse leger aan te sluiten. Opmerkelijk genoeg vindt de huidige Ierse regering het nuttig om John Redmond te herdenken met een groot spandoek aan Dublin’s College Green.

    Connolly schreef daarentegen: “Ierland kan wel eens het vuur aan de lont steken waarbij heel Europa aangestoken wordt en waarbij het vuur blijft branden tot de laatste troon en de laatste kapitalistische obligaties en aandelen verschrompelen op de brandstapel van de laatste krijgsheer.”

    Naar een opstand

    Naarmate het bloedbad van de oorlog bleef duren, werd de wil van Connolly om de kapitalistische en imperialistische orde van Europa een slag toe te brengen enkel maar groter. Connolly stond echter geïsoleerd, hij zat in Ierland zonder directe banden met andere revolutionaire socialistische leiders die zich tegen de imperialistische oorlog uitspraken, leiders zoals Lenin en Trotski in Rusland, Rosa Luxemburg en Karl Liebknecht in Duitsland of John Maclean in Schotland. Connolly was ook beïnvloed door de gevolgen van de nederlagen van 1914.

    Ierland was tijdens de oorlog niet immuun voor de nationalistische retoriek doorheen Europa. Veel gewone werkenden in Ierland, ook diegenen die na de lock-out van 1913 op een zwarte lijst beland waren, stonden economisch in dienst van het Britse leger. Er was ook de dreiging van een effectieve militaire dienstplicht in Ierland, net zoals deze eerder ook in Groot-Brittannië was doorgevoerd.

    Het was in deze context dat Connolly steeds wanhopiger werd om een vorm van opstand in Ierland te zien. Op dat ogenblik was er niet echt een sfeer voor een opstand onder bredere lagen van de arbeidersklasse. Connolly keek daarom meer uit naar de krachten van het militante nationalisme. Het ging om de krachten van de Irish Republican Brotherhood (IRB) en delen van de Irish Volunteers die niet ingingen op de oproep van Redmond om het Britse leger te ondersteunen.

    De slogan van de IRB was: “Problemen voor Engeland zijn kansen voor Ierland.” Het bereidde sinds het beging van de oorlog in het grootste geheim een opstand voor. In januari 1916 werd Connolly opgenomen in de militaire raad van de IRB om een opstand op Pasen voor te bereiden.

    Paasopstand

    Op Paasmaandag 1916 namen naar schatting 1300 leden van de Irish Volunteers en 220 leden van het Irish Citizen Army met enkele tientallen geweren de controle over het stadscentrum van Dublin over. Ze riepen de Ierse republiek uit en wierpen barrikades op waar ze wachtten op de onvermijdelijke aanval van de Britse troepen.

    De opstandelingen hielden het een week vol, ook al waren de Britse troepen met veel meer. Er was een verhouding van 20 Britse soldaten per Ierse opstandeling. Uiteindelijk werden de opstandelingen omsingeld en genadeloos in de pan gehakt. Een groot deel van de binnenstad werd verwoest en er vielen tal van burgerdoden. Tegen het einde van de week werden de opstandelingen tot een onvoorwaardelijke overgave gedwongen. Onder de doden waren er 60 opstandelingen, 120 Britse soldaten en 450 gewone burgers. Er vielen meer dan 2500 gewonden.

    Factoren zoals het bevel van Eoin McNeill om de geplande acties van de Irish Volunteers op paaszondag af te zeggen en het feit dat een Duitse onderzeeëer met 20.000 geweren bedoeld voor de opstandelingen voor de kust werd gestopt, zorgden ervoor dat de schaal en de intensiteit van de gevechten beperkter waren. Uiteindelijk was de opstand echter van bij het begin gedoemd om te mislukken. De reden hiervoor was de sfeer onder brede lagen van de bevolking. Die waren op dat ogenblik niet bereid om een dergelijke actie te ondersteunen.

    Connolly had in de aanloop naar de opstand zelf politieke toegevingen gedaan aan de nationalistische krachten met wie hij vocht. Dit blijkt het beste uit de Verklaring waar hij zijn naam onder zette. Dit is ondanks positieve elementen in essentie een nationalistisch document. Na de beslissing om aan de opstand deel te nemen, had Connolly beter een afzonderlijk socialistisch document opgemaakt met zijn visie van een ‘arbeidersrepubliek’ waar de rijkdom en de productiemiddelen onder democratische bezit en controle van de arbeidersklasse komen.

    De verloren revolutie

    De moed en zelfopoffering van Connolly (en al wie in de opstand vocht) zijn onbetwist. Maar het vroegtijdig karakter van de opstand wordt helemaal duidelijk als we kijken naar wat er gebeurde na de opstand. In het eerste hoofdstuk van zijn bekende ‘Labour in Irish History’ schreef Connolly: “Revoluties zijn nooit het resultaat van wat we willen maar van gerijpte materiële voorwaarden.”

    De ‘materiële voorwaarden’ voor een socialistische revolutie tegen het Britse en Ierse kapitalisme waren nog niet gerijpt in 1916. Maar de impact van de nationale en internationale gebeurtenissen na 1917 hadden zo’n revolutie wel mogelijk gemaakt. Het uitbreken van de Russische revolutie en de daaropvolgende revolutionaire golf in Europa hadden ook een diepgaand radicaliserend effect op de Ierse arbeidersklasse.

    Deze radicalisering had niet alleen een effect in het zuiden, waar de oppositie tegen het Britse imperialisme harder werd na de opstand, maar ook onder de protestantse en katholieke arbeiders in het noorden van Ierland. Het leidde tot een reeks lokale en nationale algemene stakingen, tot ‘sovjets’ (democratische arbeidersraden) die tijdelijk de controle overnamen over steden als Belfast en Limerick en het leidde tot de ontwikkeling van een grote steun voor socialisme onder de bevolking.

    De afwezigheid van een revolutionaire socialistische leiding die de arbeidersklasse kon verenigen en deze bewegingen kon richten op een strijd voor socialistische verandering, maakte dat de revolutie zich niet doorzette en de ruimte voor de contrarevolutie van de opdeling van het land groter werd. De tragedie van Connolly was dat hij deze gebeurtenissen niet meer zou meemaken en niet de nodige rol kon spelen in de opbouw van een revolutionaire leiding.

    In tegenstelling tot de mythe die vandaag door het politieke establishment en de gevestigde historici naar voor wordt gebracht, leidde de ‘revolutionaire periode’ van 1916 tot 1922 niet tot grote verbeteringen voor de arbeidersklasse. Het leidde tot het ontstaan van twee onderdrukkende, sectaire staten die de noden van de arbeidersklasse niet konden inlossen en dat nog steeds niet kunnen.

    Dat is waarom we uit het verleden moeten leren en bouwen aan een socialistische beweging die wel in staat is om echte verandering voor de arbeidersklasse te bekomen.

  • 100 jaar na de Ierse Paasopstand: de echte opvattingen van James Connolly

    connollyStilaan beginnen in Ierland de voorbereidingen voor de vieringen van 100 jaar Paasopstand. In 1916 was er een opstand tegen de Britse bezetting van het eiland. De socialist James Connolly was een van de voortrekkers van de beweging. Vandaag probeert het establishment om Connolly te recupereren. Zoals hij Connolly zelf opmerkte bij een verjaardag van de opstand van 1798: “Vrijheidsapostelen worden idolen eens ze dood zijn, tijdens hun leven worden ze vervolgd.” Met Connolly was het niet anders.

    Tien jaar geleden verscheen een uitgebreid dossier door Peter Hadden onder de titel ‘De echte opvattingen van James Connolly’. Peter Hadden is veel te vroeg overleden in 2010 na een slepende ziekte. Zijn dossier over Connolly blijft bijzonder interessante lectuur, een goede aanzet om de herdenking van 100 jaar Paasopstand te kaderen.

    Lees hier het dossier ‘De echte opvattingen van James Connolly’ op marxisme.be

  • Ierland. Massale afkeer tegen gevestigde partijen, dreiging van politieke crisis

    ierland“Zoals James Connolly honderd jaar geleden al zei, is het duidelijk dat “de tijd gepasseerd is om het kapitalisme op te lappen, het moet verdwijnen”. We hebben democratisch publiek bezit van en beheer van de rijkdom en middelen in de samenleving nodig als we de menselijke noden centraal willen en niet de winst.” Deze krachtige woorden van Ruth Coppinger van de Socialist Party en parlementslid van de Anti Austerity Alliance (AAA) komen uit de toespraak waarmee ze de socialist Richard Boyd Barrett voordroeg als kandidaat-premier. De volledige toespraak vind je onderaan dit artikel. De AAA kwam met het idee om een socialistische verkozene te nomineren om het belang van een onafhankelijk links alternatief in het pas verkozen Ierse parlement in de verf te zetten.

    Analyse door Cillian Gillespie en Ruth Coppinger

    Net als alle andere genomineerde kandidaten had Boyd Barrett weinig kans om te winnen. Het feit dat er niet meteen een premier verkozen raakte – omdat er nog geen meerderheid is – zal aanleiding geven tot enkele weken van intensieve achterkamerpolitiek. De traditionele partijen zullen zoeken naar een regeringsvorm, wellicht om tot een regeling te komen tussen de twee traditionele partijen Fianna Fail en Fine Gael.

    Het ‘tweeënhalf partijsysteem’

    De uitgaande regering van Fine Gael en Labour kreeg rake klappen in de verkiezingen. De campagneslogan “Hou het herstel aan de gang” had een averechts effect op de grote meerderheid van de bevolking. Leidinggevende ministers van Fine Gael die gezien werden als het meest hardvochtig, zoals Alan Shatter en James Reilly, verloren hun zetels.

    Het traditionele stelsel van “tweeënhalve partijen” komt aan zijn einde. De twee grote partijen, Fianna Fail en Fine Gael, komen samen niet meer aan 50% van de stemmen. Samen met Labour, de derde ‘halve’ partij in het “tweeënhalf partijsysteem”, komen ze nog aan 56%. Deze achteruitgang ligt in de lijn met een soortgelijk proces doorheen verschillende Europese landen waar er een scherpe ondermijning is van de steun voor partijen die geassocieerd worden met het besparingsbeleid.

    Fine Gael modelleerde haar verkiezingscampagne naar de campagne van de conservatieve Torries in Groot-Brittannië vorig jaar. Er werd gehoopt het succes van de Tories te evenaren en terug aan de macht te komen. In een context van een groeiende huisvestingscrisis, stijgende huurprijzen, hypotheekschulden en meer dan 500 mensen die wachten op een bed in een ziekenhuis in januari, kon Fine Gael het idee dat het voor stabiliteit stond, tegenover een regering van de “chaos” zonder Fine Gael, maar moeilijk vestigen. Als het al een effect had, dan was dit net als bij de retoriek over het zogenaamde ‘herstel’ een omgekeerd effect.

    Hoewel Fianna Fáil terrein terugwon, blijft dit het op één na slechtste resultaat ooit voor de partij. De partij haalt nog 25%, amper tien jaar geleden was dat nog 40%. Er waren twee factoren die bijdroegen aan de lichte vooruitgang van Fianna Fáil. Veel traditionele Fianna Fáil-kiezers die vorige keer hun stem “uitleenden” aan Fine Gael keerden terug naar Fianna Fáil, wat ook de achteruitgang van de Fine Gael deels verklaart.

    Daarnaast probeerde Fianna Fáil zich tijdens de campagne een oppervlakkig ‘sociaaldemocratisch’ imago aan te meten. Partijleider Michael Martin had het over het ongelijke karakter van het Ierse herstel en stelde dat het nodig is om in de openbare diensten te investeren. De hypocrisie hiervan zou niemand mogen ontgaan. Op een vervormde manier probeerde Fianna Fáil in te spelen op de oppositie tegen het neoliberalisme, ook al voerde de partij eenzelfde koers toen ze zelf aan de macht was.

    Voor Labour (de sociaaldemocratische partij) was het een rampzalige verkiezing waarin zowel de voorzitter als de ondervoorzitter van de partij met moeite en als laatste verkozen raakten in hun kiesdistrict. Labour werd het hardst gestraft voor het verraad. Van de 37 zetels in 2011 (een hoog resultaat dat omschreven werd als de ‘Gilmore Gale’, de ‘storm’ van toenmalig voorzitter Eamon Gilmore) blijven er nog amper 7 over. Procentueel viel Labour terug van 19,4% in 2011 tot 6,6%. De neergang van Labour plaatst de nood aan een echte linkerzijde op de agenda, een linkerzijde die breekt met de logica van besparingen en het kapitalisme.

    Hoewel sommige resultaten contradictorisch zijn, is er een tendens naar links in de samenleving. Zo werd Renua, de nieuwe rechtse neoliberale partij die op erg veel steun kon rekenen bij de traditionele media, volledig van het politieke toneel geveegd.

    Sinn Féin schuift op naar rechts

    Sinn Fein behaalde 9 extra zetels. Maar met 13,8% van de stemmen, tegenover 9,9% in 2011, was dit niet de grote doorbraak die enkele maanden geleden voorspeld werd. Doorheen de campagne verwees Sinn Féin naar de enorme woede onder de slachtoffers van het besparingsbeleid. Maar tegelijk werden de economische parameters van het establishment aanvaard en beperkte Sinn Féin zich tot minimale hervormingen.

    Het electoraal programma van Sinn Féin stelde voor om het minimumloon met 0,5 euro per uur te verhogen. Er werd ook voorgesteld om 100.000 sociale woningen te bouwen tegen 2030, terwijl er nu al 130.000 gezinnen op de wachtlijsten staan. In het debat rond de fiscale ruimte voor de volgende regering, was Sinn Féin er als de kippen bij om het ‘verantwoordelijke’ karakter van de partij te benadrukken voor het kapitalistische establishment. Sinn Féin verklaarde dat het slechts 20% van de sinds 2009 doorgevoerde besparingen zou terugdraaien over de hele regeerperiode van de volgende regering. Er werd met geen woord gerept over progressieve belastingen of het belasten van de megawinsten van multinationals, ook niet over de 17 miljard euro onbetaalde belastingen die Apple de Ierse staat verschuldigd is. Deze matiging in haar aanpak maakte dat Sinn Féin niet aantrekkelijk was voor de werkenden die naar links opschoven en zich scherper tegen het establishment keerden.

    De AAA schoof een radicaal programma voor verandering naar voor en beargumenteerde tijdens de campagne de nood aan een nieuwe partij om de gediscrediteerde besparingspartij Labour te vervangen en om mee de basis te leggen voor een echte linkse regering. In ons eerste pamflet schreven we: “Labour is niet langer de partij van Connolly, Larkin of de arbeidersklasse. Geen enkele van de grote partijen vertegenwoordigt ons. Jammer genoeg lijkt Sinn Féin bereid om Fianna Fáil en Labour terug aan de macht te brengen. De AAA verdedigt de oprichting van een nieuwe politieke beweging voor de werkende mensen. Na de verkiezingen wil de AAA met alle oprechte linkse krachten spreken om te zien of een echte linkse regering, die de samenleving beheert voor de menselijke noden en niet de winst, kan gevormd worden.”

    AAA-PBP

    Met een verdubbeling van de parlementaire vertegenwoordiging naar zes zetels en 3,9% van het nationale stemmenaantal deed het kartel Anti Austerity Alliance – People Before Profit het uitstekend. Jammer genoeg miste de AAA op een haar na nog een zetel in Limerick waar SP-lid Cian Prendiville 278 stemmen tekort kwam om Jan O’Sullivan van Labour te verslaan. Naast Ruth Coppinger en Paul Murphy die opnieuw verkozen raakten,  behaalde de AAA ook haar eerste zetel buiten Dublin met SP-lid Mick Barry in Cork North Central. Een dergelijke doorbraak in de tweede grootste stad van het land is een belangrijke stap vooruit voor de AAA.

    In de 13 kiesdistricten waar de AAA opkwam, haalden we 6% van de stemmen. We haalden ook respectabele resultaten in districten waar we slechts beperkte campagnes konden voeren met kandidaten die voor het eerst deelnamen. Diana O’Dwyer in Dublin Central en Fiona Ryan in Cork South Central behaalden respectief 721 (3%) en 937 (1,7%) eerste voorkeursstemmen.

    In beide campagnes was het schrappen van het 8ste amendement (een amendement in de Ierse grondwet waarmee abortus in alle omstandigheden illegaal gemaakt wordt in Ierland) een centraal thema. De campagnes kwamen op voor het recht op vrije keuze voor vrouwen. Deze eisen stonden centraal op de verkiezingsaffiches. De stemmen voor beide kandidaten weerspiegelen de groeiende vraag naar het recht op abortus in Ierland. Een opiniepeiling van de Irish Times een week voor de verkiezingen gaf aan dat 64% voorstander is van het schrappen van het 8ste amendement. Een nog recentere peiling van Amnesty / Red C gaf aan dat 74% voorstander is van een referendum hierover.

    Grote coalitie van Fianna Fáil en Fine Gael?

    Fianna Fáil en Fine Gael staan onder druk om hun niet-bestaande verschillen op te bergen en een regering te vormen. Maar dat is niet naar de zin van een groot deel van het establishment dat bang is voor de groei van Sinn Féin en de linkerzijde die zou volgen op zulke ongeziene coalitie. Als de coalitie er zou komen en er wordt verder gegaan met hetzelfde besparingsbeleid dan zou er ongetwijfeld een reactie komen van de werkenden en de slachtoffers van dit beleid. Als er geen akkoord bereikt kan worden tussen Fianna Fáil en Fine Gael is het niet uitgesloten dat die eerste zal proberen om een coalitie te vormen met Sinn Féin en andere kleinere partijen of onafhankelijken.

    Boycot waterbelasting verder opbouwen!

    Gelijk welke regering aan de macht komt, de kwestie van de waterbelasting zal op de agenda staan. Fianna Fáil beloofde om “Irish Water af te schaffen” (Irish Water is het openbaar nutsbedrijf dat recent werd opgezet om het waternet te beheren en de nieuwe waterbelasting te heffen) en staat nu onder druk om de waterbelasting op te schorten. Zelfs Fine Gael kan niet eenvoudigweg doorgaan met dit gehate fiasco. De verkiezingsresultaten zijn een aanmoediging voor de niet-betalingscampagne. De beweging tegen de waterbelasting moet nu mobiliseren om te eisen dat de volgende regering de waterbelasting effectief schrapt. Het is mogelijk om nu een overwinning hierrond te boeken.

    Alleen al het feit dat er gesproken werd over een mogelijke afschaffing van de waterbelasting versterkt de boycot ervan. Er komen verslagen van mensen die hun domiciliëring opgezegd hebben. De Socialist Party en de AAA hebben hier van bij het begin voor gepleit. In tegenstelling tot Sinn Féin stelden we dat massale niet-betaling van cruciaal belang was om de waterbelasting weg te krijgen. Er is nu een mooie kans om de niet-betalingscampagne te versterken en de waterbelasting een vernietigende klap toe te brengen, los van de intenties van Fianna Fáil of Fine Gael bij een regeerakkoord. Het zou meteen ook andere bewegingen versterken, onder meer tegen de besparingen, lage lonen, … De stakende tramchauffeurs van Dublin die volharden, geven aan wat het potentieel is voor nieuwe strijdbewegingen op de werkvloer. Steeds meer werkenden eisen ook hun deel van het herstel op.

    Hoop op echte verandering

    Veel mensen hopen op echte verandering. Dit kwam niet volledig tot uiting in de verkiezingsresultaten. Naast stemmen is het nodig dat mensen actief betrokken raken in politiek en politiek geladen kwesties. Dat gebeurde gedeeltelijk in de beweging rond de waterbelasting en de campagne rond het referendum voor het homohuwelijk in 2015. We hebben een nieuwe partij nodig om Labour te vervangen, een partij die uitdrukking geeft aan de aspiraties voor echte verandering en die werkende mensen kan betrekken in politieke activiteit. De volledige echte linkerzijde zou een plaats moeten kunnen vinden in die partij. De parlementaire groep van AAA-PBP kan een doorslaggevende rol spelen voor de linkerzijde in het parlement door duidelijke posities te beargumenteren rond de onafhankelijkheid van de linkerzijde en rond het aanwenden van de rijkdom van de samenleving om een einde te maken aan alle besparingen. Door een kandidaat te nomineren voor premier heeft AAA-PBP gepoogd om de te benadrukken dat er een linkerzijde nodig is die onafhankelijk is van alle gevestigde partijen, inclusief Sinn Féin.

    De groep kan de druk opvoeren om onrechtvaardige besparingsbelastingen af te schaffen, een openbaar programma voor de bouw van sociale woningen te lanceren en te herinvesteren in openbare diensten. Het kan ook een leidinggevende kracht zijn voor sociale vooruitgang en voor het schrappen van het 8ste amendement. De groep moet ook proberen om steun te winnen om de rijkdom en middelen in de samenleving onder democratisch publiek bezit en controle te brengen.

    De Socialist Party zal blijven werken binnen de AAA en de nieuwe parlementaire groep om zo te vechten voor een linkse regering. Onze verkozen leden, Ruth Coppinger, Paul Murphy en Mick Barry, zullen strijdbewegingen van de arbeidersklasse, jongeren en vrouwen in de Ierse samenleving steunen en hun eisen articuleren. Tegelijk zullen ze pleiten voor een socialistisch alternatief op het rotte kapitalistische establishment.

    [divider]

    Toespraak van Ruth Coppinger om Richard Boyd Barrett  TD als kandidaat-premier te nomineren

    Anti-Austerity Alliance-People Before Profit wil graag een socialistische kandidaat nomineren voor de positie van premier. Terwijl de 100-jarige herdenking van de paasopstand, waar we veel over zullen horen in de komende weken, dichterbij komt, is het duidelijk dat we in een erg onrechtvaardige samenleving leven waarin immense rijkdom geconcentreerd is in de handen van een kleine minderheid terwijl de levensstandaard van de overgrote meerderheid in vrije val is. Er raast een gezondheids- en een huisvestingscrisis en er wordt een poging ondernomen om van water een verhandelbaar goed te maken, klaar om geprivatiseerd te worden en verkocht te worden voor winst. Tot de dag van vandaag blijft de kerk vervlochten met de staat en worden vrouwen hun burgerrechten op abortus ontzegd. Het is duidelijk, zoals James Connolly honderd jaar geleden al zei, dat “de tijd gepasseerd is om het kapitalisme op te lappen, het moet verdwijnen”. We hebben democratisch publiek bezit van en beheer van de rijkdom en middelen in de samenleving nodig als we de menselijke noden centraal willen en niet de winst. We hebben een scheiding nodig tussen kerk en staat.

    Vandaag zullen wij niet stemmen voor de tweelingskandidaten van de twee partijen die een besparingsbeleid opleggen aan dit land, noch kunnen we een kandidaat steunen van een partij die beweert een vriend te zijn van de gewone mensen terwijl ze een besparingsbeleid voert in Noord-Ierland en gebaseerd is op maar één deel van de gemeenschap daar. Alle drie de voorgestelde kandidaten aanvaarden de kruimels van de ‘fiscale ruimte’ en kunnen dus niet de echte verandering leveren die nodig is voor de meerderheid van de samenleving. We hebben een onmiddellijke afschaffing van de waterbelasting, die duidelijk is afgewezen door de meerderheid van het electoraat, nodig. Wij steunen de boycot en roepen op ze verder uit te breiden om zeker te zijn dat deze belasting begraven raakt terwijl de twee partijen twijfelen over al dan niet afschaffen. Noch kunnen we nog langer wachten op een openbaar huisvestingsprogramma en voor het omvormen van NAMA tot een agentschap voor betaalbaar wonen, stappen die de vorige regering weigerde te nemen. We moeten een einde maken aan de 32 jaar durende hypocrisie van het 8ste amendement en vrouwen het recht geven om zelf te beslissen in alle gevallen en niet enkel in een klein aantal. Om onze openbare diensten te financieren moeten we een einde maken aan het gebruik van ons land als een belastingparadijs en controle verwerven over de rijkdom van de 1%. James Connolly wilde het systeem veranderen en wij zijn akkoord met hem. Zestien dagen voor de paasopstand schetste Connolly wie Ierland zou veranderen en in wiens belang. Hij schreef in de pagina’s van ‘The Workers’ Republic’:

    “Niet de geld-knijpende huisjesmelker; niet de zwetende, op winst beluste kapitalist; niet de strakke, glibberige advocaat; niet de zich prostituerende persman – ingehuurde leugenaars van de vijand. Niet dit zijn de Ieren waarvan de toekomst afhangt. Niet hen, maar de Ierse arbeidersklasse, is het enige zekere fundament waarop een vrije natie kan gebouwd worden.”

    De kandidaat van de socialistische linkerzijde zal de positie van premier vandaag niet binnenhalen, maar door deel te nemen maken we onze intentie duidelijk aan dit parlement. We hebben de intentie een sterke, onafhankelijke stem voor de werkenden te zijn. We nodigen iedereen die echte verandering wil in dit land uit om politiek actief te worden en om bij ons aan te sluiten en te helpen bouwen aan een nieuwe massapartij van de werkende mensen om zo eindelijk de compleet gediscrediteerde Labour Party te vervangen, een partij van en voor werkende mensen en voor een samenleving onder beheer en bestuur van werkende mensen in het belang van de meerderheid. Daarom nomineer ik parlementslid Richard Boyd Barrett voor de positie van premier van het 32ste Parlement.

  • Ierland: uitstekend resultaat voor radicale linkerzijde

    ruthelected

    Ruth Coppinger, Paul Murphy en Mick Barry verkozen

    Als onderdeel van de linkse alliantie Anti-Austerity Alliance/People Before Profit zijn drie leden van onze Ierse zusterorganisatie verkozen in het parlement. De alliantie zelf staat op 5 verkozenen, een zesde zetel is waarschijnlijk. 7 zetels voor AAA/PBP wordt heel moeilijk, dat aantal is vereist voor het vormen van een parlementaire fractie met extra spreektijd en middelen.

    De regeringspartijen kregen zware klappen, maar ook de rechtse oppositiepartij Fianna Fial slaagde er niet in om sterk terug te komen, het establishment beleefde een zware dag. Wie dacht dat de Ierse bevolking het besparingsbeleid zomaar slikt, vergist zich.

    De radicale linkerzijde van AAA/PBP deed het erg goed en haalt nationaal 4% van de stemmen. Bij de vorige verkiezingen kwamen de Socialist Party (dat aan de basis van AAA ligt) en People Before Profit afzonderlijk op en haalden ze samen 2,2%. Met 4% doet radicaal-links het bijna even goed als Labour dat nog 6,6% haalt (tegenover 19% in 2011). Labour zat in een regering met Fine Gael. Die partij blijft nipt de grootste met 25%. De twee traditionele partijen FG en FF halen samen net geen 50%, een historisch lage score. Labour heeft als derde partner die regelmatig scoort zware klappen gekregen. Sinn Fein haalt 13%.

    AAA/PBP scoort uitstekend in Dublin waar het uiteindelijk wellicht 5 verkozenen zal hebben: twee voor de AAA en 3 voor PBP. Voor het eerst haalt radicaal-links ook buiten Dublin een zetel: Mick Barry raakt verkozen in Cork North Central. Ook in Limerick kwam Cian Prendiville (AAA) dicht bij een zetel. People Before Profit haalde zetels in Dún Laoghaire (Richard Boyd-Barrett), Dublin Mid West (Gino Kelly) en wellicht ook in Dublin South Central (Brid Smith). In dat laatste district is er vandaag een hertelling omdat het resultaat erg nipt is met 35 stemmen verschil.

    Er werd nationaal uitgekeken naar Dublin West waar twee ministers kandidaat waren: Leo Varadkar (FG) en de gehate vicepremier Joan Burton (Labour). Dit is ook het kiesdistrict waar Joe Higgins van de Socialist Party jarenlang verkozen was maar nu niet meer opkwam. Er was een nek-aan-nek race waarbij Ruth Coppinger (AAA) uiteindelijk de tweede zetel na Varadkar binnenhaalde voor een rechtse kandidaat van FF en Joan Burton.

    In Dublin South West haalden de twee kandidaten van de AAA 18,2% van de stemmen, waardoor de AAA hier de tweede partij is na FG en ruim groter dan Labour dat nog 6,5% overhoudt in wat vroeger een bastion voor de partij was. Paul Murphy raakte herkozen als een van de kandidaten met het hoogste aantal stemmen. De tweede kandidaat van AAA, Sandra Fay, haalde eveneens een uitstekend resultaat.

    Paul Murphy is op 9 april in ons land. Hij spreekt dan op Socialisme 2016.
    Paul Murphy is op 9 april in ons land. Hij spreekt dan op Socialisme 2016.

    Na de telling verklaarde Paul Murphy: “Bedankt aan de 12.000 mensen die hun eerste voorkeurstem aan Sandra Fay en mezelf gaven, dit was 18,2% van de kiezers. Het is een ongelofelijk goed resultaat. We wonnen de eerste zetel van Dublin South West en slaagden erin om onze basis in het district uit te bouwen, we hebben een radicale en consequente linkerzijde uitgebouwd in Dublin South West.

    “We zagen dit al in onze campagne waarin meer dna 140 mensen betrokken waren en aan het aantal activiteiten van onderuit. Maar ook in de resultaten zien we de verandering. We zijn doorheen het kiesdistrict de tweede partij, in de arbeiderswijken van Tallaght zijn we veruit de grootste partij. We hebben dit opgebouwd met een intensieve campagne, we probeerden de mensen het vertrouwen te geven dat ze samen moeten opkomen voor verandering. We hebben steun gekregen op basis van een principieel standpunt waarbij we een coalitie met FF/FG en Labour uitsloten omdat we weten dat dit niet tot echte verandering zou leiden en omdat we niet bereid zijn om het besparingsbeleid op lokaal of nationaal niveau mee te beheren.

    “Toen ik anderhalf jaar geleden verkozen raakte in een tussentijdse verkiezing, was dit grotendeels een proteststem tegen de waterbelasting en een steun voor de boycot van die taks. Nu gaat het om veel meer dan dat – een eis voor een herstel voor de 99%, een stopzetting van het besparingsbeleid, investeringen in gezondheidszorg, onderwijs, tegen lage lonen en nulurencontracten. We zien de basis voor een bredere beweging voor een samenleving waarin de noden van de mensen centraal staan en niet de winsten, een samenleving waarin de 99% de macht overnemen van de 1% en dit op basis van gelijkheid, kortom een socialistische verandering.

    “Minister Alan Kelly zal mogelijk niet terugkeren. Maar zijn waterbelasting is er nog en de beweging ertegen ook. We toonden het vorig weekend nog met een massale betoging in Dublin. We tonen het ook met de aanhoudende boycot. We moeten nu het vertrouwen hebben dat we kunnen winnen. Welke regering er ook wordt gevormd, er zal sowieso beroep moeten gedaan worden op krachten die zich tegen de waterbelasting uitspraken als gevolg van de druk van onze beweging. De beste manier om ervoor te zorgen dat de volgende regering de gemaakte beloften ook effectief nakomt, is door de boycot verder te zetten.

    “Een overwinning op de waterbelasting zal het proces van politieke revolutie versnellen. Het zal de mensen het vertrouwen geven dat het mogelijk is om te mobiliseren voor de verandering die we nodig hebben.

    “Het politieke establishment kreeg een zware slag. Labour is bijna volledig van de kaart geveegd en er is een historisch laag resultaat voor FG, FF en Labour samen. Hun stelsel van twee en een halve partijen is niet meer. Aan ons om een nieuw politiek systeem op te bouwen met een massale linkerzijde en een socialistische partij die een linkse anti-besparingsregering kan vormen.”

  • Ierland. Afscheidnemend parlementslid Joe Higgins over de verkiezingen van vrijdag

    aaapbp
    Van links naar rechts: Joe Higgins, Ruth Coppinger, Richard Boyd-Barrett, Paul Murphy. Zij waren alle vier in het huidige parlement verkozen.

    De Ierse verkiezingen vinden op 26 februari plaats. De Socialist Party neemt deel aan de verkiezingen als onderdeel van de alliantie Anti-Austerity Alliance/ People Before Profit (AAA-PBP) en hoopt Paul Murphy en Ruth Coppinger opnieuw verkozen te krijgen. We spraken met parlementslid Joe Higgins over de kiescampagne.

    “De besparingen van de afgelopen acht jaar hebben de ongelijkheid in Ierland fors doen toenemen. Het weerspiegelt wat ook internationaal gebeurt: kijk maar naar de recente cijfers van Oxfam die aangeven dat de rijkste 1% voor het eerst rijker zijn dan de andere 99% van de mensheid.

    “De verkiezing van Jeremy Corbyn in Groot-Brittannië en de enorme steun voor Bernie Sanders in de VS wijzen op een groeiende oppositie en woede tegenover de ongelijke samenleving. Dit komt ook in Ierland tot uiting.

    “Volgens de officiële cijfers is er sprake van economisch herstel, maar veel gewone mensen voelen dit niet omdat de lasten van het besparingsbeleid blijven toenemen. Na de financiële crisis kwamen er wel nieuwe jobs, maar het gaat vooral om laagbetaalde en onzekere jobs. Er is een vreselijke huisvestingscrisis die een belangrijk thema vormt in de campagne. En er is een crisis in de gezondheidszorg.

    “We proberen in te gaan tegen de gevestigde partijen, maar ook Sinn Fein, dat het debat over de economische toestand beperkt tot wat het de ‘fiscale ruimte’ noemen, de extra belastinginkomsten waarop het hoopt indien de economie de komende vijf jaar terug zou groeien.

    “Er was een obsessie rond deze fiscale ruimte om niet te moeten ingaan op de enorme concentratie van rijkdom in handen van een erg beperkte elite of de fenomenale winsten van de grote bedrijven. Ierland is nog steeds een belastingparadijs voor deze bedrijven.

    “Wij probeerden het debat te verleggen door te wijzen op de middelen die aanwezig zijn en die gebruikt kunnen worden om de levensstandaard van de meerderheid van de bevolking te verhogen. We zullen daartoe een progressief belastingstelsel nodig hebben en de banken moeten in publieke handen komen. Er is een massaal programma van publieke investeringen nodig, onder meer om nieuwe huizen te bouwen.

    “Deze eisen worden verbonden met de nood aan een politiek alternatief. We roepen op tot een ‘politieke revolutie’ om de gevestigde partijen opzij te schuiven en te bouwen aan een nieuwe kracht waarmee de werkende bevolking zijn belangen kan verdedigen.”

    [divider]

    Joe Higgins geen kandidaat meer

    joeVaste lezers van deze site zijn vertrouwd met de politieke reputatie en scherpte van Joe Higgins. Jarenlang was hij het publieke boegbeeld van onze Ierse zusterorganisatie. Hij zat van 1997 tot 2007 en vanaf 2011 opnieuw in het Ierse parlement; tussendoor zat hij twee jaar in het Europees Parlement. Joe neemt nu niet meer deel aan de verkiezingen. Hij is ondertussen 66 jaar en wil de fakkel doorgeven aan jongere medestanders zoals Ruth Coppinger die in hetzelfde kiesdistrict, Dublin West, verkozen raakte in een tussentijdse verkiezing. Achter de schermen zal Joe uiteraard een belangrijke rol blijven spelen. Wij willen Joe bedanken voor zijn jarenlange inzet en de wijze waarop hij zijn publieke positie steeds gebruikt heeft om de strijd van werkenden en onderdrukten te versterken.

    Het laatste parlementaire wapenfeit van Joe Higgins was zijn deelname aan een onderzoekscommissie naar de financiële crisis. Zo stelde hij volgende vraag aan Patrick Honohan, een voormalige gouverneur van de Ierse Centrale Bank. “Is het zo dat de vastgoedzeepbel extreem werd opgeblazen door de zoektocht naar superwinsten van de banken, ontwikkelaars en aandeelhouders, dat dit is waar de kapitalistische financiële markt om draait? Dat deze ideologie gedeeld wordt door de regering, de meerderheid in het parlement alsook door een groot deel van de media en de reguleringsinstanties, die doorgaans aangesteld werden vanuit het systeem? En dat de overheersende idee is om ‘de leeuw niet van zijn prooi te scheiden’?” Honohan moest tot verbazing van de journalisten erkennen: “Dat klopt.” Joe verwierp het uiteindelijke rapport van de onderzoekscommissie en diende een alternatief rapport van 146 pagina’s in. Het staat online op: http://antiausterityalliance.ie/wp-content/uploads/2016/01/banking-inquiry.pdf

    [divider]

    Paul Murphy op Socialisme 2016

    Parlementslid Paul Murphy werd in een tussentijdse verkiezing in Dublin South West verkozen en hoopt in het parlement terug te keren. Hij wierp zich op als een van de woordvoerders van het verzet tegen de gehate waterbelasting. Paul was een tijdlang Europarlementslid als vervanger van Joe Higgins. Op 9 april komt hij nog eens naar België om te spreken op Socialisme 2016. Hij zal spreken op een commissie over de Europese linkerzijde en het plan B van Varoufakis. Verder zal hij ook tijdens de slotmeeting spreken.

    -> Meer info en programma van Socialisme 2016

    [divider]
    Toespraken Paul Murphy en Ruth Coppinger op meeting na grote betoging tegen waterbelasting

    Vorig weekend waren er tienduizenden betogers tegen de gehate waterelasting. Na afloop was er een grote meeting van AAA-PBP. Hieronder de toespraken van Paul Murphy en Ruth Coppinger op die meeting.

  • Ierland: gevestigde partijen onderuit, naar een linkse doorbraak?

    ierlandOp dit ogenblik kan de Ierse regering op elk moment vallen. In de campagne naar de vervroegde verkiezingen zullen de internationale media het hebben over het Ierse model van ‘stabiliteit’ en ‘herstel’. Er zijn optimistische vooruitzichten van 5 tot 7% groei de komende jaren. Maar dit rooskleurig plaatje stemt niet overeen met de realiteit voor de meerderheid van de bevolking.

    Artikel door Finghin Kelly

    Het besparingsbeleid heeft de arbeidersklasse hard geraakt. De lonen gingen erop achteruit en laagbetaalde onzekere jobs werden de norm. Ierland is nu het Europese land met het grootste percentage laagbetaalde jobs.

    Het falen van het besparingsbeleid blijkt onder meer scherp uit de huizencrisis. De afgelopen zeven jaar werden er slechts een handvol sociale huizen gebouwd. Er staan meer dan 100.000 gezinnen op wachtlijsten. De huurprijzen schieten de hoogte in. Wie in het stadscentrum van Dublin rondwandelt, kan niet naast de oprukkende dakloosheid kijken. Er zijn zelfs 1500 dakloze kinderen.

    Voor de meerderheid van de bevolking is er geen herstel of stabiliteit. Het economische ‘herstel’ beperkt zich tot de superrijken. De 300 rijkste Ieren zagen hun vermogen de afgelopen vijf jaar aangroeien van 50 miljard tot 84 miljard euro.

    Naast deze enorme ongelijkheid zullen deze verkiezingen ook in het teken staan van de brede beweging tegen de waterbelasting. Deze beweging ontstond van onderuit met tienduizenden werkenden die in hun buurt actief werden. Er waren massale acties en de waterfacturen worden door veel mensen niet betaald. Ondanks de intimidatie door regering en media betaalt meer de helft van de bevolking niet. De Anti-Austerity Alliance, waar de Socialist Party deel van uitmaakt, speelt een belangrijke rol in de beweging tegen de waterbelasting, onder meer met een oproep en organisatie van de niet-betalingscampagne.

    Het afgelopen jaar kende Ierland een groeiende beweging voor abortusrechten. Met het grondwettelijk verbod op abortus kent Ierland een van de meest restrictieve abortusregels van de planeet. In de houding van brede lagen is er echter een grote stap vooruit gezet, de ene peiling na de andere geeft aan dat een duidelijke meerderheid voor een intrekking van het grondwettelijk verbod is. Onder het politieke establishment ligt dit echter moeilijk, daar is er geen bereidheid om de macht van de katholieke kerk binnen de staat te betwisten. De roep naar gelijkheid en een seculiere staat bleek vorig jaar met de massale ja-stem in het referendum over het homohuwelijk.

    Zoals overal in Europa hebben de gevestigde partijen van het establishment heel veel autoriteit verloren. De drie belangrijkste partijen die de Ierse politiek domineerden sinds de onafhankelijkheid, komen samen in peilingen regelmatig niet meer aan 50%. De ineenstorting van de sociaaldemocratische Labour Party is het meest opvallend. Deze partij betaalt een hoge prijs voor het verraad in de regering, de traditionele kiezers onder de arbeidersklasse hebben Labour bijna allemaal de rug toegekeerd. Een recente peiling plaatst Labour nog op 6% wat de vraag opwerpt of de partij nog verkozenen zal overhouden.

    De afkeer van de gevestigde besparingspartijen levert vooral Sinn Fein extra steun op. Sinn Fein is geen arbeiderspartij en is niet antikapitalistisch, maar toch haalt de partij hoge scores in peilingen door haar antibesparingsimago. Sinn Fein haalt regelmatig 16-20% in de peilingen en zal in de verkiezingen wellicht een doorbraak kennen.

    Maar Sinn Fein heeft duidelijke zwaktes. Het speelt geen actieve rol in de opbouw van de beweging tegen het besparingsbeleid, het ontbreekt aan een programma of een tactiek om strijd te winnen. Rond de kwestie van de waterbelasting weigerde Sinn Fein een oproep te doen om de belasting niet te betalen. De partij verklaarde dat ze in een regering de begrotingsregels van de EU zal naleven. Dat is symptomatisch voor de wil van Sinn Fein om met een of meerdere gevestigde partijen in een coalitieregering te stappen. In Noord-Ierland zit de partij sinds 1998 in een coalitieregering en werden besparingen doorgevoerd. Recent nog stemde Sinn Fein er in met een daling van het tarief van de vennootschapsbelasting, een besparing op de sociale zekerheid en een vermindering van het aantal ambtenaren met 20.000.

    De Anti-Austerity Alliance zal in de verkiezingen een duidelijk links programma tegen besparingen naar voor brengen waarin de belangen en noden van de werkende bevolking centraal geplaatst worden. We verwerpen het besparingsdictaat van de EU. De AAA zal benadrukken dat de werkende bevolking actief en georganiseerd moet zijn om deze eisen af te dwingen. Sommige peilingen plaatsen de AAA samen met andere linkse groepen op 7% op nationaal vlak. Mogelijk kan AAA een doorbraak maken en bijdragen aan een groter aantal zetels die een platform kunnen zijn voor de consequente linkerzijde in de komende strijdbewegingen.

     

  • [Video] Tariq Ali interviewt Paul Murphy

    Voor TeleSur sprak Tariq Ali met Paul Murphy over de waterbelasting en de opbouw van een nieuwe linkse kracht in Ierland.

  • Ierland: voor een regering die de belangen van de 99% verdedigt

    ierlandaaaDe Ierse premier Enda Kenny heeft beslist om de parlementsverkiezingen in de lente van 2016 te houden en niet in november zoals werd aangenomen. Het is een poging om de regerende Labour partij wat ademruimte te geven. Het breed gedragen ongenoegen, onder meer tegen de waterbelasting, zet de regeringspartijen onder druk.

    Het leidt ook tot een sterke opmars van de linkerzijde. Een peiling afgelopen weekend plaatste de electorale samenwerking van Anti-Austerity Alliance (AAA) en People Before Profit (PBP) nationaal op 7%, wat tot een aanzienlijke uitbreiding van de linkse parlementaire aanwezigheid zou leiden en snel tot de vraag kan leiden of deze linkerzijde bereid is om met Sinn Fein, dat in de Ierse republiek een links imago probeert hoog te houden, in een regering te stappen.

    De vraag naar coalitievorming is belangrijk voor de radicale linkerzijde, verschillende nieuwe linkse krachten gingen onderuit op basis van deelname aan wat al gauw besparingscoalities werden. Een duidelijk standpunt over coalities is dan ook noodzakelijk. Hieronder een vertaling van een standpunt van de drie huidige parlementsleden van de Socialist Party en Anti-Austerity Alliance, Paul Murphy, Ruth Coppinger en Joe Higgins. We denken dat dit standpunt ook nuttig is voor het debat in ons land waar de PVDA de afgelopen maanden meer nadruk is gaan leggen op de mogelijkheid van ‘progressieve coalities’ met de sociaaldemocratie en de groenen, onder meer in Antwerpen.

    [divider]

    In de aanloop naar de parlementsverkiezingen is er heel wat discussie in de media over de vraag of er een haalbaar alternatief is op de huidige coalitie van Fine Gael en Labour. In dit debat werd de vraag opgeworpen of de parlementsleden van de Socialist Party als onderdeel van de Anti-Austerity Alliance bereid zouden zijn om aan een alternatieve regering deel te nemen.

    Standpunt door Ruth Coppinger, Joe Higgins, Paul Murphy

    De criteria van de Socialist Party om aan een regering deel te nemen, zijn gebaseerd op wat in het belang van de werkende bevolking is. We zouden enkel aan een linkse regering deelnemen indien deze bereid is om het besparingsbeleid te stoppen en de belangen van de werkende bevolking centraal te stellen. Zo’n regering zou ingaan tegen het economische en sociale systeem dat de 300 rijksten toeliet om sinds 2010 hun vermogen met 34 miljard euro aan te dikken, terwijl honderdduizenden Ieren veroordeeld worden tot lage lonen, werkloosheid, armoede en dakloosheid. Er is een fundamentele politieke en economische verandering nodig. Een linkse regering moet de bevolking van de bevolking boven die van de winsten van de superrijke 1% plaatsen.

    Sommige commentatoren maken hiervan dat we ofwel niet bereid zijn om met gelijk wie een coalitie te vormen of dat we andere partijen, in het bijzonder Sinn Fein, zonder voorwaarden zouden steunen. Onze benadering naar andere partijen, los van de vraag of we met hen samenwerken of zouden overwegen om een coalitieregering met hen te vormen, is steeds afhankelijk van politieke programma’s, hun daden en de vraag of samenwerking een stap vooruit zou betekenen voor de werkende bevolking.

    Arbeidersbeweging

    De Socialist Party staat vooraan in de strijd om een nieuwe beweging van de werkende bevolking uit te bouwen waarmee we echte verandering kunnen bekomen. We stonden vooraan in de strijd tegen de huizentaks of nu tegen de waterbelasting. We moedigen werkenden doorheen het land aan om zich te organiseren en op te komen in de verkiezingen om een alternatief te bieden op de besparingspartijen.

    De vraag of Sinn Fein een rol kan spelen in het aanbieden van een links politiek alternatief wordt breed bediscussieerd. Wij denken dat de benadering van Sinn Fein erin bestaat dat verandering wordt beloofd en dat in woorden tegen besparingen zoals de waterbelasting wordt ingegaan, maar dat het niet verder gaat dan woorden en retoriek.

    In de tussentijdse verkiezing in Dublin South West in 2014 haalde de Anti-Austerity Alliance met Paul Murphy een zetel omdat de benadering van Sinn Fein werd doorprikt. De partijleiders Gerry Adams en Mary Lou McDonald waren naar buiten gekomen met een verzet tegen de waterbelasting, maar ze weigerden steun te geven aan een boycot van de taks. Adams en McDonald stelden eerder dat ze zelf de waterbelasting zouden betalen, maar tijdens de verkiezingscampagne moesten ze daarop terugkomen.

    Een belangrijke reden waarom Paul Murphy die verkiezingen won, was omdat veel kiezers vragen hadden bij het engagement van Sinn Fein in het verzet tegen de besparingen.

    Sinn Fein heeft 14 parlementsleden en 157 gemeenteraadsleden in de Ierse republiek. Deze weigeren echter om mee te bouwen aan een actieve lokale beweging tegen het besparingsbeleid. Sinn Fein beschikt over een aanzienlijke kracht en kon een belangrijke rol spelen in de uitbouw van een massale niet-betalingscampagne. Maar de partijleiders verklaarden steeds opnieuw dat ze niet voor een dergelijke campagne zijn. Ze lieten het over aan de Anti-Austerity Alliance, de Socialist Party en anderen om de niet-betalingscampagne te voeren. Dit gebeurde overigens met succes, 57% van de mensen hebben hun waterbelasting niet betaald.

    Coalitie

    Sinn Fein verklaarde nu dat het bereid is om een regering te vormen met rechtse partijen. “Sinn Fein wil een regering vormen met gelijk welke partij die een mandaat van de kiezers kreeg, stelde Gerry Adams. Gevraagd naar wie in aanmerking komt voor een coalitie, verklaarde Adams: “Al wie succesvol is in de verkiezingen”.” (Irish Times 16 september 2015)

    Er zit een fundamentele tegenstelling tussen de retoriek van Sinn Fein en de realiteit van wat ze bereid is te doen eens ze in een regering zit. Sinn Fein is bereid om een coalitie te vormen met de pro-kapitalistische besparingspartijen zoals Fine Gael, Fianna Fail en Labour, partijen die verantwoordelijk zijn voor de economische en sociale crisis, partijen die besparingen doorgevoerd hebben en vastberaden zijn om op dit ingeslagen pad verder te gaan na de verkiezingen.

    Op een ontbijtvergadering van de Kamer van Koophandel in Dublin stelde Gerry Adams dat Sinn Fein de vennootschapsbelasting op het lage niveau van 12,5% wil houden. “We proberen momenteel de Britse regering ervan te overtuigen om fiscale bevoegdheden, waaronder de vennootschapsbelasting, naar de Noord-Ierse raad over te hevelen. We stellen dat deze vennootschapsbelasting over heel het eiland moet geharmoniseerd worden.” (Irish Times 22 september 2015).

    Sinn Fein aanvaardt het status quo waarbij de zwaarste lasten van de belastingen bij de meerderheid van de bevolking terechtkomen, terwijl de superrijken hun vermogen met miljarden kunnen aandikken.

    Besparingsbeleid

    Sinn Fein en de protestantse DUP zijn het in Noord-Ierland eens dat de vennootschapsbelasting van 20% naar 12,5% moet afnemen, zelfs indien ze weten dat dit cadeau aan de grote bedrijven zal leiden tot een jaarlijkse afname van de middelen voor de openbare diensten voor een bedrag van 300 tot 400 miljoen pond per jaar.

    Als Sinn Fein in Noord-Ierland beweert een antibesparingspartij te zijn, dan komt dit weinig geloofwaardig over. De partij is er samen met de DUP aan de macht en voert zelf een besparingsbeleid. Sinn Fein onderhandelde en ondertekende het Stormont House Agreement, een akkoord met 4 miljard pond aan besparingen waarbij onder meer 20.000 jobs in de publieke sector verdwijnen. De vicepremier Martin McGuinness omschreef dit akkoord als “fantastisch”. Het akkoord staat onder druk door de politieke crisis in Noord-Ierland, maar alles wijst erop dat dit niveau van besparingen overeind blijft bij gelijk welke uitkomst van die politieke crisis.

    De positie van Sinn Fein over de zogenaamde hervorming van de sociale zekerheid (een besparing op de uitkeringen) is slechts een rookgordijn. Alles wijst erop dat Sinn Fein eerder instemde met het gros van de maatregelen bij de hervorming van de sociale zekerheid. Er werd telkens slechts om tactische redenen afgezien van de effectieve doorvoering van de maatregelen. Dit is geen principiële positie.

    Als we kijken naar wat Sinn Fein gedaan heeft in de periode dat het aan de macht was in Noord-Ierland, dan zegt dit veel over de bocht naar rechts van deze partij. Het toont aan dat Sinn Fein niet betrouwbaar is als kracht die ingaat tegen besparingen en om de belangen van de werkende bevolking naar voor schuiven tegen die van de 1% rijksten.

    We begrijpen dat veel werkenden in het zuiden van Ierland hoop vestigen op een regering die een andere economische en sociale koers zal varen dan die van de gevestigde partijen. Velen zijn er half van overtuigd dat een regering met Sinn Fein de besparingen zou stoppen. Jammer genoeg dreigt deze hoop snel de kop ingedrukt te worden, tenzij er een drastische verandering komt. Alles wijst immers in de andere richting, Sinn Fein gaat steeds meer in de richting van een compromis rond de besparingsagenda die door de gevestigde partijen en de EU wordt opgelegd.

    Het excuus van Sinn Fein in Noord-Ierland bij het uitvoeren van het besparingsbeleid is dat het daar met handen en voeten gebonden is aan de Britse regering die de middelen voorziet. Hetzelfde argument wordt ook door Labour in het zuiden van Ierland gebruikt, dat ze met handen en voeten gebonden zijn aan de puinhoop die door Fianna Fail en de Groenen is nagelaten en door de voorwaarden opgelegd door de trojka.

    Een waarschuwing voor links

    We weten allemaal wat dit betekende voor de werkende bevolking in Ierland: vier jaar van besparingen onder Fine Gael en Labour. Alexis Tsipras en de leiding van Syriza in Griekenland gebruikten overigens dezelfde argumentatie toen ze instemden met nieuwe drastische besparingen. Syriza werd in januari verkozen op basis van een antibesparingsprogramma, maar jammer genoeg heeft de partij ondertussen gecapituleerd. In plaats van het enorme mandaat van het referendum in juli te gebruiken om een beweging tegen besparingen in Griekenland en doorheen de rest van Europa op te bouwen, ging Syriza door de knieën. Ondanks een tweede verkiezingszege is de steun voor Syriza fors afgenomen. De woede van de werkende bevolking tegenover het verraad bleek onder meer uit het feit dat 45% niet ging stemmen. Het is een waarschuwing voor linkse partijen en krachten. In de strijd tegen de besparingen moeten we de strijd tot op het einde voeren.

    Sinn Fein verwelkomde de herverkiezing van Syriza, terwijl dit ging om een regering die verkozen werd met een programma van de verlaging van de pensioenen van 490 naar 360 euro per maand, een privatiseringsproject van 50 miljard euro en de onderwerping van elke nieuwe wet aan de goedkeuring ervan door de trojka. Door de nieuwe regering van Tsipras te ondersteunen, geeft Sinn Fein aan waar ze zelf met een toekomstige regering naartoe wil. Sinn Fein maakt zich op om het voorbeeld van Syriza te volgen en de ‘noodzaak’ van besparingsmaatregelen te aanvaarden.

    Politieke partijen moeten beoordeeld worden op hun daden en niet enkel op hun woorden. Sinn Fein is bereid om een regering met besparingspartijen te vormen in het zuiden en in Noord-Ierland voert de partij al een besparingsbeleid.

    Kunnen werkenden op Sinn Fein rekenen om deel te zijn van een oprechte antibesparingsregering na de verkiezingen?

    De Socialist Party nam deel aan discussies met sommige vakbonden in de campagne Right2Water in een poging om linkse partijen en krachten te verenigen in de strijd tegen de waterbelasting en om een politiek alternatief aan te bieden in de volgende verkiezingen. In deze discussies stelde de Socialist Party aan de vakbonden dat de beste optie was om een nieuwe politieke beweging te lanceren die bestaat uit de linkse partijen en de lokale actiegroepen. Dit vormde een alternatief op de pogingen van de vakbonden om zich vooral op Sinn Fein te richten, terwijl die partij niet bereid is om actief tegen de besparingen in te gaan.

    Socialistisch beleid

    De werkende bevolking heeft nood aan een linkse regering na de komende verkiezingen. Zo’n regering zou de besparingen moeten stoppen en omkeren door de belangen van de 99% voor die van de superrijke elite van de 1% te plaatsen. Zo’n regering zou ingaan tegen het rotte systeem dat leidt tot massale werkloosheid, armoede, dakloosheid, … En zo’n regering zou een socialistisch beleid doorvoeren.

    Het volstaat niet om in een regering te zitten om zo’n programma te realiseren. Dat heeft de ervaring met Syriza in Griekenland nogmaals getoond. Linkse partijen, vakbonden en lokale actiegroepen moeten een rol spelen in het opbouwen van massabewegingen van de werkende bevolking tegen de besparingen. Een linkse regering zou de actieve steun van de werkende bevolking nodig hebben om in te gaan tegen de rechtse partijen, de grote bedrijven en de EU die er alles aan zouden doen om sociale maatregelen tegen te houden. De Socialist Party denkt dat Sinn Fein al aangegeven heeft dat het niet bereid is om zo’n beweging uit te bouwen en evenmin bereid is om de maatregelen te nemen die nodig zijn om de besparingen te stoppen.

    Kan Sinn Fein een rol spelen in het opbouwen van een verenigde beweging van katholieke en protestantse werkenden in Noord-Ierland tegen de besparingen en het sectarisme? De Socialist Party denkt dat er nood is aan een nieuwe arbeiderspartij in Noord-Ierland, een partij die niet sectair is en protestanten en katholieken kan verenigen op basis van een actieve strijd tegen besparingen, voor degelijke jobs, openbare diensten en een beter leven voor iedereen.

    Sinn Fein baseert zich in Noord-Ierland maar op een bevolkingsgroep. Het beleid en de acties van de partij dragen bij tot de sectaire verdeeldheid. De rol van Sinn Fein en van het IRA tijdens de Troubles blijft een belangrijke rol spelen in de aanhoudende verdeeldheid in Noord-Ierland.

    Tijdens de Britse parlementsverkiezingen eerder dit jaar, vroeg de kandidaat van Sinn Fein in North Belfast openlijk aan de kiezers om te stemmen op basis van de volkstelling: “De cijfers van de laatste volkstelling geven aan dat Sinn Fein nu de Britse zetel in North Belfast kan binnenhalen” (pamflet van de campagne van Gerry Kelly naar zijn startmeeting op 4 maart). Anders gezegd: er waren nu meer katholieken dan protestanten in North Belfast. Voor de start van de verkiezingscampagne vroeg Sinn Fein een pact met de SDLP om de nationalistische stemmen te ‘maximaliseren’. Wat is dit anders dan een sectaire oproep aan een gemeenschap om de andere gemeenschap te overstemmen?

    Sinn Fein is geen betrouwbare kracht om de besparingen in het zuiden van Ierland te stoppen, net zoals het geen betrouwbare kracht is om de werkende bevolking in Noord-Ierland te verenigen en de gemeenschappelijke belangen van die werkende bevolking boven de eigen sectaire agenda te plaatsen.

    Arbeiderseenheid

    De Socialist Party toont doorheen zijn acties aan dat het de eenheid van de werkende klasse in Noord-Ierland centraal stelt en oprecht bouwt aan een massale beweging tegen de besparingen, zowel in het noorden als het zuiden. De verkozenen van de Socialist Party en AAA zijn actief betrokken in het opzetten van massabewegingen tegen de besparingen en in de opbouw van een echte linkse regering in het zuiden om daarmee in te gaan tegen de heerschappij van de 1% rijksten.

    We zijn bereid om te discussiëren met alle organisaties die ernstig opkomen voor radicale politieke verandering. De Socialist Party heeft er vertrouwen in dat het mogelijk is om van onderuit te bouwen aan een nieuwe linkse beweging van de arbeidersklasse. We denken dat Sinn Fein in de tegenovergestelde richting gaat en niet bereid is om te bouwen aan een beweging van de arbeidersklasse om een echte linkse regering te vormen en tegen het kapitalisme in te gaan.

  • Iers protest tegen politieke vervolging van verzet

    jobstownprotest

    Zaterdag betoogden volgens de gevestigde media meer dan 2000 mensen in Dublin tegen de vervolging van activisten die zich tegen de waterbelasting verzetten. De regering probeert asociale maatregelen zoals een nieuwe waterbelasting op te leggen. Het verzet daartegen is groot, maar liefst 57% betaalt momenteel de waterbelasting niet uit protest. En dus probeert het establishment het verzet het zwijgen op te leggen, met de vervolging van onder meer 27 activisten uit Jobstown in Dublin. Onder hen ook parlementslid Paul Murphy. Hieronder zijn toespraak op de betoging van zaterdag met Nederlandse ondertitels. (als de ondertitels niet verschijnen: klik dan op het icoon van de ondertitels)

  • Ierse establishment in de aanval tegen protest – socialisten aanvaarden dit niet!

    jobstown1Deze middag hielden een tiental LSP-leden een protestactie voor de Ierse ambassade in Brussel. We overhandigden een brief tegen de vervolging van 27 activisten, waaronder parlementslid Paul Murphy en lokale gemeenteraadsleden, wegens een protestactie tegen de gehate waterbelasting.

    Bij een spontane actie in Jobstown, in het zuidwesten van Dublin, werd vicepremier Joan Burton (Labour) toen twee uur geblokkeerd. Ze diende klacht in wegens ‘vrijheidsberoving’. Opmerkelijk genoeg nam de politie de klacht ernstig en werden activisten uit hun bed gelicht om ondervraagd te worden en nu worden ze zelfs vervolgd. Het is een duidelijk voorbeeld van een politiek politieoptreden gericht op het bestrijden van politieke oppositie.

    De gehate waterblasting wordt door een groeiend deel van de Ierse bevolking niet betaald, de eerste factuur werd door 57% van de Ierse gezinnen niet betaald. De regering voelt zich in het nauw gedreven en beantwoordt het verzet met repressie.

    Komende zaterdag is er een betoging in Dublin om het einde van het politieke politie-optreden te eisen en om te benadrukken dat de 27 vervolgde activisten uit Jobstown niet schuldig zijn. LSP steunt dit protest. We gaven deze middag een protestbrief af aan de Ierse ambassade.

    Tanja Niemeier, LSP-lid en voormalige medewerker van Paul Murphy toen die in het Europees Parlement zat, stelde: “We tonen hier onze solidariteit met de 27 vervolgden van Jobstown. Wij denken dat die 27 activisten niet schuldig zijn. De succesvolle niet-betalingscampagne dreigt de waterbelasting en ook de regering en Labour neer te halen. Dat is de echte inzet van de vervolging. De Ierse regering wordt geconfronteerd met een massabeweging die ze niet onder controle krijgt. De mensen hebben genoeg van de besparingen en kiezen ervoor om de strijd te organiseren. De vervolging van de 27 activisten is politiek geïnspireerd, het is een agressieve poging om delen van de beweging te criminaliseren als onderdeel van een poging tot intimidatie om de beweging te breken. Wij eisen dat de vervolging ingetrokken wordt en verwerpen het politieke optreden van de politie.”

    Hieronder een video en enkele foto’s.

    jobstown2

    jobstown4

    jobstown5

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop