Tag: Groot-Brittannië

  • Corbyn komt met links programma: belangrijke stap in goede richting

    Mobiliseren en opkomen voor socialistische verandering!

    nde stroom aanvallen op Corbyn. Hierdoor werden zijn voorstellen meteen naar voor gebracht. Op sociale media leidde het tot enthousiaste discussies. In de peilingen ging Labour vooruit tot 32% in de peilingen van Opinium en ORB en 35% in de peiling van ComRes na het lek.

    Edito van ‘The Socialist’, weekblad van de Socialist Party

    Leden van de Socialist Party kregen heel wat goede reacties van mensen die onze pamfletten meenamen en onze krant kochten. We zijn ervan overtuigd dat de grote lijnen van het manifest van Corbyn velen zullen inspireren.

    Sinds de verkiezingen werden aangekondigd, lieten een miljoen extra mensen zich registreren om te stemmen. Daarvan zijn er 42% jong. Een reden hiervoor is het feit dat jongeren de leeftijd bereiken waarop ze mogen stemmen. Het invoeren van een individuele registratie van kiezers leidde ertoe dat het aantal schoolverlaters op de kieslijsten met een kwart was afgenomen. Nu is er minstens een deel hiervan dat zich wel registreert.

    Wellicht registreren velen zich ook om voor het programma van Corbyn te stemmen. Onder de min 40-jarigen is Labour een pak populairder dan de Tories.

    De rechtse media ging natuurlijk meteen tot de aanval over. De Daily Mail schreeuwde dat Labour ons terug zou brengen naar de jaren 1970 – waarop velen antwoordden dat dit beter is dan terug te keren naar de jaren 1870 met de Tories. De grote bedrijven en hun politieke vertegenwoordigers zullen er alles aan doen om een overwinning van Corbyn te vermijden.

    Premier Theresa May stelde dat het manifest van Labour een “rampzalig socialistisch programma” is. Gewone mensen zouden er negatief tegenover staan, beweerde ze.

    De realiteit ziet er anders uit. Peilingen wijzen op een brede publieke steun voor de maatregelen die Corbyn voorstelt: 52% is voorstander van spoorwegen in publieke handen, 50% wil de postdienst Royal Mail terug in publieke handen en 49% wil hetzelfde met energie. 71% is voor het verbod op nulurencontracten. 65% is voor hogere belastingen op wie meer dan 80.000 pond per jaar verdient. 54% is voorstander van de bouw van meer publieke huisvesting.

    Populair beleid

    De Tories en de rijken die zij vertegenwoordigen zijn bang dat deze maatregelen erg populair zullen blijken. Recente verkiezingen in Frankrijk, de VS en het EU-referendum werden door werkende mensen aangegrepen om zich uit te spreken tegen het kapitalistische establishment. De woede gaat voor velen verder en leidt tot een zoektocht naar een alternatief voor de werkende klasse. Dit bleek uit de grote steun voor Bernie Sanders in de VS en Mélenchon in Frankrijk.

    Peilingen tonen aan dat veel mensen zijn programma steunen, maar toch sceptisch staan tegenover Corbyn zelf. Dat is niet verwonderlijk gezien het offensief dat tegen hem gevoerd wordt. De omgeving rond Corbyn klaagt over de aanvallen in de media, maar gaat zelf onvoldoende in tegen de aanvallen van de rechterzijde in de eigen partij. Het voorbije jaar kwam het antibesparingsprogramma van Corbyn amper aan bod, ook al was dit de basis waarop hij twee keer de voorzittersverkiezingen bij Labourwon. Deze boodschap bereikte de meerderheid van de mensen echter niet. Er waren eindeloze pogingen om tot een compromis met de pro-kapitalistische aanhangers van Blair in Labour te komen. Deze pogingen hebben, om het zwak uit te drukken, de stem van Corbyn gedempt. Er is ook scepticisme vanuit een gebrek aan vertrouwen in gelijk welke politicus en het idee dat ze eens verkozen toch niet doen wat ze beloofden.

    Een offensieve campagne kan dat gevoel aan de kant schuiven. Corbyn en zijn aanhangers bij de vakbonden, zoals de voorzitter van de grootste bond (Len McCluskey van Unite), moeten gaan voor massameetings en vergaderingen op de werkvloer met een strijdbare retoriek tegen de superrijken en het systeem in dienst van de rijken. Als ze stoutmoedig opkomen voor jobs, rechten van werkenden, huisvesting en diensten, dan kunnen ze de ‘experten’ het nakijken geven en winnen.

    Theresa May riep vervroegde verkiezingen uit op basis van de opiniepeilingen die aangaven dat ze de huidige nipte meerderheid van de Tories zou kunnen versterken. Zoals wij eerder opmerkten is dat een erg risicovolle strategie.

    Er was een video die viraal ging waarin een gewone vrouw met een leergebrek door de strikte controle raakte en Theresa May direct confronteerde met de besparingen op uitkeringen voor mensen met een beperking. Dat deze video zo populair was, zegt veel over het reële leven en de standpunten van gewone werkenden.

    Het beleid waarvan ze beweert dat het “rampzalig” is, wordt door May gerecycleerd in een ‘Corbyn-lite’ versie met beloften van meer publieke huisvesting, ‘rechten van werkenden’ en een daling van de energieprijzen. Corbyn zet de toon. Het debat is naar links geduwd.

    De conservatieve media doen er alles aan om Corbyn rond de kwestie van defensie te discrediteren. De stelling van Corbyn dat de strategie van “eerst bombarderen en dan pas onderhandelen” heeft gefaald en een “recept voor een toename en geen afname van de dreiging en de onveiligheid is,” zal niet alleen door jongeren goed ontvangen worden maar ook door de miljoenen mensen die zich verzet hebben tegen de oorlog in Irak en zich vanuit dit verzet afkeerden van Tony Blair en Labour. Als Corbyn zegt dat het moet gedaan zijn met “hand-in-hand lopen met Donald Trump”, sluit dit eveneens aan bij de mening van honderdduizenden die op straat kwamen tegen de racistische, seksistische miljardair.

    Het manifest toont jammer genoeg ook enkele toegevingen aan de rechterzijde in de ijdele hoop om eenheid te bekomen. Veel aanhangers van Corbyn zullen bijvoorbeeld ontgoocheld zijn als ze lezen dat de partij het programma van kernwapens, Trident, wil moderniseren. De krantenkop met ‘nationalisatie van de spoorwegen’ is erg populair, maar de kleine lettertjes in het manifest geven aan dat Labour de spoorbedrijven pas wil hernationaliseren naarmate de franchises aflopen. Het manifest detailleert een aantal uitkeringen die versterkt worden, maar er is geen algemeen engagement om de besparingen in de sociale zekerheid ongedaan te maken.

    Activisten rond huisvesting zullen ontgoocheld zijn dat het manifest niet eist dat de nieuwe wet van 2016 wordt ingetrokken. De oorspronkelijke aankondiging van Corbyn dat een Labour-regering een miljoen huizen zou bouwen, waarvan de helft in handen van de lokale autoriteiten, is afgezwakt tot de helft “in handen van de lokale autoriteiten en huisvestingsbedrijven met betaalbare huur- of koopprijzen.” Wij stellen dat er een miljoen sociale woningen nodig zijn. Het manifest belooft controles op de stijgingen van huurprijzen, maar geen beperking van de huurprijzen zelf.

    Het zijn toegevingen voor de oppositie van de Blairisten in Labour. De populariteit van de maatregelen en de wijze waarop het debat sindsdien naar links opschoof, tonen aan dat het niet nodig was om een compromis met de rechterzijde te zoeken.

    De Socialist Party staat volledig achter het verzet van Corbyn tegen de besparingen. Sinds hij verkozen werd als voorzitter van Labour hebben we er alles aan gedaan om de anti-besparingspartij in vorming te steunen in de strijd tegen de rechterzijde van Labour.

    Zowel binnen als buiten Labour zijn er vertegenwoordigers van het kapitalistisch establishment. Vorige zomer was er een poging van de rechterzijde om Corbyn aan de kant te schuiven. Deze poging werd ondersteund door een grote meerderheid van de parlementsleden van Labour. In tegenstelling tot wat ze beweren, is dit niet omdat Corbyn ‘onverkiesbaar’ zou zijn, maar net omdat ze bang zijn dat hij wel verkozen wordt.

    We hebben gepleit voor een democratisering van Labour, waarbij de destijds uitgesloten socialisten terug toegelaten worden, en een verplichte nieuwe selectie van parlementsleden. Hiermee was het mogelijk om de besparingsvleugel van Labour in een veel zwakkere positie te dwingen dan vandaag. De aanhangers van Blair kijken al voorbij de verkiezingen, los van het resultaat.

    Ze beweren dat zij de sleutel tot het verkiezingssucces in handen hebben, maar staan voor hetzelfde oude besparingsbeleid waarmee de Franse PS tot 6% in de eerste ronde van de presidentsverkiezingen herleid werd.

    Na zeven jaar van conservatieve ellende, zijn de kiezers niet geïnteresseerd in ‘zachte besparingen’ in plaats van de harde Tory-versie. De negatieve gevolgen van het beleid onder New Labour zijn nog niet vergeten.

    Een anonieme rechtse Labour-bron omschreef het manifest in de Mirror als volgt: “het komt neer op een pak gratis cadeautjes voor elke specifieke doelgroep. Het draait allemaal om de armsten terwijl er niets inzit voor de hardwerkende meerderheid.”

    Rechts Labour-parlementslid Ben Bradshaw uit Exeter verklaarde dat hij het manifest verwerpt en met een eigen lokaal programma zou opkomen. Hij verschilt daarin niet van heel wat andere rechtse parlementairen die lokale pamfletten verspreiden zonder Corbyn of het partijprogramma te vermelden. In Walthamstow, Londen, verklaart parlementslid Stella Creasy in haar pamfletten dat zij de strijd van de inwoners van de wijk Butterfields had gewonnen, terwijl het de huurders zelf waren die met de steun van de Socialist Party een overwinning afdwingen. Verschillende parlementairen van Labour verklaren openlijk dat ze Corbyn niet zouden steunen als premier.

    Het was nooit duidelijker dat we met twee partijen in één zitten: een pro-kapitalistische Blairistische partij en een nieuwe antibesparingspartij in vorming.

    In 2016 verklaarde Tony Blair dat het een “erg gevaarlijk experiment” zou zijn indien Corbyn premier wordt. Hij zei dat hij dit risico niet wilde nemen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat hij er alles aan doet om een overwinning van Labour tegen te gaan. Hij suggereert zelfs dat kiezers van Labour voor de Liberal Democrats of de Tories zullen stemmen als die kandidaten voor ‘remain’ waren in het EU-referendum.

    De pro-kapitalistische vleugel zal niet stoppen met de pogingen om een nieuwe antibesparingspartij meteen de nek om te draaien. Er mogen geen toegevingen meer volgen. We hebben nood aan een partij die opkomt voor de belangen van de werkende klasse, niet die van de miljardairs.

    Brexit

    Een duidelijk antibesparingsprogramma dat de belangen van de werkende bevolking verdedigt, moet ook ingaan op de Brexit. Werkenden die voor een Brexit stemden, deden dit vooral als antwoord op de sociale ellende van de voorbije jaren. De Socialist Party heeft steeds gesteld dat Corbyn moet opkomen voor een Brexit in het belang van de werkenden en de meerderheid van de bevolking.

    Het manifest gaat een beetje in die richting als het stelt dat jobs en levensstandaard prioritair moeten zijn, met de bescherming van de rechten van werkenden en “elke gemeenschap”. Maar er worden nog steeds toegevingen aan de rechterzijde gedaan door niet duidelijk in te gaan op de rol van de EU in het opleggen van besparingsdictaten.

    Het manifest pleit voor het behoud van “de voordelen van de eengemaakte markt en de douane-unie.” Er wordt echter niets gezegd over de neoliberale regels van de EU. Er wordt veel gesproken over het behoud van de bescherming van werkenden onder Europese regels, maar niets over de Europese regels die de neerwaartse spiraal bepalen, zoals de richtlijn voor de postdiensten of andere maatregelen om privatiseringen verplicht op te leggen. Het manifest verzet zich duidelijk én terecht tegen racisme en verdedigt de rechten van Europese migranten.

    Het beleid in dit manifest kan het leven van de meerderheid van de bevolking veranderen door te voorzien in degelijke lonen, betaalbare huisvesting, goede openbare diensten, … Maar een socialistische antibesparingspartij zou verder moeten gaan om de problemen van de werkenden effectief aan te pakken.

    Zo stelt het manifest rond energie dat het geleidelijk aan regeringscontrole wil op de distributie en opkomt voor de creatie van publieke energiebedrijven in elke regio waarbij deze naast private energiebedrijven zouden functioneren. Opereren in een winstgedreven markt maakt het echter onmogelijk om controle uit te oefenen op de energietoevoer, prijzen en duurzaamheid. Om stabiliteit, betaalbaarheid en een snelle uitbreiding van hernieuwbare energie mogelijk te maken, moet de volledige sector onder democratisch publieke controle en bezit geplaatst worden.

    De economische plannen voor investeringen komen neer op een significant grotere rol voor de overheid in de economie. Maar de voorstellen zijn erg bescheiden als het aankomt op het uitdagen van het privaat bezit van de belangrijkste delen van de economie. In de Labour-programma’s van 1945, 1972 en 1983 werd gepleit voor veel verregaandere nationalisaties.

    Maar dit manifest is verschillend van wat de Blairisten van Labour de afgelopen jaren naar voor schoven en zo anders dan wat de Tories willen, dat het de situatie kan openbreken. Dit manifest opent de deur naar nieuwe discussies en dat is waar de Tories en de Blairisten zo bang van zijn. Het manifest zegt immers dat het niet zo hoeft te zijn als het nu is. Dat opent de discussie over welke samenleving we wel willen.

    De campagne voor het manifest van Corbyn moet ingaan tegen zowel de Tories als de vertegenwoordigers van het kapitalisme binnen Labour. Het betekent ook een strijd voor een partij die in staat is om dit programma te realiseren. En het betekent opkomen voor een uitbreiding van de socialistische voorstellen.

    De conservatieven en de media doen het manifest van Labour af als ‘onbetaalbaar’. Daarmee bedoelen ze dat er niet kan geraakt worden aan de enorme winsten van de kapitalistische elite. Er is echter geen gebrek aan geld in Groot-Brittannië. De duizend rijksten zijn goed voor een vermogen van 658 miljard pond, een stijging met 83 miljard pond op een jaar tijd. De belastingvoorstellen van Corbyn en McDonnell zouden 48,6 miljard pond bij hen zoeken.

    We steunen het plan van Corbyn om de rijksten en de grote bedrijven extra te belasten. In het grootste deel van de jaren 1970 betaalden de grote bedrijven 52% belastingen op hun winst. Dat percentage is stapsgewijze afgebouwd tot nu nog 20%. Zelfs met de door Corbyn voorgestelde verhogingen, zouden de grote bedrijven nog het laagste niveau van vennootschapsbelasting betalen van de G7.

    We moeten echter erkennen dat de ‘markten’ – het kapitalisme dus – nooit zomaar een hogere belastingvoet en meer regels zal aanvaarden. Ze zullen evenmin overnames van private bedrijven op een schoteltje aanbieden.

    Het systeem werkt niet

    Corbyn stelt dat het systeem doorgestoken kaart is in het voordeel van een klein aantal superrijke individuen en bedrijven. Een klein aantal mensen bezit en controleert de industrie, wetenschap en techniek en melkt deze uit om de eigen winsten te maximaliseren.

    Wereldwijd bezitten de 8 rijksten evenveel als de armste helft van de bevolking. Dit is de grootste polarisatie tussen arm en rijk in de menselijke geschiedenis. Er zijn ongeveer 125 grote bedrijven die de economie volledig domineren. Het is de kleine elite die deze bedrijven bezit en hun marionetten die het establishment vormen en die er alles aan doen om te vermijden dat Corbyn aan de macht komt.

    De miljardairs klagen steen en been over de voorstellen van Corbyn. Ze zullen er alles aan doen om de realisatie ervan te saboteren indien Corbyn verkozen wordt. Zelfs de meest bescheiden eisen in het manifest raken aan hun winsten. Maar ze zijn vooral bang dat de verwachtingen van de werkende bevolking zo hoog zullen zijn dat het Corbyn verder duwt dan wat hij vandaag voor ogen heeft.

    Mogelijk zal er geprobeerd worden om Corbyn van het premierschap te houden. Maar er zou ook overgegaan worden tot sabotage in de vorm van het staken van investeringen, het weghalen van geld van de banken, … De enorme druk die op de regering van Syriza in Griekenland werd gezet, is een waarschuwing voor elke regering die wil raken aan de belangen van de rijken en de grote bedrijven.

    Dat is waarom de strijd voor de maatregelen van Corbyn en andere eisen, een mobilisatie van de actieve steun van de arbeidersbeweging vereist. Het betekent ook dat we ons moeten voorbereiden om door te zetten met socialistische maatregelen.

    Denk bijvoorbeeld aan de nationalisatie van de grote banken en de financiële bedrijven, waarbij de aandeelhouders enkel compensaties krijgen op basis van bewezen behoefte. Een cruciale stap om de economische crisis aan te pakken, is de nationalisatie van de ongeveer 125 grote bedrijven die 80% van de Britse economie controleren. In tegenstelling tot nationalisaties in het verleden moet het gaan om nationalisaties onder democratische controle met actieve betrokkenheid van het personeel, de vakbonden en de gemeenschap.

    Dit zou de basis vormen voor het ontwikkelen van een democratisch socialistische planning van de productie waarmee het leven van miljoenen mensen kan veranderen.

  • Britse verkiezingen: Corbyn moet campagne met socialistisch programma voeren


    Theresa May kondigde vervroegde parlementsverkiezingen aan. Er is daar een belangrijke reden voor – niet de reden die ze zelf gaf – met name de zwakte van de regering tegenover het groeiende ongenoegen in de Britse samenleving.

    Verklaring door de Socialist Party

    De werkenden gaan gebukt onder de langste aanval op hun lonen sinds het begin van de 19de eeuw. De besparingen op de uitkeringen maken dat miljoenen mensen niet genoeg geld hebben om zichzelf en hun gezinnen te voeden. Vorig jaar werd een record van 200.000 mensen met tekenen van ondervoeding in ziekenhuizen opgenomen. Het onderwijs en de gezondheidszorg worden geconfronteerd met levensbedreigende besparingen. De huisvestingscrisis is bijzonder acuut. De nieuwe draconische anti-vakbondswetten leiden tot frustratie onder vakbondsleden.

    Dit is geen sterke regering. May vreest dat ze gezien de beperkte meerderheid van de Tories in het parlement tot bochten kan gedwongen worden. In het eerste jaar van de regering alleen waren er al 11 dergelijke bochten. Om er meer te voorkomen, maakt May nu de grootste bocht die ze ooit maakte. Eerder beloofde ze om geen vervroegde verkiezingen te houden, maar nu wil ze die toch. Het geeft aan hoe kapitalistische politici de regels veranderen als het hen uitkomt.

    Cameron en Clegg hadden in het parlement een wet voorgesteld voor een vaste termijn van vijf jaar. May stapt over deze regel in de hoop dat ze de zwakke Tory-regering kan versterken. Ze gokt op basis van de huidige peilingen dat ze de verkiezingen met een grotere meerderheid kan winnen om daarna haar programma uit te voeren. Dat programma bestaat niet uit de wollige woorden van ‘rechtvaardig beheer’ maar uit brutale besparingen.

    Groot risico voor Tories

    Het is een gewaagde gok van May. De verkiezingen vinden plaats op 8 juni en in de tussentijd kan er veel gebeuren. Ze stelt de verkiezingen deels voor als een referendum over de Brexit in de hoop dat het derde van de Tory-kiezers die voor ‘remain’ stemden de regering blijven steunen. Dit is echter niet gegarandeerd: sommige van deze kiezers kunnen overstappen naar de Liberal Democrats.

    De gehate Tories maken evenmin veel kans om ingang te vinden in Schotland. De Scottish National Party is nog niet volledig ontmaskerd als besparingspartij en kan wellicht een grote electorale basis behouden. De Tories wonnen een tussentijdse verkiezing in Copeland en May haalt daar wellicht hoop uit om sterker te worden in het noorden van Engeland. Maar zowel in Copeland als in de tussentijdse verkiezing in Stoke gingen de Tories in absolute cijfers achteruit. De conservatieven konden het in Copeland enkel halen omdat ze minder kiezers verloren dan Labour.

    De les van recente verkiezingen – van de VS over Frankrijk tot Nederland – is dat kiezers het kapitalistische establishment willen afstraffen en dat partijen en kandidaten die tegen dat establishment beweren in te gaan een enorme steun kunnen opbouwen. Kijk naar Mélenchon in Frankrijk die met een links programma in de peilingen gestegen is tot rond de 20% en mogelijk zelfs naar de tweede ronde zal gaan. Jeremy Corbyn verklaarde dat Labour zich niet tegen de vervroegde verkiezingen zal verzetten. Hij moet nu de verkiezingscampagne opstarten met een socialistisch programma dat relevant is voor het dagelijkse leven van de werkenden en hun gezinnen.

    Voor socialistische verandering

    Een groot deel van de pro-kapitalistische toplui binnen Labour zullen deze verkiezingen heimelijk toejuichen omdat ze hopen dat Corbyn een nederlaag zal oplopen waarna ze hem kunnen vervangen door een pro-kapitalistische en pro-besparingsvoorzitter. Maar mogelijk zullen ze de dag dat deze verkiezingen uitgeroepen werden vervloeken. Als Corbyn met een duidelijk socialistisch programma opkomt – voor een Brexit in het belang van de werkende klasse en de middenklasse – kan hij de verkiezingen winnen.

    De eisen waarmee hij voorzitter van Labour werd, zouden een goede start zijn: de onmiddellijke invoering van een minimumloon van 10 pond per uur, gratis onderwijs voor iedereen, massaal programma van sociale woningbouw en nationalisatie van de spoorwegen en de energiesector. Dit moet gepaard gaan met maatregelen zoals het stopzetten van alle besparingen in de openbare diensten en de onmiddellijke hernationalisatie van postbedrijf Royal Mail.

    Jeremy moet duidelijk maken dat hij de private aasgieren uit de openbare diensten en het onderwijs zal halen. Hij moet beloven dat hij een socialistische gezondheidszorg zal doorvoeren: een kwaliteitsvolle gezondheidszorg met voldoende publieke middelen en onder democratische controle met gratis zorg voor zover noodzakelijk. Deze eisen moeten verbonden worden met de nood aan fundamentele socialistische verandering: voor een samenleving in het belang van de meerderheid van de bevolking en niet de winsten van een kleine minderheid.

    Zo’n verkiezingscampagne zou zich niet beperken tot toespraken en televisiereclame. De campagne om de gezondheidszorg (NHS) te verdedigen, moet verbonden zijn met de massabeweging die begon met de nationale betoging van 4 maart. Jeremy Corbyn sprak op die betoging. Samen met de vakbonden en de activisten rond gezondheidszorg kan hij een tweede betoging organiseren tijdens de verkiezingscampagne om miljoenen mensen op straat te brengen tegen de Tories en in verdediging van de gezondheidszorg.

  • [Dossier] Links en de Brexit

    De stem om uit de Europese Unie te stappen, heeft geleid tot heel wat verwarring bij de Britse linkerzijde. Teruggrijpen naar racisme en nationalisme was een praktijk die aanwezig was in zowel de ‘Leave’ als de ‘Remain’ campagne. Het werd gebruikt door extreemrechts. Velen reageren daarop door de visie van het establishment over te nemen en de EU te steunen. Maar de enige manier om de rechtse druk te beantwoorden, is met een programma dat duidelijk ingaat tegen de besparingen en dat opkomt voor een internationalisme van de arbeidersklasse.

    Dossier door Hannah Sell uit ‘Socialism Today’

    De belangrijkste reden voor de omvang van de arbeidersstem voor een Brexit, ondanks de angstcampagne door het kapitalistische establishment, was een revolte tegen al de ellende van de afgelopen decennia. Jammer genoeg werd dit niet vertaald in toenemend vertrouwen en samenhang van de arbeidersklasse. Maar het had niet zo moeten lopen. In juni 2015 schreef de linkse journalist Seamus Milne, nu aan de slag bij Jeremy Corbyn, waarom er nood was een linkse, pro-arbeiderscampagne voor een Brexit: “Als er radicale progressieve verandering op de agenda zou staan in Groot-Brittannië – of in gelijk welk ander land – dan zullen de Europese Verdragen die de vrije markt, privatiseringen en privileges voor de grote bedrijven opleggen een grote hindernis vormen.” Hij stelde dan ook: “Het is van cruciaal belang dat de kwestie van radicale verandering in Europa – en een breuk met de ondemocratische structuren die in dienst van de grote bedrijven staan – niet aan de rechterzijde wordt overgelaten.”

    Jammer genoeg is dat wat er wel gebeurde. Een handvol vakbonden – RMT, ASLEF, Bakers’ Union en het Noord-Ierse NIPSA – stelde net als de Socialist Party en anderen dat er nood was aan een progressieve en internationalistische Brexit. Maar deze campagnes werden vanuit het oogpunt van de massa’s overspoeld door de officiële pro-kapitalistische nationalistische Brexit-campagnes. De meeste vakbondsleiders traden op als onkritische voorstanders van een kapitalistisch ‘Remain’. Hun verantwoordelijkheid is groot. Ook Labour-leider Jeremy Corbyn en John McDonnell, die onder druk van de aanhangers van Blair jammer genoeg op hun historisch verzet tegen de EU terugkwamen, voerden aarzelend campagne voor Remain.

    Het resultaat is een verwarde politieke situatie in Groot-Brittannië. De conservatieve Tories zijn er tijdelijk in geslaagd om een dun laagje eenheidsvernis te leggen over de diepe verdeeldheid die desalniettemin blijft opduiken. De pro-EU-vleugel van de Tories, die de belangen van het grootste deel van de kapitalistische klasse verdedigt, verzamelt de krachten voor de komende strijd en hoopt alsnog de Brexit tegen te houden of de impact ervan te beperken. In het Hogerhuis zijn er openlijke aanvaringen tussen Tories die voor de EU zijn en aanhangers van de Brexit. Voormalig kanselier George Osborne zal ongetwijfeld hetzelfde doen in de pagina’s van de krant ‘London Evening Standard’ waarvan hij hoofdredacteur werd. De aanhangers van Blair werken achter de schermen met hen samen voor hetzelfde doel. Tegelijk is de populistische rechterzijde er niet in geslaagd om zijn positie te consolideren: de UK Independence Party is in crisis.

    Ondanks de zwaktes van de rechterzijde, waren Corbyn en Labour vooralsnog niet in staat om te bouwen op de overtuigende overwinning van Corbyn in de voorzittersverkiezingen om van daaruit de massale steun om te zetten in de opbouw van Labour als anti-besparingspartij. De fundamentele reden hiervoor moet gezocht worden bij de aanhoudende, bijna eindeloze, pogingen tot eenheid met de pro-kapitalistische rechterzijde die nog steeds de partijmachine van Labour domineert en die vastberaden blijft zoeken naar manieren om Corbyn weg te krijgen. Als gevolg hiervan ligt Corbyn onder vuur in de gevestigde media – de meeste parlementairen van Labour dragen daar met plezier aan bij – zoals gelijk welke linkse politicus die consequent tegen besparingen ingaat onder vuur zou liggen. Alleen gebeurt dit met Corbyn zonder dat hij een duidelijk anti-besparingsprogramma naar voor schuift en zonder dat hij een anti-besparingspartij leidt.

    In deze situatie is er heel wat verwarring onder diegenen die aanvankelijk enthousiast waren rond Corbyn. Het wordt ondersteund door een tendens van heel wat krachten die beweren links te zijn maar ondertussen optreden als de cheerleaders van de pro-EU-meerderheid van de kapitalistische klasse, met het argument dat ze ‘progressiever’ zijn dan de voorstanders van een Brexit. Er is een zekere historische gelijkenis met hoe verschillende linkse krachten capituleerden toen hun nationale kapitalistische klassen de oorlogstrommel begonnen te bespelen vlak voor Wereldoorlog I. Nu wordt gecapituleerd voor het kapitalistische blok van de EU. Polly Toynbee stelde in The Guardian (21 maart) dat we “tijdelijk mild moeten zijn” tegenover Osborne “als hij inderdaad in staat is om de rug van de meerderheid van Remain-parlementairen van de Tories te rechten zodat ze de controle terug overnemen van de Brexit-extremisten.” Dit is slechts het doordrijven van de tactiek van het ‘minste kwaad.’ Hoe kan Osborne die verantwoordelijk was voor het hardste besparingsbeleid sinds de jaren 1930 een ‘minder kwaad’ zijn dan de Tories die voor een Brexit zijn?

    Brede lagen van de bevolking keren zich tegen de Brexit-aanhangers omwille van het racisme en het nationalisme dat ze opgezweept hebben. Dit is erg positief en als het georganiseerd werd rond een programma van arbeiderseenheid voor jobs, huisvesting en diensten zou het effectief zijn tegen racisme. Maar het kapitalistische Remain-establishment probeert op cynische wijze misbruik te maken van dit gevoel om steun te mobiliseren voor het ondermijnen van de Brexit. We mogen echter niet vergeten dat pro-EU-politici van New Labour, die nu op hypocriete wijze klagen over de toename van racisme na de Brexit, er bij premier Cameron op aandrongen om de dag voor het referendum over de Brexit nieuwe anti-migratieregels aan te kondigen in de hoop zo een overwinning voor Remain te behalen. Het is een uitdrukking van het feit dat alle vleugels van de kapitalistische klasse bereid zijn om, als ze het nodig achten, nationalisme in te zetten om hun belangen te verdedigen.

    Het zit in de aard van de EU

    Het slechtste wat socialisten in deze situatie kunnen doen, is om te vergeten wat ze weten en zich overgeven aan tijdelijke stemmingen. De neoliberale kern van de EU blijft pro-markt en anti-arbeidersklasse. De EU legt privatiseringen van openbare diensten op, verbiedt nationalisaties en maakt het op tal van manieren makkelijker voor de werkgevers om het personeel uit te buiten. De EU is in essentie een akkoord tussen verschillende nationale kapitalistische klassen in Europa met als doel om een zo groot mogelijk gebied te creëren waarin ze hun jacht op winst kunnen uitoefenen. We moeten er ons tegen verzetten op socialistische en internationalistische basis.

    Er is een algemene tendens ter linkerzijde om te vallen voor steun aan de EU. Een kleine linkse groep, de Alliance for Workers’ Liberty (AWL) heeft de dubieuze eer om tenminste consistent gesteld te hebben dat de EU progressief is en moet gesteund worden. In de krant van de groep vlak voor het referendum stond: “Een marxistische benadering van de kapitalistische Europese integratie, op basis van kapitalistische concentratie, de verwevenheid van het kapitalisme en de staten, wijzen in de richting van een positie waarbij we dit proces niet verwerpen, maar aangrijpen om van hieruit internationale arbeiderssolidariteit op te bouwen.” Dit vertrekt van het verkeerde idee dat het kapitalisme in staat is om op succesvolle wijze tot een Europese eenmaking te komen en dat dit ‘progressief’ zou zijn.

    De AWL houdt geen rekening met de beperkingen van de kapitalistische mogelijkheden om de natiestaat te overstijgen. De nood aan Europese eenmaking komt inderdaad van de noden van de productiekrachten die de beperkingen van de natiestaat en zelfs van de continenten ontgroeid zijn. Dit blijkt uit de ontwikkeling van grote handelsblokken zoals NAFTA of de EU. Maar historisch gezien is het kapitalisme ontwikkeld in het kader van de natiestaat en blijft elke kapitalistische klasse gebaseerd zijn op de eigen natiestaat waar de rijkdom en de macht geconcentreerd zijn. De natiestaten hebben bovendien een diepgeworteld nationaal bewustzijn doen ontstaan dat niet zomaar kan verdwijnen binnen het kader van het kapitalisme. Op basis van economische groei kon de integratie ver doorgevoerd worden, zoals we in Europa in de eerste jaren van de 21e eeuw zagen. Dit maakte dat delen van de kapitalisten, en jammer genoeg ook sommige marxisten, ervan droomden dat het kapitalisme de nationale beperkingen kon overstijgen en uitgroeien tot een eengemaakte Europese kapitalistische staat.

    De EU is echter steeds een verzameling van natiestaten gebleven waarbij deze staten samenkwamen omwille van de wederzijdse voordelen van de kapitalistische klassen en niet zozeer om een Europese natie te vormen. Zelfs in een periode van economische groei waren er echter enorme beperkingen aan hoe ver de EU kon ontwikkelen. Maatregelen zoals een bankenunie of een Europese verdedigingsmacht, vaak voorgesteld als noodzakelijke stappen naar verdere integratie, werden nooit doorgevoerd ondanks decennia van discussie hierover. Eens het kapitalisme in crisis raakte, kwamen de nationale centrifugale krachten op de voorgrond. De Brexit is slechts één symptoom van de groeiende nationale spanningen in de EU. Er zijn er vele andere, van de hernieuwde crisis in Griekenland tot de steun voor Le Pen in Frankrijk of de regeringscrisis in Italië.

    Marx vermist

    De AWL probeert zijn positie vreemd genoeg te rechtvaardigen met een citaat van Marx uit het Communistisch Manifest. In een reactie op een edito uit ‘The Socialist’ stelde de groep: “De negatieve kijk van de Socialist Party op de wil van het kapitalisme om ‘de grootst mogelijke markt te creëren op basis van vrij verkeer van goederen, diensten, kapitaal en arbeid’ staat in een schril contrast met Marx’ positieve kijk op ditzelfde proces. Marx stelt dat de kapitalistische klasse ‘meer en meer de versnippering van de productiemiddelen, van het bezit en de bevolking opheft. Zij heeft de bevolking opeengehoopt, de productiemiddelen gecentraliseerd en de eigendom in weinige handen geconcentreerd. Het noodzakelijke gevolg hier van was de politieke centralisatie. Onafhankelijke, slechts als bondgenoten tot elkaar staande provincies, met verschillende belangen, wetten, regeringen en invoerrechten werden samengedrongen in één natie, één regering, één wet, één nationaal klassenbelang, één douanetarief.’ Heeft dan geen enkel lid van de redactie van The Socialist ‘Het Communistisch Manifest’ gelezen?”

    In het citaat uit het ‘Manifest’ beschreven Marx en Engels de historische rol van het kapitalisme in het ontstaan van de natiestaten. Ze beschreven hoe het kapitalisme zorgde voor de ontwikkeling van een wereldmarkt: “De behoefte aan een steeds uitgebreider afzet voor haar producten jaagt de bourgeoisie over heel de aardbol. Overal moet zij zich indringen, overal ontginnen, overal connecties aanknopen.”

    Maar nergens suggereert het ‘Manifest’ dat het kapitalisme in staat zal zijn om wat Marx omschreef als een van de fundamentele tegenstellingen van het kapitalisme te overstijgen: de tegenstelling tussen de wereldmarkt en de natiestaat. Het ‘Manifest’ stelt duidelijk dat de arbeidersstrijd voor de macht onvermijdelijk op nationaal vlak moet beginnen, maar zich daar niet toe kan beperken. “Doordat het proletariaat moet beginnen de politieke heerschappij te veroveren, zich tot nationale klasse te verheffen, zichzelf als natie te constitueren, is het zelf nog nationaal, zij het dan ook geenszins in de zin van de bourgeoisie.”

    Onmiddellijk na de publicatie van ‘Het Communistisch Manifest’ ervaarden Marx en Engels de nederlaag van de revoluties van 1848. Door wat Engels omschreef als de ‘verbazingwekkende lafheid’ van de Duitse burgerij leidde dit niet tot de vestiging van een eengemaakt Duitsland waarin de bestaande feodale vorstendommen en stadstaten opgingen. De lafheid van de Duitse kapitalisten was geen toeval. Zoals Marx en Engels uitlegden, was dit het resultaat van hun groeiende angst voor de groter wordende kracht van de arbeidersklasse. Dit duwde hen naar allianties met de overblijfselen van het feodalisme. Dit was in een periode dat het kapitalisme nog in een opgaande fase zat en er was ongetwijfeld sprake van een Duits ‘nationaal bewustzijn.’ Het is ongelofelijk dat de AWL meer dan 150 jaar later, op een ogenblik dat het kapitalisme in een diepe crisis zit, suggereert dat dit systeem in staat zou zijn om de EU te verenigen.

    Klassenkwesties staan centraal

    We zien echter duidelijk dat dit niet het geval is. Integendeel: de kapitalistische crisis zorgt samen met de neoliberale verdragen van de EU voor een groeiend verzet tegen alle kapitalistische elites en de instellingen van de EU die een vreselijk bezuinigingsbeleid hebben opgelegd aan de landen in de ‘periferie.’ In Ierland slaagde een massabeweging tegen de watertaks, met de Socialist Party in een leidinggevende positie, erin om deze gehate taks van de baan te krijgen. De regering moest de taks terugtrekken omwille van de massale en democratische beweging. De Europese Commissie kwam echter tussen en eiste dat de taks alsnog zou doorgevoerd worden.

    De woede tegen de gevolgen van de kapitalistische crisis kwam op verschillende manieren tot uiting in de verschillende landen. Met de constante dreiging van een nieuwe fase in de economische crisis, zal de EU zeker geen natie worden maar veeleer geconfronteerd worden met sterkere centrifugale krachten. Er is een gevaar dat de woede van de werkenden tegen de besparingen wordt omgebogen in nationalistische richting. Maar als we het terrein aan populistisch rechts overlaten door de EU te steunen, is die uitkomst sowieso gegarandeerd. De beste manier om ertegen te strijden, is door op te komen voor een onafhankelijke positie van de arbeidersklasse: neen aan het Europa van het kapitaal, maar voor een socialistisch Europa.

    In Groot-Brittannië kan Jeremy Corbyn nog steeds een dergelijke campagne trekken. Hij kan dit door op te komen voor een Brexit van de werkenden met een oproep aan werkenden doorheen Europa om deze campagne te steunen. Hij kan beginnen met een voorstel voor een wet die helemaal anders is dan wat premier Theresa May voorstelde, met name een voorstel om alle Europese regels die tegen de belangen van de werkende klasse ingaan te schrappen (denk maar aan de beperkingen van overheidshulp, het verbod op nationaliseren, de richtlijnen rond detachering waarmee de lonen naar beneden worden getrokken, …). Het kan meteen gekoppeld worden aan een intrekking van de antivakbondswetgeving, met inbegrip van de laatste wet die door de Tories is opgelegd en voor het opleggen van collectieve akkoorden. Het kan leiden tot echte arbeiderscontrole doorheen democratisch publiek bezit.

    Deze klassenthema’s moeten centraal staan in elke campagne voor een socialistische Brexit en moeten gekoppeld worden aan een onafhankelijk klassenstandpunt rond de kwestie van de EU en migratie. De rechtse kapitalistische campagnes voor een Brexit plaatsen deze kwestie centraal, net zoals de officiële Remain-campagnes. Het had een effect op de ‘publieke opinie’ en de arbeidersbeweging moet daartegenin gaan. Maar het klopt niet dat migratie de belangrijkste reden voor de Brexit-stem was.

    Dat is evenmin het geval vandaag. Een recente peiling van Opinium, gepubliceerd in het rechtse blad ‘Daily Express’, vroeg mensen om op een schaal van tien de belangrijkste kwesties in de Brexit-onderhandelingen aan te duiden. Het hoogste resultaat met 8,31 werd behaald door ‘het verzekeren dat de openbare diensten goed gefinancierd worden’, gevolgd door ‘ervoor zorgen dat er jobs beschikbaar zijn’ dat goed was voor 8,28. “Het aantal migranten naar Groot-Brittannië verminderen’, scoorde 6,88. Het was dus effectief een thema. Maar het kwam op de 13de plaats van de 22 thema’s die in de peiling waren opgenomen. Het kwam vlak voor ‘ervoor zorgen dat Europese burgers die al in het land zijn hier kunnen blijven’ dat 6,78 haalde.

    Europese ‘vrijheden’

    Rechtse nationalistische ideeën kregen vrijspel in de campagne naar het referendum. Het is dan ook niet verwonderlijk dat er in de periode erna een toename van racisme was. Miljoenen werkenden uit andere EU-landen zijn bovendien terecht bezorgd over hun rechten om in het land te blijven wonen en werken. Socialisten moeten zich organiseren tegen racisme. We moeten vooraan staan, zoals Corbyn dit doet, in campagnes die opkomen voor volledige rechten – zowel nu als in de toekomst – voor alle EU-onderdanen die in Groot-Brittannië verblijven. Daarnaast moeten we opkomen voor het recht op asiel voor al wie vlucht van oorlog, ramp en dictatuur. We moeten ingaan tegen repressieve maatregelen gericht tegen wie asiel zoekt met eisen zoals het stopzetten van gesloten centra en de mogelijkheid verlenen dat asielzoekers werken. Tegelijk moeten we strijden tegen de neerwaartse spiraal die eigen is aan het kapitalisme door op te komen voor gelijk loon voor gelijk werk, los van land van afkomst.

    Jammer genoeg hebben velen ter linkerzijde het argument van de pro-EU-vleugel van de kapitalistische klasse overgenomen als ze stellen dat opkomen voor dit programma betekent dat we voor lidmaatschap van de gemeenschappelijke markt moeten pleiten. Dat is absoluut niet het geval. De eengemaakte markt kwam er na een verdrag dat door Thatcher in 1986 werd ondertekend. Het is gebaseerd op de zogenaamde ‘vier vrijheden’: vrij verkeer van goederen, diensten, kapitaal en arbeid. De Europese Commissie ziet daar strikt op toe. Het is in dit kader dat de neoliberale besparingspolitiek van de Europese richtlijnen en regels wordt opgemaakt.

    Dit betekent niet dat de Europese regels een onoverkoombare hindernis zijn. Zeker niet. Vastberaden acties door de arbeidersklasse kunnen de werkgevers nederlagen toebrengen, ook al worden die laatsten geruggesteund door Europese regels. Een vastberaden socialistische regering die de steun geniet van een massabeweging van de arbeidersklasse, kan niet gestopt worden door Europese wetten. Sommigen ter linkerzijde stellen dat de EU tenminste progressief is omdat het ‘vrij verkeer van personen’ garandeert. Dit geldt natuurlijk niet voor wie vanuit Azië, het Midden-Oosten of Afrika naar Europa wil komen en zijn leven moet riskeren bij de poging om in Fort Europa te geraken.

    Wij strijden voor een socialistische wereld met echt vrij verkeer van personen – zonder grenzen, laat staan muren en detentiecentra. De arbeidersbeweging heeft zich in haar geschiedenis nooit automatisch uitgesproken voor kapitalistisch ‘vrij verkeer’. Zo kan het vrij verkeer van arbeid gebruikt worden om de arbeidsvoorwaarden te ondermijnen waardoor racisme en nationalisme opgezweept worden. De arbeidersbeweging heeft steeds gestreden voor een zo groot mogelijke controle op de arbeidsvoorwaarden, de hoogste vorm hiervan zou bestaan uit een democratisch socialistische samenleving met een geplande economie. Dat is waarbij de vakbonden bijvoorbeeld vaak opgekomen zijn voor zogenaamde ‘closed shops’ waarbij enkel vakbondsleden een job kunnen krijgen op een bepaalde werkplaats.

    Eengemaakte arbeidersstrijd

    Het is dan ook correct om zoals de algemeen-secretaris van Unite, Len McCluskey, te eisen dat werkgevers een degelijk akkoord met de vakbonden of een collectief akkoord in de sector moeten hebben vooraleer ze werknemers vanuit het buitenland aanwerven. Dit is een eis gericht op een grotere democratische arbeiderscontrole op wie aangeworven wordt en een vermindering van de controle van de grote bedrijven. Vreemd genoeg werd net dit standpunt van McCluskey door de Socialist Workers’ Party en anderen ter linkerzijde aangegrepen als voornaamste argument om hem geen kritische steun te geven in de verkiezingen voor de leiding van Unite. Nochtans moet McClusky het in die verkiezingen opnemen tegen een door het establishment gesteunde kandidaat, Gerard Coyne. Die neemt openlijk reactionaire posities in rond migratie. De kapitalisten en aanhangers van Blair voeren actief campagne en willen McCluskey weg als voorbereiding om nadien Corbyn aan te pakken.

    De benadering van de vakbonden die het voorstel van McCluskey volgen moet er uiteraard op gericht zijn om de steun van werkenden uit andere landen te winnen voor de vakbonden en moet gepaard gaan met de eis dat ze tewerkgesteld worden aan de lonen en voorwaarden die voor deze job gelden. Dit werd al enkele keren op succesvolle wijze gedaan, recent nog door Unite in de olieraffinaderij van Fawley. Het is mogelijk om een grote meerderheid van de werkenden te overtuigen van een socialistische en internationalistische benadering rond migratie. Dit zullen we echter niet bekomen als we ontkennen hoe de kapitalistische klasse migratie gebruikt als een van de vele middelen waarmee de arbeidsvoorwaarden en lonen worden ondermijnd.

    De afgelopen tien jaar ondergingen de Britse werkenden het grootste verlies aan inkomen sinds het Victoriaanse tijdperk. Deze aanval gebeurde met verschillende methoden, in de eerste plaats door gebruik te maken van de verwarring en het gebrek aan organisatie van de arbeidersklasse na de val van de stalinistische regimes in 1989-91 en de omvorming van Labour tot een kapitalistische partij onder Tony Blair.

    Het feit dat er meer werkenden beschikbaar zijn, in het bijzonder uit EU-landen, werd eveneens gebruikt, samen met het verplaatsen van productie naar landen met goedkopere arbeid, het tewerkstellen van jongeren aan slechtere voorwaarden, het gebruik van interimarbeid, … Het is evident dat het niet de fout van de werkenden is dat ze harder uitgebuit worden, maar dat dit de verantwoordelijkheid van de werkgevers is. De enige manier om daartegen in te gaan, is door een eengemaakte strijd van alle werkenden. De militante tradities die veel migranten naar Groot-Brittannië meebrengen, kunnen die strijd verrijken.

    Internationale solidariteit

    Jammer genoeg bestaat de houding van sommige linkse activisten eruit dat ze voorbijgaan aan de wijze waarop het kapitalisme gebruik maakt van migranten. De AWL verwees begin januari in een tekst ‘Drie argumenten tegen vrij verkeer en drie antwoorden’ terecht naar de Eerste Internationale die net opgezet was als onderdeel van verzet tegen pogingen van de werkgevers om werkenden uit verschillende landen tegen elkaar op te zetten.

    Maar vervolgens wordt elke vergelijking met de huidige situatie verworpen. “Er zijn twee belangrijke verschillen met de huidige situatie. Ten eerste hadden de conflicten waarop de Eerste Internationale antwoordde betrekking op werkgevers die in het ene land geconfronteerd werden met een staking en probeerden personeel uit een ander land aan te werven om de staking te breken. Vandaag worden migranten in Groot-Brittannië bijna nooit in het buitenland aangeworven en gebeurt dit nooit op de bewuste en expliciete basis om een staking te breken. Ten tweede waren de methoden van de Eerste Internationale gericht op solidariteit waarbij de arbeidersorganisaties over de grenzen heen met elkaar verbonden werden om op directe wijze de arbeiders op te roepen om hun arbeid niet te laten gebruiken om de strijd van hun kameraden elders te ondermijnen. Deze benadering heeft niets gemeen met de vijandige houding tegenover migranten en immigratie die vervat zitten in de politiek van de hedendaagse anti-vrij-verkeer-linkerzijde.”

    Dit is klinkklare nonsens. Jeremy Corbyn heeft terecht voorgesteld dat alle vacatures lokaal moeten bekend gemaakt worden omdat het een vaak voorkomende praktijk is dat werkgevers enkel in andere landen naar personeel zoeken. Het komt ook vaak voor dat groepen werkenden uit andere landen gebruikt worden om collectieve akkoorden met de vakbonden te ondermijnen. De werkgevers worden daartoe gesteund door Europese richtlijnen. Het openlijk aanwerven van migranten om stakingen te breken, gebeurt wel degelijk nog steeds. Het gebeurt alleen bedekter omwille van de huidige wettelijke beperkingen hierop. Straatvegers en chauffeurs in de gemeente Wandsworth, tewerkgesteld door onderaannemer Continental Landscape, zijn momenteel aan het staken tegen de lage lonen. Continental Landscape doet er alles aan om Portugese arbeiders in te zetten om de staking te breken.

    Net zoals dit in de tijd van de Eerste Internationale het geval was, moeten we de pogingen van de werkgevers om ons te verdelen bestrijden met een internationalistische aanpak van solidariteit. Dit is wat de Socialist Party deed tijdens de stakingen in de olieraffinaderij van Lindsey in 2009. Het ging toen om arbeiders uit Italië die door de werkgevers werden ingezet om het nationale akkoord in de sector te breken. Met de hulp van de Socialist Party maakten de stakers pamfletten in het Italiaans om deze arbeiders te bereiken. Ze slaagden erin om hun recht op lidmaatschap van de vakbond af te dwingen en kregen dezelfde lonen en arbeidsvoorwaarden als de Britse arbeiders.

    Deze strijd werd door de arbeidersbeweging in Italië op deze manier erkend, in tegenstelling tot de AWL en andere linkse groepen in Groot-Brittannië. Giorgio Cremaschi, een linkse leider van de metaalvakbond Fiom, stelde: “Als de Italiaanse arbeiders minder betaald worden dan de Britse arbeiders en aan slechtere voorwaarden werken, dan is deze staking rechtvaardig. We moeten voor gelijke voorwaarden opkomen.” Het is met deze benadering – waarbij we erkennen hoe het kapitalisme de ‘vrijheden’ van de eengemaakte markt gebruikt om vooral de vrijheid van uitbuiting van werkenden op te drijven, en waarbij we opkomen voor eengemaakte arbeidersstrijd ter verdediging van de belangen van de werkenden – dat we massale steun kunnen opbouwen voor een socialistische en internationalistische benadering rond migratie en het hele proces van de Brexit.

     

  • Thatcher liet militante vakbondsleider in de jaren 1980 afzetten…

    John Macreadie werd in 1987 verkozen als algemeen secretaris van de ambtenarenbond CPSA. Een juridische procedure volgde om hem van die functie te houden… Nu blijkt dat ook de regering-Thatcher rechtstreeks betrokken was bij de strijd van de rechterzijde binnen de vakbond tegen de militante linkerzijde…

    Geheime documenten die na 30 jaar vrijgekomen zijn, tonen aan dat de regering van Margaret Thatcher op directe wijze tussenkwam in de interne werking van de ambtenarenvakbond CPSA, de voorloper van de huidige vakbond PCS (Public and Commercial Services).

    De regering was bezorgd omwille van de groeiende invloed van de voorloper van de Socialist Party, Militant. Vooral wijlen John Macreadie (overleden in 2010) lag daarbij als militante vakbondsleider onder vuur.

    John won de verkiezingen voor de positie van algemeen secretaris van de CPSA in 1987. “Subversievelingen kunnen we niet tolereren in zo’n functie,” merkte een officieel document dat nu vrijkwam op. De rechterzijde werd hierop ingezet om John op ondemocratische wijze aan de kant te schuiven.

    Chris Baugh, vandaag assistent algemene secretaris van de PCS en lid van de Socialist Party, werkte destijds nauw samen met John Macreadie. Neil Cafferky van weekblad ‘The Socialist’ sprak met hem.

    Er waren in de jaren 1980 heel wat lastercampagnes tegen militante vakbondsleiders in de rechtse media?

    “Er waren heel wat aanvallen in de media tegen de zes aanhangers van Militant die toen in de nationale leiding van de CPSA verkozen waren. Er waren tal van artikels om ons zwart te maken. Maar dit gebeurde in een context dat heel wat grote kranten tijdens de verkiezingen voor de leiding van de CPSA de rechtse ‘gematigde’ lijst publiceerden om de lezers aan te bevelen om voor die kandidaten te stemmen. Zo hoopten ze de linkerzijde, en vooral de aanhangers van Militant zoals mezelf, buiten te houden.”

    De documenten die nu vrijkomen, tonen aan dat regeringsvertegenwoordigers in opdracht van Thatcher zelf samenzaten met niet nader genoemde leiders van de CPSA op een ogenblik dat de vakbondsleiding in handen van de rechterzijde was. Er werd daarbij gesproken over de opkomst van Militant. Van waar kwam die linkse groei in de ambtenarenbond in de jaren 1980?

    “Je moet natuurlijk een correct beeld hebben van de ambtenarij. In tegenstelling tot de karikatuur die in de media vaak gebracht wordt, bestaat de ambtenarij uit een uitgebreid netwerk van organisaties doorheen het land. De CPSA stond sterk onder een laag van jonge, vrouwelijke en laagbetaalde ambtenaren.

    “Het is opmerkelijk dat het beruchte Ridley Report dat opgemaakt werd voor Thatcher in 1979 aan de macht kwam om de macht van de vakbonden te ondermijnen, specifiek verwees naar de ambtenarenbond.

    “Er waren uiteraard ook acties, zoals de grootste ambtenarenstaking uit de geschiedenis die in 1981 plaatsvond. Dat was toen Thatcher het loonakkoord dat sinds de jaren 1950 bestond schrapte. Het was een voorbode op het schrappen van verschillende nationale akkoorden. Er waren stelselmatige aanvallen op de lonen, jobs en de arbeidersvoorwaarden. De regering wilde zowel de vakbondspositie als de rechten van de werkenden aanvallen.

    “Veel CPSA-leden begonnen niet in de ambtenarij te werken omdat Militant ons daarheen stuurde, zoals de rechterzijde in de vakbond beweerde, maar omdat we als jongeren gewoon op zoek waren naar werk. Het idee dat dat we er gedropt werden om de ambtenarij te ondermijnen, is te belachelijk voor woorden.

    “Mensen zoals mezelf en heel wat andere CPSA-leden werden overtuigd door socialistische standpunten. Vooral Militant had een aantrekkingskracht omdat het voor de meest militante verdediging van de arbeidsvoorwaarden van de leden stond. Dat was zeker belangrijk op een ogenblik van harde aanvallen en tal van conflicten.

    “Ik ben ook van oordeel dat Militant een centrale rol speelde in het opbouwen van een netwerk van activisten rond wat toen ‘Broad Left’ genoemd werd, een alliantie van strijdbare activisten. Het trok leden aan die niet alleen kwaad waren wegens de aanvallen door de regering, maar ook wegens het falen van de rechtse leiding om daar een ernstig antwoord op te bieden.

    “Die rechtse vakbondsleiders vormden een politieke groep die banden had met zowel de staat als de werkgevers. Hun doel was om wat zij als linkse ‘subversie’ zagen in de ambtenarij uit te schakelen. Dat werd vrij openlijk gezegd in hun verkiezingsmateriaal.

    “En dan was er de rechtse journalist Woodrow Wyatt die in zijn dagboeken vermeldde dat Kate Losinska, destijds een voortrekker van de ‘gematigden’, een bezoek bracht aan Thatcher op een ogenblik dat de vakbonden daar niet welkom waren. Bernard Levin, een journalist van Times, publiceerde de volledige lijst van de rechterzijde om hen te ondersteunen.

    “De media waren altijd erg welwillend tegenover de rechterzijde en hielpen vaak bij aanvallen op activisten. Maar die activisten wonnen steun onder de gewone leden omdat ze ernstig waren in de strijd tegen de aanvallen en omdat ze ook alternatieven naar voor schoven op zowel syndicaal als politiek vlak.”

    De rechterzijde in de ambtenarenbond werkte dus samen met de regering, in feite met de werkgevers. Maar dat was niet de enige methode die gebruikt werd in de strijd tegen de linkerzijde. Er waren ook bureaucratische maneuvers in de vakbond.

    “Een van de redenen waarom Militant zoveel steun won onder de beste en meest actieve delegees van CPSA was omdat we ervoor opkwamen dat de leiding verantwoording zou afleggen en omdat we voor een democratische werking opkwamen.

    “We wilden de verkiezingen uitbreiden zodat de verkozen leiding ook de beslissingen van de congressen zou nakomen. De kwestie van leden die hun zeg hebben en controle over de leiding uitoefenen, was voor ons van cruciaal belang om een brede steun op te bouwen.

    “Dit was tegen de achtergrond van een leiding die gewoon toekeek hoe een reeks nationale akkoorden, waaronder over de loonvoorwaarden, geschrapt werden. Het doel was natuurlijk een klassieke verdeel-en-heerstactiek om de vakbonden aan banden te leggen en strijd vanwege alle leden te vermijden door niet langer nationale loonakkoorden te sluiten.

    “Er waren allerhande beschuldigingen over vreemde toestanden in de verkiezingen binnen de vakbond, waardoor we wel moesten ingaan tegen de manier waarop die interne verkiezingen georganiseerd werden. We voerden de druk op de rechtse leiders op om te vermijden dat zij zich met het verloop van de verkiezingen zouden inmengen.

    “Nu blijkt dat op zeer hoog niveau vanuit de politieke wereld is tussengekomen in de werking van de vakbond. Bovenop deze nieuwe onthullingen waren er eerder al documenten na 30 jaar geheimhouding vrijgekomen waaruit blijkt dat Lord Amstrong, de secretaris van de regering, een document van de veiligheidsdiensten MI5 had voorgesteld waarin gewezen werd op de groeiende invloed van Militant in de ambtenarij. Om een lang verhaal kort te maken: het rapport ging – in hun woorden! – over hoe de Militant-aanhangers “rustig uitgezuiverd” konden worden uit de ambtenarij.

    “De reden waarom ze ervoor kozen om dit ‘rustig’ te doen in plaats van publiek, stond ook in het document van Armstrong. Minister Nigel Lawson was erg bezorgd omdat de vakbonden juist verboden waren bij de veiligheidsdiensten. En uiteraard ook omdat de mijnstaking in de herfst van 1984 nog steeds bezig was. Ze waren bang om een nieuw front tegen de vakbonden te openen en daarbij martelaars te creëren. De voorkeur ging uit naar wat een ‘zuiveringsprocedure’ werd genoemd.

    “Dit betekende dat de aanhangers van Militant niet gewoon afgedankt werden wegens hun politieke standpunten, maar dat ze constant zouden opgevolgd worden. Er zou gecontroleerd worden of ze promoties kregen, hun werkprestaties werden van nabij gevolgd en hun activiteiten werden eveneens opgevolgd. We weten dat dit vele jaren heeft geduurd.

    “Het is natuurlijk geen complete verrassing, zeker niet voor wie jarenlang gevolgd werd. Maar het geeft wel aan hoe de staat toezicht hield op vakbondsactiviteiten.

    “Het is belangrijk dat er protest is om de mijnwerkers te herdenken die vervolgd werden rond Orgreave [een confrontatie tijdens de mijnwerkersstaking van 1984]. Er is ook de campagne van de Blacklist Support Group tegen de wijze waarop grote bouwbedrijven – en mogelijk ook de staat – gegevens van arbeiders bijhielden om hen op een zwarte lijst te kunnen zetten wegens vakbondsactiviteiten.

    “Het wijst op de enorme omvang van het overheidstoezicht op vakbondsactiviteiten. Ik denk dat het naïef zou zijn om te denken dat wat er in de jaren 1980 gebeurde, vandaag niet meer zou bestaan en dat er geen toezicht meer zou zijn op vakbondsactiviteiten.

    “We kunnen daarbij enkel maar eisen dat er een degelijk openbaar onderzoek komt.”

    Wat denk je dat er na deze onthullingen moet gebeuren?

    “Als assistent algemeen secretaris van de PCS zit ik vandaag in dezelfde positie als John Macreadie destijds en ben ik direct betrokken. Volgens mij moeten we een discussie voeren over hoe we de bekommernissen over het optreden van de werkgever en de regering in het bijzonder kunnen uiten. Tot hiertoe kwam er weinig verrassend nog geen reactie van die kant.

    “We moeten de regering officieel vragen welk toezicht er vandaag op de vakbonden wordt uitgeoefend. Meer fundamenteel moeten we opkomen voor een ernstig publiek onderzoek naar het overheidstoezicht op vakbondsactivisten. In het kader van een lopend onderzoek naar undercover politiewerk in actiegroepen, het Pitchford-onderzoek, moeten we de betrokken advocaten horen. We moeten ook contacten leggen met andere syndicalisten die op deze wijze werden aangepakt.

    “Er is nood aan een duidelijke oproep voor een publiek onderzoek naar toezicht en inmenging van de staat bij legitieme vakbondsactiviteiten. We moeten ook bekend maken in welke mate individuen een doelwit waren omwille van hun socialistische standpunten. In het verleden was dit het geval met aanhangers van Militant, maar het Pitchford-onderzoek toont aan dat recent nog leden van de Socialist Party geviseerd werden.

    “We moeten hiervoor opkomen binnen de vakbond, het op tafel gooien bij de werkgever, erover discussiëren met collega’s van andere vakbonden en nadenken hoe we de druk kunnen opvoeren voor een ernstig publiek onderzoek naar wat de staat en de regering gedaan hebben.”

  • Protest tegen afbraak van Britse gezondheidszorg: tot 250.000 betogers in Londen

     

    Urenlang stroomden betogers toe die met bussen en treinen naar Londen kwamen om te betogen voor de verdediging van de gezondheidszorg, de NHS (National Health Service). Er waren minstens 100.000 aanwezigen en sommige schattingen hadden het over 250.000 betogers. De betogers afgelopen zaterdag waren gewone werkenden en hun gezinnen. Ze verzetten zich tegen de afbouw en de privatisering van de gezondheidszorg. Onze protestborden met de slogan ‘Bouw aan een beweging om de NHS te redden: campagnevoeren, staken, bezetten’ werden allemaal meegenomen.

    Artikel door Hannah Sell van de Socialist Party – Lees ook dit artikel over de aanvallen op de NHS

    Het initiatief voor de betoging kwam van onderuit. Lokale actiegroepen kwamen samen onder de koepel ‘Health Campaigns Together.’ Mike Forser, een lid van de Socialist Party en voortrekker van een lokale campagne die mee aan de oproep voor de betoging lag, ‘Hands off Huddersfield Royal Infirmary (HRI)’, zei dat hij het idee lanceerde op een actie met enkele honderden aanwezigen afgelopen herfst. Met de Socialist Party deden we er alles aan om van de betoging op zaterdag 4 maart een succes te maken. Zo verdeelden we meer dan 100.000 pamfletten hiervoor.

    De betoging werd van onderuit georganiseerd, maar er waren ook grote groepen vakbondsmilitanten. Tegen de dag van de betoging was er steun van 13 nationale vakbonden. Drie vakbondsleiders spraken de betoging toe: Len McCluskey (Unite), Mark Serwotka (PCS) en Dave Ward (CWU). Schandalig genoeg was Dave Prentis, de voorzitter van de grootste vakbond in de zorgsector (Unison), niet aanwezig en zijn vakbondsleiding kwam pas op het laatste moment met halfslachtige steun voor de betoging. Onder de leden van Unison was de stemming anders: zij kwamen met tienduizenden naar de betoging.

    We kunnen winnen

    De omvang en de vastberadenheid op de betoging zal het personeel in de zorgsector vertrouwen geven in de mogelijkheid om te winnen en de gezondheidszorg overeind te houden. Het gaat niet alleen om het stoppen van de huidige besparingen en privatiseringen, maar om het stoppen van de winstlogica in het algemeen.

    Op de betoging verdeelde de Socialist Party 30.000 pamfletten met daarin de oproep om van de betoging een eerste stap te maken in een massacampagne om de gezondheidszorg te verdedigen. We verkochten meer dan 1.000 exemplaren van ons weekblad ‘The Socialist.’ Jonge leden van de Socialist Party organiseerden samen met de Socialist Students een dynamisch jongerenblok. Er was een kortere betoging voor mensen met een beperking en gepensioneerden. Op het einde van die betoging sprak Amaliah Loizidou van de Socialist Party.

    We wezen er in discussies met de betogers op dat de Tory-regering zwak is en kan verslaan worden. Deze regering heeft een nipte meerderheid en wordt geleid door een niet-verkozen premier. De hervormingen van Theresa May in de gezondheidszorg, de STP’s (Sustainability and Transformation Plans), kunnen haar Poll Tax worden (het verzet tegen de Poll Tax betekende het einde van Thatcher). We roepen op tot een nationale actiedag met grote lokale betogingen in de 44 regio’s waar de STP’s uitgerold worden. Het idee van zo’n actiedag op 1 mei werd vanop het podium gedeeld.

    We eisen tevens dat de vakbonden en de leiding van Labour oproepen tot een tweede nog grotere nationale betoging waarbij de volledige kracht van de zes miljoen vakbondsleden wordt ingezet om de verdediging van de gezondheidszorg op te nemen. Dit zou het vertrouwen van het personeel in de zorgsector versterken en de basis leggen voor gecoördineerde stakingsacties tegen de loonstop en de afbouw van de NHS. Bezettingen tegen de sluiting van ziekenhuizen kunnen eveneens een rol spelen.

    We legden uit dat deze beweging zich niet mag beperken tot de gezondheidszorg, maar de verdediging van alle openbare diensten moet opnemen. Peter Taaffe van de Socialist Party sprak aan de stand van het National Shop Stewards’ Network (NSSN) aan het ministerie van gezondheidszorg. Hij zei: “De vakbonden moeten een grote betoging organiseren die het niet alleen opneemt voor de NHS maar ook tegen de besparingen in de gemeenten, scholen en andere openbare diensten. Dit moet een stap zijn naar een algemene 24-urenstaking waarmee we onze vastberadenheid tonen om deze regering een nederlaag toe te brengen.”

    Stakingen

    De kwestie van een gecoördineerde stakingsdag werd door veel betogers begrepen. Er was veel steun voor de moedige staking van de jonge dokters in opleiding en er was een breed gedragen besef dat toekomstige groepen stakers niet aan hun lot mogen overgelaten worden. Aan de stand van het NSSN werd de roep naar gecoördineerde stakingsacties meermaals naar voor gebracht.

    Op het centrale podium was Jacqui Berry, een verpleegster die mee aan de basis van de betoging lag en tevens een lid van de Socialist Party, erg duidelijk: “Het tijdperk van de loonstop duurt nu al langer dan de Tweede Wereldoorlog. Als hier geen einde aan komt, moeten we de kwestie van staken op de agenda zetten.” En nog: “Vandaag schreven we geschiedenis door samen te betogen, maar we zullen ook samen moeten staken.”

    Mark Serwotka van de ambtenarenbond PCS steunde de oproep voor een staking tegen het beleid van loonmatiging. De linkse vakbonden moeten samenkomen om dit idee in de praktijk te brengen.

    Het is positief dat zowel Labour-voorzitter Jeremy Corbyn als John McDonnell de betoging steunden en op het podium spraken. McDonnell verklaarde: “Wat er ook nodig is om de NHS te redden, waaronder stakingsacties, Jeremy Corbyn en ikzelf zullen aan jullie kant staan in het parlement en op de stakersposten.”

    Druk van grote bedrijven

    Corbyn wees er terecht op dat Nye Bevan en anderen die aan de basis van de NHS lagen op een hard verzet van de grote bedrijven botsten en in de media werden afgekraakt, net zoals er vandaag denigrerend wordt neergekeken op activisten die de NHS verdedigen. Het enige antwoord daarop is, stelde Corbyn terecht, om te zeggen waar het op staat.

    Een beweging om de NHS te redden en om het verzet tegen de besparingen te leiden, zou de beste manier zijn om te antwoorden op de constante aanvallen van vertegenwoordigers van de kapitalistische klasse op Corbyn. Zeggen waar het op staat, betekent ook erkennen dat er zowel binnen Labour als daarbuiten een sterke groep vertegenwoordigers van de big business is.

    De privatisering van de NHS wordt opgedreven onder de Tories, maar dit gebeurde ook onder de vorige regeringen van New Labour. Toen waren er stappen naar publiek-private samenwerking en andere vormen van uitverkoop aan de private sector. De aanhangers van Tony Blair willen Corbyn net weg omdat hij verkozen werd met een programma dat onder meer opkomt voor de hernationalisatie van de gezondheidszorg.

    Op zondag verklaarde John McDonnell op televisie dat hij met Peter Mandelson en Tony Blair wou samenzitten om rond een kopje thee te discussiëren. De oproepen tot eenheid met de aanhangers van Blair, die voor de privatisering van de openbare diensten staan en dit ook in de praktijk brachten toen ze in de regering zaten, is het tegenovergestelde van ‘zeggen waar het op staat.’

    Blijven compromissen met de rechterzijde in Labour zoeken, zou onvermijdelijk betekenen dat er teruggekomen wordt op het programma van verzet tegen besparingen en het maakt een overwinning van pro-kapitalistische elementen binnen Labour mogelijk.

    Opkomen voor een socialistisch programma en actief campagne voeren voor wat Dave Ward omschreef als “de controle over onze gezondheidszorg, spoorwegen, post- en telecommunicatiediensten, kortom onze werkplaatsen, terug in handen nemen,” vereist verzet tegen de aanhangers van Blair, de Tories en de rechtse media.

    Een onmiddellijke stap is een oproep aan Labour-gemeentebesturen om de hervormingen in de gezondheidszorg, de STP’s, te verwerpen. Zoals Jacqui Berry opmerkte: “We hoorden van het gemeentebestuur van Hammersmith en Fulham dat het de STP verwerpt. Het zou vreemd zijn als ik de leider van de oppositie in het parlement niet zou vragen om elk Labour-gemeentebestuur te vragen om hetzelfde te doen.” Corbyn verwees in zijn toespraak niet naar de gemeentebesturen in handen van Labour.

    De betoging van afgelopen zaterdag was een enorm succes en een belangrijke stap in de opbouw van een beweging waarmee we de Tories een nederlaag kunnen toebrengen. Daar moeten we nu verder op bouwen.

     

  • [Video] Hannah Sell over verkiezingsdeelname socialisten naast Labour

    Hannah Sell van de Socialist Party legt uit waarom de Trade Union and Socialist Coalition (TUSC) in de gemeenteraadsverkiezingen eigen kandidaten moet hebben tegen Labour gemeenteraadsleden die anti-Corbyn zijn. Dit voorstel werd uiteindelijk met een grote meerderheid aanvaard op een conferentie van TUSC afgelopen weekend. De tussenkomst van Hannah biedt een interessant beeld van de politieke situatie in Groot-Brittannië en de tactische opstelling van socialisten daarin.

  • Britse gezondheidszorg in diepe crisis, nationale betoging voor meer middelen gepland

    Foto: Paul Mattson

    Het afgelopen jaar was het slechtste in de geschiedenis van de nationale gezondheidsdienst NHS. Die dienst staat als nooit tevoren onder druk. Het ogenblik van crisis waarvoor velen waarschuwden, is er effectief. Volgens dokter Stokes Lamard, voorzitter van de koninklijke raad van huisartsen, staat de NHS op een ‘kantelpunt.’

    Artikel door Mike Forster, voorzitter van de campagne ‘Hands off HRI – Huddersfield Royal Infirmary’ en lid van de stuurgroep van ‘Health Campaigns Together’, uit weekblad ‘The Socialist’

    De spoeddiensten (A&Es) geven duidelijk aan dat de gezondheidszorg onder druk staat. De grootste spoeddiensten in het land hadden het nog nooit zo moeilijk, er zijn regelmatig ‘zwarte alarmen’ en soms werden patiënten zelfs gewoon terug naar huis gestuurd.

    Volgens de krant London Evening Standard blijven er elke week ongeveer 6.000 patiënten in een ambulance omdat er geen plaats is in het ziekenhuis. Er was een toename met 30% van het aantal patiënten dat uit de spoeddienst weg verwezen wordt omdat er geen bedden genoeg zijn.

    De ambulancediensten hebben het ook moeilijk: op een jaar tijd is het aantal oproepen met gemiddeld 1.000 per week toegenomen. De reactietijd van de ambulances is op een kritiek dieptepunt beland, een derde van de ambulances slaagt er niet in om snel genoeg bij patiënten met levensbedreigende klachten te geraken.

    Chronische onderfinanciering

    De spoeddiensten worden overstelpt met patiënten. Er dienen zich heel wat oudere mensen van 75+ aan. Velen van hen zouden door de sociale zorgsector moeten opgevolgd worden, maar die sector kreeg sinds 2009-2010 maar liefst 5 miljard pond besparingen te verwerken.

    De enorme besparingen in de gemeentelijke diensten maken dat veel patiënten het ziekenhuis niet kunnen verlaten omdat er geen plaats is in revalidatiecentra of omdat de thuiszorg is afgebouwd. Volgens de British Medical Association (BMA) bleven patiënten 200.000 dagen extra in ziekenhuisbedden die ze eigenlijk niet nodig hadden. Het gaat om een toename met 25% op een jaar tijd.

    In zijn herfstverklaring stelde minister van begroting Philip Hammond dat hij hard opkwam voor meer middelen, maar dat dit niet mogelijk was. De regering zei aan de gemeenteraden dat ze de gemeentetaksen met 2% mogen verhogen om de extra zorgvragen op te vangen. Maar dit zal de problemen niet oplossen. De BMA omschreef deze extra middelen als ‘onvoldoende.’

    Het aantal patiënten dat op de spoeddiensten meer dan vier uur moet wachten is toegenomen met 28%. Een patiënt overleed op een brancard aan een hartstilstand in het Royal Worcestershire Hospital nadat hij in het ziekenhuis 38 uur gewacht had op een bed. De lange wachttijden zorgen voor een toename van het risico op infecties in de ziekenhuizen, het aantal gevallen van het zeer besmettelijke novovirus staat op het hoogste punt in vijf jaar tijd.

    Ondanks plechtige beloften van de regering dat er in de gezondheidzorg geïnvesteerd wordt, ziet de realiteit op het terrein er helemaal anders uit. De middelen voor de NHS zijn er jaar na jaar op achteruitgegaan. Voor 2017 wordt een verhoging van de middelen met 1% voorzien, in reële termen blijft dat een besparing.

    Toch laat het ministerie van gezondheid uitschijnen dat er meer middelen zullen komen. Vaak worden dezelfde middelen steeds opnieuw aangekondigd, maar in de praktijk merken we er niets van.

    Een studie wees uit dat de afname van middelen bijzonder scherp is: “In de tien jaar voor 2020-21 zullen we wellicht de grootste daling van de gezondheidsuitgaven als aandeel van het BBP zien sinds 1951.”

    Het gebrek aan middelen treft de volledige zorgsector. De algemene zorg is goed voor 90% van de consultaties van de NHS maar krijgt slechts 8% van de middelen. Huisartsen vertrekken, nieuwkomers staan niet te springen om een algemene praktijk op te starten. Het chronische gebrek aan middelen heeft geleid tot het verdwijnen van meer dan 13.000 ziekenhuisbedden. De capaciteit van de NHS is met vijf miljoen consultaties per jaar afgenomen.

    De crisis in de gezondheidszorg heeft ook het parlement bereikt. Enkele verkozenen van de Tories braken de rangen en eisten een verklaring van de regering over de crisis. Dokter Sarah Wollaston, conservatieve voorzitter van de gezondheidscommissie in het Lagerhuis, eiste meer middelen voor de NHS. Ze waarschuwde premier Theresa May dat ze “erg bezorgd” is om de toekomst van de NHS. Maar toen het hoofd van de NHS in Engeland, Simon Stevens, haar op het einde van het jaar bezocht, kreeg hij enkel te horen dat hij beter kan zoeken naar enkele besparingsposten in de NHS.

    De Tories zullen het moeilijk hebben naarmate meer parlementsleden onder druk staan van lokale actiegroepen die zich verzetten tegen besparingen en het sluiten van ziekenhuizen en spoeddiensten.

    Private aasgieren

    De tekorten voor de gezondheidszorg lopen steeds verder op. De private sector ziet er een kans in om de NHS een genadeslag toe te brengen. In 2015 werd voor 13 miljard pond aan gezondheidszorg ingekocht bij gezondheidsdiensten die niet tot de NHS behoren. Dat was een toename met 76% sinds 2010. De private sector verklaart zelf dat ze 8-14% winst wil maken op gezondheidszorg. Kan de gemeenschap zich dit veroorloven?

    De wachtlijsten waren de afgelopen acht jaar nooit zo lang als vandaag. Vier miljoen patiënten staan op wachtlijsten. De behandeling laat zo lang op zich wachten omdat private patiënten die het zich kunnen veroorloven de rij overslaan. De inkomsten van de NHS uit private gezondheidszorg zijn vorig jaar met 30% toegenomen.

    In 2012 kwam er een nieuwe wet over de gezondheidszorg waarin de publieke zorg beperkt werd tot het delegeren van zorg. Het zette de deur open voor meer privatiseringen. In november 2016 raakte bekend dat de groep Virgin Care van Richard Branson een contract van 7 jaar ter waarde van 700 miljoen pond had binnengehaald in het noordoosten van Engeland. Het gaat om de grootste privatisering ooit in de NHS. Virgin Care zal instaan voor 200 sociale diensten en gezondheidsfaciliteiten. De groep haalde eerder in 2016 een contract van 126 miljoen pond binnen om ziekenhuizen in Kent te beheren.

    Gezondheidspersoneel

    De sfeer onder het personeel in de gezondheidssector staat op een dieptepunt. Verplegend personeel ging er sinds 2010 in reële termen met 2.000 pond per jaar op achteruit. Verplegers-in-opleiding zullen niet langer een beurs krijgen. En dat terwijl het aantal niet-ingevulde posten voor verplegers sinds 2010 met 600% toenam. Het aantal instappers in de opleiding verpleegkunde is dit jaar met 20% gedaald.

    Hetzelfde zien we bij jonge dokters waar de druk heel groot is na het opleggen van een nieuw contract waarin de lonen in reële termen afnamen.

    Betoging op 4 maart

    De NHS staat op een keerpunt. Als we niet opstaan om de strijd te voeren, dreigt de gezondheidszorg volledig onderuit te gaan. De strijd wordt echter gevoerd. Er zijn tal van actiegroepen in heel het land.

    De overkoepelende ‘Health Campaigns Together’ roept op tot een nationale betoging op 4 maart in Londen. De timing zit goed en er zouden wel eens duizenden aanwezigen kunnen zijn. De vakbonden Unite, PCS, Napo en BFAWU roepen samen met de jonge dokters op om de betoging te steunen. Ook het National Shop Stewards Network, People’s Assembly, Momentum en de National Pensioners Convention steunen de betoging.

    Schandalig genoeg is er geen steun van de leiding van Unison, de grootste vakbond in de zorgsector. We moeten de druk opvoeren zodat er een koerswijziging komt. Enkele regionale afdelingen van Unison, in het Noord-Westen en het Zuid-Oosten van het land, kondigden al hun steun aan.

    De betoging kan een opstap zijn naar gecoördineerde actie van lokale gemeenschappen, vakbonden en politieke militanten. Samen eisen we meer middelen voor de gezondheidszorg. De conservatieven zijn sterk verdeeld rond de Brexit, een massale campagne voor meer middelen voor de gezondheidszorg kan de verzwakte Tories verder onder druk zetten.

    De Socialist Party speelt een actieve rol in de mobilisatie naar de betoging en verdedigt een strijdbaar programma voor de gezondheidszorg:

    • Voor een massale betoging op 4 maart
    • Meer middelen voor een volledig publieke gezondheidsdienst
    • Neen aan besparingen en privatiseringen
    • Voor gecoördineerde vakbondsacties in de zorgsector en voor degelijke lonen en arbeidsvoorwaarden
    • Nationaliseer de grote bedrijven in de zorgsector
  • Welke weg slaat Labour in na Corbyn’s tweede overwinning?

    Interview met Roger Bannister van de Socialist Party

    Roger Bannister. Foto: MArio
    Roger Bannister. Foto: Mario

    Roger Bannister sprak midden oktober op 5 avonden georganiseerd door LSP/PSL over de recente politieke ontwikkelingen in Groot Brittannië. Roger is lid van de Socialist Party (zusterorganisatie van LSP), is verkozen in het nationaal bestuur van de vakbond UNISON en werd in 1986 uitgesloten uit Labour vanwege zijn linkse en socialistische ideeën. Roger was in 2015 kandidaat burgemeester voor TUSC (Trade Union and Socialist Coalition) in Liverpool en behaalde 5,3% van de stemmen.

    Interview door Tim

    Roger, we zijn enkele weken na de nieuwe overwinning van Jeremy Corbyn in de voorzittersverkiezingen bij Labour, na de mislukte coup van de rechterzijde. Wat verwacht je dat er nu zal gebeuren bij Labour: kan deze partij omgevormd worden tot een instrument voor de werkende bevolking?

    De rechterzijde binnen Labour, vooral dan binnen de parlementaire fractie, lijkt van plan de huidige “burgeroorlog” verder te zetten. Ze zijn weliswaar tijdelijk teruggeslagen door de overtuigende overwinning van Corbyn, maar broeden op nieuwe tactieken om hem aan te pakken. De kans bestaat dat een deel van de rechterzijde afsplitst uit schrik om hun zetel te verliezen indien ze binnen Labour blijven.

    Een probleem voor het omvormen van Labour tot een echte socialistische partij is dat het nationaal bestuur van de partij in handen blijft van die rechterzijde.  Die nationale leiding verbiedt bijvoorbeeld dat lokale partijafdelingen samenkomen. Dit is een groot probleem voor de honderdduizenden nieuwe leden die omwille van Corbyn zijn aangesloten bij Labour: zij krijgen niet de kans om binnen de partij actief te worden, te discussiëren, zich te vormen of deel te nemen aan campagnes tegen besparingen, omdat de nationale leiding hen verbiedt zich te organiseren.

    Op de nationale conferentie zijn een aantal radicale programmapunten gestemd: een minimumloon van 10 pond per uur, controle op de huurprijzen van woningen, de nationalisering van de spoorwegen,… Als de partij rond die zaken campagne zou voeren, zou ze een enorme politieke kracht in de maatschappij kunnen worden en bijvoorbeeld de vakbonden kunnen stimuleren om hierrond in actie te gaan.

    Is Corbyn zich bewust van deze situatie, en is hij bereid en in staat om er iets aan te doen?

    Daar ben ik niet zeker van. Tot nu toe reageerde Corbyn niet erg sterk op de aanvallen van de rechterzijde. Hij is bijvoorbeeld nog steeds niet bereid om parlementsleden die niet meer worden gesteund door hun eigen lokale afdeling te vervangen als kandidaat bij de volgende verkiezingen (“deselection”). De groep van rechtse parlementsleden voelt zich veilig binnen de partij en kan zo oppositie blijven voeren tegen Corbyn. Als hij de kandidatuur voor deze zetels zou onderwerpen aan een interne verkiezing, zouden de meesten vervangen worden, ofwel hun oppositie tegen Corbyn opgeven uit schrik hun zetel te verliezen.

    Is deze kwestie van “deselection” een belangrijk thema binnen Labour? Is dit een discussiepunt in de rest van de maatschappij?

    Binnen Labour uiteraard, en ook bij de linkerzijde, activisten en syndicalisten, … Maar het is ook tot op zekere hoogte een thema in de rest van de maatschappij. Omwille van het enthousiasme rond Corbyn en de interesse wat er binnen Labour gebeurd. Anderzijds omdat deze discussie binnen Labour ook sterk speelde aan het begin van de jaren ’80 en toen ook uitgebreid aan bod kwam in de pers. Op dat moment werkte de Socialist Party, toen nog Militant, binnen Labour, en waren we grote voorstanders van deze vorm van interne partijdemocratie.

    Wat zouden de effecten kunnen zijn indien Labour onder Corbyn de volgende verkiezingen winnen. Is dit een realistisch scenario en wat zou dit betekenen voor de linkerzijde in het Verenigd Koninkrijk en daarbuiten?

    Dit is zeker mogelijk indien Labour de interne verdeeldheid die er nu heerst kan overstijgen. Vandaag gaat het hele debat binnen Labour over de positie van Corbyn. De partij moet naar buiten komen met een strijdbaar programma van maatregelen die ze zou doorvoeren indien ze de verkiezingen zou winnen. Zo’n programma zou op een enorme steun kunnen rekenen onder de werkende bevolking. Het zou als een verademing worden ervaren na jaren van besparingen. In zo’n scenario is een verkiezingsoverwinning voor Labour zeer realistisch.

    De problemen stoppen echter niet bij de verkiezingen. Een Labour-regering zal onmiddellijk uitgedaagd worden door de kapitalisten, zeker als ze maatregelen neemt zoals de hernationalisering van de spoorwegen. Zo’n maatregelen zijn bovendien ook verboden door de Europese Unie. Corbyn heeft de voorbije maanden actief campagne gevoerd om binnen de EU te blijven: dit wordt dus een moeilijke kwestie voor een Labour-regering.

    Biedt de “Brexit” nieuwe mogelijkheden voor de arbeidersbeweging in het Verenigd Koninkrijk? Zijn er ook gevaren?

    Een overgrote meerderheid van de werkende bevolking heeft vóór de Brexit gestemd. Het probleem voor Cameron was dat elk referendum over gelijk welk thema ook meteen een stemming over die regering zelf wordt. Als een meerderheid van mensen, vooral vanuit de lagere klasse of de lagere middenklasse, tégen EU-lidmaatschap heeft gestemd, is dat voor een deel ook omwille van de enorme impopulariteit van het besparingsbeleid van de regering Cameron. Uiteraard is het ook zo dat de EU bij de werkende bevolking nooit echt populair is geweest. Er heerst een algemene ontevredenheid over lage lonen, werkloosheid, “zero hour-contracts”, de besparingen, … en de EU werd gezien als onderdeel van het probleem.

    Cameron organiseerde het referendum ook omwille van de diepe crisis binnen de Conservatieve Partij. Hij wist dat zijn positie onhoudbaar was indien hij géén referendum zou organiseren. Hij was ervan overtuigd dat hij dat referendum kon winnen, maar misrekende zich enorm.

    Er wordt vooral gesproken over de crisis binnen Labour, maar het lijkt erop dat de politieke crisis in het VK veel breder is, en alle partijen treft?

    De Tories zijn er altijd beter in geslaagd hun diepe crisissen intern te houden. Na het referendum dachten velen dat Boris Johnson een poging zou doen om de leiding van de partij in handen te nemen, dat er een groot gevecht zou ontstaan tussen voor -en tegenstanders van de Brexit. Maar één voor één trokken de kandidaten voor het voorzitterschap zich terug, en werd Theresa May als enige overblijvende kandidate verkozen. De Tories hebben de gewoonte hun afrekeningen intern te houden.

    Dit wil niet zeggen dat de contradicties binnen hun partij voorbij zijn. May krijgt nu te maken met het interne gevecht tussen “harde” en “softe” Brexiters: de hardliners willen een volledige breuk met de EU, en een einde aan de interne markt en de immigratie. De “softere” Brexiters willen binnen de Europese interne markt blijven, zodat Britse bedrijven niet enkel hun afzetmarkt behouden, maar ook toegang blijven hebben tot goedkope arbeidskrachten uit bvb. Oost-Europa. Recent liet May verstaan dat ze de hardliners zou volgen. Meteen tuimelde de waarde van de pond de dieperik in: Britse bedrijven rekenen immers op goedkope buitenlandse arbeidskrachten, een vertrek uit de interne markt zou dat onmogelijk maken. Dit toont meteen aan dat de huidige crisis binnen de conservatieven er één van een andere soort is: hun interne twisten kunnen steeds moeilijker binnenskamers blijven, én dit heeft een direct effect op de economie. Daardoor lijken ze ook voor de kapitalisten een risico om de regering te blijven leiden en zijn er gegronde twijfels of ze een volgende verkiezing nog kunnen winnen.

    De Socialist Party, de zusterpartij van LSP in Engeland en Wales, heeft van in het begin een belangrijke rol gespeeld in de beweging rond Corbyn. Hoe zit de partij de toekomst

    We hebben Corbyn inderdaad van het begin gesteund. Omdat we er als marxisten van overtuigd zijn dat elke beweging die de arbeidersklasse vooruithelpt, positief is, en moet ondersteund worden. Tegelijkertijd hebben we onszelf ook het recht voorbehouden onze eigen positie te verduidelijken: onze steun aan Corbyn is niet onvoorwaardelijk. We hebben de tactieken bekritiseerd waarmee Corbyn de problemen binnen Labour aanpakt, maar ook enkele van zijn politieke standpunten, zoals bijvoorbeeld zijn voortdurende steun aan de EU.

    Corbyn organiseerde de voorbije maanden verschillende massameetings waar in totaal honderdduizenden mensen kwamen luisteren. Dit was een zeer goede zaak en wij hebben mee gemobiliseerd voor deze meetings. Maar we merkten dat de mensen die vol enthousiasme naar Labour gingen snel teleurgesteld waren over hun ontvangst. De leiding van Labour ziet hen niet graag komen en weigert hen een actieve rol te geven in de partij. Dit zijn mensen die echt iets willen doen, actief willen worden in campagnes, hun politieke ideeën bediscussiëren, zich vormen, en de partij ondersteunen. Ze krijgen daar dikwijls de kans niet toe omdat de rechterzijde hen als een bedreiging ziet voor hun eigen positie. Als die mensen ons dan tegenkomen, ons programma lezen, onze manier van werken leren kennen, krijgen we vaak de reactie: “dit is de soort partij die ik zocht bij Labour”. We zijn er in geslaagd een actieve rol te spelen ter ondersteuning van de campagne rond Corbyn, maar hebben ook onze eigen krachten opgebouwd.

  • Corbyn zo populair… dat hij onverkiesbaar is?

    Jeremy Corbyn werd als een held onthaald door de 100.000 aanwezigen op het Durham Miners' Gala. Foto: Paul Mattson
    Jeremy Corbyn werd als een held onthaald door de 100.000 aanwezigen op het Durham Miners’ Gala. Foto: Paul Mattson

    Vandaag in De Standaard: “Zwarte ridder Corbyn rijdt Labour in vernieling.” Het artikel erkent dat er sinds het Brexit-referendum bijna 130.000 nieuwe leden bijkwamen, “een meerderheid daarvan zijn corbynista’s.” Binnen Labour wordt gevreesd dat het moeilijk wordt om de zetelende voorzitter weg te stemmen, zeker indien de leden kunnen meestemmen. De conclusie van de gevestigde media, blindelings gevolgd door de Belgische kranten, is verrassend: Corbyn is wel populair, maar onverkiesbaar omdat hij te links is.

    Een voorzitter die eerst in zijn campagne om voorzitter te worden meer dan 100.000 nieuwe leden aantrekt en vervolgens op een paar weken tijd nog eens 130.000 nieuwe leden weet te winnen, rijdt volgens De Standaard zijn partij dus in de vernieling? Het geeft aan dat er verschillende opvattingen zijn over wat een partij betekent: een machine geleid door en voor de aristocratische mandatarissen die allemaal overtuigd zijn van het neoliberale eenheidsdenken of een organisatie van honderdduizenden mensen die actief op zoek zijn naar een alternatief op de aanhoudende afbraak van hun levensstandaard?

    De tweede optie komt volgens de gevestigde media neer op een “totaal irrelevante protestpartij.” Alles wat buiten het neoliberale eenheidsdenken valt, is niet relevant voor de spreekbuizen van datzelfde eenheidsdenken. Dat is doorzichtig. Deze commentatoren kunnen alvast niet voorbij aan één verkiezing die Corbyn met verve heeft gewonnen: de voorzittersverkiezingen binnen Labour. Er is één eenvoudige vraag waar de gevestigde media geen antwoord op bieden: hoe komt het dat Corbyn zo populair is en hoe verbinden ze dat met hun conclusie dat hij onverkiesbaar is?

    Tony Blair was eerlijker, het was wellicht even wennen voor deze oorlogsstoker om de waarheid te zeggen. Hij verklaarde dat een regering onder leiding van Corbyn rampzalig zou zijn. Rampzalig voor wie? De belangen van de grote bedrijven en de 1% rijksten. Diegenen die Tony Blair en zijn kornuiten met zoveel inzet verdedigen. Het dwingt de rechtse partijmachine er nu toe om alles boven te halen om Corbyn weg te krijgen. De eigen statuten naast zich neerlegen en Corbyn de toegang tot nieuwe voorzittersverkiezingen ontzeggen, lukte nipt niet. Met 18 tegen 14 stemmen werd dit op het partijbestuur weggestemd. Opmerkelijk dat 14 bestuursleden het interessanter vonden om de eigen statuten aan de kant te schuiven dan om Corbyn kiesbaar te laten zijn. Blijft enkel de optie over om zo weinig mogelijk leden stemrecht te geven. Want beeld je in dat leden van een partij zouden beslissen over wie hun voorzitter is!

    De populariteit van Corbyn toont het potentieel voor een antibesparingspartij. De reactie van de rechtse parlementairen van Labour en hun partijmachine toont aan dat zij geen vehikel zijn waarmee die partij kan ontwikkelen. De situatie van twee partijen in één wordt onhoudbaar. Corbyn moet doorzetten en alle tegenstanders van het besparingsbeleid, zowel binnen als buiten Labour, op democratische wijze organiseren. Dit moet gekoppeld worden aan een consequent verzet tegen alle besparingen.

    Op 13 juli schreef Harvard-econoom Dani Rodrik in De Tijd een opiniestuk onder de titel “Links heeft geen excuus om een tweede keer te capituleren.” Daarin stelt hij onder meer dat een zwakte van links bij het programma ligt, “het gebrek aan een programma dat het kapitalisme en de globalisering herschept voor de 21ste eeuw. Van het Griekse Syriza tot de Braziliaanse Arbeiderspartij slaagt links er niet in ideeën te produceren die economisch deugen en politiek populair genoeg zijn. Die moeten verder gaan dan verzachtend beleid, zoals herverdeling. Een groot deel van de schuld ligt bij linkse economen en technocraten. Ze hebben zich veel te gemakkelijk gewonnen gegeven aan marktfundamentalisme. Erger nog, op cruciale momenten hebben zij de hyperglobalisering zelfs geleid.”

    Rodrik heeft een punt: de kwestie van een alternatief op de waanzin van het kapitalisme stelt zich bijzonder scherp en het gebrek aan een duidelijk alternatief leidt tot capitulaties. Dat zagen we deze week nog met Bernie Sanders. Maar Rodrik gaat uiteraard niet zo ver om te erkennen dat er geen tussenweg is tussen marktfundamentalisme en een volledige breuk met dit systeem. Dat heeft de ervaring met Syriza voldoende aangetoond. Breken met het kapitalisme is waar socialisten voor gaan. Steun ons daarin en sluit je vandaag nog aan!

  • Revolte in referendum. Establishment in de touwen

    Toriesout-620x330De Britse stemming om uit de EU te stappen heeft de gevestigde instellingen – zowel in Groot-Brittannië als op internationaal vlak – geschokt. Het is een nieuwe uitdrukking van de woede als gevolg van de toenemende armoede en de harde besparingen, alsook van een anti-establishmentgevoel. De politieke naschokken beginnen nu naar boven te komen. Een analyse door PETER TAAFFE.

    De strategen van het kapitaal werden geconfronteerd met een revolte van onderuit. Het leidde achter de schermen tot reacties die aan een uitspraak van een voormalige politicus uit Californië doen denken: “Het volk heeft gesproken… de smeerlappen!” Na het EU-referendum was er een enorme publieke furie van het gevestigde ‘commentariaat’ waarbij nauwelijks onderdrukt neergekeken werd op diegenen die het aandurfden om de gevestigde orde tegen te spreken en ‘Leave’ te stemmen. Polly Toynbee uitte in de ‘progressieve’ krant Guardian haar woede tegen de “ongeschoolde” kiezers die zich massaal tegen de EU keerden. De Poolse voorzitter van de Europese Raad, Donald Tusk, verklaarde dat de Britse beslissing “niet alleen het begin van de vernietiging van de EU betekent, maar van de hele westerse politieke beschaving” (Financial Times).

    De overwinning van het Leave-kamp in het referendum heeft verregaande gevolgen voor de toekomst van Groot-Brittannië en in het bijzonder voor de Britse en Europese arbeidersbeweging. Het resultaat van 52 tegen 48% vertegenwoordigt in essentie een revolte van voornamelijk gewone werkenden tegen de besparingen en tegen de conservatieve miljonairsregering van David Cameron en George Osborne. Hun beleid heeft de levensstandaard naar beneden getrokken en hele arbeidersgemeenschappen verwoest.

    Het is compleet verkeerd om bijzonder pessimistische conclusie te trekken zoals sommige kleine linkse groepen dit doen als ze het hebben over een “hoogdag van reactie” in Groot-Brittannië waardoor extreemrechts overal in Europa zal gestimuleerd worden. Ongetwijfeld zal de Europese rechterzijde het resultaat proberen te gebruiken om zich te versterken. Maar verslagen van het congres van het Links Blok in Portugal onmiddellijk na het referendum tonen dat vertegenwoordigers van de arbeidersbeweging in Griekenland, Frankrijk en Spanje zich gesterkt zagen door het resultaat van het referendum.

    Het is niet zeker dat reactionaire krachten zoals Boris Johnson of Michael Gove zomaar het bewind van Cameron zullen overnemen en een stevige basis leggen voor een volgende regering zonder nieuwe verkiezingen te moeten organiseren, verkiezingen die ze kunnen verliezen. Een dag voor het referendum beslisten de leraars om in actie te gaan tegen het regeringsplan voor de hervorming van het onderwijs, maar liefst 90% stemde voor een staking op 5 juli. Er is zelfs sprake van een kleine stakingsgolf in het land, met onder meer acties bij Southern Railways en stakingen in de voedingsector.

    Tegen het establishment

    Veel werkenden die in verzet gaan tegen het regeringsbeleid grepen de kans van het referendum om de belangrijkste vijand – de gehate Cameron en zijn regering – een zware slag toe te brengen. Dit betekent niet dat het een uiting van steun aan Johnson was. Integendeel, een dag na het referendum werd Johnson uitgejouwd en dat was niet alleen door mensen van het Remain-kamp.

    In de dagen onmiddellijk na het referendum kwamen militanten van de Socialist Party op straat veel mensen tegen die Remain stemden maar op basis van discussie overtuigd werden van onze klassenargumenten voor een vertrek op socialistische basis. Dit geeft een beeld van wat mogelijk was indien de arbeidersleiders zich niet achter besparingskampioen Cameron hadden geschaard. Cameron is nu overigens zelf op weg naar de uitgang.

    De krachtsverhouding tussen de georganiseerde arbeidersklasse en haar bondgenoten aan de ene kant en de regering aan de andere kant kan keren in het voordeel van de vakbonden en de arbeidersbeweging. Maar dan moeten er wel strijdbare conclusies uit het resultaat van het referendum worden getrokken. Zonder de verschillende krachten in het Leave-kamp beter te willen voorstellen dan ze zijn, moeten we in het resultaat van het referendum vooral een opstand van gewone werkenden tegen de heersende elite zien.

    Het klopt dat een beperkte binaire keuze – ja of neen, in of uit de EU – ertoe leidt dat kiezers plots aan dezelfde kant van de keuze staan als mensen met bijzonder verschillende en zelfs tegenstrijdige klassenbelangen en –standpunten. Dit kan de politieke uitkomst onduidelijker maken waardoor het niet evident is om algemene conclusies te trekken. Maar dat is nu niet het geval. Traditionele Labour-regio’s en gebieden stemden in grote getale tegen de regering. Enkel Noord-Ierland, Schotland en Londen stemden voor het behoud van het EU-lidmaatschap. Zelfs waar Remain het haalde, was er een onmiskenbare arbeidersstem om ‘hen’ – de Tories en de elite – eens te laten zien dat de maat vol is.

    Dat anderzijds naar schatting drie kwart van de jongeren voor Remain stemden, vormt een verwrongen maar begrijpelijke uitdrukking van een internationalistische benadering. Ze zagen de EU ten onrechte als een progressieve factor, als een uitdrukking van openheid naar Europa en de wereld. Daar werd op cynische wijze op ingespeeld door de conservatieve ‘Remainers’ en hun aanhangers. Zoals de Socialist Party consequent heeft opmerkt, is de EU een neoliberale instelling, een kapitalistische en imperialistische uitbuitingsmachine die zich niet alleen tegen de Europese arbeidersklassen keert maar doorheen handelsverdragen ook tegen de massa’s in de neokoloniale wereld.

    Er was in veel arbeidersbuurten een vastberaden sfeer om te gaan stemmen en om voor ‘Leave’ te kiezen. Er was nochtans een nooit geziene angst- en haatcampagne met een reeks burgerlijke economen die over elkaars voeten vielen met voorspellingen van economische ineenstortingen of zelfs van een derde Wereldoorlog indien de mensen niet ‘juist’ zouden stemmen en dus voor Remain. Er was een vastberadenheid om de elite een lesje te leren, zij moeten immers niet in de ontbering leven die aangericht is door de Tories en het kapitalisme. In sommige arbeiderswijken, onder meer in wijken met veel sociale woningen, was er een indrukwekkende opkomst. Met 72% was de algemene opkomst een pak hoger is dan bij parlementsverkiezingen .

    Speelt dit in de kaart van rechts?

    Het klopt dat de racistische UK Independence Party (UKIP) opriep voor ‘Leave’, net als de het brutale conservatieve duo Johnson en Gove. Zij benadrukten hun afkeer tegen migranten. Sommige werkenden zijn ongetwijfeld verleid door de antimigrantenboodschap van deze reactionaire krachten. Dit was vooral het geval omdat de officiële leiding van de arbeidersbeweging, zoals bij Labour als de vakbonden, dit in de hand werkte door zelf geen enkele onafhankelijke positie op basis van een internationalistisch klassenstandpunt in te nemen. De Socialist Party nam wel zo’n benadering aan, zowel in dit referendum als in dat van 1975 toen Jeremy Corbyn nog een gelijkaardig anti-EU standpunt innam.

    Jammer genoeg zat Jeremy Corbyn nu gevangen achter vijandige linies, ingesloten door de rechtse Blairisten die voor Remain opkwamen. Ze bedankten Corbyn achteraf door met Hilary Benn en andere samenzweerders een aanval op hem in te zetten. De rechterzijde van Labour zou hem van alles beschuldigen, los van wat hij doet. Desnoods verwijten ze hem het slechte weer. Ze dwongen Corbyn tot een – duidelijk aarzelend – Remain-standpunt. Achteraf werd hij toch aangevallen door de rechterzijde, moest hij geen Remain-standpunt ingenomen hebben, zou dat nog meer het geval geweest zijn.

    Wij merkten tijdens de campagne op dat Corbyn duidelijk had moeten ingaan tegen de EU en dit op een socialistische en internationalistische basis. Een oproep voor een socialistisch Groot-Brittannië verbonden met het idee van Verenigde Socialistische Staten van Europa, had hem in een sterkere positie geplaatst.  De keuze zou dan niet beperkt zijn tussen twee conservatieve bendes, maar het had kunnen leiden tot parlementsverkiezingen om heel de conservatieve kliek buiten te gooien. De krachtsverhoudingen als resultaat van zo’n campagne zou geleid hebben tot een gunstige positie.

    Veel werkenden verwerpen het racistische programma van verdeeldheid, maar zijn terecht bezorgd om de druk die op arbeidersbuurten wordt gelegd met een tekort aan middelen, geen plaats op school, gebrek aan betaalbare huisvesting, … Er is een reële angst voor een neerwaartse spiraal naar nog lager betaalde jobs en nulurencontracten. Dit wordt niet beantwoord door uit te halen naar migranten, maar door op te komen voor een programma dat meer middelen eist, onder meer voor de bouw van sociale huisvesting, nieuwe scholen die meer kwaliteitsvol onderwijs aanbieden, … In Londen alleen staan 50.000 woningen leeg, in de EU zijn dat er 11 miljoen.

    Van de leiding van de arbeidersbeweging kwam er geen enkele hint in de richting van zo’n programma tijdens de campagne. Ze gaven er de voorkeur aan om samen met brutale klassenvijanden samen te werken in ofwel het Remain-kamp ofwel het Leave-kamp. We zagen hoe de Londense burgemeester Sadiq Khan samen met Cameron inging tegen Johnson om de kapitalistische EU te verdedigen. In de burgemeesterverkiezingen nam hij al de verdediging op van de miljardairs in Londen – de stad telt er al 141, het grootste aantal ter wereld. Het liet Johnson toe om zich demagogisch af te zetten tegen de ongelijkheid in de EU en zich op te werpen als de verdediger van de “gewone man en vrouw.”

    De mythe van een ‘sociaal Europa’

    Tony Blair, de voormalige premier die er tijdens de oorlog in Irak van beschuldigd werd dat hij loog zodra hij zijn mond opende, wierp zich verrassend op als verdediger van de vakbondsrechten. In de krant Daily Mirror durfde hij het aan om te schrijven: “Laat de arbeidersrechten niet achterwege.” Hij was 13 jaar aan de macht, maar dat volstond blijkbaar niet om zelfs maar één van de antivakbondsmaatregelen van Margaret Thatcher af te schaffen. De nationale algemene secretaris van de vakbondskoepel TUC, Frances O’Grady, stelde dat werkenden tot 38 pond per week zouden verliezen tegen 2030 indien ze zich niet achter de EU stellen.

    Plots werd de EU, en niet de strijdbare tradities van de vakbonden, voorgesteld als een progressief instrument om de levensstandaard van werkenden te verdedigen en op te trekken. Kan het failliet van de leiding van de grootste arbeidersorganisatie in Groot-Brittannië nog scherper aangetoond worden?

    De vakbondsleiding kwam tot deze oncomfortabele positie omdat ze de kapitalistische EU heeft omarmd. In 1988 bood EU-commissaris Jacques Delors de vakbondsleiders een uitweg aan om de vreselijke nederlagen van de jaren ervoor – de mijnwerkerstaking, Wapping, de ineenstorting van de strijd tegen de besparingen in de lokale besturen, … – te vergeten. Hij verkocht hen het idee van een ‘sociaal Europa.’ Dat was altijd een illussie. Elke wetgeving die rechten voor werkenden oplegt, kan enkel behaald en behouden blijven op basis van strijd en een krachtsverhouding. Maar de vakbondsleiders bedankten Delors en grepen de kans om schijnbaar pijnloos arbeidersrechten te behouden.

    Het leidde tot een beleid van klassensamenwerking op basis van overleg. In een periode van economische groei kon dit beperkte voordelen voor de werkenden opleveren. Maar toen de economische crisis toesloeg – in het bijzonder sinds 2007-08 en de daaropvolgende historisch zwakke groei – keerde dit zich in zijn tegendeel: er was in het beste geval een stagnatie van de levensstandaard en er kwamen aanvallen op alle vroegere verworvenheden.

    Het is schandalig dat het recente offensief van Cameron en Osborne op vakbondsrechten niet heeft geleid tot een sterk antwoord van de vakbonden. Ze gingen over tot een terugtocht met een voorstel van compromis: de vakbondsleiders zouden voor Remain campagne voeren als de regering bepaalde toegevingen zou doen op de geplande nieuwe antivakbondswetten. De regering beloofde dit te doen.

    Een neoliberaal project

    De argumenten van Blair en O’Grady dat de EU de rechten van werkenden zou beschermen doorheen maatregelen zoals de richtlijn over arbeidstijd, zijn van de pot gerukt. Elke wetgeving die in het voordeel van de werkenden werd doorgevoerd, was in laatste instantie het resultaat van de kracht en organisatie van de vakbonden en niet van een of ander ‘progressieve’ inzicht van de werkgeversorganisaties, waaronder de EU.

    Tijdens de campagne voor het referendum toonden enkele meer brutale werkgevers – zoals luchtvaartmaatschappijen EasyJet en Ryanair – hoever ze bereid zijn te gaan om stakingen te breken als het hen uitkomt. Ze doen dat los van gelijk welke Europese regelgeving. Ze eisten van de EU gecoördineerde acties in de zomer indien de acties van de Franse luchtverkeersleiders zouden doorgaan. Ze vroegen om toe te laten dat Duitse luchtverkeersleiders de plaats van de stakers zouden innemen. Het doet denken aan Ronald Reagan die in de VS met het donkere tijdperk van het neoliberalisme begon door eerst de luchtverkeersleiders in 1981 aan te pakken. Dat werd de norm voor alle werkgevers in de VS. Het feit dat dergelijke maatregelen nu geëist worden in de EU wijst op het neoliberale karakter van die EU.

    Het zou moeten volstaan om te wijzen op wat de EU betekent op vlak van privatiseringen, denk maar aan de privatiseringen in Griekenland, om op basis van een vakbondsstandpunt tegen een Remain-stem te pleiten. De EU verplichtte Griekenland om maar liefst 71.000 eigendommen en bedrijven te verkopen, waaronder de regionale luchthavens. Het idee van een ‘progressieve’ EU is voor elke werkende Griek tegengesteld aan de eigen ervaringen met die EU. Miljoenen mensen moeten proberen te overleven met kleine pensioentjes van een familielid.

    De strijd van de Griekse werkenden heeft ongetwijfeld kracht geput uit het verzet van de Britse werkende klasse in dit referendum. Er wordt ook al gesproken over een mogelijk domino-effect waarbij de Brexit gevolgd wordt door gelijkaardige operaties in andere landen, zoals Nederland en Zweden of zelfs Italië. Zij kunnen de Britse werkenden volgen en de basis leggen voor echte solidariteit onder de werkenden van Europa op syndicaal en politiek vlak waarbij dit verbonden wordt met het perspectief van socialisme.

    Natiestaten

    Van bij het totstandkomen van de voorloper van de EU – de Europese Gemeenschap – stelden we dat het kapitalisme ondanks alle inspanningen niet in staat is om tot een echte eenmaking van Europa te komen. Sommige marxisten betwistten dat standpunt en verwezen nu tijdens de referendumcampagne naar teksten van Leon Trotski om hun steun voor Remain te onderbouwen. Ze stellen dat het kapitalisme de historische taak van eenmaking kan doorvoeren en dat dit ‘progressief’ zou zijn. Een dergelijke conclusie – zogezegd op basis van wat Trotski schreef – is compleet verkeerd.

    De noodzaak om het continent een te maken komt voort uit de noden van productie en techniek in dit tijdperk. De productiekrachten zijn de enge grenzen van het privaat bezit door een handvol kapitalisten enerzijds en van de natiestaat anderzijds ontgroeid. De moderne industrie – in het bijzonder de grote monopolies, multinationals, …  – wordt niet enkel in termen van de markt van een land gepland, maar ook op continentaal niveau. De grootste bedrijven doen dit zelfs op wereldvlak. Het leidt tot een tendens van afbouw van nationale drempels, beperkingen op productie, heffingen, … samen met het ontwikkelen van gigantische handelsblokken zoals het Noord-Amerikaans Vrijhandelsverdrag (NAFTA) of nu het Trans-Atlantisch partnerschap voor handel en investeringen (TTIP).

    Dit proces kan in een periode van economische groei vrij ver doorgetrokken worden, dit was het geval met de EU. Dit gebeurde in de jaren 1990. Het zorgde ervoor dat delen van de kapitalisten en, jammer genoeg, ook enkele marxisten ervan begonnen te dromen dat het kapitalisme de nationale beperkingen kon overstijgen en stappen zette in de richting van een eengemaakte Europese kapitalistische klasse.

    Om hun standpunt te onderbouwen, wordt naar volgende uitspraak van Trotski verwezen: “Indien de kapitalistische Europese staten erin slagen om op te gaan in een imperialistische eenheidsstaat, dan zou dit een stap vooruit zijn in vergelijking met de bestaande situatie. Het zou eerst en vooral een eengemaakte Europese basis vormen voor de arbeidersbeweging. De arbeidersklasse zou in dit geval niet moeten strijden voor een terugkeer naar ‘autonome’ nationale staten, maar voor de omvorming van de imperialistische eenheidsstaat in een Europese federatie van republieken.” (Het vredesprogramma, mei 1917).

    Trotski had het duidelijk over een hypothetische situatie waarvan hij niet verwachtte dat die ooit zou gerealiseerd worden. Het is ook geen beschrijving van de EU die de natiestaten van Europa niet heeft gefusioneerd. In hetzelfde artikel werpt Trotski op dat “de democratische eenmaking van Europa, een unie die in staat is om de vrijheid van nationale ontwikkeling te garanderen, enkel mogelijk is op basis van revolutionaire strijd met opstanden in individuele landen en de daaropvolgende fusie van deze opstanden in een algemene Europese revolutie.”

    Toenemende woede

    Voor het referendum en zeker voor de bekendmaking van de resultaten was er in Groot-Brittannië al een groeiende woede van de werkende klasse tegen de regering van Cameron en Osborne. Dit biedt een unieke kans om de situatie in het voordeel van de arbeidersklasse te veranderen. Nog voor het referendum moest de regering minstens 20 volledige of gedeeltelijke bochten maken waardoor de wielen onder de conservatieve kar dreigden los te komen. De regering blijft op alle vlakken belegerd worden. De economie gaat in de richting van een nieuwe crisis met het grootste handelstekort sinds 1948, ondanks recente kleine verbeteringen. De werkloosheid neemt toe en de rampzalige huisvestingscrisis in Londen en andere grote steden gaat onverminderd door.

    In de Londense wijk Waltham Forest stegen de huizenprijzen met 25% op een jaar tijd. De inwoners van de buurt Butterfields dreigen uit hun huis gezet te worden waarna ze tot een vorm van ‘interne ballingschap’ veroordeeld worden en honderden kilometers verder moeten gaan wonen. De redenen hiervoor moeten gezocht worden bij de pogingen van huiseigenaars om hun eerder bescheiden woningen door te verkopen aan de rijken die op zoek zijn naar nieuwe huizen en mogelijkheden om projecten te ontwikkelen.

    Er is ook een opborrelende woede rond de lonen die in reële termen met 8% afgenomen zijn sinds 2007. We kunnen er Frances O’Grady van het TUC aan herinneren dat dit gebeurde op een ogenblik dat Groot-Brittannië deel uitmaakte van de EU! Er is een groeiende revolte in de vakbonden, zo bleek tijdens enkele recente congressen. Zo besloot het congres van TUC Wales onder druk van leden van de Socialist Party om een reeks moties aan te nemen die pleiten voor begrotingen op basis van behoeften of nog voor de nationalisatie van de staalsector. Deze moties werden quasi unaniem goedgekeurd met heel wat nieuwe jonge militanten die voor het eerst aan een vakbondscongres deelnamen. Op het congres van de vakbond GMB was er voor het eerst sinds lang een motie die opriep tot nationalisaties.

    Op het congres van de vakbond Unison in de publieke sector werd een nieuwe organisatie van basismilitanten opgezet met als doel om de vakbond van een slome machine om te vormen tot een strijdbare en militante vakbond die het verzet van de leden mobiliseert. Dit alles wijst op een nieuwe strijdbaarheid.

    Politieke burgeroorlogen

    Na het referendum zijn de twee politieke burgeroorlogen – één bij de Tories en één in Labour – intenser geworden. Zoals kon voorspeld worden – en ook effectief gedaan werd door de Socialist Party – is de poging om de rechterzijde van Labour te bedaren door met Corbyn en zijn aanhangers van Momentum voor Remain op te roepen op een sisser uitgedraaid. Het heeft het verzet tegen Corbyn niet doen afnemen, maar net verder versterkt. Enkele uren na de bekendmaking van het resultaat kwam parlementslid Margaret Hodge al met een brief aan de parlementaire fractie voor een motie van wantrouwen en nieuwe verkiezingen voor de partijleiding. Hilary Benn werd uit het schaduwkabinet gezet en andere leden van dat kabinet namen ontslag.

    De Labour Party blijft vastzitten tussen twee stoelen met een aanhoudende burgeroorlog tussen de rotte krachten van de Blairisten en het potentieel van een antibesparingskracht met potentieel ook socialistische krachten rond Jeremy Corbyn. Veel kansen zijn gemist door de linkse kleinburgerlijke krachten die de Corbyn-gezinde organisatie Momentum leiden. Er werd aanvankelijk beloofd dat het een open en democratische heropbouw van de arbeidersbeweging moest worden waarbij de oude gecentraliseerde bureaucratische structuur zou verdwijnen. Deze beloften verdwenen snel naarmate de leiding probeerde om tot compromissen met de rechterzijde te komen. Deze toegeeflijkheid tegenover de rechterzijde heeft de vastberadenheid om Corbyn en zijn aanhangers aan de kant te schuiven enkel versterkt.

    Het wantrouwen tegenover de rechterzijde zorgde ervoor dat een motie op het congres van de ambtenarenbond PCS voor hernieuwd lidmaatschap van Labour het niet haalde. Het feit dat de Blairistische rechterzijde de partijmachine en in het bijzonder de parlementaire fractie nog steeds controleert, was daar de belangrijkste reden voor. Tijdens de campagne voor het referendum werden door de partijleiding van Labour 71 voltijdse personeelsleden vrijgemaakt om voor het Remain-kamp te werken. Leden van de PCS vreesden dat een hernieuwd lidmaatschap ertoe zou leiden dat ze deze partijmachine zouden financieren. Het is overigens dezelfde partijmachine die optreedt als filter om strijdbare werkenden die terug lid willen worden buiten te houden.

    Als de rechterzijde daar niet in slaagt, is ze eens te meer bereid om de partij te splitsen. Het referendum gaf daar al een indicatie van met een nauwe samenwerking tussen ‘linkse’ conservatieven en de rechterzijde van Labour. Dit leidde zelfs tot een niet uitgevoerd voorstel om parlementsleden van regering en oppositie door elkaar te laten zitten tijdens de speciale parlementszitting na de moord op Labour parlementslid Jo Cox.

    In de Remain-campagne was er een element van een nationale coalitie met de rechterzijde van Labour die met veel plezier samenwerkte met de ‘linkse’ of meer ‘progressieve’ conservatieven en de Liberal Democrats. De partijleider van de Liberal Democrats, Tim Farron, ging onmiddellijk na de bekendmaking van het resultaat heel hard op Corbyn die hij verweet onvoldoende voor de Remain-campagne gedaan te hebben. De burgeroorlog binnen Labour sinds de verkiezing van Cobyn gaat dus onverminderd door, er is gaat amper een dag voorbij zonder een aanvan op hem.

    De strijd binnen de Tories heeft ook geleid tot een diepe interne kloof tussen de vleugel van Cameron en Osborne aan de ene en Johnson en Gove aan de andere kant. De verkiezingsstrijd voor de opvolger van Cameron als partijvoorzitter kan deze tegenstellingen uitdiepen en leiden tot een openlijke splitsing, mogelijk een aanzet tot een vorm van alliantie met de rechterzijde van Labour en de Liberal Democrats.

    Het referendum heeft hetzelfde effect als het gooien van een rots in een meer waarbij de golven in het water blijven uitdeinen. Er zijn al gevolgen doorheen Europa en het kan uiteindelijk leiden tot de ineenstorting van de euro en het opbreken van de EU. Het stelt de kwestie van een nieuw Schots referendum dat kan leiden tot een opdeling van het Verening Koninkijk. De gevolgen zijn ook verregaand voor Ierland, in het bijzonder Noord-Ierland waar Sinn Fein een nieuwe ‘grenspeiling’ eist, wat kan leiden tot meer sectaire tegenstellingen.

    Maar in alle ontwikkelingen die uit het referendum voortkomen, moet de arbeidersbeweging socialistische conclusies trekken en op die basis strijden met een onafhankelijk arbeidersprogramma. De eerste onmiddellijke eis is voor een democratisch bijeengeroepen noodconferentie van de arbeidersbeweging die open staat voor al wie Corbyn steunt. Het doel moet zijn om de positie van Jeremy Corbyn te verdedigen tegen de poging tot machtsgreep van de parlementaire fractie van Labour. Dat kan met een socialistisch beleid en democratische structuren, waaronder een federale vorm van organisatie.

    Het referendum over de EU was een aardbeving voor de heersende klasse en haar schaduw in de arbeidersbeweging. De naschokken zullen nog even blijven duren. Tegelijk is er een grote kans om de arbeidersbeweging opnieuw op te bouwen op democratische en socialistische wijze.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop